Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

leave a comment »

Vrijdag 23 april 2004

Op verzoek van de gemeente heeft de ontwikkelingsmaatschappij Latei, die nauwe relaties heeft met sociale verhuurders en hun doelstellingen, onderzocht of het ombouwen van kantoren tot woonruimte in onze stad mogelijk is. Kort gezegd: het antwoord was ‘’neen’. Natuurlijk, alles is mogelijk, maar financieel gezien is het verbouwen van leegstaande kantoorpanden tot woonruimte een onhaalbare zaak, aldus Latei. En daarmee lijkt de discussie in onze stad gesloten.

Directe aanleiding voor het onderzoek was de constatering bij enkele raadsleden dat er zoveel kantoorruimte leeg staat, terwijl we nog steeds hebben te maken met een grote behoefte naar woonruimte voor jongeren, studenten en starters in de woningmarkt. Beide constateringen zijn juist, maar bij de opvattingen over de leegstand in de kantorenmarkt speelt de kortzichtigheid die politiek vaak eigen is (de geestelijke horizont ligt bij de eerstkomende verkiezingen) een rol. Kantoren staan leeg, maar dat is een situatie die zich in het verleden vaker heeft voorgedaan. Zo goed als er ook perioden zijn geweest waarin kantoorruimte niet is aan te slepen. ‘Varkenscyclus’ wordt dit verschijnsel genoemd, waarbij de bouwproductie altijd de behoefte volgt met een vertraging van circa twee jaar, overeenkomstig de voorbereidingstijd voor de bouw. Hierover is veel op te merken, maar in elk geval kan worden gezegd: wie in paniek raakt door leegstaande kantoren, die ontkent de werkelijkheid.

En toch is de discussie over het verbouwen van kantoren tot woningen zinvol. Een enkel onderzoek van Latei is daarbij een te zwakke basis. Het is daarom interessant dat de SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) zich met dit fenomeen – weer – gaat bezighouden. Er wordt gezocht naar tien leegstaande kantoorpanden voor een proefproject. Op initiatief van de SEV werd 2 april, tijdens de BouwRai, hieraan aandacht aan besteed. Opmerkelijk was de nuance in de titel van het aan dit onderwerp gewijde seminar: ‘(Tijdelijk) Wonen in kantoren’.

Waarom zou je veel aandacht besteden aan dit onderwerp, als je gelooft in de zogenaamde Varkenscyclus en dus uitgaat van de tijdelijkheid van de leegstand. Die aandacht kan ontstaan doordat de kantorenmarkt niet alleen wordt bepaald door de leegstand, uitgedrukt in vierkante meters. We hebben, ook in Amersfoort, te maken met de structuur van de kantorenmarkt. Een deel van de kantoren staat niet alleen leeg omdat de markt wat tegenzit, maar ook omdat ze niet meer van deze tijd zijn. Er hebben zich de afgelopen decennia nogal wat wijzigingen voorgedaan in de eisen die worden gesteld aan kantoorruimte. Technische ontwikkelingen, de organisatie van het werk en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen zijn er debet aan dat een deel van kantoorruimten dat nu leegstaat, eigenlijk nooit meer aan de man kunnen worden gebracht – hetzij dat de markt over vier of vijf jaar weer zo krap is dat bedrijven hun wensen moeten aanpassen om überhaupt nog per ommegaande vierkante meters te bemachtigen.

Wat in Amersfoort dreigt is een aantrekkende kantorenmarkt, waarbij echter veel verouderde ruimte niet kan worden ondergebracht omdat het niet aan de moderne eisen voldoet. De daardoor structureel lijkende leegstand kan een rem vormen op noodzakelijke nieuwe initiatieven. En omdat de gemeente zich – op domme wijze – zelf ook tot aanbiedende partij op de markt heeft ontwikkeld (Podium in Vathorst), is het een goede zaak om als gemeentelijke overheid de herontwikkeling van kantoren tot woonruimte te stimuleren. Er zijn goede voorbeelden elders (Rotterdam, Utrecht) en een lijntje naar de SEV kan beslist geen kwaad.

Donderdag 22 april 2004

Een blik over de schutting kan nooit kwaad. Integendeel, ervaringen die anderen opdoen kunnen leerzaam zijn voor het eigen handelen. Zelfs het inzicht dat wat elders gebeurt zich moeilijk laat vergelijken met de eigen situatie, kan leerzaam zijn: het analyseren van de verschillen is even nuttig als het constateren van de overeenkomsten. Dat geldt ook voor de gemeenteraad, haar lokale cultuur en de visies en inzichten die er leven.

Dus toog ik deze avond naar Leusden, waar de gemeenteraad van deze buurgemeente een debat over de toekomst van dit dorp had georganiseerd. Ik zeg met opzet ‘dorp’, want het behoud van de positieve kanten van dit begrip speelt bij de Leusdense discussie een grote rol. De discussie was vanuit de raad zelf georganiseerd, er lagen geen nota’s van het college of van ambtelijke medewerkers. Integendeel: de collegeleden namen aan de discussie deel, zonder hierbij een prominente rol te spelen. Een open discussie, waaraan ook de ruimschoots aanwezige ‘dorpelingen’ deel konden nemen. (‘dorpelingen’ omdat in mijn ogen Leusden eigenlijk helemaal geen dorp is, maar een fikse gemeente met enkele dorpse herinneringen).

Ik was zo ongeveer de enige niet-Leusdenaar, dus was het logisch dat enkele raadsleden en een van de wethouders mij vroegen wat ik van de discussie vond. Een ding was in elk geval opmerkelijk: naarmate de thema’s meer in de buurt van de zogenaamde heilige huisjes terecht kwamen (en dan ging het vooral om bouwplannen rondom het dorp), werd de discussie heftiger en voor een buitenstaander echt boeiend.

Maar al liggen bouwplannen in Leusden liggen misschien net zo emotioneel als bouwplannen in Amersfoort, ze bepaalden in mindere mate de discussie. Die ging vooral over de kwaliteit van de samenleving. En dan valt een Amersfoorter meteen een belangrijk element op: onze zorgen zijn hun zorgen niet. Als wij in Amersfoort over de samenleving praten, gaat het veelal om werk en inkomen – met de gevolgen voor de sociaal minder draagkrachtige -, over minderhedenbeleid, onderwijs en cultuur. En dat is logisch: je hoeft maar naar de statische gegevens van beide gemeenten te kijken en de verschillen dringen zich op. En als het Amersfoortse college onder druk komt te staan, heeft dat te maken met de groeistuipen in onze stad: CSG, baggerstort, verkeer en noem maar op.

Toch is de discussie in Leusden leerzaam. De thema’s die in onze buurgemeente worden gesproken zijn in onze stad minder actueel, maar komen in de toekomst net zo goed ook in Amersfoort aan de orde. Het gaat daarbij om de gevolgen van de demografische ontwikkeling: vergrijzing, daarmee samenhangend minder deelnemers aan het vrijwilligerswerk, andere wensen op het gebied van voorzieningen en noem maar op. Zolang Amersfoort groeit en een relatief jonge bevolking heeft, kan de gemeenteraad een aantal toekomstige problemen nog ignoreren, maar de discussie die nu in Leusden wordt gevoerd, gaat over twee decennia ook onze discussie bepalen.

Een van de thema’s in de Leusdense discussie betrof de grens van de gemeente, zowel de buitengrens als de contouren van de bebouwing. Het grootste deel van het Leusdense grondgebied heeft een landelijk karakter. Binnen de regio Eemland zou Leusden zijn expertise als landelijke gemeente kunnen inzetten. Interessant in dit kader was de opmerking van een van de raadsleden die een herstel van de oude gemeentegrens bepleitte. Het landelijke Stoutenburg zou weer aan Leusden moeten worden toegevoegd. Opmerkelijk: wethouder Jan de Wilde is juist naar Stoutenburg verhuisd. Met het vervullen van de Leusdense wens zou Amersfoort meteen afscheid moeten nemen van zijn wethouder Financiën. Zo kan je natuurlijk ook oppositie voeren tegen het financiële beleid in onze gemeente!

Woensdag 21 april 2004

‘Alle hens aan dek!’ is de titel van de Kadernota. Een eigenaardige titel, want de teneur van de nota is: we hebben vorig jaar al voldoende maatregelen genomen, daarom hoeven we in de Kadernota 2004 geen ingrijpende bezuinigingen voor te stellen. Dus waarom wordt iedereen nu ineens uit de kooien geroepen om in vliegende storm de zeilen binnen te halen en de lading vast te zetten. Het Alle hens aan dek kan natuurlijk ook betrekking hebben op de bezuinigingsmaatregelen die het college het komende halve jaar nog verwacht. Maar in de nota wordt geen enkele hint gegeven in welke richting daarbij wordt gedacht, laat staan dat concrete maatregelen voor eventueel opkomend slecht weer worden genoemd.

Over de inhoud van de nota wil ik nog niet veel zeggen, er komt maandag nog een uitvoerige toelichting voor de raad en één keer vluchtig doornemen is net genoeg voor het formuleren van een algemene indruk. De algemene indruk is: vrijwel alle rijksbezuinigingen worden één op één doorgesluisd naar onze stadgenoten. Waar dat niet gebeurt, moet een extra verhoging van de OZB uitkomst bieden, dus ook dan moeten de stadgenoten bloeden.

Op de gemeentelijke ambities wordt niet gekort. Het Rijk kondigt allerlei bezuinigingen aan. ‘Toch hebben wij nadrukkelijk het voornemen om desondanks zoveel mogelijk van onze voornemens te realiseren,’ schrijft het college. Uitgangspunt voor het college is: ‘Het wegvallen van Rijksmiddelen op beleidsterreinen niet te compenseren door een extra inzet van gemeentelijke middelen op het betreffende beleidsterrein.’ De Amersfoortse bevolking mag bloeden, op het stadhuis blijven ambtenaren en bestuur ijverig doorwerken aan mooie, ambitieuze plannen die in financieel betere tijden zijn ontwikkeld. Dat is jammer, want als het gemeentebestuur onze medeburgers echt zou willen ontzien, zou dat tot personeelsbesparingen op het stadhuis kunnen leiden. Maar bezuinigen binnen eigen huis is het laatste waaraan het college denkt!

Toch twee opvallende punten. Het college wil het experiment voor de twaalf-plus-kinderopvang in So What niet voortzetten. Voor deze opvang werden rijksmiddelen beschikbaar gesteld, maar ook hier is de bijl van de rijksbezuinigingen gevallen. Maar gelukkig wordt op dit punt een oplossing gesuggereerd. Het college merkt op dat, als de raad voortzetting van het tienerwerk in So What op prijs stelt, er voor twee jaren incidenteel geld beschikbaar komt, mits het Rijk de eindafrekening Tieneropvang volledig goedkeurt. Indien het college zelf deze mogelijkheid ziet, is het natuurlijk onzin om nog vóór 1 juli het tienerwerk in Zielhorst te ontmantelen.

En bewoners in Vathorst wezen mij op een absurde situatie. Het college erkent het belang van een buslijn tussen Vathorst en het overige stadsgebied, maar wil desondanks de bestaande busverbinding opheffen. Het potje is leeg en de belangstelling voor het busvervoer valt tegen, aldus het college. Een vreemde maatregel, aldus de Vathorster bewoners. Juist nu het aantal inwoners toenemend en een stijging van buspassagiers is te verwachten, wordt deze openbare vervoersverbinding om zeep geholpen. Zij vinden dat in schrille tegenstelling staan tot de 1,3 miljoen euro die het college beschikbaar stelt voor een fietsverbinding waarvan het nut bij de meeste bewoners in Vathorst wordt betwijfeld.

!

Written by raphaelsmit

24/04/2004 bij 10:19

Geplaatst in Uncategorized

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: