Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for januari 2004

leave a comment »

Maandag 19 januari 2004

De raadscommissie ECO heeft deze avond een belangrijke stap gezet voor de bouw van het Eemcentrum. Het concept voor het Programma van Eisen werd goed genoeg gevonden om daarmee de inspraak in te gaan. De commissie zelf had nog wel zo’n vijftig vragen, mondeling en schriftelijk, bij het plan. Maar in principe was iedereen blij dat eindelijk, na zo’n tien jaar, een plan op tafel ligt dat realistisch is. Als verder alles meezit, openen zich nog in dit decennium de deuren van de winkels, de megabioscoop, theaterruimte, het popcentrum, de School in de Kunst en de bibliotheek en talloze andere voorzieningen op de plek die nu nog uit een grote zandvlakte, tussen Eem en Amsterdamseweg, bestaat.

Leefbaar Amersfoort heeft nog steeds zijn bedenkingen bij de verhuizing van de bibliotheek van de Zonnehof naar het Eemcentrum. Niet alleen omdat dit onnodig veel extra geld kost, maar ook omdat daardoor de kans verloren gaat om van de Zonnehof een cultureel plein te maken, gemakkelijk bereikbaar vanuit het bestaande centrum van de stad. Een ruime meerderheid van de raad heeft echter in de afgelopen junimaand besloten dat de verhuizing moet plaatsvinden. Laten we dan maar pragmatisch zijn en onze krachten vooral inzetten om bij te dragen in de spoedige oplevering van het Eemcentrum.

De spoedige oplevering zal sowieso nog een toer worden. Een Programma van Eisen opstellen is een relatief gemakkelijk iets. Het is papier en kost, het geheel beziende, niet zoveel. De problemen ontstaan pas wanneer, met het Programma van Eisen in de hand, ondernemers moeten worden aangesproken om zich in het Eemcentrum te vestigen. Het gemeentelijke aandeel, in de vorm van een aantal culturele voorzieningen, is in de loop van de jaren flink toegenomen. Het merendeel van de invulling van het Eemcentrum moet echter plaatsvinden vanuit private hand. En daarin hebben we de tijd niet mee.

De onzekerheid over de belangstelling voor de invulling van het Eemcentrum was een van de kanttekeningen die Leefbaar Amersfoort deze avond maakte. De vraag die ook werd gesteld was: wat is eigenlijk de waarde van het Programma van Eisen dat de komende maand onderwerp is van publieke discussie. Aan de hand van enkele voorbeelden – Helleplein, Gildekwartier, Stationsstraat – heb ik aangegeven dat de gemeenteraad al vaker zijn zegen heeft gegeven aan ambitieuze plannen. Bij de uitvoering blijken die er dan toch weer anders uit te zien, en lang niet altijd beter. De toezegging van het college dat er nog verschillende zogenaamde ‘ijkpunten’ zijn, is niet voldoende. De raad zal zelf alert moeten blijven.

Bij de definitieve vaststelling van het plan voor het Eemcentrum, na de inspraak, zal een groot aantal details nog moeten worden aangescherpt. Daarbij gaat het om zaken zoals het parkeren, de bereikbaarheid, de functies aan het plein, de uitstraling, ook aan de spoorkant, het gevaar dat voorzieningen elders in de stad door het nieuwe centrum worden gekannibaliseerd, en noem maar op. Het Eemcentrum blijft nog wel even op de agenda staan!

Written by raphaelsmit

20/01/2004 at 09:47

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Zondag 18 januari 2004

De jongens van de BPA hebben een rekening ingediend voor hun gesprek met Hans Dijkstal. Een ludieke actie, kun je zeggen. Ze verwoorden daarmee de verbazing bij velen over de kosten bij het aantrekken van een informateur voor de collegevorming. Een bedrag van 26.800 euro is natuurlijk niet niks: er wordt in gemeenteraad vaak genoeg een discussie gevoerd over kleinere bedragen. Dan gaat het over subsidies of andere bijdragen voor activiteiten die inwoners van de stad ontwikkelen en waarvoor geen geld beschikbaar blijkt te zijn.

Feitelijk heb ik geen kritiek op het werk van Hans Dijkstal. Hij heeft meningen geïnventariseerd en daarna geconstateerd dat vijf partijen uit de oude coalitie bereid zijn om samen verder te gaan. De kosten voor dit rondje informeren komen echter in een heel ander daglicht te staan wanneer je je realiseert dat al vóór het aantreden van Hans Dijkstal de bereidheid tot samenwerken aanwezig was. De informateur heeft bevestigd wat in feite al bekend was. Tegen dat licht is een uitgave van 26.800 euro, exclusief BTW, wel een min of meer zinloze uitgave.

Het is helemaal weggegooid geld nu je kunt constateren dat de voorgestelde lijmpoging moeizamer verloopt dan je na de presentatie van het rapport van Dijkstal kon verwachten. Het is nog maar de vraag of er deze maand een nieuw college tot stand komt. Als dat niet lukt, kun je van een schaamteloze vertoning spreken. En dan komt ook de vraag naar voren: waarom heeft de informateur geen aandacht besteed aan de problemen die nu tussen de vijf coalitiepartijen lijken te spelen. Het rapport van Dijkstal was het geld meer waard geweest wanneer de problemen tussen coalitiepartijen met helderheid waren geschetst en er meer aandacht was besteed aan alternatieven. Natuurlijk: dan had Dijkstal ook aandacht moeten besteden aan wensen en randvoorwaarden zoals die bij verschillende partijen leefden. Had hij dat gedaan, dan was het rapport het nu uit te geven geld waard geweest.

En eigenlijk voel ik mij een beetje genomen. Het was op voorstel van de fractievoorzitter van de VVD om een informateur te benoemen. Bij de bespreking in de voorzittersvergadering over dit punt is helemaal niet over geld gesproken. Iedereen realiseerde zich dat een informateur uiteraard onkosten zou maken: reisgeld, verblijfkosten, en dergelijke. Wanneer aan de orde was geweest dat het aantrekken van een informateur misschien wel meer dan 30.000 euro, inclusief BTW, zou kunnen kosten, was de instemming ongetwijfeld moeizamer gelopen.

Kort door de bocht kun je zeggen: omdat de feitelijke formateur niet geschikt is voor de taak die hij claimt, worden er onnodige kosten gemaakt. En wordt er ook onnodig veel tijd verdaan, en dat is misschien nog het ergste aan de hele zaak.

Zaterdag 17 januari 2004

In de Amersfoortse Courant staat een uitgebreid artikel over de discodiscussie in Amersfoort. ‘Amersfoort mist geen discotheek, maar een danceclub’, schrijft Dirk-Jan Stip van het ID&T Magazine op de opiniepagina van de AC. Disco’s zijn out, danceclubs zijn in.

In elk geval geeft Dirk-Jan Stip met zijn constatering aan hoe lang de discussie over een goede dansgelegenheid voor de Amersfoortse jeugd al duurt. Begrippen zijn al verouderd, maar er is nog steeds niets gebeurd. Ik neem de terminologie van Dirk-Jan Stip graag over, want eigenlijk bedoelen we hetzelfde.

