Woensdag 25 juni 2003
Veel politici denken vaak niet verder dan de dag van morgen. Dat verwijt zal mij ook wel eens zijn te maken, maar ik vind wel dat je je zoveel mogelijk tegen deze neiging moet verzetten. Dat zoiets niet altijd en voor iedereen meevalt, werd deze dag weer eens bewezen.
Alle raadsleden weten dat we in het najaar worden geconfronteerd met een fors pakket bezuinigingsvoorstellen. In april, tijdens de behandeling van de Kadernota, werd dat al duidelijk. Maar toen was er nog geen nieuw Kabinet, geen actueel regeringsprogramma en was de stroom van berichten over economische en financiële tegenvallers in het land niet zo breed als die nu is.
We gaan dus zwaar weer tegemoet. Elke schipper zal bij zo een dreiging de lading extra vastsjorren, van dek halen wat er niet thuis hoort en zijn koers aanpassen aan het dreigend noodweer. Als bestuurder moet je bij naderend zwaar weer op financieel gebied eveneens je voorbereidingen treffen. Je probeert te sparen en zo min mogelijk verplichtingen aan te gaan waarvan je niet kunt overzien wat deze precies inhouden. Tenminste, dat lijkt mij verstandig.
Deze avond spraken we over het geld dat is ‘overgebleven’ op de rekening 2002. Dit positief saldo bestaat voor een deel uit meevallers, voor een ander deel uit geld dat eigenlijk in 2002 had moeten worden uitgegeven maar waarvoor de werkzaamheden nog niet zijn afgerond. Alles bij elkaar gaat het om een bedrag van 12, 1 miljoen euro. Een mooi bedrag, zeker als je weet dat je over enkele maanden danig krap komt te zitten.
Het college stelde echter voor vrijwel al dit geld direct te bestemmen. Een deel van deze voorstellen is te verdedigen omdat het gaat om onder handen zijnde werk waarvoor nog rekeningen zijn te verwachten. Maar wat opviel, was het gebrek aan anticipatie op de komende bezuinigingsgolf. Een kritisch blik en de vraag ‘moet dat echt nog wel?’ was in de voorstellen niet waarneembaar. Zelfs niet de opvatting van: we hebben er eigenlijk een bestemming voor, maar laten we even afwachten wat zich in het najaar ontwikkeld.
Een aantal fracties ging nog verder, want het college had voor zo’n acht ton voorgesteld om dit bedrag aan de saldireserve toe te voegen – even achter de hand te houden dus. Ja, maar dat kan niet, dachten enkele fracties, sparen terwijl wij nog duizenden wensen hebben. Daarom werd voorgesteld om ook het laatste restje van het overschot uit 2002 te bestemmen: voor de groenblauwe structuur rond de stad. Het toeval wilde dat een nota over dit onderwerp van de agenda was afgehaald en is doorgeschoven naar een volgende vergadering. In die nota wordt vastgesteld waarvoor we de komende jaren geld in de groenblauwe structuur willen steken. Dus zelfs het geduld om eerst eens te bezien hoe je het geld nou precies wil uitgeven, was afwezig. Een klassiek staaltje van korttermijn scoringsdrift.
Uiteindelijk werd elke discussie over de besteding van de 12,1 miljoen euro naar de prullenbak verwezen. Een motie van het CDA om het hele bedrag in de saldireserve te storten, juist met het oog op de komende bezuinigingen, haalde een krappe raadsmeerderheid, mede dankzij de VVD en oppositiepartijen als Leefbaar Amersfoort. Het college mag alleen nog strikt noodzakelijke uitgaven uit het positieve saldo van 2002 dekken. Een rekbaar begrip, dat wel, maar een duidelijk signaal voor het college. Overigens lijkt over dit besluit, waarbij CDA en VVD lijnrecht tegenover hun coalitiepartners PvdA en Groen Links stonden, nog een vervolg te krijgen. De hoofden waren zeer verhit, zo tegen het einde van de avond!
Geef een reactie