Zondag 24 oktober 2004
Dit weekend verscheen het nieuwe D66-Bulletin. De rode draad in dit bulletin is ‘D66 Amersfoort als lokale partij‘. Verschillende leden gaan in op de noodzaak om stil te staan bij de positie die de D66-afdeling bij de komende verkiezingen gaat innemen. Daarbij wordt ook de vraag aan de orde gesteld of de Democraten uit de Keistad voorafgaand aan de komende verkiezingen samenwerking zoeken met een van de plaatselijke partijen. In november organiseert D66 een eerste discussiebijeenkomst, in januari moeten er besluiten vallen. Een goede planning, want de komende maanden moet er duidelijkheid komen of krachten binnen de huidige gemeenteraad kunnen worden gebundeld en daardoor in de nieuwe raad het aantal van twaalf fracties kan worden gereduceerd.
De Amersfoortse Democraten waren de laatste verkiezingen vooral slachtoffer van de landelijke trend. Natuurlijk kon je kritiek hebben op de verbetenheid waarmee hun wethouder Marcel Fränzel het de automobilisten zo moeilijk mogelijk maakte, maar inhoudelijk behoorde de zes man sterke fractie tot de top. Dat geldt evenzeer voor de na 2002 overgebleven twee fractieleden. Het kan geen verbazing wekken dat afgelopen zomer een a-select gezelschap van raadsleden, ambtenaren en journalisten Mirjam Barendregt tot raadslid van het jaar kozen. Kees van Engelenhoven heeft als oud-wethouder wel eens moeite met zijn oppositierol, maar dat doet niets af van het feit dat hij tot de kleine groep leden in de raad behoort die weten waarover ze spreken en die ook een eigen mening durft te ventileren.
Het optreden van de landelijke D66-ers, als steunpilaren van het Kabinet Balkenende, voorspelt weinig goeds voor plaatselijke D66-afdelingen – hoe uitstekend die het ook zullen doen. De goed presterende Democraten in de Amersfoortse raad lopen het gevaar afgerekend te worden op de landelijke trend, zogoed als de uiterst zwakke PvdA-fractie binnen onze raad mogelijkerwijze triomfeert dankzij het kontje van Bos. En de lijn is door te trekken: in verschillende steden in ons land heroverwegen Leefbaarpartijen hun positie voor de komende verkiezingen na het schandalige gestuntel van enkele plaatselijke Leefbaarcoryfeeën die landelijke ambities vertaalden in onderling gekrakeel en een smadelijke afgang.
In het D66-Bulletin dat dit weekend op de deurmat belandde, gaat buitengewoon raadslid Steven Pieters in op een aantal concrete kanten van mogelijke samenwerking tussen de plaatselijke Democraten en de stadspartijen. Hij spreekt zijn voorkeur uit voor een gesprek met Leefbaar Amersfoort. Hij heeft oog voor de verschillen, zowel in de programma’s als in de achterban van elk van de partijen. Maar hij ziet ook veel overeenstemming en mogelijkheden tot synergie. Hij voert een logische redenering op ten gunste van samenwerking tussen de plaatselijke Democraten, Leefbaar Amersfoort en Hart voor Amersfoort.
Ik heb hier een persoonlijke mening over. Net als de D66-leden vind ik de huidige versnippering in de raad contraproductief: het verzwakt de positie van de raad en versterkt de invloed van de bureaucratie. D66 en Leefbaar Amersfoort hebben elkaar het afgelopen jaar op verschillende punten, bijvoorbeeld door initiatiefvoorstellen op het gebied van verkeer, goed kunnen vinden. Overigens: Leefbaar Amersfoort werkt ook op pragmatische wijze samen met partijen als de SP en de VVD.
Ik heb nog geen idee hoe mijn partijbestuur en de leden tegen de gedachten van D66 aankijken. Persoonlijk vind ik het een goede zaak om in elk geval met D66 een gesprek aan te gaan. De oppositiepartijen moeten, hoe en in welke samenstelling dan ook, elkaar zien te vinden. Dat pogingen tot nog toe nog te weinig perspectief opleverden, moet vooral als een aanmoediging worden gezien om elk nieuw initiatief tot samenwerking serieus op te pakken.
Geef een reactie