Woensdag 29 januari 2003
Gisterenavond vond de afronding plaats van de discussie over de Brouwerskom. Althans, daar ziet het naar uit. Misschien heeft de zaak nog een staartje in de vorm van een discussie over de functie van besloten vergaderen. Lijkt mij een interessante punt te worden. Niet alleen omdat de zin en onzin van besloten vergaderingen daarmee aan de orde komt, maar ook omdat dan opnieuw het optreden van wethouder Bert van de Werff tegen het licht kan worden gehouden. Want op dit punt is de laatste stoeptegel nog lang niet gelicht.
‘Vind jij dat de wethouder VRO heeft gelogen?’ werd mij gisteren van verschillende kanten gevraagd. Nou nee, voor een leugenaar wil ik hem niet uitmaken. Wel voor een wethouder die kritiekloos verkeerde gegevens die hem zijn aangereikt, in de raadsdiscussie van oktober vorig jaar naar voren heeft gebracht. Wanneer je wordt ingefluisterd dat het verplaatsen van een keermuur uiteindelijk 15 tot 20 miljoen euro gaat kosten, moet je je als wethouder terdege in de juistheid van deze informatie verdiepen. Voor de discussie kwam het getal echter goed te pas, een motie die het college niet welgezind was, kreeg daardoor geen meerderheid. Overigens: met het besluit dat de raad gisterenavond nam om maximaal 650.000 euro beschikbaar te stellen waarmee het bewonersalternatief kan worden gerealiseerd, is precies datgene besloten dat D66 en SP in oktober in hun motie vroegen. Door het beschikbaarstellen van dit maximale bedrag is tevens bewezen dat het argument van de 15 tot 20 miljoen euro kosten van elke realiteitszin is verstoken.
Wat de wethouder VRO is te verwijten, is: hij gaat geheel af op wat ambtenaren hem influisteren zonder zich voldoende in de zaak waar het om gaat te verdiepen, het ontbreekt hem aan eigen visie en kritisch vermogen. Dat is veel erger dan het al dan niet hanteren van een leugentje. Immers: de gemeente komt de komende jaren voor een aantal problemen te staan die in hun omvang en gevolgen veel verder gaan dan de Brouwerskom (daar ging het vooral om de geloofwaardigheid van het bestuur). De ontwikkeling van Vathorst in minder goede tijden en de voortgang rondom het Eemkwartier zijn zo enkele voorbeelden. In beide heeft de gemeente een groot financieel belang. Daarbij is een stadsbestuurder gewenst met visie, kritisch vermogen, overwicht op zijn ambtelijke staf en voldoende politieke geloofwaardigheid in de stad. Dat zullen we de komende tijd node missen.
Geef een reactie