Vrijdag 27 augustus 2004
De afgelopen maand heeft Omroep Amersfoort aandacht besteed aan de resultaten die de raadsfracties gedurende de eerste helft van deze raadsperiode hebben behaald en de verwachtingen die voor de resterende tijd leven. Deze week gaf de CDA-fractievoorzitter zijn visie en verwachtingen weer. Spannend was het niet, aardige mensen kunnen soms ook hele saaie mensen zijn.
De belangrijkste taak voor de komende periode, aldus de fractievoorzitter van het CDA, is het verbeteren van het functioneren van de raad. Na twee jaar onrust is rust geboden. Ik was wat verbaasd over deze uitspraak. Ik kan mij geheel andere onderwerpen voorstellen die belangrijk zijn voor de komende achttien maanden. Op sociaal gebied moet heel wat werk worden verricht om te voorkomen dat een grote groep stadgenoten die het financieel niet zo breed heeft, door de bezuinigingsdrift in Den Haag verder wegzakt in een maatschappelijk isolement. Dat vergt extra aandacht op talloos gebied, niet alleen bij het sociale beleid maar net zo goed voor welzijn, cultuur en sport. We moeten ook hard werken aan het Eemcentrum en daarbij vooral de financiering in de gaten houden. De economie van de stad verkeert in een labiele toestand, daar moet veel energie in worden gestoken, ook als het gaat om bereikbaarheid en scholing. En de stad zit in allerlei processen die ons veel geld kunnen kosten, van CSG-Noord tot het kantorenpark halfweg Nijkerk, van de baggerstort tot Birkhoven-Bokkeduinen.
Het is mij liever dat de raad hier intensief mee bezig is, oplossingen zoekt en daarbij af en toe ook spaanders laat rondvliegen. Er is veel werk, over de manier van uitvoering daarvan verschillen de meningen nog al eens, pittige discussies zijn dus noodzakelijk.
De sfeer van zondagrust in de raad lijkt het belangrijkste te zijn waar het CDA zich op richt. Hou toch op, waarde christengenoten! Passie hebben we nodig! Laat de kiezers maar merken dat er in de raad iets gebeurt en dat er wordt gevochten voor de belangen van onze stadgenoten.
Overdreven netheid en angst voor het scherp van de snede leidt tot vervreemding en onduidelijkheid. Maar misschien hoopt het CDA juist met kerkhofstilte garen te spinnen, een defensieve houding die echter voor onze burgers weinig oplevert. Of heeft de CDA-fractie na het afscheid van twee fractievoorzitters (één door vertrek naar het college) ook, geschrokken door het opdwarrelende stof, afscheid genomen van de voorzichtige pogingen tot politieke geëngageerdheid, zoals de eerste twee jaren getoond? Het is niet te hopen.
Geef een reactie