Archive for januari 2005
Zondag 30 januari 2005
Vandaag vond het eerste Zonnehofdebat plaats, georganiseerd door onder andere de Openbare Bibliotheek en de Amersfoortse Courant. Zo’n honderd mensen spraken in het bibliotheekgebouw over problemen rondom de binnenstad. De belangrijkste onderwerpen waren de overlast in de Stovestraat en de vestiging van een disco (of danshuis) aan de Hellestraat. Een bijeenkomst waar erg veel mensen elkaar al veel vaker is tegengekomen. De brede uitnodiging aan nieuwe bewoners leverde vier extra bezoekers op, drie uit de binnenstad en één uit het Leusderkwartier. De discussie was geanimeerd en soms heftig, al had een tijdbeperking tot twee uur geen kwaad gedaan. Een nuttige tijdsbesteding op een grauwe zondagmiddag.
De discussie over de overlast aan de Stovestraat, veroorzaakt door de daar gevestigde dagopvang voor daklozen en verslaafden, leverde een aantal onbeantwoorde vragen op en maakte wederom duidelijk dat ons college in hoofdzaak bezig is brandjes te blussen, zonder een heldere visie te hebben op de oorzaak van de brand en de juiste bestrijdingsmiddelen. Een van de oorzaken van de toegenomen overlast, veroorzaakt door dakloze drugsverslaafden, ligt in het stringenter beleid in andere steden waardoor mensen naar Amersfoort trekken, zo las ik in een achtergrondartikel over dit onderwerp. De bijna voor de hand liggende vraag is dan: waarom voert ons college dan ook geen stringenter beleid?
Een deel van het probleem moet worden opgelost door een tweede opvang aan de Keerkring in Kruiskamp. De opening van deze extra opvang is gepland voor 1 februari. Dat komt mooi uit, want de informatieavond voor omwonenden is op woensdagavond 2 februari. Wie daarbij opmerkt dat de informatieavond ongeveer een maand te laat is, heeft gelijk, maar dit soort situaties ontstaat bij een gemeentebestuur dat onvoldoende visie durft te ontwikkelen. Tijdens de bijeenkomst deze middag meldde zich een verbolgen buurman van de nieuwe opvang, die meedeelde dat hij via de krant van de voorgenomen verplaatsing van een maatschappelijk probleemgeval naar zijn directe omgeving had vernomen. Deze stadgenoot begrijpt het dus niet: het feit dat er tientallen communicatiedeskundigen in het stadhuis werken, garandeert nog niet dat onze dagelijkse bestuurders ook naar behoren communiceren. Voorbeelden ten over!
De rol van het Iks, de welzijnstichting die de opvang in de twee centra regelt, was niet overtuigend. Schijnbaar weten ze binnen het Iks wel hoe je de problemen zou kunnen oplossen, maar is men vergeten dit tijdig bij het gemeentebestuur te melden. Het optreden van de Iks-directeur wekte herinneringen op aan het ouderwetse geitenharensokkengedoe uit de afgelopen jaren zeventig en tachtig, waarvan de maatschappij vandaag de dag nog steeds de vruchten mag plukken. Weinig hoopgevend dus voor de bewoners in de Stovestraat en in Kruiskamp.
Maar ook de gemeente heeft kilo’s boter op het hoofd, als het om de relatie met Iks gaat. De organisatie is de opvang aan de Stovestraat begonnen met een afspraak voor omstreeks veertig daklozen. Dat aantal is van gemeentewege een aantal keren verhoogd, zonder op een andere wijze het groeiende probleem fundamenteel aan te pakken. Je kunt hierbij wel opmerken dat de Iks-directie dit schijnbaar zonder veel protesten over zich heen heeft laten komen.
Al met al: de discussie over de Stovestraat leverde weinig punten op die het vertrouwen in de aanpak van het problemen rond de dak- en thuislozen nadrukkelijk versterkten. Ik voorzie enige discussie in de eerstkomende vergadering van de raadscommissie SOC.
Zaterdag 29 januari 2005
De PvdA congresseerde vandaag in Delft. Wouter Bos was na afloop te gast in Nova. Wat deze dag duidelijk heeft gemaakt: Nederland telt nog maar één socialistische partij, de SP. PvdA-congresgangers noemden, voor de camera daarnaar gevraagd, hun partij nu sociaal-liberaal. Een vaag begrip, maar we hebben nu in elk geval drie liberale partijen in ons land: de conservatieve VVD, de zich al langer sociaal-liberaal noemende D66-ers en nu de tweede sociaal-liberale partij. De kiezer mag het uitzoeken. Ik hoor mijn raadscollega Kees van Engelenhoven – D66-er van het eerste uur – al het advies geven: ‘Mensen, kies voor echt!’
Als oud-PvdA-er hoef ik vandaag geen traan te laten. Was ik nog PvdA-lid geweest, dan had ik die traan wel geplengd en alsnog bedankt voor de partij die in Delft overtuiging heeft ingewisseld voor bang opportunisme.
De achilleshiel binnen de PvdL is zijn eigen leider, Wouter Bos. Heel de PvdL lijkt om zijn leider te draaien, die – in koor met zijn partijvoorzitter – afgelopen week in NRC-Handelsblad verklaarde geen behoefte te hebben aan een tegenkandidaat voor de komende lijsttrekkerverkiezing. Nou ja, het woord ‘verkiezing’ is dan wat overdreven. Logisch dat leden van de PvdL hun partij niet langer spontaan sociaal-democratisch noemen, maar het democratische begrip bij gebrek aan beter hebben ingewisseld door leentjebuur te spelen op het middenveld.
Wouter Bos dus als achilleshiel. Die heeft immers al te kennen gegeven dat hij weliswaar de alternatiefloze partijleider wil zijn, maar eigenlijk niet beschikbaar is om na een gunstige verkiezingsuitslag als premier op te treden. Dat kost te veel tijd, dat moeten anderen maar doen. Wie dan wel, dat wordt niet duidelijk. Wouter Bos, een vrijetijdsliberaal waarvoor men binnen de PvdL geen alternatief voorhanden heeft. Van Drees tot Den Uyl, ik hoor het gewring in de kisten!
Vrijdag 28 januari 2005
Vandaag had ik een uitvoerig gesprek met de eigenaar van coffeeshop De Schommel, de coffeeshop waarvan het College van B en W vindt dat die beter in het bescheiden winkelcentrum van Vathorst gevestigd kan zijn dan in de binnenstad. Binnen zijn branche is de eigenaar van De Schommel een witte raaf. Hij heeft zich steeds ingezet voor het beperken van de overlast van zijn zaak in de Pothstraat en heeft een lange zoektocht verricht naar een alternatieve vestiging. Zijn oog is gevallen op een tijdelijke plek in Vathorst, naar mijn mening een slechte keus.
