Zondag 29 augustus 2004
De Olympische Spelen zijn vandaag beëindigd. En ja hoor: allerlei bobo’s, vaderlandse politici en andere hotemetoten roepen dat Nederland zich hard moet maken om de Olympische Spelen ook naar ons land te halen. Liefst in 2012, maar het mag ook in 216 zijn. In een van de dagbladen las ik al: ‘Almere is er klaar voor!’ en was een kaartje van ons land opgenomen waaruit bleek dat tientallen steden een platform aan een van de olympische sporten kunnen bieden. In ons polderende landje moet je het samen doen, er zou anders misschien ’n stad te veel in het voetlicht komen te staan. Ik las zelfs ergens dat we de organisatie samen met België ter hand moeten nemen. Ik snap het: elke aanzet voor het ontwikkelen van te veel nationalistisch gevoel moet worden vermeden.
Ik heb rond 1985 enkele jaren als klein hulpje deel mogen uitmaken van de Nederlandse delegatie die zich bij verschillende gelegenheden aan het IOC voorstelde met het plan om de spelen van 1992 naar Amsterdam te halen. Tegenover een enthousiaste groep sportmensen en Amsterdams burgemeester Ed van Thijn stond een uiterst kritische samenleving. ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg,’ was zo een beetje het credo. Olympische pretenties, dat was iets dat moeilijk aansloot bij ons calvinistische volksdenken. De meeste media-aandacht ging uiteraard naar de tegenstanders, want de spelen waren iets van het establishment. Alsof er in ons land geen miljoenen mensen sport bedrijven en belangstelling hebben voor topsport. Ere wie ere toekomt: onder grote belangstelling van de media wisten mensen als Saar Boerlage de spelen buiten de deur te houden. Het is maar wat je een eer noemt!
Als ik nu Haagse politici, tijdens hun imagoplegende tripjes naar Athene, om het hardst hoor roepen dat zulke spelen toch ook in ons land een plaats moeten krijgen, kan ik maar een ding zeggen: ‘Dames en heren, niet uw woorden, maar alleen uw daden tellen mee!’ En dan zie ik dat in ons land de sport geen enkele politieke prioriteit heeft. Een wat kleurloos ‘trutje elf’, haar naam is me ontschoten, presenteerde zich als de politiek verantwoordelijke voor de sport in ons land en minister Zalm laat blijken geen cent extra over te hebben voor de sport, niet voor de top noch voor de breedtesport. Ik zie het er niet van komen dat ons land een tot twee miljard euro over heeft voor het organiseren van het belangrijkste mondiale sportevenement. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg!
Dat merk je ook in onze eigen stad. Binnen de gemeenteraad is aandacht vragen voor topsport een uiting van incorrect gedrag, het sportbudget staat zwaar onder druk en initiatieven om daarin verandering aan te brengen, worden afgeknepen. Het simpele feit dat het gemeentebestuur de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor het sportbeleid heeft geprivatiseerd, zegt meer dan voldoende. Ondanks veel hossanageroep halen we ten aanzien van de accommodaties nauwelijks het gemiddelde niveau, bijdragen voor topsportevenementen worden door een meerderheid van de raad als een primaire mogelijkjheid tot bezuinigingen opgevat.
Het belangrijkste lichtpuntje was de afgelopen jaren de heropening van het Bosbad. Maar dit gebeurde niet dankzij een inventief college, maar was het gevolg van een actie van de SP, bijgestaan door Hart voor Amersfoort, tegen de voorgenomen sluiting van dit bad. Daarentegen wachten nog talloze verenigingen op een noodzakelijke verbetering van hun accommodatie. Een voorstel van Leefbaar Amersfoort om dit probleem op te lossen is onder welwillende woorden afgeschoten – het kostte geld! Ondanks de groei van de stad is van een noodzakelijke uitbreiding van de accommodaties nauwelijks sprake, zoals ook de ASF heeft geconstateerd. Erger nog: er wordt wel een sporthal afgebroken – in De Koppel, ten behoeve van woningbouw – maar plannen voor een vervangende hal in de bestaande stad heb ik niet gezien.
Al met al: wie binnen het Amersfoortse stadhuis naar enige olympisch elan zoekt, die komt bedrogen uit. Overigens ben ik voor organisatie van de spelen van 2016 in Amsterdam!
Geef een reactie