Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for mei 2003

leave a comment »

Vrijdag 16 mei 2003

‘Amersfoort investeert in kantorenpark’, meldt de Amersfoortse Courant vandaag. De gemeente steekt 1,25 miljoen euro in een nieuw kantorenproject in Vathorst. Een eerste, bescheiden aanloop, want er moet de komende jaren een veelvoud van dit bedrag op tafel komen. Met de gemeente storten ook de ING-Bank en bouwbedrijf Heijmans 1,25 miljoen euro elk in het project. De gemeente werkt met deze twee ondernemingen samen in een pps-constructie, een samenwerkingsverband van overheid en ondernemingen. Gedrieën willen zij kantoren ontwikkelen in het gebied tussen spoorlijn en A28, ten oosten van Hooglanderveen. Het project heeft al een naam: Podium. Er moet zo’n 100.000 vierkante meter kantoorruimte worden ontwikkeld.

De gemeente als projectontwikkelaar. Schoenmaker, blijf bij je leest, ben ik geneigd te zeggen. Enkele jaren geleden heeft een meerderheid van de raad ingestemd met het plan om de gemeente als projectontwikkelaar te laten werken. Het ging toen nog goed met de kantorenmarkt, en waarom zal je daar geen graantje meepikken, dachten vele raadsleden. Slechts de VVD en – voor zover ik mij kan herinneren – D66 waren tegen dit plan. In mijn ogen hadden zij gelijk. Ontwikkelen van kantoren is gokken op de markt, en als gemeentebestuur moet je niet gokken met gemeenschapsgeld.

En ja hoor, de markt ligt nu op zijn gat. Alle mooie folders en advertenties in tijdschriften ten spijt, er wordt nog lang niet gebouwd. Elk jaar uitstel levert de gemeente zo’n 170.000 euro renteverlies op waarvan je je mag afvragen of dat later kan worden terugverdiend. De gemeente heeft wel een risico-opslag van ruim twintig euro per vierkante meter grond bedongen, wat wel een minimum genoemd mag worden. Want niet alleen het uitstellen van de bouw kost geld, ook nadat de kantoren worden gebouwd is het nog maar de vraag of er opvallende winst kan worden gemaakt. Verlies is ook mogelijk.

Ja maar, kan de vraag zijn, die twee private ondernemingen zullen toch wel streven naar winst. Uiteraard, maar die kunnen zij ook nog op andere wijze behalen. Zo is contractueel vastgelegd dat alle financiering voor het project via de ING-Bank moet lopen, zodat voor de bank de kassa wel klingelt. En dat geldt ook voor Heijmans. Die heeft zich namelijk het recht laten vastleggen om de bouw te mogen uitvoeren. Concurrentie is niet toegestaan en het bedrijf ontvang ook nog een ontwikkelingsfee. De gemeente komt er bij dit alles tamelijk bekaaid af, maar draagt wel ten volle bij in het eventuele risico. En dat begint zich af te tekenen.

De scheve verhoudingen blijken nu al. De gemeente moet 1,25 miljoen euro lenen, uiteraard bij de ING-Bank. Die moet ook een dergelijk bedrag inbrengen, maar de kosten daarvan worden ruimschoots gedekt door de rente die de gemeente moet betalen. En Heijmans? Die betaalt ook 1,25 miljoen euro. Maar daarmee koopt dit bedrijf een bouwrecht, zonder daarvoor de benodigde bouwgrond direct te moeten kopen. Dat zou namelijk een veelvoud van deze eerste inleg zijn. De grond wordt op dit moment bouwrijp gemaakt door het ontwikkelingsbedrijf van Vathorst. En daar zit de gemeente ook voor vijftig procent in. Vertraging van de gronduitgifte voor de kantorenbouw treft de gemeente dus van meerdere kanten. Tel uit je winst!

Written by raphaelsmit

16/05/2003 at 14:06

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Donderdag 15 mei 2003

Amersfoort is een nieuw actiecomité rijk: Geen PAS. Voluit geschreven: Geen Parkeerautomaat in onze Straat.Het is terecht dat stadgenoten in actie komen tegen de zich uitbreidende olievlek van vergunningparkeren in de wijken. Op sluipende wijze wordt in de stad, naast de OZB en de Afvalstoffenheffing, een derde gemeentelijke belasting ingevoerd: de parkeerheffing. Op de manier waarop de gemeente nu bezig is, moet binnen tien jaar vrijwel elke Amersfoorter voor het parkeren van de eigen auto betalen.

Dat in de binnenstad vergunningparkeren is ingevoerd, is een te verdedigen zaak. Via dit systeem moeten winkelende bezoekers aan de stad er toe worden gebracht gebruik te maken van de parkeergarages en niet het hele openbare gebied met blik te blokkeren. De invoering van maatregelen in de binnenstad was ook pas mogelijk nadat een aantal parkeergarages aan de rand van het centrum was geopend. Dat het vergunningparkeren in de binnenstad goed is geregeld, kan echter moeilijk worden beweerd. Er zijn te weinig plekken beschikbaar voor alle vergunninghouders en de gemeente heeft nagelaten afdoende regelingen met de eigenaren van de parkeergarages te treffen voor de bewoners in de binnenstad.

Voor de binnenstad kan je nog zeggen: een strak parkeerregime hoort er bij, wie in de binnenstad woont, weet dat parkeerruimte krap is en via maatregelen moet worden verdeeld. Heel anders is dat met bewoners in buurten die geen relatie met de binnenstad hebben en waar het parkeren op de openbare weg net zo normaal is als de aanwezigheid van trottoirs voor voetgangers of 30-kilometerregelingen in woonstraten. Dat de gemeente in steeds meer woonwijken ver het centrum ook vergunninghoudersparkeren gaat invoeren, levert voorspelbare protesten op.

Met de extra belastingmaatregel lost de gemeente het eigenlijke probleem niet op. Mensen die in de binnenstad werken of met de auto naar het station rijden, vinden moeilijk een parkeerplek. In de binnenstad en directe omgeving zijn die er niet en ook in de omgeving van het station ontbreekt het aan voldoende parkeerplaatsen. En daar heeft de gemeente ook weinig aan gedaan. De politiek van de afgelopen tien tot vijftien jaar was gericht op het beperken van parkeerplaatsen bij bedrijven in de binnenstad en rond het station. Het idee daarbij was dat mensen dan minder gebruik van de auto zouden maken en zouden overstappen op het openbaar vervoer. Maar de kwaliteit van het openbaar vervoer is dusdanig, dat dit nauwelijks als alternatief is aan te bieden. En ook het fietsen als alternatief is sterk afhankelijk van afstand en weer.

Dat mensen gewoon hun auto blijven pakken, bezorgt sommige politici een dieptreurig gevoel. Maar als je volksvertegenwoordiger bent, moet je ook weten hoe mensen omgaan met problemen van verkeer en vervoer, ook de mensen buiten je eigen achterban. Parkeeroverlast aanpakken door buurtbewoners extra lasten op te dringen, is geen oplossing. Oplossingen moeten worden gevonden door het creëren van extra parkeerruimte voor werknemers en bezoekers aan de stad. Je moet bedrijven niet dwingen om parkeerfaciliteiten te beperken, maar je moet met ze gaan praten om te zien hoe je problemen kunt oplossen. En dan niet over de ruggen van buurtbewoners.

Written by raphaelsmit

16/05/2003 at 07:20

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Woensdag 14 mei 2003

Een van de middelen om als raadslid op de hoogte te blijven, is het bijwonen van congressen, studiedagen, symposia en meer van dat soort bijeenkomsten. Ik streef er naar om elke maand tenminste één zo’n bijeenkomst bij te wonen. Vanuit die opvatting bezoek ik de komende maanden zes gemeenten door middel van Nirov excursies naar IPSV-projecten, de integrale aanpak van stedelijke herstructurering. In Amersfoort, dat op dit punt niet voorop loopt, moet de komende jaren ook heel wat gebeuren. Meest actueel is de herstructurering van de Spoorwegzone: de verbeteringsplannen in Kruiskamp-Koppel.

Het Nirov heeft dit jaar excursies naar Amsterdam, Leiden, Rotterdam, Enschede, Breda en Dordrecht op het programma staan. Vandaag bezocht ik Amsterdam-West. Hier wordt door Bureau Parkstad, waarin gemeentelijke diensten en corporaties samenwerken, heel wat vertimmerd in deze uitgestrekte woonbuurten uit de jaren vijftig en zestig. Renovatie, sloop en nieuwbouw, herstructurering van groengebieden, verbetering van de sociale en maatschappelijke structuur: er gebeurt de komende tien jaren van alles. Vooral in Osdorp is al veel in uitvoering.

Amsterdam-West is bijna net zo groot als Amersfoort, dus vergelijkingen zijn niet steeds mogelijk. Toch is veel op te steken van de hoofdstedelijke aanpak, in positieve en negatieve zin. Positief is bijvoorbeeld de planmatigheid van de aanpak. Amsterdam heeft een decennialange ervaring in de stedelijke vernieuwing. Door het erfpachtsysteem is een aantal problemen in de grondexploitatie effectvoller aan te pakken dan in veel andere steden en in Amsterdam-West zijn bijna alle woningen bezit van woningcorporaties, die een hele andere, inniger verhouding hebben met het gemeentebestuur dan in Amersfoort.

Dat wil niet zeggen dat alles er prima verloopt. Dat bleek tijdens de afsluitende discussie, waar projectleiders en andere functionarissen een panel vormden. Een van de vragen van de deelnemers aan de Nirovdag was: hoe is nu bepaald waar gesloopt gaat worden en wat voor woningen in de koop- of huursector er voor de gesloopte woningen in de plaats komen. Dat bleek door beleidsambtenaren en corporatiedirecties te zijn bepaald. Achter de tafel vond een kleine ontploffing plaats bij de vertegenwoordiger vanuit het welzijnswerk. Deze beschuldigde de ambtenaren ervan dat zij eigenmachtig hebben bepaald wat het toekomstige imago van de wijken moet worden, zonder rekening te houden met de opvattingen van de zittende bewoners. Die zijn over het algemeen tevreden over hun woonomgeving en hebben veel minder behoefte aan grootschalige ingrepen. De bureaucratie vindt dat op bepaalde plekken grootstedelijke milieu’s moeten ontstaan, terwijl de bewoners juist op het tuinstadkarakter gesteld zijn. Kortom: er is over de hoofden van de bewoners heen bepaald wat goed voor ze is. En dat in Amsterdam!