De eigenaar van De Schommel, ik schreef het al eerder, is niet veel te verwijten. Als ondernemer zoekt hij een alternatief nu hij uit de Pothstraat moet verdwijnen, enige creativiteit kan hem niet worden ontzegd. Het verwijt is vooral het college te maken. Dat stelt zich op het standpunt dat aan de regels wordt voldaan, dus is er niks aan de hand. Toch ligt dat anders. Allereerst: het gaat niet uitsluitend om de regels. Als de zaken zo eenvoudig liggen, kan je het college in zijn omvang beperken tot projectleider de Kleijn. Als bestuur moet je ook maatschappelijke afwegingen maken en naar alternatieven zoeken. Je moet in elk geval helder in beeld hebben wat de consequenties van een besluit zijn.
Dat laatste is zeker niet het geval. Was dat wel zo, dan had de wijkwethouder, tevens verantwoordelijk voor de te starten artikel-17-procedure, zijn licht opgestoken onder de bewoners in Vathorst en bijvoorbeeld eens met de bewonersvereniging gesproken. Niet dat die daardoor enthousiast zouden zijn geworden, maar misschien was er enig draagvlak of begrip ontstaan.
In elk geval had het college dan een geloofwaardige indruk gemaakt. Nu hebben de bewoners door middel van een persbericht en een brief aan de directomwonenden ná het collegebesluit, ervaren wat er in hun wijk gaat plaatsvinden. Maar ja, communicatie is niet het sterkste punt van onze wijkwethouder, net zomin als zijn sociaal inlevingsvermogen.
Donderdag 27 januari 2005
De leden van D66 hebben vandaag besloten de mogelijkheid te onderzoeken tot een gezamenlijk optrekken bij de komende raadsverkiezingen met Leefbaar Amersfoort. De vorm waarin, wordt de komende tijd onderzocht. Uiteraard kwam het besluit van de democraten voor mij niet onverwacht. Ten eerste was de mogelijkheid tot samenwerking al ruimschoots aan de orde geweest in het ledenblad van D66 (dat ook aan de fracties wordt toegestuurd). Daarnaast hadden fractieleden van Leefbaar Amersfoort al informeel over het idee dat binnen D66 is ontstaan van gedachten gewisseld en met hun D66-raadscollega’s gesproken.
Voor Leefbaar Amersfoort is samenwerking met andere plaatselijke partijen een voortdurend thema geweest. Jammer genoeg leverde een jaar overleg met de Burgerpartij geen resultaat op. Het feit dat je bij samenwerking niet alleen wint, maar ook iets moet inleveren, bleek bij de Burgerpartij minder te leven. Dat Gerard van Vliet koos voor de Burgerpartij, vonden wij jammer, maar we beginnen daarvoor steeds meer begrip te krijgen. Onze samenwerking met Hart voor Amersfoort verloopt prima, waarbij sprake is van een win-winsituatie.
D66 is in de Amersfoortse politiek een bijzonder fenomeen. De Amersfoortse democraten ontwikkelen zich vooral als een stadspartij, hun banden met de landelijke partij overstijgen nauwelijks het formele minimum. Wat vooral van betekenis is: de twee fractieleden van D66 manifesteren zich duidelijk en met overtuiging en zijn vaak leidend in de politieke discussie. Mirjam Barendregt werd vorig terecht door collega-raadsleden, journalisten en ambtenaren uitgeroepen tot de politicus van het jaar.
Wat uit de contacten tussen Leefbaar Amersfoort en D66 tot nog toe duidelijk is geworden: er is geen sprake van een partijfusie of iets dergelijks. Dat zou een moeilijke weg zijn want Leefbaar Amersfoort heeft niet de pretentie om als een partij te functioneren. Natuurlijk hebben we een rechtspersoon met zijn eigen bestuur. Maar onze achterban, ons ‘klankbord’, bestaat niet uit contributiebetalende leden maar uit tientallen ‘supporters’, mensen die ons op verschillend terrein bijstaan, ideeën aandragen en ons zonodig van constructieve kritiek voorziet. De groep die achter ons staat is wisselend in samenstelling, regelmatig zoeken fractie en bestuur het contact op met stadgenoten die een boodschap vertegenwoordigen. Kortweg, we zijn geen partij maar een beweging!
Op dat punt vinden D66 en wij ons gemakkelijk. Vernieuwing in de Amersfoortse politiek moet niet door een verstofte partijorganisatie worden gedragen, maar door een groep mensen die samen een beweging vormen, die zich inzetten voor andere, open verhoudingen tussen burgers en het door hen gekozen bestuur. Het gebrek aan creativiteit binnen het Amersfoortse college en de afhankelijkheid van wethouders ten opzichte van het ambtelijke apparaat, mogen niet langer de cultuur in de Amersfoortse politiek bepalen. Het bestuur en zijn apparaat zijn er voor onze stadgenoten en niet andersom.
De komende maand gaan D66 en Leefbaar Amersfoort prille ideeën verder uitwerken. Voor D66 is vier jaar oppositie een nuttige denkpauze geweest, Leefbaar Amersfoort heeft zich in die tijd ontwikkeld tot een ongebonden, kritische stadspartij. Binnen de fracties en binnen de aanhang van beide groeperingen zit enorm veel creativiteit, betrokkenheid, ervaring en kritisch vermogen. Dat moet de komende jaren worden verzilverd!
Woensdag 26 januari 2005
Vathorst, een wereld van verschil! Dat kan je op verschillende manieren tot stand brengen. Ons college heeft soms originele opvattingen over de invulling van dat begrip. Vreemde opvattingen, mag je zelfs wel zeggen. Is er bijvoorbeeld een mooier verschil denkbaar tussen de volgende buren: een supermarkt, een drogisterij en een coffeeshop!
Oké, rondom coffeeshops bestaan heel wat onterechte vooroordelen, maar die veranderen niets aan het feit dat coffeeshops een imago hebben dat wordt bepaald door de uiteenlopendheid van bezoekers: van keurige burgermensen die liever wat roken in plaats van zich vol te laten lopen met alcohol tot mensen die op enige afstand al herkenbaar zijn als crimineel ‘angehaucht’. Het is niet toevallig dat er rond de vestiging van coffeeshops een pakket van beperkende regels bestaat.
Het college ziet het wel zitten: verhuis coffeeshop De Schommel van de Pothstraat in het centrum naar de Bergenboulevard in Vathorst. In de Pothstraat wordt nieuwbouw ontwikkeld, je doet er potentiële kopers van de nieuwe appartementen een genoegen mee nu die niet te maken krijgen met de bezoekers en vooral afhaalklanten van de coffeeshop. En, zo zegt het college spitsvondig, aan de noordzijde van de Bergenboulevard staan nog geen woningen. Dat er aan de zuidzijde, enkele tientallen meters verder, een lange rij woningen staat, is het college schijnbaar ontgaan. Vreemd, want het waren zo ongeveer de eerste woningen in Vathorst!
Bij het besluit van het college zijn wel wat vraagtekens te zetten. Een coffeeshop mag niet in een winkelstraat worden gevestigd. Oké, er zijn nog nauwelijks winkels in Vathorst, maar de enige winkels waar alle Vathorstbewoners op zijn aangewezen liggen wel net naast de locatie die het college voor de coffeeshop wil reserveren. Een coffeeshop moet buiten een hemelsbrede straal van 250 meter van een middelbare school liggen (het college meet dat tot op de centimeter, zoals de exploitant van De Schommel tot zijn leedwezen heeft gemerkt). Het nieuwe Wellant College ligt misschien net buiten die 250-meterzone, maar voor de leerlingen die in de pauze hun zoetwaren willen inslaan, ligt de C1000-winkel wel dicht naast de coffeeshop.
De bewoners in Vathorst zullen verbaasd hebben opgekeken toen een deel van hen gisteren een brief ontving waarin de voorgenomen vestiging van de coffeeshop werd aangekondigd. Zelfs de bewonersvereniging, een overlegorgaan bij uitstek, werd door dit alles verrast. Het bestuur van de bewonersvereniging zal met verbazing hebben teruggeblikt op de problemen die de gemeente opwierp toen om de vestiging van een kleine markt wordt gevraagd. Nu op vrijwel dezelfde plaats een coffeeshop wordt toegestaan, kan de vestiging van extra verkoopkramen wel helemaal worden vergeten.
Het grote probleem is dat we een college hebben waarin schijnbaar alleen ambtelijke adviezen en juridische regels bepalend zijn. Een bestuurlijke afweging, zicht op maatschappelijke consequenties en enig overleg met belangenbehartigers is uit de boze. Ik meen: besturen is nog altijd wat meer dan alleen interpreteren van juridische regels. Maar het zal wel weer hetzelfde zijn als altijd: de aanvrager voldoet aan de wettelijke eisen, dus ogen dicht en goedkeuren!
De exploitant van De Schommel is weinig te verwijten. Met juridische spitsvondigheid zijn hem al enkele alternatieven door de neus geboord. Bekend is dat het management van De Schommel er alles aan doet om overlast te voorkomen. Maar dat doet niets af van het feit dat een coffeeshop het veiligheidsgevoel onder bewoners in de omgeving negatief beïnvloed.
Wanneer je je als bestuur verantwoordelijk voelt voor het leefklimaat in onze stad, dus ook in Vathorst, dan ontkom je er niet aan om ook rekening te houden met subjectieve gevoelens en het algemeen maatschappelijk opvattingen. Ga je als college voorbij aan datgene wat onder mensen leeft, dan ben je verkeerd bezig. Ik zou zeggen: beste projectleider De Kleijn, haal dat spandoek op het stadhuis maar weer weg!
Of nog beter: geen coffeeshop aan de Bergenboulevard, dat is ook veiligheidsbeleid!
Dinsdag 25 januari 2005
Vandaag hebben de zes oppositiepartijen de conceptmotie rondgestuurd waarin het vertrouwen in het functioneren van wethouder Strengers wordt opgezegd. De conceptmotie is via de griffie naar alle raadsleden verstuurd, de opstellers hebben de motie ook aan de media gezonden. Dit laatste lag in de rede, nadat de Amersfoortse Courant deze ochtend op zijn regiopagina prominent aandacht aan de aangekondigde motie besteedde. Logische aanleiding hiertoe was het feit dat de motie al is opgenomen op de gepubliceerde agenda voor de raad van 1 februari, na de aankondiging door verschillende fracties tijdens de vergadering van de commissie Beheer.
Uiteraard levert een dergelijke conceptmotie discussie en vragen op, hoewel de belangrijkste punten alsmede de aanleiding wel voor iedereen duidelijk zijn. Zo werd de vraag gesteld of met de motie impliciet wordt aangestuurd op een college van vijf wethouders. Indien de motie dit tot gevolg heeft, wordt er voldaan aan een punt dat bij de meeste fracties die de motie indienen expliciet in het verkiezingsprogramma staat. Maar de motie zelf stuurt daar niet op aan. Als de motie door een meerderheid in de raad wordt gesteund, is het de taak van de coalitiepartijen om zich over de vraag betreffende de omvang van het college te buigen.
Wanneer de motie wordt aangenomen, is het voor de VVD dan nog mogelijk om een kandidaat voor de vrijvallende wethouderspost te vinden die de nog korte resterende collegetijd zinvol inhoud kan geven, was een van de vragen. Die verantwoordelijkheid ligt uiteraard bij de VVD en de overige coalitiepartijen. Indien de post opnieuw wordt ingevuld, ligt het voor de hand hiervoor iemand te zoeken die al in de raad meedraait en dus de politieke dossiers kent, of iemand van buiten de raad die voldoende ervaring heeft binnen het openbare bestuur. Eigenlijk is fractievoorzitter en oud-wethouder Ruud Luchtenveld de meest voor de hand liggende kandidaat.
Waarom, was een vraag, wordt de motie juist nú ingediend? Het antwoord is simpel: de motie had ook een maand eerder of later ingediend kunnen worden, het gaat bij het disfunctioneren van de wethouder om een continue proces. Directe aanleiding zijn de uitspraken van de wethouder rondom de Westtangent, maar het had ook een ander punt kunnen zijn.
Maar wat, zo werd gesteld, gebeurt er als de motie niét wordt aangenomen. Op de eerste plaats moet je dan stellen dat de wethouder het predikaat ‘aangeschoten wild’ met zich moet meedragen. Maar nog belangrijker is dan het feit dat niet alleen de VVD, maar álle coalitiepartijen aanspreekbaar zijn op het functioneren van de wethouder, inclusief alle missers die het komende jaar nog naar voren zullen komen.
Is de motie een motie van Leefbaar Amersfoort? Ja en nee. We zijn medeondertekenaar en binnen de kring van indieners de grootste fractie. De motie is echter een initiatief van alle ondertekenaars en niet specifiek van één partij. Feitelijk hing hij al enkele maanden in de lucht, de opmerking van Gerard van Vliet tijdens de commissievergadering was het laatste vonkje dat nog nodig was, waarna de zes partijen elkaar snel hadden gevonden.
De omschrijving ‘conceptmotie’ is geen verspreking. Er is nog ruimte voor redactionele suggesties van raadscollega’s buiten de zes oppositiepartijen. Maar alles overziende zou het voor het aanzien van de raad en vooral de betreffende partij het beste zijn als het helemaal niet op een stemming hoeft aan te komen!
Maandag 24 januari 2005
Integriteit is een sleutelbegrip voor het functioneren van leden van de gemeenteraad, voor de collegeleden en voor ambtenaren. De gemeenteraad bereidt integriteitregels voor als leidraad voor het optreden van gemeenteraadsleden. In deze ‘integriteitbijbel’ komen ongetwijfeld veel punten te staan die eigenlijk vanzelfsprekend zijn, maar het is goed om alles wat met integriteit heeft te maken zwart op wit op een rij te zetten.
Deze avond vindt een discussie plaats waaraan zo’n dertig raadsleden, samen met de voorzitter van de raad en de griffier, deelnemen. Gangmakers voor de discussie zijn Hans van den Heuvel, hoogleraar bestuurskunde aan de Vrije Universiteit en Emile Kolthoff en Victor van Lieshout van het VNG-bureau Integriteit. Met zoveel deskundigheid is één ding te voorspellen: de avond is te kort!
Hans van den Heuvel belicht allerlei dilemma’s waarvoor een openbaar bestuurder kan worden gesteld en somt een groot aantal punten op waar je als raadslid met integriteit krijgt te maken. Veel van deze punten gelden overigens net zo voor onze collegeleden. Om maar twee zaken te noemen die in conflict kunnen staan met de integriteit van een bestuurder: regelmatig eten en dergelijke met dezelfde groep aannemers of het laten betalen van reisjes door ondernemers. Als raadslid wordt je met dit soort conflicten nauwelijks geconfronteerd, de praktijk heeft bewezen dat dit voor collegeleden gevoeliger ligt.
Maar ook voor de raadsleden zelf zijn er heel wat momenten dat de vraag naar voren komt: komt dit overeen met mijn ambtseed, weet ik mijn onafhankelijkheid als bestuurder te handhaven, komt dit mijn betrouwbaarheid ten goede? Als het gaat om het aannemen van geschenken, de omgang met informatie of de bejegening met anderen heeft een raadslid vaak minder speelruimte dan een ambteloos burger. Wat een van de aanwezigen tot de verzuchting bracht: ‘Is het raadslidmaatschap eigenlijk nog wel leuk?’
Een van de aangedragen dilemma’s leverde de nodige discussie op. Als je als raadslid vertrouwelijke informatie hebt over negatieve ontwikkelingen in de omgeving van een bouwlocatie, waar ligt dan de grens van de integriteit als dat je directe omgeving raakt. Als voorbeeld: je intussen bejaarde vader heeft een groot deel van zijn leven kromgelegen om geld bijeen te brengen voor de aankoop van een stukje grond of een huisje. Zijn keuze valt uiteindelijk op het stukje onroerend goed naast de omstreden locatie. Mag je dan je oude, arme vadertje waarschuwen of verplicht je integriteitgevoel je tot zwijgen, ook al leidt dat voor dat intieme familielid tot de miskoop van zijn leven?
Zondag 23 januari 2005
Op de agenda voor de komende raadsvergadering staat een motie aangekondigd over het functioneren van wethouder Paul Strengers. Als indieners staan Gerard van Vliet en ikzelf op de lat. Intussen kan er van worden uitgegaan dat de motie door vijf partijen wordt ingediend. Uiteraard zal worden verzocht om een hoofdelijke stemming, en omdat die over een persoon gaat, wordt om schriftelijke stemming gevraagd. Dit is vooral daarom van belang omdat enkele leden vanuit het coalitieblok in de wandelgangen hebben meegedeeld dat op z’n minst een deel van hun fracties bij schriftelijke stemming de motie zal ondersteunen.
De motie werd afgelopen dinsdag, tijdens de vergadering van de commissie Bestuur, aangekondigd. David Mol, de voorzitter van de fractie van Groen Links, waarschuwde voor een tweede bestuurlijke crisis binnen één jaar. Zijn waarschuwing was terecht, het zal een slechte zaak zijn indien begin februari er weer een heuse bestuurscrisis zou zijn. Eer die is opgelost, zijn we al weer bezig met de Kadernota en als die discussie is afgelopen staan we kort voor het zomerreces. Na het zomerreces beginnen partijen warm te lopen voor de komende verkiezingscampagne, wat zijn schaduw zal werpen op het dagelijkse bestuurlijke functioneren in onze stad.
We kunnen ons dus nauwelijks een crisis veroorloven. Dat op zich kan echter nooit een reden zijn om het optreden van Paul Strengers met de mantel der liefde te overdekken. Nog ’n jaar voortploeteren is niet goed voor de kwaliteit van het bestuur, het kan hooguit de campagne verder inkleuren – uiteraard tot schade van de VVD. Of er een crisis komt, ligt echter niet in handen van de oppositie. Een motie tegen een wethouder is niet a priori een motie tegen het college. Toegegeven, er is voldoende reden om een dergelijke motie wél in te dienen, maar dan laten de oppositiepartijen toch de vraag meespelen of een crisis in het komende voorjaar in het belang is van de stad. Nee dus.
We hebben te maken met een wethoudercrisis. Het is aan de coalitiepartijen, de VVD voorop, om hiervoor een oplossing te vinden. Lukt ze dat niet en ontaardt een motie tegen één van de wethouder in een collegecrisis, dan ligt de schuld daarvoor niet bij de oppositiepartijen maar bij de coalitiepartijen!
Zaterdag 22 januari 2005
Minister Dekker heeft een belangrijk doel: het opschroeven van de woningproductie. Een streven dat steun verdient, maar in de harde werkelijkheid stoot zij op steeds nieuwe problemen. De Volkskrant van vandaag wijst op één van haar problemen: je kunt met de woningcorporaties we afspraken maken, maar op het al dan niet nakomen van die afspraken staan geen sancties. Erger nog, in veel gevallen zijn de corporaties moeilijk aan te spreken op het niet nakomen van toegezegde productiecijfers. De corporaties zijn bij hun plannen vaak afhankelijk van het overheidsbeleid, vooral op gemeentelijk niveau. Op de particuliere sector heeft de minister nog minder invloed, die stemt haar woningproductie af op de vraag. Gezien de huidige marktontwikkeling ligt daar ook niet de sleutel voor het welslagen van de voornemens van de minister.
Bij dat alles moet ik denken aan het boek ‘Herinneringen van Piet Bogaers, bouwminister’, dat onlangs is uitgekomen. Bogaers was vanaf 1963 tot 1966, in de Kabinetten Marijnen en Cals, bouwminister. Het is een van de meest gepassioneerde en succesvolle bouwministers van ons land geweest. In 1964 bereikte hij een belangrijke mijlpaal: voor het eerst werden er 100.000 woningen in één jaar opgeleverd. Door zijn beleid zou dit in de daarop volgende jaren nog oplopen tot 120.000 woningen in één jaar.
Dat haalt minister Dekker niet in de verste verte. Het boek over Pieter Bogaers verraadt ook waarom zij dat niet haalt. In de jaren zestig hadden we te maken met een corporatistische staat, waarbinnen de overheid veel invloed had, door overheidssteun de marktwerking was geminimaliseerd en de bouwwereld aan het staatsinfuus lag. Alles wat de huidige VVD heilig is op het gebied van vrij ondernemersschap, marktwerking en terugtredende overheid, verkeerde veertig jaar terug in het tegendeel. De minister heeft bij haar streven niet alleen de corporaties en bouwwereld tegen, maar vooral ook haar eigen politieke cultuur!
