Woensdag 14 april 2004
In Vathorst neemt het OBV, het Ontwikkelings Bedrijf Vathorst, een belangrijke positie in. Het OBV is in 1997 opgericht door de gemeente en een zestal projectontwikkelaars, aannemers en de woningbouwcorporatie SCW. De samenstelling aan ondernemerszijde is intussen door fusies en dergelijke wat veranderd, maar dit doet aan de verhoudingen binnen de OBV weinig af. In de aandeelhoudersvergadering zijn de gemeente en de bedrijven gelijk vertegenwoordigd, wat overigens niet zonder meer betekent dat de gemeente over gelijke informatie en invloed beschikt als haar zakelijke partners.
De directie is tweehoofdig: één lid voorgedragen door de gemeente, één door de zakelijke partners. De ‘gemeentelijke’ directeur was vóór de oprichting van het OBV een van de belangrijkste ambtelijke gesprekspartners met de Vathorster ontwikkelaars, zijn benoeming heeft bij een aantal mensen de wenkbrauwen laten fronsen. Overigens zijn de directeuren wettelijk verplicht het belang van hun firma op de eerste plaats te zetten en naar maximaal rendement en continuïteit te streven. De zakelijke belangen van het OBV kunnen soms anders zijn dan die van de gemeente. Als de gemeenteraad een financiële wens heeft ten aanzien van de ontwikkelingen in Vathorst, is dat nog niet a-priori de wens van de zakelijke deelgenoot.
Zolang Vathorst nog een grote gras- en zandvlakte was waarin shovels en bouwkranen het beeld bepaalden en de enige bewoners de uitgekochte agrariërs waren, viel de bijzondere positie van het OBV nauwelijks op. Natuurlijk: de gemeenteraad werd minder geïnformeerd over lopende zaken binnen het nieuwbouwgebied dan in andere bouwgebieden. De informatie die het OBV naar buiten brengt, is vooral gericht op de marketing, de positionering van het gebied in de richting van toekomstige bewoners en potentiële bedrijfsvestigers. De raad had het toekijken – de indruk bestaat dat veel raadsleden dat zo ook wel goedvinden.
Het OBV treedt zo ongeveer op als de Oostindische Compagnie in onze vroegere koloniale gebieden. Onze zakelijk ingestelde voorouders hadden daar overigens wel vrede mee, zolang schepen uit de oost met kostbare lading welvaart brachten in ons land. Die schepen met kostbare lading missen we bij Vathorst. Wat typisch voor onze tijd is: de nieuwe inwoners van Vathorst wensen zich niet te gedragen als inboorlingen in een koloniaal bestuurd gebied.
De afgelopen tijd hebben zich enkele incidenten voorgedaan die een signaal kunnen vormen voor de situatie die in Vathorst dreigt te ontstaan. Bewoners in Vathorst die klachten hebben, bijvoorbeeld over de verkeersveiligheid, moeten met hun klachten of opmerkingen naar de directie van het OBV. Omdat de exploitatie van Vathorst onder druk staat, beoordeelt de OBV-directie kritische kanttekeningen van de nieuwe bewoners in belangrijke mate op hun financiële merites. Wat niets kost, kan worden opgelost: kosten oplossingen geld, dan is de toeschietelijkheid gering.
Een bijzondere plaats neemt Hooglanderveen in. In dit dorp begint het besef te groeien dat de afgelopen jaren veel overleg is gevoerd, maar dat dit maar weinig heeft opgeleverd. Een bestemmingsplan ligt nog steeds niet op de tafel. De groene zoom rondom het dorp wordt stapje voor stapje kleiner en komt steeds minder overeen met wat de bewoners in Hooglanderveen zich er van hadden gedacht. De schetsen die er liggen, beloven niet veel goeds. En ook hier is het het OBV dat de regie voert, dat er op is gericht zoveel mogelijk ruimte in de beloofde groene zone exploitabel te maken of er functies onder te brengen waarvoor elders in Vathorst geen ruimte is.
