Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

leave a comment »

Dinsdag 19 augustus 2003

De commissievergadering van maandagavond ging in hoofdzaak over het bestemmingsplan voor het baggerspeciedepot Zevenhuizen 2003. Achter deze titel verschuilt zich de baggerstort die naast de woningen in Vathorst moet worden ingericht. Moét, omdat dat een opdracht is van het provinciaal bestuur. B en W van Amersfoort hebben het bestemmingsplan moeten uitwerken volgens de opdracht die de provincie in zijn aanwijzing heeft geformuleerd. Het college valt over de inhoud van het bestemmingsplan dus weinig te verwijten, de dames en heren konden niet anders.

Wat de commissievergadering in feite bevestigde, is mijn opvatting dat de baggerstort er vrijwel zeker komt. Volgende week moet – volgens de planning – de raad het bestemmingsplan goedkeuren. Als ook de provincie het goedkeurt, en er is niets anders te verwachten, kan de firma Smink een aanvraag voor het realiseren van de stort indienen. Niets houdt een dergelijke aanvraag dan nog tegen, want hij is overeenkomstig het door de provincie door de strot geduwde bestemmingsplan. Het feit dat de provincie en gemeente naar alternatieven zoeken voor de verwerking van zeven miljoen verontreinigde bagger, doet aan dat alles niets af.

Zouden de gemeente en de provincie met verwijzing naar alternatieve mogelijkheden toch een vergunning weigeren, dan kan Smink terugvallen op de overeenkomst die de gemeente in 1999 – onder de intelligente leiding van ex-wethouder De Man – met deze firma heeft gesloten. Smink kan dan een schadevergoeding eisen van bijna 55 miljoen euro. Het enige wat er is verandert sinds 1999, is het feit dat de provincie waarschijnlijk een deel van deze schadevergoeding gaat meebetalen. Los van alle overige gevoelens moet ik nog steeds zeggen: chapeau voor Smink, want de leiding van dit bedrijf heeft bewezen slimmer te zijn dan het gehele Amersfoortse college van B en W, inclusief de hem adviserende ambtelijke top.

Wat moet de gemeenteraad dan volgende week nog doen, zullen velen zich kunnen afvragen. Ik vind dat de gemeenteraad een besluit zou moeten nemen om de 92 ha baggerruimte die de provincie heeft voorgeschreven, te verkleinen naar 33 ha. Voor de noodzaak hiervoor verwijs ik naar mijn dagboekaantekening van maandag 18 augustus. Het college kan dit voorstel niet doen, want die voert een provinciale aanwijzing uit. De raad heeft die mogelijkheid wel, en kan zich daarbij beroepen op vermeerderd inzicht sinds de discussie over de aanwijzing in de zomer van het vorige jaar.

De provincie zal een dergelijke wijziging door de gemeenteraad niet kunnen accepteren. Zelfs niet als ze dit redelijk zou vinden, want met de aanwijzing heeft de provincie zich ook in een onomkeerbare situatie gemanoeuvreerd. Dus zal de provincie het vastgestelde, maar kleinere bestemmingsplan moeten afwijzen en zelf een bestemmingsplan moeten opstellen. Dat is snel gedaan, want al het voorwerk is al door de gemeente verricht. Maar het scenario dat dan in werking treedt, houdt onder meer een nieuwe tervisielegging in. Dan kunnen, naast de bezwaarvoerenden tot nog toe, ook de gemeente en zonodig elk individueel raadslid een bezwaarschrift indienen.

De gemeente kan bij een dergelijk bezwaar tegen het provinciale bestemmingsplan in elk geval verwijzen naar zijn bereidheid om een plan voor 33 ha, in plaats van 92 ha, vast te stellen. Tegenover de rechter moet de provincie dan waarmaken waarom er toch 92 ha noodzakelijk is, terwijl de firma Smink al heeft aangegeven aan 33 ha genoeg te hebben. Dat levert een boeiende casus op, die voor de gemeente gunstig kan uitpakken.

Maandag 18 augustus 2003

Voor de tweede keer aandacht voor de baggerstort bij Vathorst. Dit onderwerp staat de komende week midden in de discussie. De besluitvorming kan vergaande gevolgen hebben voor Amersfoort, en voor Vathorst in het bijzonder. De provincie is vorig jaar op zijn strepen blijven staan en heeft de gemeente opgedragen om vóór 27 augustus van dit jaar een bestemmingsplan vast te stellen voor een baggerstortlocatie van 92 ha groot in Vathorst-West, tot op enkele honderden meters van de geplande woningbouw in Vathorst. Wie zou daar dan nog willen wonen?

Er is vastgesteld dat voor de drie miljoen bagger die de firma Smink in Vathorst wil verwerken, 33 ha oppervlakte nodig is. Deze ruimte is bestemd voor twee omkaderde putten waarin uiteindelijk twee miljoen verontreinigde bagger kan worden opgeslagen. Omkaderd betekent: rondom de putten wordt een tien meter hoge wal gelegd om de capaciteit van de opslag te vergroten. Naast het stankgevaar is in elk geval zeker dat de baggerstort duidelijk zichtbaar is – als een monument van handjeklap tussen provinciale ambtenaren en de bedrijfsleiding van de firma Smink, waarvan de directeur beleidsambtenaar bij de provinciale Milieudienst was. Een goede ‘inkoop’ van de familie Smink. Je kunt in elk geval zeggen dat het management van deze afvalverwerker onder de directie van de oud-provincieambtenaar nooit veel problemen met de provincie heeft gehad. De ambtenaren in het provinciehuis hebben met de aanwijzing hun oud-collega in elk geval goed bediend.

Juist daarom moet er zeer kritisch worden gekeken naar de aanwijzing voor 92 ha terrein voor baggeropslag. Smink heeft aangegeven voor de verwerking van 3 miljoen kuub bagger voldoende te hebben aan 33 ha opslagcapaciteit. De Raad van State heeft, bij de behandeling van een bezwaarschrift van de belangengroep GUS, aangegeven dat er thans sprake is van de uiteindelijke opslag van twee miljoen kuub verwerkte bagger. Is dat dan niet voldoende garantie, zullen velen zich afvragen.

Laat ik het volgende scenario schetsen. De provincie moet zeven miljoen kuub verontreinigde bagger zien kwijt te raken. Dat is een hard gegeven, zo ligt het vast in het provinciale beleid. Voor drie miljoen kuub is een locatieonderzoek (locatie-mer) uitgevoerd. Voor vier miljoen kuub bagger heeft de provincie nog geen oplossing, zoals door leden van GS is bevestigd. Dus moet er voor de overige vier miljoen nog een nieuwe locatie-mer plaatsvinden. Dat is nodig wanneer alternatieve verwerkingsmethoden niet realistisch genoeg zijn, bijvoorbeeld door de veel hogere kosten dan het storten in een baggerdepot.

Voor zo’n tweede locatie-mer wordt – net als voor de eerste – weer een tiental mogelijke stortplaatsen in de provincie naast elkaar gezet. Deze worden gewogen aan de hand van verschillende criteria. Criteria zijn onder meer: de planologische beschikbaarheid en de mogelijkheid tot verwerking – bijvoorbeeld de aanwezigheid van een verwerker in de nabijheid van de stortplaats. Er zijn nog meer factoren, maar daarin scoorde Zevenhuizen in de eerste locatie-mer in het algemeen al niet slecht, althans niet volgens de normen die vooraf zijn gesteld. Indien voor de tweede locatie-mer ook de locatie Zevenhuizen wordt opgenomen, zal deze hoog scoren. Immers: er is een gebied van 92 ha met een baggerbestemming, waarvan bijna zestig hectare nog beschikbaar is. Overigens, niet alleen in het bestemmingsplan, maar ook in het streekplan.

De gang van zaken rondom de baggerstortlocatie tot nog toe kan niet het gevoel wegnemen dat de provincie met een eigen agenda werkt. Voor mij betekent het grote belang dat de provincie aan de locatie van 92 ha hecht – ook tegenover de Raad van State – dat er een reëel gevaar is dat ook de nog resterende vier miljoen kuub verontreinigde bagger die de provincie kwijt moet, naast Vathorst terecht komt.

