Zaterdag 24 juli 2004
Via een persbericht en een brief aan de raad laat het college weten dat zij een van de moties, aangenomen tijdens de in april gevoerde discussie over het snelfietspad door de Boerderijenkamer in Kattenbroek, niet kan uitvoeren. Het gaat om de motie waarin een aantal maatregelen werd gevraagd om de overlast van brommers ten gevolge van het nieuwe fietspad tussen Vathorst en Kattenbroek te voorkomen. Het college geeft nu aan dat het niet over de bevoegdheden beschikt om deze motie te kunnen uitvoeren.
Dat is precies wat de oppositiepartijen bij de discussie over dit omstreden fietspad naar voren hebben gebracht. Het college wekte tijdens de discussie de indruk zich actief te zullen inzetten voor het bestrijden van de extra overlast in de Boerderijenkamer. Deze toezegging was een van de schaamlapjes die de coalitiepartijen, de VVD voorop, nodig had om het gezichtsverlies tegenover de bewoners in Kattenbroek te beperken.
Ik weet zeker dat tijdens de discussie in april het college, en zeker de burgemeester, er van op de hoogte was dat het aan middelen ontbreekt om de door de bewoners gevreesde overlast te voorkomen. Om politieke redenen is echter de indruk gewekt dat de bewoners op dit punt op het gemeentebestuur kunnen rekenen. In feite is dit de politieke cultuur zoals die door de oude coalitiepartijen al vele jaren wordt bedreven. Met valse beloften en met gebrek aan moed om enkele aan deze partijen gelieerde belangenorganisaties tegen het hoofd te stoten, wordt er een politiek bedreven die tegen het belang van de bewoners is gericht. Eigen stokpaardjes hebben de voorrang, en om dit tegenover direct belanghebbende te verbergen wordt een leugentje meer of minder niet geschuwd.
Vrijdag 23 juli 2004
Via de kabelkrant van Omroep Amersfoort worden de oppositiepartijen in de gemeenteraad bestraffend toegesproken door de fractievoorzitter van de PvdA, Ismail Parmakzis. Ik ben wel blij met zijn woorden: ik zou mij diep schamen wanneer de fractievoorzitter van de PvdA zou meedelen dat de oppositiepartijen, Leefbaar Amersfoort voorop, zich voorbeeldig volgens de normen van deze oerconservatieve coalitiepartij zouden gedragen.
De PvdA-fractie in onze stad gedraagt zich al sinds vele jaren als kleurloze, weinig creatieve partij, die op belangrijke momenten vooral als laffe steun en toeverlaat optreedt ten behoeve van de stadhuisbureaucratie. Dat is iets waarop je niet trots hoeft te zijn en waarvoor in 2002 onder andere de PvdA van eenderde van de kiezers – de niet-stemmers niet meegeteld – een gevoelige pak slaag heeft gekregen.
De fractievoorzitter van de PvdA verwijt de oppositiepartijen vooral een gebrek aan respect. Welnu, beste Ismail, respect moet je verdienen. Ik kan mij geen feiten herinneren die mij aanleiding geven om diep respect te hebben voor het college en de hem ondersteunende coalitiepartijen. Voor veel van het werk dat het college verricht, verdient het geen extra respect omdat het gewoon tot zijn taken behoort. En als er al een gevoel van respect zou opdoemen, weet het college en zijn ondersteunende partijen, de PvdA voorop, dergelijk opkomend respect adequaat de grond in te boren door wanbeleid, politiek geflikflooi en het ignoreren van de belangen van de burgers in onze stad.
Wat Ismail Parmakzis ongetwijfeld dwarszit, is het feit dat – mede door eigen falen in afgelopen jaren – er sinds 2002 oppositiepartijen in de raad zitten die niet bereid zijn zich aan te passen aan het verstikkende, introverte en vaak ongeloofwaardige cultuurtje dat al lange tijd binnen het Amersfoortse stadhuis heerst. Dat de PvdA in onze stad zich deze weinig verheffende cultuur aan het Stadhuisplein al geheel heeft eigen gemaakt en zij zich vooral richt op het eigen machtsbehoud en zijn positie binnen het college, is een zaak waar deze partij zelf verantwoordelijk voor is. Wij doen hieraan niet mee!
Donderdag 22 juli 2004
Omroep Amersfoort besteedt gedurende de vakantieweken aandacht aan de vraag: wat hebben de politieke partijen gedurende de eerste helft van de huidige collegeperiode bereikt? Het is niet verassend dat deze vraag ook aan mij werd gesteld. Hoewel het vraag mij onvoorbereid trof en ik mij niet kon verdiepen in een uitvoerige analyse, waren er genoeg punten op te sommen.
In het algemeen hebben de oppositiepartijen bereikt dat binnen de gemeenteraad meer discussie plaatsvindt en niet alles wat door het college wordt gepresenteerd, voor zoete koek wordt aangenomen. Hoewel de oppositiepartijen bij menig constructief voorstel een gesloten blok van de coalitiepartijen tegenover zich vinden, is er ook in specifieke zin best het een en ander bereikt. Dat begon in feite al bij de start van de nieuwe raad, toen het banale voorstel om in Birkhoven Noord een aantal commerciële sporthallen te laten bouwen, van tafel werd geveegd. De coalitiepartijen, die tot 2002 de bouwvoorstellen hadden gesteund, waren nog zo geschrokken van de motie van wantrouwen die een groot deel van de kiezers op het adres van de oude en nieuwe coalitiepartijen hadden ingediend, dat een voorstel uit de oppositie een ruime meerderheid kreeg.
Ondanks de regelmatige obstructie van de coalitiepartijen, heeft een aantal moties en initiatiefvoorstellen vanuit de oppositie toch een meerderheid verworven – omdat ze onweerlegbaar en constructief waren. Denk maar aan het voorkomen van de aanleg van een snelbusbaan door het Park Schothorst, het behoud van het Bosbad, een aantal verkeersvoorstellen zoals voor de Stichtse Rotonde, de busbaan in de Stationstraat en het vergunningparkeren, het preventief fouilleren, de discotheek in het Eemcentrum en noem maar op.
Natuurlijk is de lijst van moties en initiatiefvoorstellen vanuit de oppositie die geen meerderheid hebben gekregen, langer. Maar dit uitblijven van steun had niets te maken met gebrek aan kwaliteit of het ontbreken van de intentie om op constructieve wijze het leefklimaat in de stad te verbeteren. Het gebrek aan steun vanuit een of meer coalitiepartijen had vooral te maken met het feit dat het deze partijen maar al te zwaar valt om de oppositiepartijen in hun bemoeiingen om op realistische wijze het leefklimaat in onze stad te verbeteren, te ondersteunen. Liever laten de coalitiepartijen dingen bij het oude, beschermen zij gevestigde machtsstructuren binnen en buiten het stadhuis en houden zij hun eigen, steeds weer falende, wethouders de hand boven het hoofd.
De oppositiepartijen hebben ruimschoots gebruik gemaakt van de middelen om het collegebeleid te controleren, zoals wettelijk en in het reglement van orde is vastgelegd. Denk daarbij maar aan de vele schriftelijke vragen, de interpellaties in de raad en de daar ingediende moties en gestelde mondelinge vragen. Hoewel dat misschien niet voor alle vragen geldt, een groot aantal daarvan heeft de vinger op de zere wond gelegd en aanpassingen in het beleid teweeg gebracht.
De oppositiepartijen hebben de eerste twee jaren ook een nieuwe ambiance in de raad en de commissies bewerkstelligd. Deze nieuwe atmosfeer heeft er toe geleid dat enkele van de zwakke broeders binnen het college het veld hebben moeten ruimen. Dat de coalitiepartijen daarna geschrokken de, eerder bejubelde, duale werkwijze ten graven hebben gedragen, is jammer, maar zegt alles over de doelstellingen van de coalitiepartijen: machtsbehoud, het vasthouden aan overjarige dogma’s, baantjesjagerei. Er is nog genoeg te doen voor de oppositiepartijen in de Amersfoortse gemeenteraad!
Geef een reactie