Vier partijen – Leefbaar Amersfoort, Burger Partij Amersfoort, Hart voor Amersfoort en amersfoort.cc – hebben voorgesteld om de geplande danceclub in het Eemcentrum met voorrang te realiseren. Uiteraard zijn er al wat tegenwerpingen gemaakt. De aannemer die later de rest van het Eemcentrum moet bouwen, werkt liever op een maagdelijk terrein. En het zal toch nog wel twee jaar duren voordat zo’n danceclub gerealiseerd kan worden, wordt er geschreven. Daar tekenen wij voor, want de disco aan de Westsingel is ook na twee jaar nog niet gereed – neem alleen al de bezwarenprocedure van de omwonenden in aanmerking. Tijdens de discussie in de raad zullen we wel op de tegenwerpingen ingaan. Meestal zijn ze terug te voeren op de simpele vraag: je wil het, of je wil het niet. En als je vindt dat het moet, dan kan het ook!

Eigenlijk bevestigt Dirk-Jan Stip ons idee dat wij al eerder hebben geuit: bouw een danceclub in Amersfoort-Noord. Daar is ruimte, daar hoeft geen overlast te ontstaan, daar past een initiatief voor een danceclub het best binnen de regels en randvoorwaarden. Op de kwestie van de exploitatie kom ik in de raad terug.

Er zitten veel meer aspecten aan de noodzakelijke bouw van een danceclub. Maar mijn fractiegenoot Joop de Keijzer zal daar binnenkort zijn visie op geven op de website van Leefbaar Amersfoort.nu, ik wil hem het gras niet voor de voeren wegmaaien.

Written by raphaelsmit

19/01/2004 at 10:49

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Vrijdag 16 januari 2004

VVD-fractievoorzitter Paul Strengers bevindt zich in een weinig benijdenswaardige positie. Hij moet de komende dagen een keuze maken tussen de coalitie en Bert van der Werff. Als formateur voor het te renoveren college heeft hij zich deze week vooral kunnen richten op het nieuwe collegeprogramma. Dit weekend praten de vijf coalitiefracties over het concept voor dit programma, maandag worden de resultaten van het fractieoverleg naast elkaar gelegd. Veel problemen zijn er niet te verwachten: de vijf partijen werken al bijna twee jaar samen, zoveel programmatische verschilpunten kunnen er dus niet zijn. Vanaf dinsdag beginnen de gesprekken over de personele invulling van het nieuwe college.

Vanaf dat moment wordt het moeilijk het grootste probleem bij de collegevorming nog langer vooruit te schuiven. Het gaat om de positie van Bert van der Werff. Het CDA heeft een duidelijk signaal gegeven. Deze partij wenst niet deel te nemen aan een college waarvan ook Bert van der Werff deel uitmaakt. Het CDA staat daarin niet alleen. Wie de gespreksverslagen van informateur Hans Dijkstal goed leest, ziet dat ook de PvdA personele wisselingen binnen het college noodzakelijk vindt. Dat daarbij op Bert van der Werff wordt gedoeld, is intussen van meerdere kanten bevestigd.

De VVD daarentegen houdt vast aan de kandidatuur van Bert van der Werff. Deze partij wil de twee stoelen in het college behouden, ook al vormt deze dubbele post, vergeleken met de bijna even grote fracties van de PvdA en VVD, een oververtegenwoordiging. Binnen de VVD-fractie bezit Henk Brink zwakkere kaarten dan zijn collega-wethouder. Zou de VVD uiteindelijk toch bereid zijn door de bocht te gaan, dan zal deze partij ook offers vragen bij andere partijen, op z’n minst bij de PvdA. Het CDA komt sowieso al met een nieuwe kandidaat.

Aan het dilemma waarvoor Paul Strengers staat, zit ook een persoonlijke kant. Zijn bijdrage in de serie ‘Ken uw raadslid’ in De Stad Amersfoort stipt dat probleem aan. Paul Strengers en Bert van der Werff, beide Hooglanders, kennen elkaar via de bar van De Noot en sociëteit Amicitia. Bert van der Werff heeft Paul Strengers de fractie binnengehaald en ook een krachtige rol gespeeld bij de keuze van Paul Strengers tot fractievoorzitter. De lijsttrekker-wethouder van de VVD wilde daarmee voor een goede rugdekking binnen de fractie zorgen. Deze relatie, gekoppeld met het feit dat beëindiging van het wethoudersschap voor Bert van der Werff ook grote persoonlijke gevolgen heeft, maakt het voor de formateur moeilijk om de personele wens van andere fracties te volgen.

Wanneer Paul Strengers geen oplossing voor zijn dilemma vindt, is dat tevens het einde van zijn formateurschap. Dan krijgt de brief die Fethi Killi vandaag – naar ik uit de wandelgangen vernam – op het stadhuis heeft afgegeven, en waarin hij officieel bedankt voor het raadslidmaatschap, extra betekenis. Door het definitieve vertrek van Fethi Killi is de PvdA de op één na grootste fractie. Dat betekent dat na het falen van Paul Strengers, de PvdA aan de beurt is om een poging te doen om een werkbaar college tot stand te brengen. Dat zal dan wel zonder de VVD zijn.

Als dit scenario zich gaat ontrollen, is het te hopen dat de dreigende problemen zich snel manifesteren. Anders wordt het moeilijk om nog op 28 januari een college te benoemen. Verder uitstel zal de geloofwaardigheid van de politiek nog meer aantasten. De VVD heeft er echter belang bij het dreigende probleem zo lang mogelijk op de achtergrond te houden. Hoe meer de fatale datum van 28 januari nadert, hoe meer de druk kan worden opgevoerd bij de beoogde coalitiepartners om Bert van der Werff als wethouderskandidaat te accepteren.

Donderdag 15 januari 2004

Deze week zijn de wijkprogrammaboeken 2004-205 gepresenteerd. In dertien delen, overeenkomstig de indeling van de wijkbeheerteams, worden alle Amersfoortse wijken tegen het licht gehouden. Doorlezen van de programma’s levert een goed inzicht op van meningen van bewoners, de problemen in de wijken, de belangrijkste ontwikkelingen en de speerpunten bij het beleid voor de wijken.

Toen ik alle programma’s doornam, viel een probleem bijzonder op: de overlast door jongeren. In acht wijken stond deze overlast in de top vijf van problemen, in drie wijken werd het gebrek aan voorzieningen voor de oudere jeugd als belangrijk probleem genoemd. Alleen in de lijstjes van het centrum en Hooglanderveen kwamen de jeugd niet voor in de top vijf van problemen. Het centrum heeft geheel andere problemen, Hooglanderveen is een dorp met een opvallend bloeiend verenigingsleven waarbij de jeugd een belangrijke plaats inneemt. Daar kunnen we wat van leren.

Amersfoort weet zich slecht raad met zijn jongeren. Natuurlijk moeten we niet uit het oog verliezen dat het grootste deel van de jongeren beslist niet tot een probleemgroep behoort. Het is een minderheid van de jeugd die aanleiding geeft tot overlast voor de omgeving. Uiteraard ligt een belangrijke oorzaak bij de opvoeding en thuissituatie. Maar ook de overheid heeft op dit punt een taak, zeker als het gaat om het creëren van voorzieningen voor de jeugd.

