Verkiezingen naderen: Groen Links trekt schaapskleren aan
Vrijdag 25 februari 2005
De fractie van Groen Links in de gemeenteraad beleeft een optische metamorfose. In de voorafgaande raadsperioden, toen Groen Links nog niet deelnam aan het college, was deze partij al een steunpilaar voor de coalitie. Boze tongen beweren dat dit samenhing met de ambities van de toenmalige fractievoorzitter, maar toen Groen Links in 2002 ‘tot het college werd geroepen’, viste de jarenlange wethouderskandidaat achter het net. Als collegepartij ontpopt Groen Links zich als het meest gezagsgetrouwe deel van de raad. Bij discussies wordt in eerste instantie nog wel eens de indruk gewekt dat het dualisme toeslaat, maar als het er op aankomt kan de coalitie rekenen op totale volgzaamheid. Zelfs principiële afwijkingen, zoals bij de Christen Unie, kan ik mij van de partij die ooit is ontstaan uit het samengaan van CPN, PSP en PPR niet herinneren.
Dat was drie jaar lang zo. De laatste maanden lijken de fractieleden van Groen Links zich ineens te realiseren dat er over een jaar verkiezingen zijn en dat enig profiel dan nooit is te versmaden. Individuele leden van de fractie blijken ineens over voldoende kritisch vermogen te beschikken, wat een verademing is. Wethouder Henk Brink komt onder vuur te liggen – terecht overigens – en Sylvia Kesler verklaarde deze week in een van de commissies dat zij steeds meer de indruk krijgt dat je als raadslid nauwelijks invloed hebt en zaken binnen het stadhuis hun eigen beloop hebben, ongeacht opvattingen in de gemeenteraad. Een laat inzicht, mogelijk begint zij ook te begrijpen waarom eenderde van de kiezers in 2002 op een nieuwe partij stemden.
Ook buiten de fractie van Groen Links ontpopt deze partij activiteiten, passend bij de stijl van fractievoorzitter David Mol. Het bestuur (of individuele leden, dat is niet altijd duidelijk) probeert een breed front van partijen te vormen die samen gaan praten over politieke items, uiteraard op een abstract niveau. Door dat gezamenlijke optrekken, op initiatief van Groen Links uiteraard, verliezen partijen aan onderscheidend profiel, passend binnen de stijl van optreden van Groen Links uit de afgelopen jaren. Er is de afgelopen maanden getracht een gemeenzaam discussieplatform op te richten en het bestuur van Groen Links heeft de afgelopen dagen andere partijen opgeroepen om gezamenlijke ledenbijeenkomsten te organiseren.
Het is de softe benadering van harde problemen, een werkwijze die terug is te voeren op de roots van deze partij. Maar het is ook een vorm van kiezersbedrog: drie jaar lang het collegebeleid door dik en dun verdedigen en de oppositie verketteren, om daarna kort voor de verkiezingen van kostuum te veranderen en boer-wat-heb-je-mooie-kippen te spelen. Zoiets noemt men hypocriet.
Stadsvernieuwing in Amersfoortse stijl
Donderdag 24 februari 2005
Wethouder Piet Jonkman presenteerde deze dag een aardige brochure over het Grote Steden Beleid 2000-2004 in Amersfoort. Er stond niets nieuws in, maar voor alle bewoners in de voorrangswijken die zich actief hebben ingezet voor sociale projecten in hun buurt, is het een blijk van waardering. Dat er bij de stadsvernieuwing veel is blijven liggen, komt uiteraard in een dergelijke brochure niet aan de orde. Met name de achterlopende fysieke vernieuwing, zoals woningverbetering en dergelijke, blijft onderbelicht.
Op dat punt is het boekje dat beleidsambtenaar Jasper Hoogland laatst uitgaf, duidelijker. Maar als de inhoud van dat boekje de nieuwe lijn wordt – en ik heb op dat punt bange verwachtingen – is het met de stadsvernieuwing in onze stad nog steeds minder goed gesteld. In de ambtelijke visie worden groene ruimten in de bestaande stad volgebouwd, waardoor het open karakter op veel plekken in de vroegnaoorlogse schil rond de stad (van de Stichtse Rotonde tot aan het waterwingebied in Liendert) dreigen te verdwijnen.
Ik heb een medewerker op het stadhuis wel eens horen beweren dat alle open ruimte in de vroegnaoorlogse wijken niet meer van deze tijd is. Compact bouwen, dat is de nieuwe trend. Daarbij worden de zaken behoorlijk omgedraaid: er wordt in nieuwe wijken niet compact gebouwd omdat er een actuele trend is, maar deze trend is ontstaan omdat er ten behoeve van sluitende grondexploitaties compact moet worden gebouwd. Op de open ruimte die de sociale woningbouwplannen uit vroegere decennia typeert, moeten we echter zuinig zijn.
Het verhaal dat rondzweeft binnen het stadhuis over het creëren van nieuwe bouwlocaties in de groene ruimte binnen de bestaande stad, past bij de goede relaties die wethouders en ambtenaren hebben met de bouwcoterie binnen onze stad. Aannemers en ontwikkelaars hebben weinig op met het verbeteren van de bestaande bouw, nieuwbouw is makkelijker te organiseren en levert meer op. En sinds de woningbouwcorporaties commercieel zijn gaan denken, is ook de bijdrage uit die hoek aan het herstel van de bestaande woonbebouwing achtergebleven bij verwachtingen en afspraken. Wat ontbreekt, is een heldere visie. Op dat punt loopt Amersfoort achter bij veel andere grote steden.
Geef voorrang aan bewonersplannen!
Woensdag 23 februari 2005
De stedenbouwkundige Khandekar heeft, op verzoek van de gemeente, een aantal visies ontwikkeld voor de invulling van de ziekenhuisterreinen Lichtenberg en Sint Elisabeth. De invulling van het Elisabethterrein is verrassend: woningbouw tot bijna aan de Heiligerbergerbeek. Wat zich bij de plannen van Khandekar voor CSG-Noord al aftekende, is nu bevestigd: ontwikkelaars hoeven niet te klagen over het werk van deze stedenbouwkundige. Niet het optimale behoud van het groen in het beekdal, jarenlang door velen bepleit, staat voorop, maar het creëren van ideale bouwlocaties.
De plannen die Khandakar presenteerde voor het Lichtenbergterrein wijken in hunopzet niet veel af van de bewonersplannen die vorige maand met veel instemming werden gepresenteerd. Bij de bewonersplannen weet je echter dat er gedacht is vanuit de liefde voor de woonomgeving en het historische besef dat leeft bij de omwonenden. Bij de plannen van Khandekar zal het uiteindelijk gaan om de economische optimalisering en de belangen van de ontwikkelaar die dit gebied moet ontwikkelen. Ik zou zeggen: als de plannen van de ingehuurde stedenbouwkundige zo dicht liggen bij de plannen van de bewoners (die zich ook van uitstekende deskundigheid hebben voorzien), dan moet je verder gaan met de bewoners. De bewoners hebben bewezen dat ook zij oog hebben voor de economische haalbaarheid van hun plannen, maar zij denken vanuit de buurt en niet vanuit winstoptimalisatie.
Geef een reactie