Vrijdag 24 januari 2003
Gisteren zijn de fracties van Leefbaar Amersfoort en de Burger Partij Amersfoort bij elkaar gaan zitten. De afgelopen weken waren er al allerlei informele contacten geweest om te peilen of er mogelijkheden tot samenwerking bestaan. In de raad en de commissies treden beide fracties vaak met gelijke standpunten naar voren. Als oppositiepartijen hebben we grotendeels gelijke doelstellingen: kritisch staan ten opzichte van het collegebeleid en het doen en laten op het stadhuis, en spreekbuis zijn voor de vele stadgenoten die klachten, ideeën of opvattingen hebben over het gemeentelijke bestuur.
De programma’s van beide partijen zijn dan misschien wel verschillend, op veel punten liggen de onderwerpen en oplossingen niet ver uiteen. Samenwerken is daarom niet zozeer een zaak van programma’s, maar vooral van mensen. Kun je met elkaar door één deur, ben je bereid informatie uit te wisselen en elkaar ook een politiek succesje te gunnen, ben je bereid om gezamenlijk te werken aan een goed leefklimaat in onze stad. En dat blijkt mogelijk te zijn. Op fractieniveau is iedereen bereid om het experiment van samenwerking aan te gaan, maar we moeten ook nog breeduit van gedachten wisselen met de besturen en leden. Daarnaast moeten de kiezers van de twee partijen goed worden geïnformeerd, want zij hebben ons in de raad gekozen om voor hun belangen op te komen.
We beginnen met kleine stapjes. Allereerst kijken we maar eens of we op commissieniveau tot samenwerking kunnen komen. Het op elkaar afstemmen van standpunten, het bundelen van woordvoerderschap en het optimaal inzetten van de deskundigheid binnen de twee fracties staan daarbij voorop. We gaan de komende maanden maar eens kijken hoe dat werkt. Het belangrijkste uitgangspunt is: zorgen dat we onze doelstellingen voor een leefbare stad optimaal kunnen realiseren. Wanneer we bij dit streven voor beide partijen een win-win-situatie weten te creëeren, zijn onze kiezers de lachende derde!
Geef een reactie