Vrijdag 21 januari 2005
In hoeverre mag je wethouder Jan de Wilde op zijn woord nemen? Is hij het slachtoffer van verkeerde informanten, of roept hij zo af en toe maar wat? Maakt hij een inschattingsfout bij de beoordeling van de realiteit, of probeert hij de realiteit te verbuigen in de richting van zijn politieke streven?
Die vragen komen naar boven als je de soap rond de geplande megabioscoop in het Eemcentrum volgt. Zelf heb ik, gevoed door informatie uit de landelijke kring van bioscoopexploitanten, al eerder vraagtekens gezet bij de haalbaarheid van een megabioscoop in het Eemcentrum, naast het al aanwezige bioscoopcomplex aan de Snouckaertlaan. De megabioscoop in het nieuwe Eemcentrum is door het college echter wel tot een van de noodzakelijke ‘iconen’ verheven voor het slagen van het nieuwe project tussen Eem en Eemplein.
Het probleem is dat er nog steeds geen zekerheid is of een exploitant in het avontuur in het Eemcentrum wil stappen. Mij verbaast dat niet, de feiten en verstrekte informatie overziende. Jan de Wilde is veel optimistischer, of speelt die rol om de discussie over het Eemcentrum wat in de hand te houden. Half november, tijdens een raadscommissie over het Eemcentrum, deelde hij mee dat binnen één week de zaak rond zou zijn en de beoogde exploitant voor de megabioscoop de noodzakelijke handtekeningen zou zetten.
Toen op 22 december het Eemcentrum in de raad aan de orde kwam, waren de aangekondigde handtekeningen nog steeds niet gezet. Daarop gewezen, deelde de wethouder mee dat er inderdaad nog enige vertraging was ontstaan, maar de problemen waren opgelost. Hij wilde echter geen concrete mededeling doen want in de eerstkomende dagen na de raadsvergadering zouden de bioscoopexploitant en, respectievelijk of (dat was niet zo duidelijk) de projectontwikkelaar zelf met een persbericht komen. Hoera!
Intussen zijn we meer dan een maand verder en is het nog steeds muisje stil rond de invulling van het commerciële deel van het Eemcentrum, inclusief de geplande megabioscoop. Beste Jan, waar liggen de problemen?
Donderdag 20 januari 2005
Dat in 2005 de verkiezingscampagne van start gaat, is bekend. En we merken het ook, want een van de geliefde sporten tijdens zo een campagne begint al op gang te komen. Daarmee bedoel ik het pikken van ideeën van andere partijen, waar fracties het zelf heeft laten afweten. Een voorbeeld hiervan las ik vandaag in De Stad Amersfoort. Dader is een fractielid van Groen Links, maar dat kan niemand verbazen want deze partij is kampioen bij het weglopen met ideeën van anderen, bij gebrek aan eigen creativiteit.
De dader dit keer is Sylvia Kesler. Zij was deze week aan de beurt in de rubriek ‘Ken uw raadslid’. In deze rubriek worden standaardvragen beantwoord en een daarvan luidt: ‘Wat is uw belangrijkste beslissing geweest als raadslid tot dusver?’ Haar antwoord: ‘Het besluit om veel tijd en energie achter de schermen te besteden aan volledig behoud van het Bosbad Amersfoort. Het particulier initiatief dat er lag van bureau Haver Droeze is daardoor gehonoreerd.’
De feiten. De SP organiseerde door het ophalen van zo’n tienduizend handtekeningen de maatschappelijke druk voor het behoud van het Bosbad. Ton Berends van Hart voor Amersfoort heeft bureau Haver Droeze bij het project betrokken. Beide partijen, SP en Hart voor Amersfoort, hebben daarna de discussie binnen de gemeenteraad op stoom gehouden. Terecht zijn deze twee partijen door iedereen bejubeld en beloond nadat hun strijd voor het openhouden van het Bosbad in zijn huidige vorm succesvol kon worden afgesloten.
Dat Sylvia Kesler in haar antwoord geen woord besteed aan de twee partijen die alle lof verdienen, is al minder netjes. Dat zij voor het openhouden van het Bosbad een opmerkelijke rol heeft gespeeld, is tot nog toe iedereen ontgaan. Ik zou willen zeggen: ‘Niet zo netjes, Sylvia’. Maar als ik dan naar de vraagstelling in de krantenrubriek kijk, bekruipt mij wederom de vraag: Sylvia, als je voor een aansprekend antwoord al moet teruggrijpen op niet correcte informatie, wat heb je dan in werkelijkheid gedaan?
Woensdag 19 januari 2005
Is er wat mis met het wetsvoorstel voor de gekozen burgemeester, ingediend door minister De Graaf? Dinsdagmiddag vond in het gemeentehuis van Leusden een discussie over dit onderwerp plaats, georganiseerd door de VNG-afdeling Utrecht, in samenwerking met het Leusder gemeentebestuur. Een groot aantal burgemeesters, gemeentesecretarissen, griffiers en raadsleden, in hoofdzaak uit de provincie Utrecht, was naar Leusden gekomen. De algemene conclusie was dat het wetsvoorstel aan veel kanten rammelt, de burgemeestersverkiezing te snel en te geforceerd plaatsvindt en dat er van een echte afweging van argumenten geen sprake is.
Dat laatste is vooral het gevolg van het Haagse regeerakkoord, waarin de verkiezing van de burgemeester is vastgelegd. Indien VVD en CDA niet braaf meewerken – waar veel parlementariërs uit beide partijen moeite mee hebben -, dreigt D66 uit het kabinet te stappen en kan premier Balkenende weer terug naar de Vrije Universiteit. Of dat laatste een ramp voor ons land is, valt te betwijfelen. In elk geval is de Haagse discussie door D66 onder druk gezet, waardoor flutterig haastwerk dreigt te ontstaan. Uiteraard, D66 heeft haast, want of deze partij in een volgend kabinet is vertegenwoordigd, is nog maar de vraag. En als dat niet het geval is, is de gekozen burgemeester – een van de ‘kroonjuwelen’ van deze partij – voorlopig niet meer aan de orde.
Met het huidige wetsvoorstel ontstaat er na de verkiezingen in maart 2006, als er een nieuwe gemeenteraad én een burgemeester moet worden gekozen, een moeilijk te voorspellen situatie. Het initiatief voor de collegevorming verschuift naar de gekozen burgemeester. De oude gewoonte, waarbij de lijsttrekker van de grootste partij het initiatief neemt, is dan passé. De partijen kunnen hooguit gaan werken aan een raadsprogramma, met de nodige risico’s. Strookt dit raadsprogramma namelijk niet met het collegeprogramma van de nieuwe burgemeester, dan is er direct een eerste conflict aanwezig.
Een volgend conflict kan ontstaan als de nieuwe burgemeester de door hem of haar aangezochte wethouders bij de gemeenteraad voordraagt. Wanneer de gemeenteraad een of meer wethouders afwijst, zit de burgemeester met een probleem. Als de burgemeester zijn probleem met de raad niet kan oplossen, kan hij door een tweederde meerderheid in de raad worden weggestemd. Nieuwe verkiezingen zijn dan het gevolg. Indien dezelfde burgemeesterskandidaat daarna weer wordt gekozen – misschien wel met een nog grotere meerderheid – dan ontstaat er een nieuwe impasse en zou je eigenlijk de raad naar huis moeten sturen. Maar daarin voorziet de wet niet want daar is een moeizame grondwetswijziging voor nodig en die vergt jaren van invoering.
In de nieuwe situatie, bij een gekozen burgemeester, dreigen wethouders loopjongens van de burgemeester te worden. De rol van de gemeentesecretaris is nog niet geheel duidelijk, maar die wordt er ook niet gegarandeerd beter op. En er kan een voortdurende ruzie ontstaan tussen de gekozen gemeenteraad en de gekozen burgemeester, wat de bestuurbaarheid van de stad ook niet ten goede komt.
Alle problemen zullen meevallen als de gekozen burgemeester uit de oude bestuurscultuur afkomstig is. Dat is het geval als de zittende burgemeester zich verkiesbaar stelt en wordt gekozen. Echte problemen kunnen ontstaan als de gekozen burgemeester een outsider is, met onvoldoende ervaring en met opvattingen die geen steun hebben bij de meerderheid in de raad. In principe kan iedereen zich kandidaat stelen, dus elke voorspelling is speculatief.
Of onze huidige burgemeester, Albertine van Vliet, zich kandidaat stelt, is onzeker. Tijdens een discussiebijeenkomst, vorig jaar in Merlot, heeft ze zich laten ontvallen dat ze wenst mee te doen, maar van deze opmerking had ze achteraf spijt. Sinds deze week weten we dat in elk geval de Burgerpartij met een kandidaat komt. Theoretisch kan ook de gemeentesecretaris zich kandidaat stellen, wat goed past binnen de huidige machtsverhoudingen binnen het stadhuis. Misschien schuiven de grotere partijen allen een eigen kandidaat naar voren. Een ding is zeker: ik doe niet mee aan de burgemeesterrace!
Dinsdag 18 januari 2005
Eigenlijk is Paul Strengers een zeer beminnelijke man, bijna verlegen en met een gevoel voor humor dat mij wel aanspreekt. Juist daarom is het niet voor de hand liggend om a tutto vapore uitspraken te doen over zijn functioneren als wethouder. Maar het is onontkoombaar: je moet de persoon van Paul Strengers los zien van zijn functioneren als wethouder. Dat doende, kom je er niet omheen om een hard oordeel te geven over het functioneren van deze wethouder.
Bij deze kritiek moet vooral ook worden gekeken naar zijn partij, de VVD, waar het schijnbaar aan kritisch vermogen ontbreekt en waar functies worden vergeven zonder de belangen van onze stad voldoende in het oog te houden. Dio mio, men zal binnen die partij toch beslist wel over voldoende mensen moeten beschikken met meer ervaring en kennis om een wethoudersfunctie naar behoren in te vullen!
Deze avond staat een klacht op de agenda over een flapper van de wethouder, gemaakt over de gevolgen van de aanleg van de Westtangent, waarvoor eventuele problemen ‘met het weghalen van een paar huisjes’ kunnen worden opgelost. Met deze uitspraak tegenover een journalist, gepubliceerd in Amersfoort Nu, was met een klap een stukje teer opgebouwd draagvlak voor de verkeersingreep in de buurt van de Aletta Jacobslaan weggevaagd. En om onder bewijs te stellen dat de bestuurlijke antenne van de wethouder totaal afwezig is, maakte Paul Strengers in een brief aan een klagende bewoner zijn excuses voor het woord ‘huisjes’. De wethouder snapt dus niet eens waar het bij alle opwinding om gaat.
Daar helpt een hoorzitting van de burgemeester ook nog maar weinig. Het probleem bij dat alles is vooral dat de misser van de wethouder geen op zichzelf staand incident is, maar een van de stappen is een medelij opwekkende struikeltocht van verkeerde uitspraken, het gebrek aan dossierkennis en het ontbreken van een afgewogen inzicht in bestuurlijke problemen. Een ding wordt deze avond duidelijk: als zijn partij geen maatregelen neemt, zal de raad over twee weken een uitspraak moeten doen.
Maandag 17 januari 2005
Veiligheid is een van de speerpunten in het gemeentelijke beleid. Dat blijkt ook wel uit de taakverdeling binnen het college: naast de burgemeester – die logischerwijze een zware taak heeft op het gebied van de openbare veiligheid – heeft ook wethouder Mirjam van der Weg een taak op het gebied van de veiligheid in onze stad. En vanaf dit weekend heeft nog een andere deelnemer aan het B en W-beraad zich als verantwoordelijke voor het veiligheidsbeleid opgeworpen: de gemeentesecretaris.
Dit weekend is de actie ‘Veilig op straat 2005’ gestart. Een supergroot spandoek heeft de beoordeling van de welstandscommissie doorstaan en siert de wand van het stadhuis. Er zal dit jaar nog heel wat campagnegeld worden gespendeerd aan het veiligheidsgevoel onder onze stadgenoten. En deze hele actie wordt gestuurd door een nieuwe projectleider: onze gemeentesecretaris. Schijnbaar kan de secretarisfunctie ook in deeltijd worden uitgeoefend, want de gemeentesecretaris is voor een dag per week ‘uitgeroosterd’.
Op zich al een vreemde zaak. De gemeentesecretaris is nu een van de vele projectleiders geworden binnen ons stadhuis. Die mensen doen hun werk in stilte, want als het om de inhoud van hun werk gaat is een van de politieke collegeleden verantwoordelijk en aanspreekbaar. Onze gemeentesecretaris ziet dat echter anders. Luid babbelend en meningen rondstrooiend presenteert hij de nieuwe veiligheidsactie. Dat wordt lastig voor de raad, want de meeste raadsleden gaan er van uit dat je een ambtenaar niet op zijn doen en laten mag aanspreken, daarvoor hebben we de wethouders en de burgemeester. En onze gemeentesecretaris is een ambtenaar en geen politieke ambtsdrager.
De gemeentesecretaris als projectleider is een misser, zeker op de wijze zoals hij dat vorm geeft. Het college zou hem op zijn minst er op kunnen wijzen dat de campagne voor de burgemeesterverkiezingen pas na de zomer van start gaat, de gemeentesecretaris moet zich nog even inhouden!
Zondag 16 januari 2005
Hoe groot zal de belangstelling onder onze stadgenoten zijn naar het begrip ‘dualisering’. Dualisering is een nieuwe werkwijze binnen de gemeenteraad die in 2002 van start is gegaan. Het begrip heeft betrekking op de onderlinge verhouding tussen het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad. In veel gemeenten heeft de nieuwe, wettelijk vastgelegde, werkwijze niet veel veranderd aan de discussie die in de raad wordt gevoerd en de inhoud van de besluitvorming.
