Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

leave a comment »

Zondag 23 januari 2005

Op de agenda voor de komende raadsvergadering staat een motie aangekondigd over het functioneren van wethouder Paul Strengers. Als indieners staan Gerard van Vliet en ikzelf op de lat. Intussen kan er van worden uitgegaan dat de motie door vijf partijen wordt ingediend. Uiteraard zal worden verzocht om een hoofdelijke stemming, en omdat die over een persoon gaat, wordt om schriftelijke stemming gevraagd. Dit is vooral daarom van belang omdat enkele leden vanuit het coalitieblok in de wandelgangen hebben meegedeeld dat op z’n minst een deel van hun fracties bij schriftelijke stemming de motie zal ondersteunen.

De motie werd afgelopen dinsdag, tijdens de vergadering van de commissie Bestuur, aangekondigd. David Mol, de voorzitter van de fractie van Groen Links, waarschuwde voor een tweede bestuurlijke crisis binnen één jaar. Zijn waarschuwing was terecht, het zal een slechte zaak zijn indien begin februari er weer een heuse bestuurscrisis zou zijn. Eer die is opgelost, zijn we al weer bezig met de Kadernota en als die discussie is afgelopen staan we kort voor het zomerreces. Na het zomerreces beginnen partijen warm te lopen voor de komende verkiezingscampagne, wat zijn schaduw zal werpen op het dagelijkse bestuurlijke functioneren in onze stad.

We kunnen ons dus nauwelijks een crisis veroorloven. Dat op zich kan echter nooit een reden zijn om het optreden van Paul Strengers met de mantel der liefde te overdekken. Nog ’n jaar voortploeteren is niet goed voor de kwaliteit van het bestuur, het kan hooguit de campagne verder inkleuren – uiteraard tot schade van de VVD. Of er een crisis komt, ligt echter niet in handen van de oppositie. Een motie tegen een wethouder is niet a priori een motie tegen het college. Toegegeven, er is voldoende reden om een dergelijke motie wél in te dienen, maar dan laten de oppositiepartijen toch de vraag meespelen of een crisis in het komende voorjaar in het belang is van de stad. Nee dus.

We hebben te maken met een wethoudercrisis. Het is aan de coalitiepartijen, de VVD voorop, om hiervoor een oplossing te vinden. Lukt ze dat niet en ontaardt een motie tegen één van de wethouder in een collegecrisis, dan ligt de schuld daarvoor niet bij de oppositiepartijen maar bij de coalitiepartijen!

Zaterdag 22 januari 2005

Minister Dekker heeft een belangrijk doel: het opschroeven van de woningproductie. Een streven dat steun verdient, maar in de harde werkelijkheid stoot zij op steeds nieuwe problemen. De Volkskrant van vandaag wijst op één van haar problemen: je kunt met de woningcorporaties we afspraken maken, maar op het al dan niet nakomen van die afspraken staan geen sancties. Erger nog, in veel gevallen zijn de corporaties moeilijk aan te spreken op het niet nakomen van toegezegde productiecijfers. De corporaties zijn bij hun plannen vaak afhankelijk van het overheidsbeleid, vooral op gemeentelijk niveau. Op de particuliere sector heeft de minister nog minder invloed, die stemt haar woningproductie af op de vraag. Gezien de huidige marktontwikkeling ligt daar ook niet de sleutel voor het welslagen van de voornemens van de minister.

Bij dat alles moet ik denken aan het boek ‘Herinneringen van Piet Bogaers, bouwminister’, dat onlangs is uitgekomen. Bogaers was vanaf 1963 tot 1966, in de Kabinetten Marijnen en Cals, bouwminister. Het is een van de meest gepassioneerde en succesvolle bouwministers van ons land geweest. In 1964 bereikte hij een belangrijke mijlpaal: voor het eerst werden er 100.000 woningen in één jaar opgeleverd. Door zijn beleid zou dit in de daarop volgende jaren nog oplopen tot 120.000 woningen in één jaar.

Dat haalt minister Dekker niet in de verste verte. Het boek over Pieter Bogaers verraadt ook waarom zij dat niet haalt. In de jaren zestig hadden we te maken met een corporatistische staat, waarbinnen de overheid veel invloed had, door overheidssteun de marktwerking was geminimaliseerd en de bouwwereld aan het staatsinfuus lag. Alles wat de huidige VVD heilig is op het gebied van vrij ondernemersschap, marktwerking en terugtredende overheid, verkeerde veertig jaar terug in het tegendeel. De minister heeft bij haar streven niet alleen de corporaties en bouwwereld tegen, maar vooral ook haar eigen politieke cultuur!