Bewoners uit Vathorst kloppen nu ook aan bij gemeenteraadsleden. En die moeten constateren dat hun invloed bij het oplossen van problemen beperkt is. Willen de gemeenteraadsleden in Vathorst hun rol als volksvertegenwoordiger waar kunnen maken, dan zal er iets moeten veranderen in de cultuur zoals die zich tot nog toe heeft ontwikkeld. In de huidige verhoudingen staat de gemeenteraad met vrijwel lege handen tegenover het snel groeiende aantal nieuwe inwoners in Vathorst.
Dinsdag 13 april 2004
De discussie in de raadscommissie van deze avond over het fietspad bij Kattenbroek, levert een groot aantal kanttekeningen op. De meeste daarvan zullen op 28 april aan de orde komen in de raadsvergadering. Het politieke demasqué van partijen als de VVD en de dogmatische, maar op weinig feiten gestoelde opstellingen van partijen als Groen Links, zullen tijdens de komende raadsvergadering nog duidelijker dan in de commissievergadering aan de orde komen.
Eigenlijk is de discussie die wordt gevoerd een overbodige zaak. De bewoners in Kattenbroek willen het fietspad niet door hun buurt hebben, voor de bewoners in Vathorst hoeft het fietspad eigenlijk niet. Duik je in de stukken en bestudeer je de verschillende verkeersstudies die in de afgelopen jaren negentig zijn uitgevoerd, dan springt de noodzaak van het omstreden fietspad ook niet direct in het oog. De onderzoekers vonden een fietstunnel- of viaduct in het verlengde van de Laan naar Emiclaer de meest voor de hand liggende oplossing. Deze oplossing, die in onderzoeken prominent scoort, wordt door het college afgewezen. Doorslaggevend is daarbij het kostenaspect, dat van grotere betekenis is als de maatschappelijke waarde.
Goed beschouwd heeft de bewonersvereniging uit Vathorst gelijk: het omstreden fietspad is overbodig, er zijn voldoende alternatieven en het aantal te verwachten gebruikers kan wel eens tegenvallen. De bewonersvereniging verwijst terecht naar onderzoeken waaruit blijkt dat bij een afstand van meer dan vijf kilometer de fiets het aflegt ten opzichte van de auto en – zo aanwezig – het openbare vervoer. Een van die onderzoeken waaruit dit blijkt is bijvoorbeeld in Delft uitgevoerd, een van de meest bekende fietssteden in ons land. Die 5-kilometergrens was ook bij de Amersfoortse onderzoekers bekend. Toch hebben zij bij hun onderbouwing voor het snelfietspad tussen Vathorst en het Amersfoorter centrum een 6-kilometergrens als factor toegepast, daarbij uitgaande van een hemelsbrede afstand – fietspaden hebben nogal wat bochten, zodat de werkelijke afstand aanzienlijk groter is.
Wat de onderzoekers ook niet hebben meegenomen (en nog niet konden overzien) is het feit dat Vathorst een eigen centrum krijgt dat qua opzet, omvang en voorzieningen aantrekkelijker zal zijn dan Emiclaer en dat een tocht naar het Amersfoortse centrum ook niet direct noodzakelijk maakt. Vathorst wordt meer zelfvoorzienend dan we zes jaar geleden dachten. Dit slaat de bodem weg onder de noodzaak van het omstreden fietspad, naast de al aanwezige en nog geplande andere fietsverbindingen tussen Vathorst en de rest van de stad.
Uitgangspunt was overigens steeds dat er sprake was van een ‘snelfietspad’. De voorstanders van de fietsroute door de straten van Kattenbroek spreken nu al over ‘fietspad’ en laten de toevoeging ‘snel’ vallen. Niet ten onrechte als je het kronkelende tracé beziet waarvoor een raadsmeerderheid nu lijkt te gaan kiezen. Het is opvallend hoe gemakkelijk argumenten worden gemodificeerd om doorgeschoten hobbyisme te honoreren.
We gaan dus meer dan een miljoen euro uitgeven voor een overbodige en omstreden voorziening. Als we dat geld toch over hebben, laten we dat dan reserveren voor andere verkeersvoorzieningen ten behoeve van de bewoners in Vathorst. Ik zou er voor pleiten om het te reserveren voor de verkeersveiligheid in Vathorst zelf. Op dat punt openbaren zich de eerste problemen al, voor het oplossen daarvan blijkt geen geld beschikbaar te zijn. Ik weet wel een potje!
Geef een reactie