Zondag 17 augustus 2003

Wanneer de gemeenteraad over tien dagen het bestemmingsplan voor de baggerstort bij Vathorst bespreekt, liggen er ook twee conceptovereenkomsten op tafel. Een betreft een overeenkomst tussen de gemeente, de provincie en de firma Smink, de tweede betreft een overeenkomst tussen de gemeente en de provincie – maar wel óver Smink! De gemeente is niet altijd even sterk bij het sluiten van overeenkomsten, maar de twee concepten die nu op tafel liggen slaan alles op het gebied van broddelwerk. Indien de gemeente over de uitvoering van het bestemmingsplan voor de baggerstort ooit in conflict raakt met de provincie of Smink, trekt Amersfoort aan het kortste end. Je moet je afvragen of de gemeentelijke vertegenwoordigers bij het overleg over de overeenkomsten zich hebben gerealiseerd dat zij een belang hadden te vertegenwoordigen, het gemeentelijke, wel te verstaan!

Twee voorbeelden mogen dit illustreren. De provincie is bereid om af te zien van de baggerstort bij Vathorst indien er een concreet én realistisch alternatief is voor de zeven miljoen verontreinigde bagger die de provincie kwijt moet. Op dit moment zoeken de gemeente en provincie naarstig naar alternatieve verwerkingsmogelijkheden voor de verontreinigde bagger. Die oplossing moet er zijn wanneer de eerste – en niet alle – publiekrechtelijke toestemming aan snee is. Dat kan al relatief spoedig zijn.

Het addertje schuilt in de term ‘concreet én realistisch’. Misschien doet het wonder zich voor en is er binnen een tot anderhalf jaar een concreet alternatief voor de verwerking van zeven miljoen verontreinigde bagger. Maar dan komt de vraag aan de orde of het alternatief ook realistisch is. Dat kan bijvoorbeeld betrekking hebben op de kosten. Als de alternatieve verwerking veel duurder is dan het storten bij Vathorst, is ze niet realistisch. Te meer omdat het de vraag is of de waterschappen bereid zijn voor hun bagger extra te betalen, wanneer er bij Vathorst een relatief goedkope mogelijkheid aanwezig is.

Dat realistische karakter wordt ook nog door een ander onderdeel in de overeenkomst tussen de provincie en de gemeente bepaald. In deze overeenkomst stellen de twee overheden dat zij gezamenlijk en ieder afzonderlijk een verantwoordelijkheid hebben jegens de belangen van Smink. Dat kan dus betekenen dat bij het vinden van een alternatief voor de stort de vergoeding van bijna 55 miljoen euro waartoe de gemeente zich tegenover Smink heeft verplicht, moet worden voldaan. Immers, indien Smink de bagger wil verwerken, heeft deze firma geen enkel belang bij het zoeken naar en vinden van een alternatief. Het is niet toevallig dat er twéé overeenkomsten zijn en Smink de overeenkomst met deze twee punten niét meeondertekent.

De mogelijke schadevergoeding, waartoe naast de gemeente nu ook de provincie zich heeft verplicht (over een verdeling van kosten wordt overigens niet gerept, een van de vele manco’s in de concepten), zet het begrip ‘realistisch’ voor een mogelijke alternatieve verwerking danig onder druk. En komt de gemeente hierover in conflict, dan heeft zij weinig wapens in handen: er ligt een bestemmingsplan en een streekplan en er is in de aan alle kanten rammelende overeenkomsten ook geen arbitrageregeling opgenomen.

Overigens: wanneer de firma Smink de benodigde grond grotendeels in handen heeft en het bestemmingsplan is goedgekeurd, zou naast geld ook de wens naar een alternatieve commerciële bestemming voor de baggerstort aan de orde kunnen komen. Hoe dan ook, er is maar een lachende partij: dat is Smink. Maar wie het jarenlange gestuntel van de gemeente in zijn relatie met Smink heeft gevolgd, kan zich hierover niet meer verbazen!