Maar ik vraag mij af of op het Amersfoortse gemeentehuis voldoende bekend is wat bewoners in onze vroegnaoorlogse wijken wensen. Ook Amersfoort ontkomt niet aan grootschalige verbeteringen van wijken uit de jaren vijftig en zestig. Laten we daarom in elk geval in kaart brengen wat de wensen van de huidige bewoners zijn. Willen zij in hun buurt blijven wonen, kunnen zij duurdere woningen betalen, is verdichting gewenst of moet open ruimte behouden blijven, moeten we van arbeiderswijken middenstandsbuurten maken en willen bewoners ook de woonmix waar deskundigen graag over praten. We moeten goed weten wat buurtbewoners willen, want voor hen doen we het uiteindelijk, en niet voor mooie presentaties van stedenbouwkundigen en architecten.

Written by raphaelsmit

14/05/2003 at 21:26

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Dinsdag 13 mei 2003

De dertiende hoeft niet altijd een verkeerde dag te zijn. Neem nou de bagger. Een heel jaar lang stonden de provincie en de gemeente als kemphanen tegenover elkaar. De provincie wil zijn bagger kwijt. En waar: in Amersfoort, op enkele honderden meters afstand van Vathorst en binnen geurafstand van Nieuwland en Kattenbroek. De vorige gemeenteraad heeft het er bij laten zitten – erger nog, ze heeft een overeenkomst met de firma Smink afgesloten waarin de verwerking van bagger door deze firma werd vastgelegd. Een overeenkomst, inclusief een riante schadeloosstelling als de gemeente niet meewerkt.

Binnen de nieuwe raad wordt daar heel anders over gedacht. Ik geef hier geen analyse van de mogelijke oorzaken, maar beperk mij tot het probleem. De provincie pikte het verzet van de nieuwe gemeenteraad niet, net zomin als van de omwonenden zoals de GUS en de bewonersvereniging uit Vathorst. Na tien jaar discussie wilde de provincie wel eens weten waar haar bagger gestort kan worden. De tegenstand van de nieuwe raad werd gepareerd met een aanwijzingsbesluit, een paardenmiddel dat zelden wordt toegepast en dat in elk geval geen teken van wijsheid is.

Parallel aan de verplichte voorbereiding van een bestemmingsplan is Amersfoort blijven zoeken naar een alternatief voor de bagger. Er zijn talloze nieuwe ontwikkelingen, dus het is onzin om het naast de woningen in Vathorst te storten. Het zoeken van alternatieven vindt plaats in samenwerking met de provincie. In Amersfoort bestond bij velen het gevoel dat de provincie weliswaar heeft toegezegd mee te zoeken, maar dat dat nauwelijks van harte ging. Die Amersfoorters, dat zijn maar lastige lieden aan de andere kant van de zandrug die de provincie doorsnijdt – vanuit het provinciehuis bekeken, uiteraard.

Dat was een te pessimistische gedachte. Op deze dertiende van de maand presenteerden de provincie en het gemeentebestuur samen een nieuwe aanpak: het bagger-plus-project. Het belangrijkste element daarin is het doorbreken van provinciegrenzen zodat stortcapaciteit buiten onze provinciegrens door de Utrechtse baggeraars kan worden gebruikt. Tot nog toe bestond die mogelijkheid niet, maar door intensief lobbywerk blijkt daarin verandering te komen. Dat biedt alternatieven voor de toekomst.

Een echte oplossing is er nog niet. En als nieuwsitem was de presentatie van twee Gedeputeerde en twee wethouders nogal mager. Maar Amersfoort en de provincie zaten naast elkaar aan tafel, en niet met rode hoofden tegenover elkaar. Dat schept moed voor de toekomst. Het geluid van de provincie klonk heel wat beter dan een jaar geleden, maar zekerheid wilden de Gedeputeerden nog niet geven. De aanwijzing blijft overeind, het bestemmingsplan voor de baggerstort moet er komen – in elk geval tot er meer zekerheid is.

En daarin schuilt dan weer een probleem. Als er een bestemmingsplan ligt met de functie ‘baggerstort’, dan is zelfs een geslaagde poging bij het zoeken naar alternatieven voor de Utrechtse bagger nog geen garantie. Elke ondernemer, en het hoeft niet eens Smink te zijn, die zo’n tien jaar baggeraanvoer weet te organiseren en aan de verwerking daarvan weet te verdienen, kan een vergunning voor het openen van een stort aanvragen. En omdat het bestemmingsplan het toestaat (wat heet, iets anders mag er niet komen!), moet de vergunning worden gegeven.

Theorie? Hoeft niet. Wanneer bijvoorbeeld de Duitsers hun milieuwetgeving aanscherpen kan het commercieel interessant worden om bagger uit Nordrhein-Westfalen naar Vathorst te transporteren. Dus blijft overeind staan: een bestemmingsplan voor een baggerstort moet worden voorkomen. Gelukkig ziet het er naar uit dat bij de provincie die gedachte begint door te breken. Nu nog de daden!

Written by raphaelsmit

13/05/2003 at 19:49

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Maandag 12 mei 2003

Ook in Amersfoort waait de economische wind uit de verkeerde hoek. Jarenlang was de stad een van economische zomerprinsessen in ons land. De centrale ligging, nieuwe bedrijfsterreinen, de vele bouwactiviteiten en een relatief hoog opgeleide bevolking leverden de stad een grote aantrekkingskracht op. Terwijl de bevolking met dertig procent toenam, steeg de werkgelegenheid met zestig procent. Het accent bij de groei lag op de dienstverlening, waarbij het grote aantal nieuwe ITC-bedrijven de boventoon voerden.

De sector die in Amersfoort de meeste groei veroorzaakte, krijgt nu de grootste klappen. Dat gaat dus niet ongemerkt aan onze stad voorbij. Voor VVD-er Koos Voogt was dat aanleiding om maandagavond in de commissie Economische Zaken te vragen hoe het gemeentebestuur hierop reageert. Liggen er actieplannen klaar om de winkelcentra te vitaliseren en hoe gaat het met de acquisitie voor bedrijven op de nieuwe bedrijfsterreinen, waren enkele van zijn vragen. Hij vroeg de wethouder voor Economische Zaken, Ineke Geluk, ook of er in Amersfoort niet te veel regels worden gehanteerd, waardoor bedrijven worden afgeschrikt.

De wethouder kreeg vanuit vrijwel alle fracties veel kritiek op haar optreden. Niet omdat zij schuld heeft aan de economische teruggang, maar wel omdat zij er een beetje hopeloos bijstaat. We konden de afgelopen jaren met de armen over elkaar toekijken hoe de bedrijven zich verdrongen om zich in Amersfoort te vestigen en dat zit nu even anders, dus moeten we ons actief opstellen, aldus de wethouder. Maar wat die actieve opstelling precies inhoudt, kon ze ook na veel aandringen niet zeggen. Ze maakte een hulpeloze indruk.

Dat er te veel regels zijn, werd door de wethouder ontkend. Toch kan niet worden ontkend dat het gemeentebestuur in de afgelopen zeven vette jaren vanuit een luxepositie verschillende barrières heeft opgeworpen. Zo mag bijvoorbeeld Emiclaer, een economische motor in Amersfoort-Noord, nog steeds niet uitbreiden, alle verzoeken uit het bedrijfsleven ten spijt. Eerst moeten er in Vathorst voldoende winkels zijn, redeneert het gemeentebestuur. Maar gelijktijdig wordt het realiseren van voorzieningen in Vathorst om budgettaire redenen vertraagd en duurt het dus nog langer voordat economische mogelijkheden rondom het tweede centrum van de stad kunnen worden ontwikkeld. Leg dat, in een tijd van stagnatie, maar eens uit aan welwillende ondernemers.

Ook heeft het gemeentebestuur jarenlang een luxediscussie gevoerd over het aantal parkeerplaatsen bij bedrijven. Dat gebeurde vanuit de utopische gedachte dat je door het beperken van parkeerplaatsen en toevoerwegen mensen dwingt om de fiets of het openbaar vervoer te nemen. Zo werkt dat dus niet. De praktijk is dat de file’s in de stad langer worden en de parkeerchaos toeneemt. En bij een overaanbod van kantoorruimte, zoals nu het geval is, schrikt het verkeersbeleid af. Afgaande op berichten in de media, heeft de ontwikkelaar van De Souverein een aantal mogelijke verhuringen zien afspringen door de geforceerde verkeerssituatie op en rond de Stadsring.

Er zijn best mogelijkheden het vestigingsklimaat in Amersfoort te verbeteren. Het beperken van regels en bureaucratie zijn voor de hand liggende oplossingen. Maar op dat punt wilde de wethouder Economische Zaken geen krimp geven. Op het stadhuis waant men zich nog in voorbije tijden en blijft met de armen over elkaar toezien hoe de economische teruggang als een natuurverschijnsel ons overkomt.

Written by raphaelsmit

13/05/2003 at 07:07

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Zondag 11 mei 2003

Amersfoort: 130.000 inwoners, aantal disco’s: nul! Een scheve verhouding waarover al jaren wordt gesproken, zonder dat er voor de jeugd ook maar iets zichtbaars is gebeurd. Het was wijlen Cees Meijer die bijna acht jaar geleden de discussie op gang bracht. Hij deed verschillende suggesties voor de vestiging van een disco, bijvoorbeeld onder het gebouw De Souverein dat toen nog moest worden gebouwd.

De gemeente gaat zelf geen disco exploiteren. Theoretisch zou dat mogelijk zijn, maar daar staat een aantal praktische problemen en principiële overweging tegenover. Maar de gemeente kan wel stimuleren en randvoorwaarden scheppen. Door middel van het bestemmingsplan, slim omgaan met grondexploitaties of het bij elkaar brengen van initiatiefnemers, om maar eens enkele voorbeelden te noemen, kan de gemeente de opening van een disco stimuleren.

Leefbaar Amersfoort had in zijn verkiezingsprogramma staan: tenminste twee disco’s, waarvan één in Amersfoort-Noord. Dat is de jongste uitbreiding van Amersfoort, ook wat de gemiddelde leeftijd betreft. Er is het afgelopen jaar door ons gepleit voor het herbestemmen van de leegstaande manage aan de Bunschoterstraat. Een aantal bewoners van het nabijgelegen Hoogland had daarbij wel bedenkingen, dit in verband met geluidsoverlast en verkeersveiligheid. Dat heeft in elk geval één belangrijk aspect onder de aandacht gebracht: als er discoplannen op tafel komen, betrek in elk geval eventuele omwonenden tijdig bij de plannen.

De plannen voor een disco in de binnenstad verlopen moeizaam. De oude bioscoop aan de Westsingel is als mogelijkheid genoemd. Maar plannen voor een disco in de binnenstad stuiten op veel problemen. Deze zijn niet alleen afkomstig van omwonenden, maar hebben ook te maken met brandveiligheid en dergelijke in de dichtbebouwde oude stad. De ervaringen in Volendam hebben het openbaar bestuur scherp gemaakt.

Jaren geleden heb ik al – en niet ik alleen – geopperd om in het Eemkwartier een disco te plannen. Gezien de moeizame planontwikkeling voor dat Amersfoortse prestigeproject is dat een idee dat – achteraf gezien – ook geen snelle ontwikkeling van een disco garandeert. En het gemeentebestuur zag het ook niet zo zitten, dat wilde hele andere culturele voorzieningen in het Eemkwartier. Daarom was ik blij dat in het antwoord op schriftelijke vragen, die ik dit voorjaar stelde, de mogelijkheid van een disco in het Eemkwartier niet meer werd afgewezen. Er werd wel een aantal voorwaarden opgesomd, zoals de afstemming van activiteiten met het gewenste popcentrum in het Eemkwartier, maar deze maken een disco op deze plaats aan de rand van het centrum niet onmogelijk.

En we blijven pleiten voor een disco in Noord. Ook daar werd in de schriftelijke vragen aandacht besteed. Mijn voorstel was om een groep samen te stellen van ondernemers, bewoners en jeugd uit Noord en ambtelijke vertegenwoordigers, die alle mogelijke locaties in Noord in kaart zou moeten brengen. Maar volgens B en W is dat niet nodig, want men is al met een ondernemer in gesprek en komt de komende zomermaanden met een voorstel. Meer kan je als raadslid niet wensen.

Als de vingerwijzing van B en W serieus is – en waarom zou ik daaraan twijfelen – kunnen dus in het najaar plannen worden uitgewerkt. Als de gemeente zich daarvoor inzet, kan begin volgend jaar met de bouw worden begonnen en zou eind 2004 de eerste muziek in de langgewenste disco voor Amersfoort kunnen klinken. Dat zou een prachtig gebaar zijn in de richting van de Amersfoortse jeugd. Ik teken er voor!

Zaterdag 10 mei ’03

Communicatie is een belang begrip. Met goede communicatie kan heel wat overbodige discussie worden voorkomen en kan onnodige ergernis en onzekerheid bij mensen achterwege blijven. Veel onvrede over zaken die in Amersfoort spelen, vindt zijn oorzaak in slechte communicatie.

Neem nou het Heiligenbergerbeekdal. Over het beschermen van deze groene long tussen Amersfoort-West en –Zuid is al heel veel gesproken en zijn al vele plannen gemaakt. Het is een voorbeeld van een project waar tientallen actieve inwoners, verzameld in verschillende belangengroepen, het begrip ‘burgerparticipatie’ inhoud geven. Daarbij spelen uiteenlopende belangen een rol, belangen die soms op elkaar lijken te botsen. Lijken, want als je de schijnbare tegenstellingen goed bekijkt, vallen deze wel mee. De kwaliteit van de communicatie speelt ook hierbij een rol.

Dat bleek de afgelopen weken toen een studie, opgesteld onder de vleugels van de Stichting Het Utrechtse Landschap, de bloeddruk bij velen deed oplopen. Een van de typische karakters van het Heiligenbergerbeekdal is het open weidegebied aan de zuidzijde van de beek. Hierin zijn verschillende sportverengingen gehuisvest, zoals Quick, CJVV en de IJsbaanvereniging. Deze verenigingen waren bij de voorbereiding van de studie niet betrokken en lazen er in dat zij eigenlijk zouden moeten wijken om de natuur meer ruimte te geven.

Deze zaterdag was een excursie georganiseerd voor belangengroepen en raadsleden, varend en wandelend door het gebied. Bij de Kingmaschool, waar een afsluitende discussie plaatsvond, had zich een groot aantal leden van de sportverenigingen opgesteld, voorzien van spandoeken en pamfletten. Een goede zaak, de verenigingen die opkwamen voor hun belangen, ook al bleek hun protest op onjuiste communicatie te zijn gebaseerd. Maar dat konden zij niet weten. Gelukkig was er de directie van de Stichting Het Utrechtse Landschap die alle onduidelijkheid uit de lucht nam. Er is geen sprake van dat de sportverengingen plaats moeten maken voor de natuur. Hooguit indien een vereniging zelf verhuisplannen realiseert, kan je afvragen of het vrijkomende terrein misschien een andere, op de natuur gerichte, functie kan krijgen. Maar die vraag is niet actueel.

Wat wel actueel is, is het behoud van het groene karakter. En vanuit die gedachte is één wens moeilijk te vervullen: het ijsbaanterrein voorzien van een vierhonderd meter lange en tientallen meters brede asfaltpiste voor de skeelersport. Natuurlijk moet er in Amersfoort ruimte zijn voor de skeelers, maar om daarvoor een deel van de kostbare groene long vlak bij de binnenstad op te offeren gaat toch wel enkele slagen te ver.

In het gesprek dat ik met verschillende ijsbaanleden voerde, bleken we het wel met elkaar eens te zijn. Het ijsbaanterrein moet blijven. Een stukje onbestemd groen dat in de zomertijd plaats biedt aan allerlei ongeorganiseerde buurtactiviteiten, wat is er mooier dan dat. Ik weet het, het bestuur van de ijsbaanvereniging denkt daar anders over. Maar op dat punt moet dus een belangenafweging plaatsvinden. En dan kies ik voor de groene ijsbaan als onderdeel van het te beschermen Heiligenbergerbeekdal.