Opvallend is dat vooral in wijken waar in de jaren tachtig veel is gebouwd, de grootste problemen heersen. In Nieuwland en Vathorst staat de overlast van jongeren ook in de toplijst van wijkproblemen, maar op een iets minder prominente plaats. In die wijken is de jeugd gemiddeld nog jong, wat andere problemen oplevert, bijvoorbeeld bij schoolvoorzieningen. Wanneer daar echter te weinig gebeurt, staat over tien jaar ook in die wijken de overlast van jongeren in de top van de problemenlijst.

De stad moet meer aandacht besteden aan haar jeugd. Op sommige plekken nemen bewoners zelf initiatieven, zoals afgelopen jaar in Nieuwland. Eigenlijk is dat een zeer positieve ontwikkeling. Maar aan zo’n initiatief hangt toch het luchtje van: ouders nemen het initiatief omdat de gemeente zelf te laat is met actie. Ik vermoed dat ook in Vathorst, waar een sterke bewonersvereniging functioneert, buurtbewoners wel tot zelfhulp zullen overgaan. Maar eigenlijk is het verontrustend dat in de nieuwste wijk van Amersfoort, waar nauwelijks een jaar geleden de eerste bewoners hun intrek namen, de overlast van jongeren al in de top-drie (meer problemen zijn er nog niet) staat.

Het gaat bij dat alles niet alleen om een of meer disco’s voor jongeren – al blijkt uit de wijkprogramma’s dat ons aandringen op een disco op de grens van Vathorst en Kattenbroek/Nieuwland helemaal niet zo gek was. Jongeren hebben behoefte aan een eigen plek, waar ze met elkaar kunnen praten, dollen en – wie weet – hun creativiteit kwijt kunnen. Dat hoeven geen dure gebouwen te zijn, maar wel duidelijke ontmoetingspunten voor de jeugd, waar ouderen zich niet al te veel mengen in het gebeuren. Uiteraard is in een aantal gevallen begeleiding noodzakelijk, want er bevinden zich onder de hangjongeren ook veel probleemgevallen. Juist op dat punt heeft de gemeente een taak.

De jongerenproblematiek moet een van de prioriteiten zijn voor het nieuwe college. De wethouder die dit als prioriteit op zijn bord krijgt, heeft te maken met een moeizaam probleem. Er zijn de afgelopen jaren al initiatieven genomen, maar veel daarvan hebben bij de moeilijkste groep jongeren te weinig effect gehad. Extra aandacht, nieuwe wegen, coproductie, het zijn zo maar enkele kreten: er is in elk geval werk aan de winkel. Oplossingen bij het jongerenprobleem leiden tot een beter woonklimaat, in elk geval dus een zorg voor de wethouder wijkbeheer.

Written by raphaelsmit

17/01/2004 at 07:46

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Woensdag 14 januari 2004

Van 22 tot 26 oktober bezocht wethouder Bert van der Werff, vergezeld door drie gemeenteambtenaren, de directie van het Ontwikkeligs Bedrijf Vathorst en een zevental vertegenwoordigers van projectontwikkelaars, de Verenigde Staten. Doel van deze trip, die het predikaat ‘werkbezoek’’heeft gekregen, was het opdoen van ervaringen die voor de ontwikkeling van het centrum van Vathorst van belang kunnen zijn. Volgens de regels van de gemeente is een verslag van de trip gemaakt. De trip werd, net als een eerder bezoek naar Venetië, gemaakt op kosten van de OBV, waarin de gemeente voor vijftig procent participeert – en dus meebetaalt.

Het college heeft het verslag van de reis besproken. B en W hebben uit het verslag een aantal ‘leer- en aandachtspunten’, zoals het college dat noemt, gedistilleerd. Zo moet er in het Vathorster centrum een goede mix van winkelen, wonen, horeca en dienstverlening worden gerealiseerd: een ingeving die lopend onder de Amerikaanse zon in een donderflits als een blijde verrassing over de deelnemers van het werkbezoek is neergedaald. Ook zou in het Vathorster centrum het parkeren aan de etalagezijde van de winkels moeten kunnen plaatsvinden: een gewoonte die de Amerikanen zullen hebben overgenomen van honderden steden en dorpen op het Europese continent. Schijnbaar moet er, zo is af te leiden uit het collegebesluit, aandacht besteedt worden aan de bevoorrading en ontsluiting van het winkelcentrum. Een verstandige gedachte, die Amerikanen zijn toch maar slimme mensen! Ook moet de openbare ruimte gevarieerd en op een hoog kwalitatief niveau worden ingericht. Jawel!

Het verslag bevat een groot aantal conclusies die je makkelijk elders in ons land of in de omringende landen had kunnen opdoen. In het beste geval hadden mensen die daarvoor hebben gestudeerd, zelf – en zonder kostbare werkbezoeken – op de ideeën kunnen komen, zoals die nu in de Verenigde Staten zijn opgedaan. Voor zover Phillips Place en Birkdale Village überhaupt bruikbare ideeën hebben kunnen opleveren.

De foto’s bij het verslag leveren een beeld op van winkelcentra die iedereen die wel eens welvarende provinciesteden in de USA heeft bezocht, bijna blindelings kan uittekenen. Philips Place is in neoklassieke stijl gebouwd, met typerende koepels, zuilen en timpanen die, gecombineerd met het royale ruimtebeslag, op geen enkele manier binnen de strakke, zuinige exploitatie van Vathorst passen. De typische American way of live die past bij een uitbundige consumptiemaatschappij, maar die zich op geen enkele wijze leent als referentie voor een zuinig vinexcentrum.

En datzelfde is ook te zeggen van Birkdale Village. Mooie beelden van een centrum in de gekopieerde stijl van meer dan een eeuw oude Amerikaanse architectuur, met een monumentale openbare ruimte waarin het voor Vathorst geprojecteerde centrum bijna dwarsgeplaatst is onder te brengen.

Ik heb niets tegen architectonische trips, ik heb er zelf ook vele gemaakt. Vaak vraag je je tijdens zo’n bezoek af: waarom kan dat niet bij ons. Het antwoord is meestal eenvoudig: in onze vinexlocaties is de grond te duur, het budget te beperkt, de welstandscommissie te kneuterig en de Nederlandse regelgeving te dwingend. Voeg daarbij het feit dat in de USA meer geld moet worden gestoken in kwaliteit, omdat de concurrentie tussen centra moordend is, en het feit dat de USA-burger veel meer en veel makkelijker geld uitgeeft dan in onze meer spaarzame cultuur, en je weet dat elke vergelijking tussen de USA en onze vinexcultuur bij voorbaat mank gaat.

Waarom zegt de wethouder niet gewoon dat hij zich voor een leuk reisje door bouwondernemers heeft laten fêteren. Daarover moet je hem veroordelen, maar zo liggen de feiten.