Zaterdag 16 augustus 2003

Hoe serieus neemt de gemeenteraad zichzelf. Dat moet de komende weken blijken. De gang van zaken rondom de afwikkeling van Vathorst-Noord en –West zullen duidelijk maken wie het binnen het stadhuis voor het zeggen hebben: de gemeenteraad of de ambtelijke top met zijn uitvoerend orgaan: het college van B en W.

Allereerst maar eens een citaat uit het raadsprogramma 2002-2006. Paragraaf 6 over de ruimtelijke ontwikkeling en het wonen begint met de volgende zinnen: ‘De gemeenteraad herhaalt nog eens het besluit van juni 2001 rond het Stadsperspectief dat na Vathorst geen grootschalige uitbreidingen ten behoeve van wonen en werken op Amersfoorts grondgebied zullen plaatsvinden, dat de groei wordt afgeleid naar Flevoland en dat de nog nader te bepalen aard en omvang van de groei van de stad door middel van binnenstedelijke vernieuwing vorm en inhoud moet krijgen (‘groei in de stad’). Dit is ook een van de vier pijlers van het Stadsperspectief.’ Einde citaat. Vathorst is uiteraard het huidige in ontwikkeling zijnde bestemmingsplan, op basis van rijksbeleid mag elke locatie met meer dan duizend woningen als een grote bouwlocatie worden gezien.

Zijn er intussen nieuwe feiten? Heeft de raad een notitie van het college gekregen waarin een onverwachte ontwikkeling in de volkshuisvestelijke doelstellingen is beschreven? Is er ineens een nieuw raadsprogramma ontwikkeld? Natuurlijk, niets van dat alles. Maar ondanks dat laat het college onderzoeken hoe er in Vathorst-West, het gebied buiten het huidige bestemmingsplan, nog eens zo’n 1.500 tot 2.000 woningen kunnen worden gebouwd. Zonder enige kaderstellende uitspraak van de raad, zonder enige inhoudelijke onderbouwing, gewoon vanuit de natuurlijke drang van bouwen en nog eens bouwen die binnen een ambtelijk apparaat – dat in zijn eigen werkgelegenheid wenst te voorzien – blijkt te bestaan. De enige kaderstelling vanuit de raad is nog steeds de passage in het raadsprogramma.

De studie voor de woningbouw in Vathorst-West is gekoppeld aan de studie naar de bestemming in Vathorst-Noord. De gemeenteraad heeft in het verleden vastgesteld dat in Vathorst-Noord geen woningbouw mag plaatsvinden. Dit gebied moet zijn groene karakter behouden en kan een recreatieve functie vervullen voor de 30.000 mensen die uiteindelijk in Vathorst komen te wonen. De koppeling die het college heeft aangebracht, is er niet zomaar: volgens B en W kost het groen houden van Vathorst-Noord zo’n 65 miljoen euro! Dat heeft de gemeente niet, dus moet er in Vathorst-West worden gebouwd, want dat levert het geld op voor Vathorst-Noord.

Hoezo 65 miljoen euro, kan de vraag zijn. Heeft de raad dan al plannen voor Vathorst-Noord goedgekeurd? Nee dus. Er ligt een conceptplan voor de zogenaamde groenblauwe structuur in en om de stad. Dat plan moet nog door de raad worden besproken en vastgesteld. Tijdens die discussie zou de vraag aan de orde kunnen komen waarom het groen houden van Vathorst-Noord 65 miljoen euro moet kosten. Ter informatie, het door de provincie gelanceerde plan voor het Schammergebied tussen Leusden en Amersfoort – niet veel kleiner dan Vathorst-Noord – waarin intensieve ingrepen zijn gepland, kost nauwelijks 25 miljoen euro.

Maar nog voordat de raad de groen-blauwestructuur heeft besproken, neemt het college alvast een voorschot. Omdat het hem zo uitkomt, uiteraard. Of het de gemeenteraad ook uitkomt, zal B en W en zijn ambtelijke adviseurs een rotzorg zijn!

Written by raphaelsmit

19/08/2003 bij 13:53

Geplaatst in Uncategorized

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: