Dinsdag 26 augustus 2003
Het belangrijkste punt dat de gemeenteraad deze dag behandelde, was de baggerstort naast Vathorst. De vraag was of de raad een bestemmingsplan moet goedkeuren waarin 92 hectare tussen Vathorst en Smink wordt gereserveerd voor de opslag van bagger. De provincie had de gemeente per decreet dit bestemmingsplan voorgelegd. De vraag was: zouden de partijen die de kiezers beloofden dat de baggerstort er niet moet komen, consequenties uit de verkiezingsbeloften trekken, of zouden de collegepartijen doen als vanouds: veel beloven, maar even gemakkelijk de kiezers in de kou laten staan. Dat was dus weer het geval.
Vorige week dinsdag kwamen – op uitnodiging van de SGLA – woordvoerders van vrijwel alle fracties bijeen om te kijken of een gezamenlijke lijn kon worden uitgezet. We wilden immers allemaal hetzelfde: geen bagger. Het gevoel was: we moeten aan de contracten die de raad die in 1999 goedgekeurde voldoen, maar tevens voorkomen dat er meer bagger komt dan waartoe we verplicht zijn. Omdat bekend is waar Smink de stort van 33 hectare wil hebben, is een zoeklocatie van 92 hectare niet noodzakelijk. Als de provincie hieraan vasthoudt, bestaat de mogelijkheid dat later meer wordt gestort dan waartoe wij zijn verplicht.
Afgesproken werd dat een amendement voor de maximale 33 hectare baggerstort zou worden opgesteld. We kenden de consequenties: de provincie zou alsnog een plan maken voor 92 hectare, maar zou in de daaropvolgende beroepsprocedure moeten waarmaken waarom 92 hectare noodzakelijk is nu de definitieve stortplaats bekend is. Fethi Killi en ik zouden een conceptamendement opstellen. En toen begon een macaber spel waarbij weer eens werd bewezen dat de coalitiepartijen, als het er op aan komt, niet duaal zijn maar trouw hun wethouders volgen.
Hoe een en ander te werk ging, is voor een buitenstaander niet waterdicht te reconstrueren. Vast staat dat de fractievoorzitter van de VVD na overleg met zijn wethouders een kruistocht begon. Op zijn initiatief kwamen de fractievoorzitters van de coalitiepartijen, wethouders en ambtenaren woensdag bijeen en begon het masseren. Donderdag, na de fractievergaderingen, bleek dat de PvdA bij haar plan bleef om een amendement voor 33 hectare in te dienen. Het CDA was twijfelend en verdeeld, iets dat tot 24 uur voor de raadzitting voortduurde.
PvdA-wethouder Jan de Wilde, op dat moment buitenlands verblijvend, werd benaderd. Hij kwam spoorslags terug voor een extra collegevergadering, waar VVD, CDA en CU hem de wacht aanzegden. Zou de PvdA niet bijdraaien, dan zou het college aftreden en er op initiatief van VVD, CDA en CU een nieuw college worden gevormd zonder PvdA. Arme Jan! De toch al niet zo standvastige PvdA-fractieleden moesten toen kiezen tussen hun collega Fethi Killi, die een relatie zag tussen zijn geloofwaardigheid als raadslid en de verkiezingsbeloften, en Jan de Wilde met het pluche waaraan deze carrièrepoliticus zit vastgekleefd. De PvdA koos voor het pluche en niet voor de kiezer. Alleen Fethi Killi toonde karakter en hield tot het eind, in de raad, de belangen van de Amersfoortse bevolking in het oog.
Kwamen de oppositiepartijen daarna met het amendement voor 33 hectare? Zij waren bereid een dergelijk amendement te steunen om daarmee een schadeclaim van de firma Smink te voorkomen. Kiezen voor de minst slechte oplossing dus. Toen echter bleek dat de coalitiepartijen kozen voor de provincie en Smink, hadden de oppositiepartijen geen enkele behoefte een amendement in te dienen. Bij gebrek aan voldoende steun, dien je een motie of amendement slechts in als je daarmee voor de kiezers duidelijk schept over je standpunt. Maar de oppositiepartijen wensen de baggerstort niet, dus waarom dan een op het oog juridisch noodzakelijk amendement indienen waar je niet achter staat en waarvoor onvoldoende steun is. De verantwoordelijkheid voor het breken van verkiezingsbeloften laten wij waar ze hoort: bij de vijf coalitiepartijen!
Geef een reactie