Dinsdag 27 mei 2003
De gemeenteraadsvergadering van deze dag zal niet de boeken ingaan als voorbeeld van efficiënt bestuur. Chaos en frustraties namen toe naarmate de vergadering vorderde. Een van de oorzaken was het gebrek aan tijd bij een overvolle agenda en de wens de vergadering tot één avond te beperken. Slechts weinigen voelden er iets voor om de volgende dag de vergadering voort te zetten. Ik had daar een beetje rekening mee gehouden, hoewel ik in dat geval een bestuursvergadering van mijn tennisvereniging had moeten laten lopen. Dat hoeft dus niet.
Het onderzoeksrapport over de blamage rondom de privatisering van de gemeentelijke camping, het gemeentelijke jaarverslag van 2002, het bestemmingsplan Berg en nog wat andere agendapunten: er was meer dan genoeg te bespreken. Zelfs een spreektijdregeling bij enkele agendapunten kon niet voorkomen dat de avond te kort of de agenda te lang was. Dat begon al met de behandeling van het onderzoeksrapport van de rekenkamercommissie. De behandeling hiervan duurde een half uur langer dan gepland, en dat viel eigenlijk nog mee. De zaak had meer aandacht verdiend.
De behandeling van het jaarverslag 2002 was onzin. Komende week bespreekt de commissie Bestuur de jaarstukken en geeft de accountant een toelichting op zijn verslag. Op 24 en 25 juni wordt het jaarverslag opnieuw besproken en vastgesteld. In de commissie Bestuur vroeg ik vorige week wat de zin was van de bespreking tijdens de meivergadering. Iedereen in de commissie (David Mol: ‘Ik ben het niet vaak eens met Raphaël Smit, maar in dit geval moet ik hem gelijk geven!’) onderkende de overbodigheid van de discussie. Maar noch de voorzitter van de raad, noch het Presidium nam een initiatief om de toch al overvolle agenda aan te passen. Een peiling die ik aan het begin van de vergadering hield bij enkele fracties maakte duidelijk dat een ordevoorstel om het overbodige agendapunt af te voeren geen meerderheid zou krijgen: te veel mensen hadden zich al voorbereid op een bijdrage.
Er volgde dus een weinig zinvolle maar wel tijdrovende discussie. Het ontbrak de collegeleden aan tijd om alle gestelde vragen te beantwoorden, zodat alleen dat al een katterig gevoel achterliet. En een groot aantal vragen moet volgende maand opnieuw worden gesteld omdat ze betrekking hadden op de getallen in de jaarrekening.
De discussie over het bestemmingsplan Berg begon al sporen van een chaos te vertonen. Dit werd vooral in de hand gewerkt omdat het college een voorstel om een stuk bos aan de rand van Klein Zwitserland, bij de Stichtse Rotonde, te beschermen tegen woningbouw te vuur en te zwaard bestreed. Je vraagt je op zo’n moment altijd af welke onderhandse afspraken er al zijn gemaakt tussen het college en projectontwikkelaars. Tijdens de commissievergadering, en ook in de tijd daarna, kon het college geen antwoord geven op vragen over eigendomsverhoudingen, plannen en dergelijke over dit gebied. Maar tijdens de vergadering kon de wethouder Financiën ineens meedelen dat de grond door een ontwikkelaar was gekocht en door de bouwbestemming zo’n duizend gulden per vierkante waard is. Door een voorstel van de raad om het bos te sparen zou de grond nog maar zo’n honderd gulden per vierkante meter waard zijn. De gemeente kon daardoor rekenen op een schadeclaim van vijf tot tien miljoen euro. Dat wilde de raad niet voor zijn rekening nemen en zo bleek maar weer eens dat onze stad vooral wordt bestuurd door projectontwikkelaars en het hen ten dienste staande college van B en W.
De chaos bij de behandeling van de rest van de punten is niet in enkele zinnen te beschrijven. Iedereen, ikzelf inbegrepen, leverde daarin een bijdrage en de voorzitter had een van haar slechtste dagen. Wat in elk geval duidelijk is, is dat bij hamerslag een nieuwe pps-constructie is goedgekeurd, ondanks het tegenstribbelen van enkele partijen zoals de VVD en Leefbaar Amersfoort. De voorzitter had haast, en zo verbond de raad zich weer eens aan een commerciële partij, zonder alle ins en outs daarbij goed onder ogen te hebben gezien. Maar over een paar jaar kunnen we misschien zeggen: we hebben gelukkig nog een rekenkamercommissie!