Een schijnbaar voordeel van het dualisme is dat wethouders geen deel meer uitmaken van de fracties – wat niet betekent dat hun invloed op de fractie in de praktijk echt anders is geworden – en dat wethouders van buiten de raad kunnen worden aangetrokken. In Amersfoort is oud-wethouder Piet Jonkman op deze wijze weer binnen het college teruggekeerd, maar van een kwaliteitsimpuls is in dit geval geen sprake: het feit dat een ondermaatse bestuurder op deze wijze weer aan een inkomen is geholpen, pleit eerder tégen het dualisme.
In Amersfoort heeft de discussie binnen de gemeenteraad sinds 2002 wel een ander karakter gekregen. Het is echter de vraag of dit het gevolg is van het dualisme of van het feit dat de samenstelling van de gemeenteraad drastisch is gewijzigd en er na lange tijd weer sprake is van oppositie en dus van discussie. De verandering in de discussie had zich ook zonder de invoering van het dualisme voorgedaan.
Desondanks willen enkele collega’’ uit de coalitiepartijen, als aftrap voor de aanstaande verkiezingscampagne, een actie starten om het dualisme als heilsboodschap onder de kiezers uit te dragen. Daarvoor moet dan tenminste twee ton in euro’s worden uitgetrokken. ‘Willen we de slag maken, dan zullen we wel bereid moeten zijn flink in de buidel te tasten,’ is hun opvatting. Een politiek café (de derde dat in de planning is!), veel zendtijd op de lokale radio en televisie en een speciale website zijn enkele van de geplande acties.
Is een dergelijke uitgave wel verantwoord? Ik vind van niet. Stadgenoten die regelmatig met de raad hebben te maken, hebben intussen kennisgemaakt met het begrip ‘dualisme’. Of ze daar altijd laaiend enthousiast over zijn, blijft een vraag. Maar onze meeste stadgenoten hebben zelden op directe wijze met het gemeentebestuur te maken. Als ze dat een keer wel hebben, is hun belangrijkste wens dat de gemeente gewenste dienstverlening adequaat verzorgt of serieus kennis neemt van klachten of wensen. Of dat duaal gebeurt of hoe dan ook, zal ze weinig kunnen schelen. De meeste stadgenoten zullen de gemeentelijke relatie opvatten als die met hun garage: het geeft niet hoé je mijn auto repareert, als die maar blijft rijden!
Het gemeentebestuur legt de burgers in onze stad allerlei bezuinigingen op, terwijl tarieven, zoals de OZB, extra worden verhoogd. Het is klinkklare onzin om dan twee ton uit te geven om de man op de straat te vertellen dat wij dualistisch werken. Hoera! Met hetzelfde geld waarmee leden van de coalitiefracties de boodschap van het zalige dualisme willen uitdragen, hadden we ook de extra verhoging van de OZB achterwege kunnen laten. Daarmee hadden we een beter figuur geslagen dan met het aan de man brengen van gebakken lucht.
Zaterdag 15 januari 2005
Het is soms interessant om te zien hoe bestuurlijke ambities verschrompelen. Een mooi voorbeeld is de Schammerplas, het geplande recreatiegebied tussen Schuilenburg en Stoutenburg, ten oosten van de A28. Zo’n vijf jaar geleden werd de Schammerplas door de provincie geïntroduceerd als één van de projecten uit de provinciale Agenda 2010. Tientallen miljoenen euro’s wilde de provincie in het meer dan honderd hectare grote recreatiegebied investeren, geld dat onder meer afkomstig was uit de verkoop van de Remu-aandelen.
Waterplassen voor verschillende vormen van watersport, een net van wandel- en fietspaden, recreatieve voorzieningen, horeca, noem maar op. Met de ontwikkeling worden verschillende belangen gediend: het waterschap krijgt extra waterberging en de plassen zouden ontstaan als zandputten ten behoeve van de uitbreiding van de snelwegen in de buurt. De meest betrokken gemeenteraden, die van Leusden en Amersfoort, speelden bij al deze plannenmakerij geen rol.
Intussen moet de provincie ook wat meer op de centen gaan letten en ambities aanpassen aan de realiteit. De Schammerplas werd daardoor steeds kleiner en de twee betrokken gemeenten werd gevraagd een financiële bijdrage te leveren. In mei 2003 presenteerde, op initiatief van de provincie, het onderzoekbureau Oranjewoud een plan dat al wat meer rekening hield met de realiteit en de provinciale wensen op dat moment: maximaal 24 miljoen euro investeringen voor maximaal 570.000 bezoekers per jaar.
In het najaar 2004 werden de investeringen vastgeklonken op maximaal 20 miljoen euro en werden de twee gemeenten gevraagd mee te betalen. Voor Amersfoort zou dat neerkomen op een bijdrage van zo’n vier miljoen euro. Afgelopen december merkte wethouder Jonkman tot zijn leedwezen dat de Amersfoortse raad hier niet zonder meer mee wilde instemmen en beloofde hij – noodgedwongen – geen toezeggingen te doen alvorens de gemeenteraad hierover te horen.
De afgelopen maand blijken de plannen nog verder te zijn aangepast: nu krijgt de Schammer een omvang die door sommigen wordt betiteld als een ‘dorpspark’. De kosten zijn gereduceerd tot acht miljoen euro, Amersfoort wordt gevraagd één tot twee miljoen euro bij te dragen. Daarover moet overigens eerst de gemeenteraad nog een uitspraak doen. Binnen de raad menen velen dat, als er zoveel geld beschikbaar is, het geld beter besteed kan worden aan geplande groenprojecten binnen de stad dan aan een verloren gegane ambitie van het provinciaal bestuur.
Vrijdag 14 januari 2005
Toch nog een keer de ombudsman, in de persoon van BPA-fractievoorzitter Hans van Wegen. Er dreigt een probleempje te ontstaan voor onze kersverse ombudsman. Net als de door hem gewenste stedelijke ombudsman zal hij in zijn zelfbenoemde functie elke klacht over het gemeentebestuur actief en objectief in behandeling moeten nemen.
Wat gebeurt er echter als het bestuur van de nieuwe moskee in Liendert een beroep doet op onze alternatieve ombudsman? Hij zal zich actief moeten inzetten voor deze klager. Maar dan heeft hij een verhaal nodig voor de groep bewoners in Liendert die zich tegen de komst van een moskee in hun buurt keren.
De Burgerpartij heeft zich de afgelopen tijd als spreekbuis en belangenbehartiger voor deze groep bewoners opgeworpen. Die zullen vreemd opkijken als dezelfde Hans van Wegen zich ineens als belangenbehartiger voor het moskeebestuur opwerpt.
Maar hij kan niet anders: verwaarloost hij het belang van het moskeebestuur, dan is zijn ombudsmaninitiatief direct in rook vervlogen en zal blijken dat tussen doen en denken soms een wereld van verschil ligt. Sterkte, Hans!
