Zaterdag 26 april 2003
Dat het op de woningmarkt, vooral in de duurdere sector, niet meer met hosanna en halleluja gaat, is bekend. Niet alleen verkopende eigenaren ervaren dit nadeel, ook de gemeente komt in last. De uitvoering van plannen vertraagt, een aantal plannen moet worden aangepast. Dat dit voor de gemeente ook financiële gevolgen heeft, is aan te nemen.
Overvalt de crisis het gemeentebestuur? Die indruk ontstaat. Toch is er tijdig voor gewaarschuwd. Zelfs zonder de dip die de woningmarkt nu doormaakt, zag het er bij het realiseren van een aantal plannen minder gunstig uit dan wethouders de afgelopen jaren ons wilden laten geloven. Tot voor kort waren wethouder zoals De Boer en De Man de politici die met groteske plannen, beloften en hoog opgestoken verwachtingen de stad met een aantal risico’s opzadelden, waarvan we de komende jaren de wrange vruchten plukken. Hun opvolgers lijken het niet beter te doen.
Natuurlijk moet een bestuurder initiatiefrijk zijn, nieuwe ideeën introduceren, anderen enthousiast maken en daarbij staan voor zijn zaak. Maar hij moet ook oor hebben voor kritische geluiden, realiteiten onder ogen zien, zich niet alleen door ambities laten leiden en het gezonde verstand gebruiken. Bij externe adviezen, zeker wanneer die een rooskleurig beeld schetsen over een zonnige toekomst voor nieuwe initiatieven, moet de vraag worden gesteld: welk belang wordt met plannen gediend, welk belang hebben adviseurs bij hun mening en raad. Bij bouwplannen gaat het niet alleen om het oplossen van volkshuisvestingsproblemen, maar moeten ook economische gevolgen, belangen en risico’s onder ogen worden gezien.
Een voorbeeld is de bouw van de bijna 800 woningen aan de kop van het Soesterkwartier, het plan Puntenburg. Een groot deel van het plan omvat appartementen in de midden- en hogere prijsklasse. Dat is althans de bedoeling, want anders is de grondexploitatie niet rond te krijgen. Gepland is dat het plan binnen zo’n drie tot vier jaar wordt gerealiseerd. Al bij de presentatie is door kritische geesten gezegd: zoveel dure appartementen, naast de andere plannen die er in de stad bestaan, zijn niet af te zetten. Met ’n 200 dure appartementen per jaar in de hele stad is de woningmarkt ruimschoots bediend.
Toch is vastgehouden aan de oorspronkelijke planning. Financieel gezien moest dat ook wel: Puntenburg is een prestigieus project waarop de gemeente risico’s kan lopen. Maar nu is al duidelijk: de woningbouw in Puntenburg komt moeizaam op gang, voorlopig vooral in de door de corporaties te realiseren huursector. Een aantal plannen voor duurdere appartementen zijn, na een intensieve verkoopcampagne, weer uit de markt genomen en worden waarschijnlijk omgezet in huurprojecten. Voor de economie van Puntenburg blijft dat niet zonder gevolgen.
Een ander voorbeeld is De Laak in Vathorst, waar enkele woontorens moeten bijdragen dat het nagestreefde woningaantal wordt gerealiseerd. Uit recente marktverkenningen blijkt dat voor deze woningen onvoldoende belangstelling bestaat, zodat ook hier ambities moeten worden teruggeschroefd. In het financiële risico’s die dit tot gevolg heeft, deelt de gemeente in gelijke mate als de ontwikkelaars. Maar die kunnen het risico op een betere wijze afdekken dan de gemeente dat kan. Tekorten in Vathorst gaan uiteindelijk ten laste van het voorzieningenniveau in de gehele stad. En ook hier geldt: de gemeente was gewaarschuwd maar luisterde selectief!
Geef een reactie