Written by raphaelsmit

14/01/2004 at 15:46

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Dinsdag 13 januari 2004

‘Politiek laat kansen onbenut’, kopt de Amersfoortse Courant deze ochtend. De commentator verwijt de partijen die bij de lijmpoging van het oude college zijn betrokken, dat zij door deze lijmpoging een kans op verandering laten voorbijgaan. Op meer indirecte wijze wordt Leefbaar Amersfoort verweten dat deze partij kansen heeft laten liggen om veranderingen die deze partij voorstaat, te realiseren. Leefbaar Amersfoort heeft tijdens het informatieproces te weinig aangedrongen op een gesprek over de punten waarvoor zij staat.

Of er te weinig is aangedrongen, is nog maar de vraag. Leefbaar Amersfoort zou een open gesprek over de punten die zij heeft aangedragen maar al te graag willen voeren. Tijdens de gesprekken met de informateur was daarvoor geen tijd: Hans Dijkstal moest haast maken, willen we op 28 januari een nieuw college hebben. Hij heeft van alle partijen wel punten aangedragen gekregen voor een herzien raadsprogramma of collegeprogramma, maar in zijn advies komt hij niet verder dan het opsommen van enkele punten die in een collegeprogramma zouden moeten staan. Zelf verklaarde hij te weinig kennis te hebben van de achtergronden van alle zaken die in Amersfoort spelen, om in zijn advies op programmapunten in te gaan.

Gezien de beperkte tijd die hij had, kan niemand het Hans Dijkstal kwalijk nemen dat hij zich niet intensief op programmatische achtergronden heeft georiënteerd. Leefbaar Amersfoort heeft tijdens het gesprek met de informateur wel enkele voorbeelden gegeven van een andere aanpak op enkele punten die ter sprake kwamen, maar tot een echte gedachtewisseling kwam het niet, de volgende fractiedelegatie zat al in de wachtkamer.

Eén ding is tijdens het gesprek met Hans Dijkstal wel duidelijk aan de orde geweest: Leefbaar Amersfoort staat weliswaar niet de dringen om in het college plaats te nemen – een goede oppositie is voor het openbaar bestuur ook van grote waarde -, maar als de omstandigheden daartoe voeren, zal Leefbaar Amersfoort zich niet voor deze verantwoording drukken. Uiteraard wel onder de voorwaarde dat dan niet de continuering van het oude beleid voorop staat, zoals door een aantal andere partijen gewenst, maar er ruimte wordt geboden voor vernieuwing.

Vooreerst is de fractievoorzitter van de VVD, de grootste partij in de raad, aan zet. Hij moet de lijmpoging inhoud geven. Van ons kan niet worden verwacht dat wij hem veel succes toewensen, al onderkennen wij wel dat een mislukking van de poging de bestuurscrisis nog langer laat voortduren, wat voor de stad geen goede zaak is. Dat bij een mislukking van de lijmpoging de kans groot is dat op de een of andere wijze Leefbaar Amersfoort wordt benaderd, is voor de hand liggend – ook al bestaan er nog andere rekenkundige mogelijkheden voor een collegemeerderheid. Dan zal ook blijken dat Leefbaar Amersfoort niet wegvlucht voor bestuurlijke verantwoordelijkheid. Wel zal dat moeten leiden tot een college waarin Leefbaar Amersfoort niet als onwelkome juniorpartner aan het einde van de tafel mag bijschuiven en hooguit het beheer over de postzegelkas krijgt toegeschoven.

En het lijkt mij dan niet meer dan logisch dat de huidige formateur zijn taak uit handen geeft. Immers, een analyse van alle gesprekken met de informateur maakt duidelijk dat de VVD-fractie Leefbaar Amersfoort wel een plaats in het college gunt – als zevende wethouder – maar dat de VVD de consequenties die dat moet hebben voor de collegecultuur en het programma in het geheel niet herkent. Van de VVD-formateur is geen serieus overleg met Leefbaar Amersfoort te verwachten.

Maandag 12 januari 2004

In oktober van het vorige jaar stuurde het college een brief aan GS met daarin een aantal kanttekeningen bij het concept voor het nieuwe Streekplan Utrecht. De raad was daarover niet geconsulteerd, in de ogen van het college was het een uitvoerende actie die binnen het duale stelsel zonder discussie in de raad door het college kan worden uitgevoerd. Het was onder meer de SP die daar een andere mening over had en het verzoek deed om over de inhoud van het advies discussie te voeren. Een voorstel dat door Leefbaar Amersfoort vierkant werd ondersteund.

Tegen een brief van het college aan GS bestaat geen bezwaar, wanneer daarin zaken staan die zijn gebaseerd op duidelijke raadsbesluiten. Dat was op verschuillende onderdelen niet het geval. Deze avond vond de gevraagde discussie plaats, tijdens de vergadering van de raadscommissie ECO. De discussie spitste zich toe op het concept van een tweede brief van het college, opgesteld in het kader van de inspraakprocedure die voor het streekplan van start is gegaan. De tweede brief was een weerslag van de eerste brief, die in oktober al was verstuurd en dus niet meer teruggedraaid kon worden.

Een van de belangrijkste discussiepunten in de commissie was de rode contour. Dat is de lijn die de provincie rond het gebouwde of in ontwikkeling zijnde deel de gemeente heeft getrokken. Binnen de rode contour kan de gemeente aan de hand van bestemmingsplannen bepalen of er wordt gebouwd en hoe dat plaatsvindt. Buiten de rode contour is geen nieuwe bebouwing mogelijk, tenzij het gaat om een noodzakelijke uitbreiding van een agrarisch bedrijf of ander gebouw.

Het college verzet zich tegen het feit dat Vathorst-West, het bosgebied Nimmerdor, het terrein van Zon en schild, Birkhoven en nog enkele open gebieden buiten de rode contour vallen. Op welke raadsbesluiten deze opvatting is gebaseerd, is nog steeds niet duidelijk. Ik vind de grens die de provincie heeft getrokken uitstekend. Niet alleen voor het gemeentebestuur is daarmee helder waar de grens van onze gebouwde stad ligt. Ook anderen buiten het stadhuis weten met de contour die de provincie heeft getrokken, precies waar zij aan toe zijn. En voor onze beleidsambtenaren maakt de rode contour duidelijk dat allerlei mogelijke plannen om onze stad verderop te stuwen in de vaart der volkeren, onderhevig zijn aan grenzen die het groen rondom onze stad moeten beschermen.

Opvallend is dat het college geen protest heeft laten horen tegen het feit dat de provincie Vathorst-Noord binnen de rode contour heeft gelaten. Er bestaat een stroming binnen de stad (maar buiten de raad) die dit gebied graag wil bebouwen. De raad heeft enkele jaren geleden besloten dat de Laak de noordgrens van de stedelijke bebouwing is en Vathorst-Noord dus groen moet blijven. Een duidelijke uitspraak van de raad. Maar juist op dat punt zag het college geen aanleiding voor een bezwaar bij de provincie. Welk belang heeft het college, en met hem het ambtelijke management, om in te stemmen met het betrekken van Vathorst-Noord bij het mogelijk bouwen in Vathorst-Noord?

