Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

leave a comment »

Woensdag 16 juli 2003

Amersfoort telt een aantal zwervers en daklozen die overdag hun tijd langs de openbare weg doorbrengen. Hun aanblik roept niet altijd de meest positieve gedachten over onze samenleving op, maar hun aanwezigheid is een onontkoombaar iets binnen een grote stad in deze tijd. Je kunt medelijden met deze mensen hebben, maar moet je daarbij ook realiseren dat onze vaderlandse samenleving al eeuwenlang met maatschappelijke drop-outs wordt geconfronteerd. We gaan er tegenwoordig wat humaner mee om.

Dat deze groep de ergernis van velen opwekt, is een gegeven feit. De lieden maken het er vaak zelf naar en optreden tegen de uitwassen die deze groep veroorzaakt is noodzakelijk. Daar heeft de burger recht op, om het maar eens zo te zeggen! Het is voor het gemeentebestuur moeilijk om de maatschappelijke oorzaak van deze overlast aan te pakken, maar je moet wel maatregelen tegen de gevolgen treffen.

Het plaatsen van een hangplek voor daklozen en zwervers bij (niet in!) het Brouwerplantsoen was een initiatief waardoor de overlast elders, vooral in de Hellestraat, moet worden beperkt. De hangplek heeft intussen tot klachten van bewoners van het Sint Pieters- en Bloklands Gasthuis geleid. Om dergelijke klachten op te lossen hebben we binnen de gemeente een vaste vragensteller, zodat het probleem ook via die weg de profilerende aandacht heeft gekregen. Het is daarnaast natuurlijk ook interessant om het gedoe om de hangplek zelf te onderzoeken.

Zo togen fractiegenoot Joop de Keijzer en ik enkele dagen geleden op weg naar het Brouwersplantsoen om de hangplek te bezichtigen. Het was even zoeken, maar we vonden hem. Op een kale betonvlakte naast het schakelgebouw van de Remu staat een aardig mobiel bouwsel met daarnaast een chemisch toilet. Er was geen mens te zien maar het toilet bleek – na een grondige inspectie door Joop – wel gebruikt te zijn. Behoudens twee doosjes en een fles zag de omgeving er keurig uit. We konden ons niet direct een voorstelling maken van de overlast.

Nu ik weet waar de – vrijwel onzichtbare – hangplek zich bevindt, let ik er dagelijks op. Ik heb er intussen enkele keren enkele zwervers ontdekt. Maar de meeste van hen zitten liever op het bankje aan het begin van het fietspad naast het Sint Pieters- en Bloklands Gasthuis. Dat bewoners van dit bejaardencentrum zich, tijdens hun wandelingen in hun directe woonomgeving, aan de aanwezige zwervers op dat bankje ergeren, kan ik mij goed voorstellen. Dat de zwervers daar graag zitten, evenzeer: er komt nog eens iemand langs, je ziet wat treinverkeer en bij het warme weer is het een aardig schaduwrijke plekje.

Heel anders dus dan de gemeentelijke hangplek. Ik heb mij die proberen voor te stellen bij regen, wind en kou. Op de kale parkeerplek tussen het kolossale Remustation en enkele metershoge bouwhekken staat daar de mobiele hangplek, op een van de onaantrekkelijkste, moeilijk te vinden plekken in de binnenstad. Als ik geen alcohollist zou zijn, zou ik het op een dergelijke plek worden!

Dinsdag 15 juli 2003

Het Bosbad blijft in zijn huidige omvang behouden! Het collegebesluit dat vandaag is gepubliceerd, sluit een periode af met soms wat absurde trekjes. Positief is dat de het nieuwe provinciale bestuur blijkbaar meer accent legt op het behoud van het Bosbad, ook indien dat tot een ontheffing van regelgeving leidt. De grootste complimenten gaan natuurlijk uit naar de bewoners in het Soesterkwartier en wijdere omgeving, en in het bijzonder naar de VBBBB, die terecht actie hebben gevoerd tegen de aantasting van het bijzondere karakter van het Bosbad.

Een positief element is ook de gewijzigde opstelling van het college, SRO en de provincie ten opzichte van het alternatief van het bureau Haver Droeze. Vorig jaar nog werd dit alternatief van tafel geveegd en werden de plannen van SRO als enig haalbaar beschreven. Maar die plannen waren voor de raad onaanvaardbaar: het ene alternatief was te duur, het andere – dat binnen het beschikbare budget bleef – was zo’n aantasting van het karakter van het Bosbad dat dit op weinig sympathie kon rekenen.

Nu het besluit is gevallen, is het goed om nog even achterom te kijken en te bezien welke lering uit de discussie van het afgelopen jaar kan worden getrokken. Daarbij valt vooral de rol van SRO op. Deze nam bij de discussie een opvallende positie in. SRO beheert in opdracht van de gemeente het Bosbad. SRO is ook de adviseur van de gemeente voor nieuwe plannen rondom het Bosbad. Daarnaast was SRO ook indiener van eigen plannen en had een commercieel belang bij de uitvoering daarvan. En in de praktijk bleek SRO ook een belangrijk intermediair te zijn tussen de gemeente en de provincie.

Ik bezie SRO met gemengde gevoelens. Enerzijds bewonder ik deze organisatie omdat ze vanuit de kleine stichting ASLOS is uitgegroeid tot een behoorlijk bedrijf dat op creatieve wijze zijn vleugels heeft uitgeslagen en ook buiten onze stad met succes actief is. Maar anderzijds kom ik de naam SRO te vaak tegen in kwesties die vraagtekens oproepen. Op het onderzoek rondom het park Midland wil ik dan geen te groot accent leggen omdat die kwestie jaren gelden speelde. Wel opvallend daarin was het laakbare optreden van SRO, maar misschien hing dat samen met de verzelfstandiging waarin SRO tijdens de privatisering van de gemeentelijke camping zelf verkeerde.

Maar ook daarna valt SRO op als een organisatie die vanuit haar monopoliepositie op een soms onduidelijke wijze opereert. Een voorbeeld daarvan werd mij aangereikt door fractiegenoot Will Koet. Hij weet veel van honkbal af, een sport die hij heeft beoefend en waarin hij op nationaal niveau bestuursfuncties heeft vervuld. Hij heeft zich verdiept in de klachten die honkbalvereniging Quick heeft over de slechte staat waarin de velden van deze vereniging verkeren. Will heeft daarbij de nodige contacten opgebouwd met bestuursleden van Quick en, samen met hen, met medewerkers van SRO. Laat ik het voorzichtig uitdrukken: SRO maakte daarbij geen sterke indruk.

Binnen de gemeente neemt SRO een monopoliepositie in. Er stromen miljoenen euro’s uit de gemeentekas naar deze organisatie. Dat levert de SRO, commercieel gezien, een stevige basis op van waaruit nieuwe initiatieven kunnen worden ontwikkeld. Mij is niet bekend of de gemeente voor het onderhoud dat SRO verricht wel eens zijn licht elders heeft opgestoken. Omdat monopolieposities nooit mijn voorkeur hebben, lijkt mij dat wel nuttig.

In elk geval vind ik dat er betere afspraken moeten worden gemaakt over de positie van SRO bij het ontwikkelen van voorzieningen. Voorkomen moet worden dat SRO met te veel petten op deelneemt aan discussies, zoals bij het Bosbad het geval was. Al is het maar om SRO tegen zichzelf te beschermen!

Written by raphaelsmit

16/07/2003 bij 08:02

Geplaatst in Uncategorized

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: