Woensdag 21 juli 2004
Wethouder Van der Weg zoekt op korte termijn contact met zorgverzekeraar Agis en de Stichting Gezondheidscentra Vathorst, dat financieel in de problemen zit. Dat wordt ook wel eens tijd ook! Erger nog: het is verbazingwekkend dat vanuit het stadhuis schijnbaar nu pas wordt gereageerd op de problemen rondom het gezondheidscentrum in Vathorst, want dat er problemen zijn is op z’n minst al een jaar zichtbaar.
En waar bestaat die hulp dan wel uit? Ik citeer de Amersfoortse Courant: ‘Ze wil weten of de gemeente Amersfoort formeel of informeel de financieringsproblemen rondom De Brink opnieuw onder de aandacht moet brengen in Den Haag.’ Dat is op z’n minst een gotspe. Enige tijd geleden konden de dames en heren op het stadhuis al lezen dat het gezondheidscentrum in ons nieuwste stadsdeel een dreigend faillissement staat te wachten. Nadat gisteren in de krant was te lezen dat de zorgverzekeringen het ministerie hebben gevraagd om de rentabiliteitsnormen voor startende gezondheidscentra in vinexwijken te versoepelen, vraagt onze wethouder of zij misschien ook nog iets kan doen, alsjeblieft, dankjewel.
Onze wethouders zijn haast elke week te ontmoeten bij feestelijke openingen, buurtfeesten en andere feestelijke gebeurtenissen in Vathorst waarbij de collegeleden kunnen laten zien hoe zij zich inspannen om achter de A1 een wereld van verschil te laten ontstaan. Over problemen hoor je ze nooit, ik mag er dus als raadslid van uit gaan dat er hard wordt getrokken aan het oplossen van problemen bij de dienstverlening voor onze Vathorster inwoners. Dat valt wat tegen, maar gelukkig gaat de wethouder nu op korte termijn contact zoeken om te kijken of ze nog een goed woordje kan doen in Den Haag. Daar zullen ze op het ministerie van opkijken!
Dinsdag 20 juli 2004
Nog maar eens even over het centrum voor moderne kunst dat in het nieuwe gebouw van de rijksdiensten aan het Smallepad tegen duur geld een plekje kan krijgen – althans, dat lijkt het college wel wat. Een vreemde zaak voor een gemeentebestuur dat trots is op de eigen vestiging voor de Armandocollectie en een zich tot volwassen museum ontwikkelend centrum voor moderne kunst in het Mondriaanhuis.
Het centrale centrum voor moderne en nieuwe kunst in onze stad is tot nu toe gevestigd in het Rietveldpaviljoen aan de Zonnehof. Een gebouw dat er mag zijn, gezien zijn architectonische betekenis. Twee problemen dienen zich echter aan: bouwkundig is het Rietveldpaviljoen niet meer van onze tijd en het is te klein om aan de ambities die onze stad heeft met de moderne en nieuwe kunst te kunnen voldoen. Daar is begrip voor op te brengen.
Maar als we dan in onze stad behoefte hebben aan een nieuwe ‘Kunsthal’, moet dat ook een gebouw zijn dat klink als een klok. Een gebouw met een eigen smoel, zoals je dat ook kunt zeggen van het Rietveldpaviljoen. In elk geval geen expositieruimte die ergens is weggemoffeld in een kantorengebouw langs de spoorlijn naar Zwolle.
Het huren van expositieruimte in het zogenaamde ‘Kenniscentrum’ van de Rijksgebouwendienst kost de stad al heel wat extra geld. Als men dat er schijnbaar voor over heeft, laten we dat dan steken in een gebouw dat echt van ‘ons’ is, en niet achter het bureau van Fons Asselbergs en diens opvolgers is weggemoffeld. Het initiatiefvoorstel van Liedeke Willenborg, die het Rietveldpaviljoen wil verplaatsen baar het Eemcentrum, zou een goede eerste stap kunnen zijn, maar het kan ook nog anders. Laten we in elk geval wat meer tijd nemen om ons een goed beeld te vormen van wat we willen met een nieuwe Kunsthal, hoe we het financieren en hoe de eventuele opbrengst van het Rietveldpaviljoen, zo dat niet wordt verplaatst, daarbij zinvol kan worden betrokken.
Maandag 19 juli 2004
De Dutch Open, een van de grootste tennisspektakels in ons land, is succesvol afgesloten. Niet alleen sportief, maar ook organisatorisch. Wat vroeger voor elke tennisliefhebber in ons land het Melkhuisje in Hilversum was, is nu Bokkeduinen in Amersfoort. Oké, er zijn mensen die zullen zeggen: nou en? Maar er zijn ook heel wat bewoners in onze stad, en dan bedoel ik niet alleen de duizenden tennisliefhebbers, die er best trots op zijn wanneer het imago van de stad waarin zij wonen op nationaal niveau een duwtje in de rug krijgt. Amersfoort is een stad om trots op te zijn, en dan is enige naamsbekendheid nooit te versmaden.
Het gemeentebestuur heeft de afgelopen jaren al heel wat acties op touw gezet om de stad ‘op de kaart’ te krijgen – soms op een wijze die bijna de reactie opleverde van: schattig, kijk ze nu eens hun best doen. Dat kostte overigens vaak bakken vol geld, waarvoor dure bureau’s werden ingeschakeld en ambtenaren heel wat overuren draaiden. Tegenover een aantal acties in het verleden is de bemoeienis van het gemeentebestuur bij een sportgebeuren als de Dutch Open eerder bescheiden. Het is een vrijwel geheel particulier initiatief, waarvan we mooi kunnen profiteren.
Ik was daarom wat verbaasd over de publicatie vanmorgen in de Amersfoortse Courant, waaruit de sfeer naar voren kwam van: hebben we er wel iets aan, doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Goed, we zijn een provinciestadje, ergens aan de rand van de Veluwe. Dat dwingt ons echter nog niet om ook ons denken tot het provinciale niveau te beperken. Nu we zo’n beetje stad worden, mogen we ook wel een beetje kapsones krijgen, zeker als ons dat verder nauwelijks een cent kost. Ik hoop daarom dat het overleg dat binnenkort plaatsvindt over verlenging van de relatie tussen Amersfoort en de organisatie van de Dutch Open, een goed resultaat oplevert. Overigens: ook ik speel – als recreant – tennis, dus misschien ben ik wel wat te enthousiast. Maar daarin sta ik gelukkig niet alleen.
Geef een reactie