Woensdag 28 januari 2004
Amersfoort heeft een nieuw college. Nieuw is een overdreven term: vier van de zes wethouders hadden ook zitting in het vorige college en programmatisch is er niets veranderd, zij het dat er een collegeprogramma is toegevoegd. Maar dit nieuwe collegeprogramma is geen toonbeeld van vitaliteit en vernieuwing, integendeel. De eerste presentatie van Mirjam van der Weg was overtuigend, vergeleken met haar voorgangster lijkt zij een aanwinst te zijn. Daar tegenover staat dat haar nieuwe college Paul Strengers nog minder overtuigt dan zijn voorganger – dat blijkt dus mogelijk te zijn.
Aan de verkiezing van de nieuwe wethouders ging een pittige discussie vooraf, wat van mij veel vaker mag gebeuren. Dat zit er ook wel in: door de lijmactie van het college is duidelijk geworden dat binnen de huidige coalitie opportunisme en baantjesjagerei de boventoon voeren. In 2002 kon nog worden gezegd dat de conserverende partijen moesten wennen aan de nieuwe verhoudingen. Dat er, na twee jaar wennen, nog steeds wordt vasthouden aan verouderd beleid en de meerderheid van de raad niet in staat is om te anticiperen op omstandigheden die veranderen – niet alleen politiek maar ook maatschappelijk en economisch -, is meer dan verontrustend. De motivatie binnen de oppositie kan hierdoor slechts toenemen, de smeekbede van de coalitie naar coöperatie klinkt hulpeloos en zal in elk geval niet worden vervuld.
Een deel van de discussie draaide om de positie van Leefbaar Amersfoort tijdens de collegevorming. Directe aanleiding vormen de opmerkingen van Groen Links, waarvan de fractievoorzitter ‘extreem teleurgesteld’ is dat Leefbaar Amersfoort niet bereid was om bij het oude college aan te schuiven. Ik kan mij de opstelling van Groen Links wel voorstellen. Deze partij droeg ooit het etiket ‘progressief, een titel die zij in Amersfoort al lang niet meer verdient. Tien jaar lang heeft Groen Links vanuit haar mandje hijgend naar het voer in de collegebak zitten kijken. Eindelijk mocht deze partij in 2002 aan de bak, onder voorwaarde dat zij haar lijsttrekker ‘- voor wiens ambities de interne regels waren aangepast – zou laten vallen. Aan die voorwaarde werd moeiteloos voldaan, want voor deelname aan het college ging geen stap te ver.
Dan doet het pijn wanneer een andere partij zegt: we willen wel meedoen, maar we hebben onze principes. Dat is voor de Groenlinksers een onbekend geluid, zoals ook uit het collegeprogramma blijkt. Dat heeft een sterk VVD-gehalte, zelfs de sociale onderdelen verraden het handwerk van de Tweede-Kamerspecialist Ruud Luchtenveld. Dat je dan als blamagerijke fractie oude gebedsmolens blijft draaien, ook al blaast de wind intussen uit een andere hoek, kan ook bijna niet anders. Het is moeilijk om de realiteit te erkennen, net zoals het moeilijk is voor David en de zijnen om te merken dat zij de begrippen ‘groen’ en ‘links’ bij de garderobe van de collegekamer hebben afgegeven. Elke poging om de aandacht dan te verleggen naar anderen, waarbij drogredenen en kleine leugentjes voor lief worden genomen, wordt dan als redmiddel aangegrepen. Het zal niet baten!
Geef een reactie