Donderdag 13 januari 2005
Het getal dertien, de datum van deze dag, wordt door velen als een ongeluksgetal gezien. Dus ligt het voor de hand nog eens aandacht te besteden aan wethouder Paul Strengers. Voor hem wordt de komende maand mogelijkerwijze een beslissende periode. Dinsdag aanstaande is hij gespreksonderwerp in de commissie Bestuurszaken, waar zijn misplaatste opmerking over de sloop van woningen aan de Aletta Jacobslaan onderwerp van gesprek is.
De komende weken moet ook het antwoord worden gepubliceerd op de vragen van enkele VVD-fractieleden over de verkoelde verhoudingen tussen het college en de bewonersvereniging in Vathorst. Paul Strengers is wijkwethouder voor Vathorst. Van zijn spaarzame contacten met de bewonersvereniging kan niet worden gezegd dat die hebben bijgedragen in het ontstaan van een innige verbondenheid. De wethouder weet elk stukje servies te breken dat hem op de weg komt. De ingezonden brief van VVD-fractielid Ruud Schulten, samen met de voorzitter van de bewonersvereniging, afgelopen dagen in de Amersfoortse Courant zal de wethouder zich ook moeten aantrekken. Overigens herkent iedereen die op de website van Ruud Schulten diens betogen leest de feitelijke scribent van de ingezonden brief. Het is een interessante vraag: vertolkt Ruud Schulten op dit punt de algemene mening binnen zijn fractie?
En dan hebben we nog de raadsvergadering op 1 februari. Ik voorspel nu al dat één van de agendapunten het functioneren van wethouder Paul Strengers zal betreffen. Intussen ontstaat er voor de VVD-fractie een steeds pijnlijke situatie: moet deze partij met de huidige twee wethouders een verkiezingscampagne gaan voeren? Dat is een bij voorbaat verloren strijd. Overigens moet niet alleen de VVD-fractie zich met dit probleem bezighouden, maar geldt deze zorg feitelijk alle coalitiepartijen. De coalitiepartijen ontkomen er niet aan dat het gevoerde collegebeleid bij de verkiezingscampagne een rol speelt. Feitelijk zijn zij medeverantwoordelijk voor het optreden van het hele college, inclusief de zwakste broeders binnen deze vriendenclub.
Woensdag 12 januari 2005
Er dreigt een storm in een glas water te ontstaan. Aanleiding is een opmerking van Hans van Wegen, fractievoorzitter van de Burgerpartij. Bij de discussie die Hans heeft opgeroepen, zijn twee zaken aan de orde: hoeveel vrijheid van meningsuiting heeft een raadslid en hoe is het met de relatie tussen leden van de gemeenteraad en ambtenaren op het stadhuis.
De aanleiding. Enkele weken geleden ging VVD-collega Ruud Schulten op zijn weblog in op het optreden van zijn partijgenoot, wethouder Paul Strengers. Het optreden van de wethouder tijdens de laatste raadszitting in het afgelopen jaar was – om het maar voorzichtig uit te drukken – niet zo gelukkig. Aan het slot van zijn bijdrage merkte Ruud op dat uit veel raadsbankjes zorgvolle opmerkingen werden gemaakt over het optreden van Paul Strengers. Zoals vaker, reageerde Hans van Wegen op de bijdrage van Ruud Schultens op diens weblog. Daarbij vergeleek hij de wethouder met een koetsier die een gespan van zes paarden niet meer in het gareel weet te houden. Door middel van een woordgrapje bekritiseerde Hans een van de ambtenaren uit de manege van de wethouder, die binnen het zesspan niet in de pas zou lopen. Het ontbreekt, aldus Hans, de wethouder aan moed om deze ambtenaar met ziekenverlof te sturen.
Op de beoordeling die Hans van Wegen gaf, ga ik niet in. Maar van verschillende kanten is aan de orde gesteld dat Hans zijn oordeel over een ambtenaar achterwege had moeten houden. De kwestie wordt besproken in de komende voorzittersvergadering. Ik vermoed dat hiermee een storm in een glas water ontstaat. Ik ben van mening dat elk raadslid een mening mag hebben over het functioneren van het gemeentelijke apparaat en over de daarbij betrokken beleidsambtenaren. En ik vind dat zo’n mening ook mag worden geuit, los van de vraag of dat in alle omstandigheden verstandig is.
Het begint er op te lijken dat Hans van Wegen wordt voorgeworpen dat hij gebruik heeft gemaakt van een recht op meningsuiting dat hij als raadslid heeft. Wie het niet met de inhoud van zijn kritiek eens is, moet dat maar naar voren brengen. Of het uiten van kritiek op een ambtenaar geoorloofd is, vind ik geen opportune kwestie. Ik zou kunnen opmerken dat onze wethouders – Paul Strengers voorop – regelmatig laten blijken niet veel meer te zijn dan een boodschappenjongen voor ambtelijke opvattingen. Dat diegene die feitelijk aan de touwtjes trekken, daarmee ook de kritiek op hun opvattingen naar zich toetrekken, is een welhaast logisch gevolg van het onzelfstandig optreden van een aantal collegeleden.
Maar het werd vandaag nog botter. Het hoofd van de afdeling waarbinnen de bekritiseerde ambtenaar werkzaam is, heeft zich per e-mail bij Hans van Wegen beklaagd en eist genoegdoening. Hij stelt onder meer dat raadsleden hun kritiek moeten uiten tegenover de wethouders, en niet rechtstreeks ambtenaren moeten betrekken. Een vreemde zaak overigens: het betreffende afdelingshoofd had – geredeneerd vanuit de door hem bepleite zuiverheid – zijn kritiek moeten neerleggen bij de wethouder en zich niet rechtstreeks tot het raadslid moeten wenden. Maar misschien twijfelde hij aan de impact van zijn wethouder.
Uit de mail van het afdelingshoofd is ook de opvatting te lezen dat een wethouder beperkt is in zijn mogelijkheden om de relatie met een projectleider of beleidsambtenaar te beëindigen. Dat recht staat alleen het afdelingshoofd of de gemeentesecretaris toe, zo is de redenering. Ik denk daar genuanceerder over. Los van de arbeidsrechtelijke verhoudingen: als een wethouder een ambtenaar niet langer pruimt, heeft dat consequenties voor de ambtenaar. In algemene zin uiteraard, los van de door Hans van Wegen aangekaarte zaak. Op dat punt scoort het afdelingshoofd: de kritiek op de ambtenaar kwam totaal onverwacht uit de lucht vallen en was niet onderbouwd. Zoiets kan natuurlijk niet, Hans van Wegen heeft op dit punt dan ook zijn kroot al weer ingeslikt. Wat overigens niets afdoet van zijn recht om zijn mening te geven over wie dan ook – zolang daarbij de regels van de betamelijkheid in acht worden genomen.