Written by raphaelsmit

11/05/2003 at 10:54

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Vrijdag 9 mei 2003

Volgens planning, en na toezeggingen van B en W, hadden op dit moment de plannen voor het Eemcentrum – ook wel Themacentrum of Centre Dynamique genoemd – bekend moeten zijn. De definitieve, wel te verstaan, want er is in ruim tien jaren tijd al een reeks van plannen gepresenteerd. Al die plannen hadden één punt gemeen: ze waren ambitieus, maar niet te betalen. Alleen het plan dat vier jaar geleden door de OCA, de Amersfoortse ondernemers, werd gepresenteerd, had misschien een gezonde basis. Maar dat plan voldeed niet aan het hoge verwachtingspatroon van het gemeentebestuur: het was een veredeld winkelcentrum, en binnen het stadhuis zijn de ambities veel hoger gestoken.

Intussen ligt het gebied langs de spoorbaan, tussen Amsterdamseweg en de Eem, er nog steeds braak bij. Volgens vervlogen plannen had het er al lang moeten bruizen van bedrijvigheid en cultuur, maar voorlopig waait er alleen maar zand. En dat zal nog wel even duren. Alleen de naamgeving is aangepast: het stukje Amsterdamseweg rondom het Eemplein met zijn nieuwe tunnel heet nu ‘De Nieuwe Poort’, maar welke Amersfoorter weet dat!

Er had dus een plan moeten liggen. Wethouder De Wilde heeft enkele maanden geleden gezegd dat dit de laatste kans is. Als het nu niet lukt, dan kunnen we het definitief vergeten en moet het stadsbestuur alle hooggestelde ambities tot een vervlogen utopie verklaren, aldus de wethouder. Let wel: het plan dat er nu zou moeten liggen moet een financieel onderbouwd hecht plan zijn. Dus geen bevlogen ideeën van weer een langstrekkende groep plannenmakers, maar een gedegen ontwerp inclusief de garantie van een dekkende financiering en een realistische exploitatie. Deze week heeft De Wilde meegedeeld dat het nog wel tot juni kan duren voordat de raad het plan krijgt aangeboden.

Intussen heeft hij wel een aantal raadsleden, behorende bij de coalitiepartijen, uitgenodigd om in de beslotenheid van zijn werkkamer enige toelichting op de stand van zaken te ervaren. Dat is een slecht teken, want meestal betekent dit dat de collegepartijen worden voorbereid op iets dat bij de presentatie op de nodige publieke afkeuring, hoon of teleurstelling zal leiden. Het ziet er naar uit dat het college zich weer in de kleren van de keizer hult en dat de leden van de coalitiepartijen luidkeels zullen roepen: zie eens wat een fraaie gewaden aan ons voorbij trekken. Lucht dus.

Ik heb uit enkele geruchten, maar niet meer dan dat, kunnen opmaken dat er nog steeds geen doortimmerd voorstel op tafel ligt. Plannen genoeg, daaraan ontbreekt het niet. Maar er is toegezegd dat de plannen die nu worden gepresenteerd financieel goed doortimmerd zullen zijn. En dat blijkt nog niet mogelijk te zijn. Het gaat bij die financiële gedegenheid niet alleen om de garantie voor een dekkend investeringsplan. Ook de exploitatie speelt een rol. Mooie plannen maken is geen kunst, een bank vinden die er het geld voor beschikbaar stelt wordt al moeilijker, zeker in deze tijd. Maar de jaarlijkse lasten die na oplevering op de gemeentebegroting gaan drukken, spelen bij de beoordeling net zo goed een rol.

Jan de Wilde is een overlevingskunstenaar. Als hij zelf niet meer met de oplossing kan komen, zal ongetwijfeld blijken dat niet hij, maar een van zijn collega’s de verantwoordelijke man of vrouw is. Maar zijn aankondiging blijft staan: wordt het nu niets, dan wordt het nooit iets. Dan moet het gemeentebestuur het luchtkasteel verlaten en wordt datgene gebouwd wat ik al langere tijd voorspel: een wijk zoals het tegenoverliggende Puntenburgkwartier, opgeleukt met enkele gedempte toeters en met iets meer commerciële voorzieningen. Jammer, kun je zeggen, maar nog tien jaar ‘klein Sahara aan de Eem’ is ook geen aanlokkelijke gedachte.

Written by raphaelsmit

10/05/2003 at 06:16

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Donderdag 8 mei 2003

Deze dag wordt in de commissie SOC – sociale zaken, onderwijs en cultuur – gesproken over de SWA. Weer eens, want deze kwakkelende organisatie waar bestuur en directie in het recente verleden ernstig hebben gefaald, zal wel vaker aan de orde komen. Woensdagavond ontvingen de raadsleden een uitgebreid stuk over de financiën van de SWA. Een globaal blik op de jaarstukken van 2002 zegt meer dan genoeg en bevestigt alle zorgen. Ik zal, zonder te technisch te worden, enkele voorbeelden noemen.

Een goede indicatie is bijvoorbeeld de debiteurenstand in de balans. Debiteuren zijn in dit geval onder meer cursisten, huurders, ouders van opvangkinderen en dergelijke waarvan de SWA nog geld heeft te ontvangen. Wat opvalt is dat in één jaar tijd het aandeel dubieuze debiteuren is gegroeid van ruim € 51.000 naar ruim € 117.000, of – wat nog sprekender is – van 21% naar 39% van het totale aantal openstaande debiteuren. In het bedrijfsleven is een stand van 2 tot 5% normaal. Goed financieel beheer had dus zo’n € 100.000 meer aan inkomsten opgeleverd.

Bij die dubieuze debiteuren valt nog iets anders op. In de exploitatie is hierop € 40.000 afgeschreven. Maar dat is in de balans niet terug te vinden. Er is dus ergens gesjoemeld. En er staan meer ongerijmdheden in de balans die bij één keer doorlezen al opvallen. Het was écht een rommeltje binnen de SWA.

Bij de stukken zit ook een overzicht waarop expliciet staat dat de accountant deze cijfers niet heeft gecontroleerd, en dus ook geen commentaar heeft gegeven. Dat is jammer. In dat staatje zijn bijvoorbeeld 50 BSO-plaatsen (buitenschoolse opvang) begroot, maar niet gerealiseerd. Het bedrag van € 140.000 is als doeluitkering door het Rijk aan de gemeente uitgekeerd. Het is weliswaar niet ‘geoormerkt’, maar het Rijk telt wel de bedjes. Dus wordt dit geld weer teruggevorderd. Bij de gemeente, niet bij de SWA!

In datzelfde staatje zijn nog eens 72 BSO-plaatsen begroot, maar voor deze plaatsen is – door slordige verslaglegging – niet terug te vinden of deze ook zijn gerealiseerd. Het bedrag dat door het Rijk wordt teruggevorderd kan dus nog veel groter worden. Dat is extra zuur omdat de gemeente de beschikbaar gestelde BSO-gelden maar naar twee organisaties heeft doorgesluisd: de SWA en de SKA. Er waren meer organisaties die daarvoor in aanmerking zouden zijn gekomen en extra BSO-plaatsen hadden kunnen aanbieden. Die zijn door de gemeente gepasseerd. En tot slot: de stimuleringsregeling BSO is voor dit jaar nog verlengd, zodat aan het einde van 2003 extra terugvorderingrisico ontstaat. Hierbij heeft niet alleen de SWA, maar ook de gemeentelijke afdeling boter op het hoofd.

Van wethouder De Wilde begreep ik dat de SWA sinds kort nieuwe bestuursleden heeft, de drie interim-leden zijn teruggetreden. Dat zullen ze met een zucht van verlichting hebben gedaan. Ik hoop dat de nieuwe bestuursleden zich goed hebben georiënteerd en weten waar ze instappen. Als ze dat hebben gedaan, zullen ze wel een aantal voorwaarden hebben gesteld. Als dat niet het geval is, is dat een extra reden om ook voor de toekomst bezorgd te blijven over de SWA. De organisatie zal vaker op de agenda van de raad en de commissie prijken, en dat had niet gehoeven.

Written by raphaelsmit

09/05/2003 at 06:13

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Woensdag 7 mei 2003

De Amersfoortse Courant drukte vandaag een foto af van de sloop van de portierswoning aan de Soesterweg. Voor mij een aanleiding om op dit gebouwtje terug te komen.

Allereerst: enkele mensen vroegen mij waarom de drie stadspartijen pas deze week met een initiatiefvoorstel voor het portiersgebouwtje wilden komen. Hadden ze dat een maand eerder gedaan, dan had nog discussie kunnen plaatsvinden. Het antwoord hierop is simpel. Een groep bewoners uit het Soesterkwartier was de afgelopen maanden bezig met een actie voor het behoud van de portierswoning. Ik vind het niet zo chique om als politieke partij of partijen zelf een initiatief te presenteren terwijl bewoners hiermee al intensief bezig zijn. Dat ruikt dan naar een vorm ‘landjepik’. Maar als politieke partij kun je bewoners die actie ontwikkelen ondersteunen, en op onze steun kon in dit geval worden gerekend.

Dat de sloopplannen in een stroomversnelling terechtkwamen, was niet voorzien. Toen de bewonersgroep in het Soesterkwartier dat in de gaten kreeg, is direct aan de bel getrokken en hebben de drie stadspartijen een noodremprocedure proberen te starten. Maar het was al te laat. Voor mij is het wel een les voor de toekomst. De snelle sloopactie heeft duidelijk gemaakt dat er in Amersfoort ambtenaren en/of bouwers rondlopen die discussies het liefst voorkomen door het creëren van een fait accompli. Dus moeten we voortaan nog meer op onze hoede zijn.

Hoewel de drie stadspartijen per e-mail een actie (of beter gezegd, het uitblijven daarvan) van B en W vroegen, hebben we nog geen enkele reactie gekregen. Dus bijvoorbeeld geen telefoontje van de gemeentesecretaris of een wethouder met de mededeling dat het college nog maar weinig kon doen omdat de slopersbal zijn werk al deed, of een uitleg waarom het college in een eerder stadium al een besluit in een bepaalde richting had genomen. Laten we zeggen: dat zou een vorm van fatsoen kunnen zijn.