Written by raphaelsmit

13/01/2004 at 12:13

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Zondag 11 januari 2004

David Mol van Groen Links is ‘extreem teleurgesteld’ in de opstelling van Leefbaar Amersfoort. ‘Leefbaar ontloopt zijn verantwoordelijkheid,’ merkt de GL-fractievoorzitter op. Aldus de Amersfoortse Courant. Zijn opmerkingen sluiten aan op de opmerkingen die Cor Worel, voorzitter ad interim van Groen Links, maakt in een open brief aan mij. Die betreurt het dat Leefbaar Amersfoort de kiezers niet serieus neemt door deel te nemen aan het college.

Ik kan mij de frustraties binnen Groen Links wel voorstellen. Jaren en jaren lang was deze partij niet vertegenwoordigd in het college. Maar tot het voeren van oppositie kwam Groen Links nooit. De collegepartijen beschouwden acht jaar lang de fractievoorzitter van Groen Links als de zevende wethouder.

Voor Groen Links is het ‘verantwoording nemen’ in een college klaarblijkelijk het hoogste doel, ongeacht verdere samenstelling, programma en missie van een college. Eigenlijk bewijst deze partij daarmee over een onderontwikkeld gevoel voor democratische verhoudingen te beschikken. In een democratie is de rol van de oppositie zeker zo belangrijk als die van de coalitie. Het afgelopen decennium heeft bewezen dat dit inzicht nooit in de hoofden van de Groen Linksleden is doorgedrongen.

Oppositievoeren is niet alleen gelijkwaardig aan de taak van de coalitie, het vergt op z’n minst evenveel energie en creativiteit. En natuurlijk de wil om te controleren, gepaard aan de kwaliteit om minder voor de hand liggende wegen te bewandelen. Het voeren van oppositie vereist net zoveel verantwoordelijkheid als het zitting nemen in de coalitie. Maar dit feit vergt misschien meer inzicht dan de Groen Links-coryfeeën kunnen opbrengen.

In elk geval blijken uit de open brief van Cor Worel twee dingen: hij heeft weliswaar kennisgenomen van mijn dagboek op deze website, maar is een selectieve lezer. Dat is hem te verwijten. Niet te verwijten is dat hij op de dag dat hij zijn open brief schreef, de inhoud van het advies van Hans Dijkstal nog niet kende. Anders had hij de vragen over deelname van Leefbaar Amersfoort aan het college niet hoeven stellen.

Zijn impliciete beschuldiging dat door de weigering van Leefbaar Amersfoort om mee te werken aan de continering van het oude beleid, alleen nog maar gelijmd kan worden, getuigt van enige tekortkomingen in zijn rekenkundige capaciteiten. Voor bijlessen verwijs ik hem naar Kees Kraanen van de Burgerpartij. Maar ik zou de tegenvraag willen stellen: als Groen Links echt niet wilde lijmen en grote prijs stelt op deelname van Leefbaar Amersfoort aan het college, waarom heeft Groen Links dan tegenover de informateur geen scherpere eisen gesteld. Alleen maar de oproep in de richting van Leefbaar Amersfoort om ‘haar verantwoordelijkheid te nemen’, zoals in het verslag gemeld, is daarbij niet voldoende.

Wij nemen onze verantwoordelijkheid, ook als we oppositiepartij zijn. Daarin heeft Groen Links het afgelopen decennium jammerlijk gefaald.

Zaterdag 10 januari 2004

Hoe je ook over de collegevorming denkt, na drie maanden mag er wel eens een nieuw college aantreden. Zeker nu er gelijmd gaat worden, moet het toch niet zo moeilijk zijn om binnen een week de nieuwe ploeg te presenteren. Maar ik heb mijn zorgen. Tijdens de persconferentie, bij het aanbieden van het advies van Hans Dijkstal, werd VVD-fractievoorzitter Paul Strengers gepresenteerd als de formateur. Hoe gaat u de formatie aanpakken, was een van de vragen die hem werden gesteld. Daar gaan we dit weekend over nadenken, was zo ongeveer zijn antwoord. Ook op de vraag of bij de formatie zoveel mogelijk openheid wordt nagestreefd, kon hij nog niet beantwoorden.

Dat verbaast mij. Dat de VVD-fractie de formatie zou gaan leiden, was al weken geleden te voorzien. Ik meen dat het geen vreemde veronderstelling is dat een blauwdruk voor de aanpak van de formatie al lang op tafel had kunnen liggen. Er is voldoende aanleiding voor een beetje tempo, en dan is tijdige voorbereiding het minste wat je mag verwachten. Maar eigenlijk kun je slechts constateren dat gedurende de hele collegecrisis het VVD-management een flegmatieke indruk heeft achtergelaten. De wens om te lijmen is niet gisteren tijdens de afwas ontstaan. Het had van verantwoording getuigd als de voorzitter van de grootste fractie de afgelopen maanden op meer tempo had aangedrongen.

Opvallend in het advies aan Hans Dijkstal is de opmerking van de VVD-delegatie dat het nieuwe college ook wel uit zeven leden mag bestaan. Daarmee wordt het draagvlak verbeterd, aldus de VVD. De zevende wethouderstoel was dan bestemd voor Leefbaar Amersfoort, is uit het verslag van de informateur op te maken.

Een wat vreemde benadering. Uitgangspunt moet toch zijn dat er een college komt dat kan werken. Dan moet je het niet te groot maken en er geen regenboogcollege van maken. Ik krijg de indruk dat de VVD een college alleen maar ziet als een plaats waar functies zijn te verdelen, en niet als een team dat op adequate wijze een taak moet uitvoeren. Vanuit de benadering van de VVD is te begrijpen waarom bij het beschikbaar stellen van kandidaten de kwaliteit geen uitgangspunt is geweest.

Het verslag maakt nog iets anders duidelijk. Voor de VVD mag Leefbaar Amersfoort deelnemen aan het college, naast de vijf zittende partijen. Deze constatering levert in het verslag het volgende citaat op: ‘Dat is na de verkiezingen in 2002 ook reeds geprobeerd, maar toen heeft de keuze voor continuïteit geleid tot het niet deelnemen van LA aan het college.’ Ja, wiedes. En is het dan verbazingwekkend dat ook nu voor de eer is bedankt, op grond van een advies dat die behoefte naar continuïteit opnieuw uitspreekt!

Written by raphaelsmit

11/01/2004 at 13:41

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Vrijdag 9 januari 2004

Het college wordt dus toch gelijmd. Vaak voorspeld, niet gehoopt. Hans Dijkstal is op dit punt niets te verwijten: hij heeft – zeker de beperkt beschikbare tijd in aanmerking genomen – een helder advies opgesteld. Zijn advies is niets meer en niets minder dan de weerslag van wat fracties hem als gewenste oplossing hebben meegedeeld. Van een informateur kan ook niet meer worden verwacht: de informateur zoekt naar de meest haalbare oplossing van een probleem en doet een voorstal waarvoor op voldoende draagvlak kan worden gerekend.