Maandag 26 mei 2003
De Rekenkamercommissie van de gemeenteraad heeft een onderzoek laten instellen naar de gang van zaken rondom de privatisering van de gemeentelijke camping in Bokkeduinen. Het onderzoek is uitgevoerd door Twijnstra Gudde. Deze heeft een duimdik rapport opgesteld met als titel ‘De spagaat tussen publiek en privaat belang’. Een onthutsend rapport waaruit vooral blijkt dat bij de privatisering van de camping het gemeentelijke apparaat heel wat steken heeft laten vallen. Doelstellingen waren onvoldoende duidelijk geformuleerd, er liepen verschillende belangen door elkaar waarbij bezuinigingen de boventoon voerde, er was geen duidelijke coördinatie, ambtenaren en bestuur werkten langs elkaar heen en zonder een duidelijke visie liep de gemeente hijgend achter de feiten aan. De directie van SRO faalde grotesk en een handige ontwikkelaar had te maken met een gedesoriënteerde gemeentelijke organisatie.
De rekenkamercommissie, en dus ook Twijnstra Gudde als onderzoeker, richtte zich bij het onderzoek vooral op het proces binnen het stadhuis. Hoe heeft het zover kunnen komen dat nu honderd bungalows in het park Midland tegen veel geld zijn verkocht, waar ooit een gemeentelijke camping lag. Er is een reeks mensen gehoord: oud-wethouders, ambtenaren, de gemeenteadvocaat en medewerkers van SRO. De heren Rewinkel en Van Eijkelenburg, koper en ontwikkelaar van het park Midland, werden meerdere keren uitgenodigd voor een gesprek maar weigerden hieraan deel te nemen. Daarmee ontrokken twee belangrijke hoofdrolspelers zich aan het onderzoek.
Wie niet was uitgenodigd, was de Vereniging Behoud Bos Birkhoven Bokkeduinen, de VBBBB. Het onderzoek betrof het proces binnen de gemeentelijke organisatie en de wijze waarop verantwoordelijkheden binnen de gemeente waren ingevuld, of juist niet, zoals uit het onderzoek is gebleken. In dat proces speelde de VBBBB geen rol – hoewel kan worden gezegd dat zonder de acties van deze vereniging het onderzoek waarschijnlijk niet had plaatsgevonden.
Zondag 25 mei stuurde de vereniging per e-mail een brief naar de raadsleden. Waarom zijn wij niet uitgenodigd, was een van de vragen in de brief. Daar waren dus formele redenen voor, maar wie de uitvoerige brief leest kan zich terecht afvragen of de rekenkamercommissie (ik maak er zelf deel van uit) er niet beter aan had gedaan om aan Twijnstra Gudde te vragen ook de vereniging te horen. Over het proces binnen het gemeentehuis zoals zich dat in 1994 tot 1996 heeft afgespeeld, heeft de VBBBB misschien wat minder kennis, over wat zich daarna heeft afgespeeld des te meer.
Een aantal vragen en opmerkingen in de brief – die net als het onderzoek van Twijnstra Gudde een onthutsend beeld schetst van gemeentelijk gestuntel – hebben geen enkele relatie met het onderzoek, al zijn ze op zichzelf interessant genoeg. Maar er staan in de brief ook zaken die in het onderzoek best aandacht hadden kunnen krijgen.
Het onderzoek dat de rekenkamercommissie heeft laten uitvoeren, maar ook de kanttekeningen van de VBBBB, laten de vraag opkomen of de onderzoekacties tot nog toe wel voldoende zijn geweest. Er is meer inzicht, maar de belangrijkste hoofdrolspelers in het melodrama Midland zijn nog niet opgetreden. Zij hebben gebruik gemaakt van het recht om de uitnodiging van de rekenkamercommissie naast zich neer te leggen. Er zijn nog zoveel open vragen dat het geen slechte zaak zou zijn wanneer het onderzoek van Twijnstra Gudde een vervolg krijgt, in de vorm van een enquêtecommissie vanuit de raad. Want de brief van de VBBBB maakt duidelijk dat er nog heel wat vragen zijn die een antwoord behoeven.
Geef een reactie