Een derde aspect: ik heb nog geen informatie van het college gekregen, maar ik sluit niet uit dat Eemkwartier BV, de pps-constructie die het werk in het gebied ten noorden van het station uitvoert, de opdrachtgever voor de sloopplannen was. Indien dat zo is, is wederom bewezen dat een pps-constructie bij een maatschappelijk gevoelig dossier eerder ten nadele dan in het voordeel van geëngageerde stadgenoten werkt. Door de pps-constructie kan het gemeentebestuur discussies uit te weg gaan en hoeft zij zich voor negatieve ontwikkelingen niet rechtstreeks te verantwoorden. Na de onverwachte bouw van een keermuur bij de Brouwerstunnel zou de sloop van het portiershuisje het tweede bewijs zijn dat het bij Eemkwartier BV ontbreekt aan feeling voor wat maatschappelijk leeft en voor deze pps-bv alleen de commerciële kant van de stedelijke ontwikkeling aandacht krijgt.

Maar hadden jullie een serieus initiatiefplan op tafel willen leggen, was de vraag die ik vandaag hoorde. Wis en waarachtig. Niet alleen de monumentale waarde van het gebouwtje, benadrukt door organisaties zoals het Cuypersgenootschap, had onze aandacht. Het gebouwtje, in de lege ruimte naast de hoog oprijzende nieuwbouw, vormde een speels contrast van een soort waarop bijvoorbeeld Aldo Rossi open ruimte van een accent voorziet. In zijn nieuwe omgeving had het als kiosk, informatiepunt of iets dergelijks een functie kunnen vervullen. Maar vooral: een wijk verliest zijn ziel wanneer niet spaarzaam wordt omgegaan met herkenningspunten uit het verleden. Het portiershuisje vervulde die rol.

Written by raphaelsmit

07/05/2003 at 21:37

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Dinsdag 6 mei 2003

De ochtend van deze dag zal niet zo snel uit mijn geheugen verdwijnen. Binnen één uur wordt ik twee keer geconfronteerd met een sterfgeval in mijn bekendenkring. En in dat zelfde uur belde ook Joke Sickmann met de mededeling dat de sloop van de portierswoning aan de Soesterweg is begonnen. Onvergelijkbare mededelingen, maar samen vormen zij een bizar uur aan het begin van de dag.

Joke Sickmann behoort tot de groep bewoners in het Soesterkwartier die zich inzetten om het karakteristieke in hun stadsdeel te behouden. Dat is meer dan nodig, want er is geen deel van Amersfoort waar in korte tijd zoveel verandert. Wie tien jaar lang niet in onze stad is geweest en na al die tijd weer van het centrum naar het Soesterkwartier rijdt, herkent de omgeving niet meer. De industriële bedrijvigheid, passend bij een stationsomgeving, en een groot aantal woningen uit het begin van de vorige eeuw zijn verdwenen. Kale vlakte en enkele nieuwe woongebouwen markeren de overgang tussen twee typische Amersfoortse gebieden. En over weer tien jaar ziet dit gebied er opnieuw heel anders uit.

In zo’n overgangstijd is de inzet van bewoners om herinneringen die bij de buurt passen te behouden, goud waard. Een van die herinneringen was de portierswoning aan de Soesterweg 2. Dat dit oude gebouwtje, ooit een markeringspunt tussen de woonbuurt en het terrein van wat ooit de grootste werkgever in de stad was (defensie uitgezonderd), stond de afgelopen tijd als een contrasterende uitroepteken tegenover het imposante kantorencomplex dat aan de noordzijde van het NS-station is gebouwd. Organisaties zoals het landelijke Cuypersgenootschap, dat zich inzet voor het behoud van industrieel erfgoed, bevestigden de waarde van het kleine, jonge monument aan de rand van het nieuwe kantorengebied.

Maar voor de stadsontwikkelaars stond het kleinood danig in de weg. Het verzet van buurtbewoners, die voldoende mogelijkheden zagen het pandje als aandenken uit het oude Soesterkwartier te behouden, moest worden gebroken. Een actie vanuit de buurt om via de bestuursrechter de sloop in elk geval uitgesteld te krijgen, mislukte.

De drie stadspartijen, Hart van Amersfoort, de Burger Partij Amersfoort en Leefbaar Amersfoort steunden de bewoners. Nadat er signalen kwamen dat op dinsdagochtend het college over de sloop het finale woord zou uitspreken, zonden de partijen maandag aan de burgemeester een e-mail met het verzoek om een besluit uit te stellen en daarmee ruimte te scheppen voor een initiatiefvoorstel van de partijen over de toekomst van het typerende gebouwtje. Maar nog voor het college kennis kon nemen van dit verzoek, zwaaide de slopersbal al. Juridisch stond niets meer in de weg, maar politiek gezien was een gesprek met de buurt over alternatieven meer dan verstandig geweest. Wanneer je als openbaar bestuur de gevoeligheid rondom een geplande actie kent, is extra zorgvuldigheid noodzakelijk.

Mijn hoop is dat mensen zoals Joke Sickmann – zij staat gelukkig niet alleen in haar actie – de moed niet verliezen. Ik weet bijna zeker dat binnen tien jaar plannen op tafel liggen om in de omgeving van het de nieuwe stationstoegang meer nieuwbouwinitiatieven te ontwikkelen. De oude, maar tevens nieuwe stationsomgeving zal de creativiteit van projectontwikkelaars stimuleren. De typische woonbuurt tussen de P.Pijperstraat en de Sint Bonifaciusstraat vormt een groot contrast met de torenhoge nieuwbouw. Er zijn mensen die dat pijn aan de ogen doet.

Written by raphaelsmit

07/05/2003 at 07:22

Geplaatst in Uncategorized