Uit zijn advies en de daaraan toegevoegde bijlage blijkt dat de vijf coalitiepartijen bereid en gewild waren om in de oude samenstelling door te gaan. Dit gevoel zal hen bij binnenkomst van de spreekkamer van Dijkstal niet bij verrassing zijn overvallen. De bereidheid om te lijmen bestond al langer, knelpunten daarbij – met name in het personele vlak – waren al tijdig uit de weg geruimd.

Tegen dat licht gezien is het een schande dat de wederom beoogde coalitiepartijen niet eerder tot actie zijn gekomen. Zij hebben, zonder dat daartoe een noodzaak blijkt te bestaan, de stad onnodig lang met een bestuurlijk ongewenst probleem opgezadeld. Het aantrekken van een informateur was in feite niet nodig geweest. Deze diende slechts als een alibi, in de sfeer van: kijk, wij hadden misschien ook wel wat anders gewenst, maar een onafhankelijke buitenstaander heeft niet anders kunnen concluderen. De behoefte aan dit alibi is ongetwijfeld ontstaan vanuit het inzicht dat de gang van zaken – onverstoord doorgaan op de oude weg – schandalige proporties bezit, die bij de Amersfoortse bevolking moeilijk zijn te verkopen.

Velen in onze stad zullen zich terecht afvragen waarom al het gedoe van de afgelopen maanden noodzakelijk is geweest en of het überhaupt iets heeft opgeleverd. Eigenlijk is de enige verandering ten opzichte van drie maanden geleden dat twee fracties kritische geesten met een principiële mening uit hun geledingen hebben verwijderd. Maar daarvoor hoef je toch geen college naar huis te sturen!

Er zijn in november andere argumenten genoemd. Die hadden vooral te maken met de kwaliteit van wethouders en met het ontbreken van de noodzakelijke vertrouwensbasis tussen coalitiepartijen. Daarover zegt het advies van Hans Dijkstal nauwelijks iets, wat logisch is want de partijen hebben dat bij hem niet als primair probleem op tafel gelegd.

Nadat Hans Dijkstal alle fracties had gepeild, schreef hij een conceptadvies. Aan enkele partijen, ook aan Leefbaar Amersfoort, is vervolgens gevraagd of op basis van dit concept de bereidheid bestond aan de formatie deel te nemen. Voor Leefbaar Amersfoort was dit onmogelijk: het advies ging uit van continuïteit van het beleid, liet geen ruimte aan herkenbare aanpassingen in het raadsprogramma en bood geen enkel aanknopingspunt voor een wijziging in de door ons bekritiseerde bestuurscultuur. Alles blijft bij het oude. Leefbaar Amersfoort is opgericht om veranderingen tot stand te brengen, dat is de boodschap van onze kiezers en dat is onze missie van waaruit we onze standpunten bepalen. Aanschuiven bij de bestaande coalitie (de VVD wilde voor ons een zevende wethouderspost creëren!) en daardoor bijdragen in continuering van het oude beleid, kan niet van ons worden verwacht.

Dat wij vluchten voor bestuursverantwoordelijkheid, zoals sommigen beweren, is een onterechte beschuldiging. Wie mij kent weet dat het voor mij geen gemakkelijke stap was om – na 35 jaar op allerlei wijze bij het openbare bestuur betrokken te zijn geweest – de meest eervolle functie binnen de overheid, aan mij voorbij te laten gaan. Maar na 35 jaar weet je ook dat bestuurlijk werk, op welk niveau dan ook, vanuit principes en met een missie moet worden verrichten. Binnen de doelstellingen van de oprichters van Leefbaar Amersfoort en van onze fractie past het niet om op grond van de conclusies en aanbevelingen in het advies van Hans Dijkstal aan te schuiven en voorbij te gaan aan de opdracht van onze kiezers.

Written by raphaelsmit

10/01/2004 at 06:37

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Donderdag 8 januari 2004

Deze dag praat de commissie SOC, waarin ook jeugdzaken en recreatie aan de orde komen, over de disco aan de Westsingel. De publieke tribune zal vol zitten, want er is veel weerstand onder de omwonenden van de beoogde discolocatie. Het idee voor de disco in de oude Corsobioscoop bestaat al lang, maar het is door actuele besluitvorming achterhaald. Om overlast voor de binnenstadbewoners binnen de perken te houden, is besloten een concentratiebeleid te voeren. Alle horeca zoveel mogelijk rondom de Hof, Bestaande horecabedrijven worden ontzien, maar bij nog niet uitgevoerde initiatieven moet het nieuwe beleid worden toegepast. Vanuit deze optiek kan er helemaal geen disco aan de Westsingel komen.

Dat Amersfoort behoefte heeft aan een disco, is evident. In 1993 is de laatste disco in de binnenstad gesloten, in verband met geluidsoverlast. Maar het is te gek voor woorden dat er sindsdien binnen de Amersfoortse stadsgrenzen geen disco is voor de jongeren.

Sommige partijen wijzen trots op het initiatief voor de Westsingel: ‘Kijk, er gebeurt nu eindelijk wat!’ Het vervelende is echter dat in de ogen van het college de disco in de binnenstad helemaal niet voor jongeren is bedoeld. Dertig jaar en ouder, dat is de doelgroep. Voor deze doelgroep biedt de binnenstad al veel, dertigplussers zijn mobieler en binnen deze doelgroep is de discohonger veel minder aanwezig dan onder de stadgenoten van zestien tot dertig jaar. Dus waarom bijt het college zich, tegen alle protesten in, zo vast aan de binnenstaddisco voor ouderen?

Er is een alternatief. Dat is de disco die in het Eemcentrum moet komen. In het Programma van Eisen voor dit centrum is deze disco expliciet genoemd. En als duidelijke voorziening voor de jongeren tot dertig jaar. Binnen het Eemcentrum is zo’n voorziening ook makkelijker te realiseren, met minder kans op overlast. Het probleem is alleen dat het nog wel tot 2010 kan duren voordat in het Eemcentrum echt wordt gebouwd. Dat is wel erg laat voor de huidige jongeren.

Daarom hebben Leefbaar Amersfoort, de Burger Partij Amersfoort, Hart voor Amersfoort en amersfoort.cc, de nieuwe fractie van Geard van Vliet, in een gezamenlijk initiatiefvoorstel de wens neergelegd om de bouw van de disco in het Eemcentrum zo snel als mogelijk van start te laten gaan en daarmee niet te wachten tot alle plannen door alle betrokkenen uitgebreid zijn besnuffeld en uitgekauwd.

Die snelle start kan. Waar de disco moet komen, is al bekend: in de cultuurcluster. Ons voorstel is om daar een ondergrondse disco te bouwen. Architectonisch hoeven daarvoor geen hoogstandjes te worden verricht. Belangrijk is wel dat de ondergrondse disco zo wordt gebouwd dat er later elke vorm van gewenste nieuwbouw bovenop mogelijk is. De eerste jaren zou het bovengrondse deel van de disco, de toegang dus, kunnen bestaan uit een tijdelijk bouwwerk, dat gemakkelijk en goedkoop kan worden afgebroken wanneer de overige bouwwerkzaamheden plaatsvinden. Met enige creativiteit zijn hiervoor goede oplossingen te vinden.

Een origineel idee? Eigenlijk helemaal niet. In Berlijn, vlak bij de Leipziger Platz ligt de internationaal bekende disco Tresor. Deze is gevestigd in de vooroorlogse kluizenkelders van het vroegere warenhuis Wertheim. Dat warenhuis heeft de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog niet doorstaan. Het daarna braakliggende terrein was tot 1989 grensgebied van de DDR. Aan de oude kelders is niets veranderd, een ideale ruimte voor een grote disco. Het enige herkenbare onderdeel is een klein gebouwtje, nauwelijks een huiskamer groot, met een grote stalen deur: de ingang van discotheek Tresor. Onderzoek heeft uitgewezen dat de kelders constructief met gemak kunnen worden opgenomen in de nieuwbouw die voor de komende jaren op deze plek is gepland. Het kan dus!

Woensdag 7 januari 2004

Er staat een lijkenkast in het stadhuis. In figuurlijke zin, uiteraard, maar daarom niet minder afschrikwekkend. In die kast hangen de financiële lijken waarmee een nieuw college krijgt te maken. Ik kan er gemakkelijk enkele noemen: de gevolgen van de vertraging in de ontwikkeling van Vathorst, de al bij de start bekritiseerde participatie bij de kantorenbouw achter Hooglanderveen, waar de eerste jaren geen steen zal worden gemetseld, de vertragingen in CSG-Noord, de mogelijke claims van de firma Vahstal, het afkopen van Smink wanneer een alternatief voor de baggerverwerking wordt gevonden.

Dat zijn enkele bekende problemen. Er zijn er meer, maar die wil het college niet in het openbaar aan de orde stellen. Samen met de SP vindt Leefbaar Amersfoort dat allerlei geheim overleg over dreigende problemen uit den boze moet zijn. De Amersfoortse bevolking mag weten wat de stad boven het hoofd hangt. Er hoeft maar een deel van de financiële lijken uit de kast te rollen en de stad staat voor problemen waarbij vergeleken de bezuinigingsoperatie van vijf miljoen euro, die het afgelopen najaar op de agenda stond, maar een peulenschil zijn.

De meeste van die problemen vormen de erfenis van ondoordachte ambities bij wethouders die na hun vertrek niet meer kunnen worden aangesproken op hun falend beleid. Moest de gemeente in Vathorst als projectontwikkelaar optreden? Waarom werd elk contract met commerciële partijen vrijwel blindelings getekend, als er maar gebouwd kon worden. Was het reepje land aan de Stationsstraat de bijna eindeloze reeks van toezeggingen waard, alleen maar om de eigen gemeentelijke prestigieuze plannen te kunnen uitvoeren? Moest er ijverig grond worden gekocht in de groene omgeving rondom de stad, terwijl de raad nog geen plannen voor die gebieden had goedgekeurd?

Het zou een daad van eerlijkheid zijn als het demissionaire college een overzicht opstelt van alle financiële risico’s waarmee een nieuw college wordt geconfronteerd. Maar misschien is dat wel de reden dat de huidige collegeleden liever blijven zitten. Dat zal echter niets afdoen van het feit dat de stad bij ongewijzigd beleid een aantal zware financiële tegenvallers staat te wachten. En het is de Amersfoortse bevolking die daarvoor uiteindelijk moet bloeden. Of misschien toch niet?

Written by raphaelsmit

08/01/2004 at 15:38

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Dinsdag 6 januari 2004

Op de Amersfoortse nieuwjaarsbijeenkomst gisterenavond vielen twee aanwezigen op: de beide VVD-wethouders Henk Brink en Bert van der Werff. Gespannen liepen ze rond, duidelijk was te zien dat hun positie na de komende collegevorming ze meer dan normaal bezig hield.

Ik moest daardoor denken aan mijn dagboekaantekening van een week geleden. Daarin schreef ik dat het advies van Hans Dijkstal nooit diens persoonlijke opvatting zal weergeven, maar dat zijn aanbeveling het product zal zijn van de input die de fractievoorzitters hem leveren. Zijn conclusie zal altijd aansluiten bij de meest gehoorde opvatting, schreef ik. Ik beëindigde mijn aantekening met de opmerking dat ik vier flesjes bier inzette op mijn verwachting dat het advies op een lijmpoging zal uitdraaien.

Als dat zo is, en ik twijfel daar nog steeds niet aan, dan heeft de nervositeit van de twee VVD-wethouders een bijzondere betekenis. Stel dat inderdaad een lijmpoging plaatsvindt, het aantal wethouders op zes blijft gehandhaafd en de VVD twee zetels in het college behoudt, dan hebben beide heren weinig om bezorgd over te zijn – zou je zo denken. Maar er zal wel meer aan de hand zijn.

Ik kan mij voorstellen dat bijvoorbeeld het CDA verwacht dat na de zoenoffers van de twee andere grote coalitiepartijen, ook de VVD een gebaar maakt. Het CDA heeft nogal wat ingeleverd: niet alleen het meest creatieve lid van de fractie, maar uiteindelijk ook een raadszetel. Door het verwijderen van Gerard van Vliet telt de CDA-fractie nog maar vijf, in plaats van zes leden. Dat doet pijn. De PvdA zal minder druk op de VVD uitoefenen, daar geldt alleen maar: als Jan maar mag blijven, voor de rest is alles goed.

De VVD is moreel – voor zover dat voor haar fractieleden van betekenis is – bijna wel verplicht om een wethouder te laten zakken. En het ziet er naar uit dat Henk Brink binnen zijn fractie de slechtste kaarten heeft getrokken. Ik ben geen lid van de VVD en heb met de fractie van deze partij weinig te maken, dus eigenlijk kan mij de eventuele keuze die deze fractie maakt voor zijn wethouders weinig schelen. Lijkt zo, want ik ben wel burger van deze stad en heb recht op een goed stadsbestuur. En op dat punt heeft de VVD de afgelopen tijd jammerlijk gefaald. Dus toch maar een enkele opmerking.

Bert van der Werff, daarover zijn zelfs velen binnen de VVD het met mij eens, is een volkomen misgreep. Natuurlijk, het is een gezellige prater en nooit om een smoesje verlegen, zelfs niet als dat op een leugentje begint te lijken. Wat hem ontbreekt is kennis van zaken, inzicht in de dossiers waarvoor hij verantwoordelijk is en gebrek aan moed om verantwoordelijkheid te nemen als het eens tegen zit. Zelfs in de details faalt hij: ik heb nog de keren op het netvlies dat zelfs bij een eenvoudig openingswoord, waar een simpele opmerking op basis van enige elementaire kennis genoeg is, uit de binnenzak de voorbereide tekst wordt gehaald, ongetwijfeld geschreven door een van zijn ambtenaren. Bij discussies in de raad dwaalt zijn blik vrijwel altijd in radeloosheid in de richting van zijn ambtenaren, in de commissie mogen die de meeste antwoorden voor hun rekening nemen. Kortweg: Bert van der Werff is een ramp!

Henk Brink wordt door velen ook niet als een hoogvlieger gezien, maar dat valt naast zijn VVD-collega nauwelijks op. Daarentegen bezit hij in elk geval een integere uitstraling, luistert naar mensen en probeert iets voor ze te bereiken. Dat hem dat niet steeds lukt, is een andere zaak. Als de VVD een eerlijke keus tussen de twee huidige wethouders zou maken, zou Henk Brink een terugkeer verdienen. Nog beter is het om naar andere kandidaten om te zien. Of, na bijna twee jaar gestuntel, gewoon de plaats in te nemen die deze fractie na haar optreden heeft verdiend: ver buiten de collegekamer.

Written by raphaelsmit

07/01/2004 at 09:40

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Maandag 5 januari 2004

De verwikkelingen rondom het college en alles wat er mee samenhangt, waren de meest besproken onderwerpen tijdens de Amersfoortse nieuwjaarsreceptie. De burgemeester ging er tijdens haar toespraakje op in en het cabaret besteedde er alle aandacht aan. Tientallen mensen vroegen: wat gaat er gebeuren. Ik heb geen idee.

Er tekenden zich tijdens de informele gesprekken twee globale mogelijkheden af. De makkelijkste weg, door de meeste waarschijnlijk geacht, is de lijmpoging. Er hoeft dan niet veel te worden gesproken, de wethouders zijn het onderling toch al eens, het raadsprogramma hoeft geen discussiepunt te vormen. Het nadeel is uiteraard dat na de installatie van een gelijmd college de problemen uit het afgelopen jaar weer snel opdagen. Het risico is groot dat binnen een jaar er weer wethouders op straat staan. En vooral: hoe verkoop je het de Amersfoortse bevolking dat er drie maanden veel ophef, maar geen functionerend college was, zonder dat er iets wezenlijks verandert? Alle moeite voor niets geweest.

Het andere model gaat uit van een college dat in hoofdzaak uit nieuwe leden bestaat. Het raadsprogramma zal moeten worden aangepast. De vijf – meer worden het dan niet – wethouders maken van tevoren afspraken hoe zij gaan functioneren: hoe benutten zij de smalle marges die er zijn om veranderingen in de Amersfoortse bestuurscultuur door te voeren. Zo een college moet wel gebouwd worden, waarbij het de vraag is of dat binnen vijftien dagen lukt. Er zullen koppen moeten rollen, wat pijn doet en tijd kost.

Binnen enkele dagen is het advies van informateur Hans Dijkstal te verwachten. Tenminste: als hij een lijn ontdekt in de schervenhoop die het oude college heeft achtergelaten. Geen makkelijke opgave, het kan net zo goed zijn dat hij nog geen definitief advies kan presenteren. Dat is hem dan niet aan te rekenen, maar zal een gevolg zijn van de moeizame verhoudingen die tussen sommige partijen zijn ontstaan, gecombineerd met ambities van partijen en zittende collegeleden.

En als extra probleem wordt Hans Dijkstal vanaf deze week geconfronteerd met een verzwakte CDA-fractie, die nog maar uit vijf leden bestaat. Dat geldt overigens in gelijke mate voor de PvdA, die er wat sterkte en eenheid betreft misschien nog slechter voorstaat dan de CDA-partner. Gerard van Vliet van het CDA gaat – in elk geval voorlopig – door als zelfstandige fractie. En de PvdA heeft nog geen elegante oplossing gevonden om de verstoting van Fethi Killi politiek te vertalen.

Tijdens de nieuwjaarsreceptie kwam het idee naar boven om als stedelijke partijen een ‘politieke v.o.f.’ aan te gaan. In de zakelijke wereld is deze vorm van vennootschap onder firma’s niet onbekend. Zelfstandige organisaties gaan een bindende samenwerking aan om op duidelijk omlijnde punten samen te werken en een gemeenschappelijk doel te bereiken. Een politieke v.o.f. kan de samenwerking tussen een tiental raadsleden, nu nog als fracties van een tot vier leden actief, stimuleren. Dat maakt het bestuurlijk werken overzichtelijker, levert een effectieve krachtenbundeling op en is een duidelijk antwoord op het falend functioneren van de huidige coalitiepartijen.

Zondag 4 januari 2004

De druilerige januarizondag biedt stof voor nostalgie. Die kwam op tijdens de nieuwjaarsreceptie in het informatiecentrum van Vathorst. Daar organiseerden de gezamenlijke kerken, gesteund door het OBV en de Bewonersvereniging Vathorst, een muzikale nieuwjaarsbijeenkomst voor de nieuwe bewoners in Vathorst. Zo’n tweehonderd bezoekers kwamen bijeen om de luisteren naar het koor Sjofar en de muziekvereniging Ancora Musica.

De bijeenkomst leverde bij mij herinneringen op: de kerstdagen in 1968. In de in aanbouw zijnde Bijlmermeer was het eerste woongebouw net betrokken: 133 flats in Hoogoord. En het waren ook hier de gezamenlijke kerken die in de binnenstraat van het gebouw een bijeenkomst voor de kersverse nieuwbouwbewoners organiseerden Iedereen nam een stoel mee, er was een drankje en een hapje en er heerste een prachtige pioniersstemming. Deze kerstavond ontstonden er talloze werkgroepen van bewoners. De start van meer dan vijf jaar bloeiende bewonersactiviteiten. Die verwaterden pas toen in het midden van de jaren zeventig de bevolkingssamenstelling op geen enkele wijze overeen kwam met de opzet van de stedenbouwkundigen. Haagse Koninkrijkspolitiek bepaalde steeds meer het gebeuren in de Amsterdamse zuidoostlob, wat een groot aantal tot dan toe onbekende problemen opleverde.

Vathorst biedt gelukkig een ander perspectief. De Amersfoortse nieuwbouwwijk beschikte nog vóór de eerste bewoners de verhuiswagens gingen ontladen over twee organisaties die voor de maatschappelijke opbouw van deze wijk van betekenis kunnen zijn: de bewonersvereniging en het OBV, het ontwikkelingsbedrijf dat als gesprekspartner voor de bewoners kan dienen.

Het mag met de woningbouw in Vathorst wat tegenvallen, in de nieuwe wijk ontstaat een enerverend buurtgevoel en bloeien vanuit de pionierssfeer allerlei initiatieven op die voor de leefbaarheid van dit nieuwe stadsdeel onontbeerlijk zijn. Wat mij echter vaak opvalt is de beperkte belangstelling binnen de gemeenteraad voor de ontwikkeling van Vathorst. Het is pas een gespreksonderwerp als het op de agenda komt, maar voor de rest hoor je er weinig over. Dat is jammer, want over tien jaar woont één op de zes Amersfoorters in dit nieuwe gebied. En voordat het zover is, zal de gemeenteraad een aantal problemen moeten oplossen die een groot beslag zullen leggen op de middelen en het apparaat waarover de stad beschikt. Vathorst verdient meer aandacht dan het nu nog krijgt!

Written by raphaelsmit

06/01/2004 at 08:43

Geplaatst in Uncategorized