Vrijdag 21 januari 2005

In hoeverre mag je wethouder Jan de Wilde op zijn woord nemen? Is hij het slachtoffer van verkeerde informanten, of roept hij zo af en toe maar wat? Maakt hij een inschattingsfout bij de beoordeling van de realiteit, of probeert hij de realiteit te verbuigen in de richting van zijn politieke streven?

Die vragen komen naar boven als je de soap rond de geplande megabioscoop in het Eemcentrum volgt. Zelf heb ik, gevoed door informatie uit de landelijke kring van bioscoopexploitanten, al eerder vraagtekens gezet bij de haalbaarheid van een megabioscoop in het Eemcentrum, naast het al aanwezige bioscoopcomplex aan de Snouckaertlaan. De megabioscoop in het nieuwe Eemcentrum is door het college echter wel tot een van de noodzakelijke ‘iconen’ verheven voor het slagen van het nieuwe project tussen Eem en Eemplein.

Het probleem is dat er nog steeds geen zekerheid is of een exploitant in het avontuur in het Eemcentrum wil stappen. Mij verbaast dat niet, de feiten en verstrekte informatie overziende. Jan de Wilde is veel optimistischer, of speelt die rol om de discussie over het Eemcentrum wat in de hand te houden. Half november, tijdens een raadscommissie over het Eemcentrum, deelde hij mee dat binnen één week de zaak rond zou zijn en de beoogde exploitant voor de megabioscoop de noodzakelijke handtekeningen zou zetten.

Toen op 22 december het Eemcentrum in de raad aan de orde kwam, waren de aangekondigde handtekeningen nog steeds niet gezet. Daarop gewezen, deelde de wethouder mee dat er inderdaad nog enige vertraging was ontstaan, maar de problemen waren opgelost. Hij wilde echter geen concrete mededeling doen want in de eerstkomende dagen na de raadsvergadering zouden de bioscoopexploitant en, respectievelijk of (dat was niet zo duidelijk) de projectontwikkelaar zelf met een persbericht komen. Hoera!

Intussen zijn we meer dan een maand verder en is het nog steeds muisje stil rond de invulling van het commerciële deel van het Eemcentrum, inclusief de geplande megabioscoop. Beste Jan, waar liggen de problemen?

Donderdag 20 januari 2005

Dat in 2005 de verkiezingscampagne van start gaat, is bekend. En we merken het ook, want een van de geliefde sporten tijdens zo een campagne begint al op gang te komen. Daarmee bedoel ik het pikken van ideeën van andere partijen, waar fracties het zelf heeft laten afweten. Een voorbeeld hiervan las ik vandaag in De Stad Amersfoort. Dader is een fractielid van Groen Links, maar dat kan niemand verbazen want deze partij is kampioen bij het weglopen met ideeën van anderen, bij gebrek aan eigen creativiteit.

De dader dit keer is Sylvia Kesler. Zij was deze week aan de beurt in de rubriek ‘Ken uw raadslid’. In deze rubriek worden standaardvragen beantwoord en een daarvan luidt: ‘Wat is uw belangrijkste beslissing geweest als raadslid tot dusver?’ Haar antwoord: ‘Het besluit om veel tijd en energie achter de schermen te besteden aan volledig behoud van het Bosbad Amersfoort. Het particulier initiatief dat er lag van bureau Haver Droeze is daardoor gehonoreerd.’

De feiten. De SP organiseerde door het ophalen van zo’n tienduizend handtekeningen de maatschappelijke druk voor het behoud van het Bosbad. Ton Berends van Hart voor Amersfoort heeft bureau Haver Droeze bij het project betrokken. Beide partijen, SP en Hart voor Amersfoort, hebben daarna de discussie binnen de gemeenteraad op stoom gehouden. Terecht zijn deze twee partijen door iedereen bejubeld en beloond nadat hun strijd voor het openhouden van het Bosbad in zijn huidige vorm succesvol kon worden afgesloten.

Dat Sylvia Kesler in haar antwoord geen woord besteed aan de twee partijen die alle lof verdienen, is al minder netjes. Dat zij voor het openhouden van het Bosbad een opmerkelijke rol heeft gespeeld, is tot nog toe iedereen ontgaan. Ik zou willen zeggen: ‘Niet zo netjes, Sylvia’. Maar als ik dan naar de vraagstelling in de krantenrubriek kijk, bekruipt mij wederom de vraag: Sylvia, als je voor een aansprekend antwoord al moet teruggrijpen op niet correcte informatie, wat heb je dan in werkelijkheid gedaan?

Written by raphaelsmit

23/01/2005 bij 10:37

Geplaatst in Uncategorized

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: