Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

leave a comment »

Liever geen besluiten dan impliciete besluiten

Maandag 13 juni 205

Impliciete besluitvorming is een van de ondingen waarmee je als raadslid kan worden geconfronteerd. Je stemt na veel discussie voor A en je hebt daardoor automatisch, maar zonder veel discussie, ook voor B gestemd. De commissie ECO kreeg deze avond twee van dergelijke gevallen op haar bordje.

De mogelijke gemeentelijke bijdrage van 600.000 euro voor De Schammer blijkt gekoppeld te zijn aan een provinciale bijdrage van 2 miljoen euro voor de ontwikkeling in Vathorst-Noord. Dat deelde althans wethouder Piet Jonkman mee, daarmee de commissie onder druk zettende om in te stemmen met de bijdrage voor De Schammer. Een bijdrage overigens die hij – onder voorbehoud van goedkeuring door de raad, zo bezwoer hij – al heeft toegezegd aan de provincie.
Maar GS besluit pas later deze maand over de bijdrage voor Vathorst-Noord. Welke voorwaarden GS daaraan verbindt, is nog niet bekend, maar als de recente provinciale bijdrage voor het Soester ecoduct als voorbeeld mag dienen, kunnen we nog voor verrassingen komen te staan. Er zou, kijkend naar Soest, bijvoorbeeld een voorwaarde op het vlak van ‘rood voor groen’ boven tafel kunnen komen. Het lijkt mij daarom de moeite waard om eerst maar eens het besluit van GS over Vathorst-Noord af te wachten, voordat de Amersfoortse gemeenteraad de discussie over de bijdrage aan De Schammer voortzet.
Dat met een voorstel voor een bijdrage aan De Schammer ook een uitspraak wordt gedaan over de fietstunnel onder de A28 tussen Schuilenburg en De Schammer, had niet gehoeven, er zou nog een apart voorstel voor komen. Toch heeft wethouder Jonkman de kwestie van deze fietstunnel impliciet aan het Schammerbesluit gekoppeld, wat de discussie over dit onderwerp alleen maar nog schimmiger maakt.

Het tweede impliciete besluit betreft de verplaatsing van het woonwagenkampje De Birkt. Daaraan gekoppeld is een impliciet besluit over de verplaatsing van de woonboten in de Eem, zoals wethouder De Wilde desgevraagd bevestigde. Besluit de raad voor handhaven van het woonwagenkampje op zijn huidige plaats, dan is verplaatsing van de woonboten ook niet aan de orde, zo bevestigde hij. Een interessant gegeven, want feitelijk is de discussie over de woonboten nog lang niet afgesloten.
Een heikel punt is bijvoorbeeld waar de nieuwe ligplaatsen voor de woonboten worden gereserveerd. Het college heeft een plek bij De Koppel voorgesteld. Hiertegen zijn de bewoners al in opstand gekomen. Enkele tientallen families die nu nog vrij uitzicht over het water hebben, krijgen volgens de plannen van het college woonboten voor hun deur. Niet dat zij iets tegen de woonbootbewoners hebben, zo deelden zij mee, maar zij verzetten zich wel tegen het verdwijnen van het vrije uitzicht dat zij nu nog hebben. En wie verbaast zich daarover?
De discussie in de raad hierover moet nog plaatsvinden, maar die lijkt vrijwel overbodig te worden indien voor verplaatsing van het woonwagenkampje wordt besloten en daarmee impliciet voor de positie van de woonboten. Eigenlijk is dat op zichzelf al reden genoeg om tegen het verplaatsen van het woonwagenkampje naar de Middelhoefseweg te zijn.

En weer laat het OBV de bewoners in de kou staan

Zondag 12 juni 2005

Bureaucratisch denken of slechte directievoering kan er toe leiden dat een ontwikkeling waarover het gemeentebestuur zich zou moeten verheugen, zwaar onder druk komt te staan. Om maar eens een voorbeeld te nemen: de tennisvereniging in Vathorst.

Stenen stapelen is geen kunst. Zorgen dat in een nieuwe wijk ook een goed leefklimaat en een hechte samenleving ontstaat, vergt veel meer inspanning. Het gemeentebestuur moet zijn zegeningen tellen als in een nieuwe wijk bewonersinitiatieven ontstaan waardoor mensen zich in hun nieuwe omgeving thuis gaan voelen en waarmee – indirect – de aantrekkelijkheid van het nieuwe gebied wordt vergroot. Ik doel in dit geval op Vathorst.
‘Een wereld van verschil’ Dat is het thema dat het gemeentebestuur heeft gekozen voor de ontwikkeling van Vathorst. De bewoners in Vathorst hebben zelf een steentje bijgedragen bij de invulling van dit thema. Het is in onze stad nog niet eerder voorgekomen dat, nog vóór de eerste woning wordt opgeleverd, er al een actieve bewonersvereniging is opgericht: constructief en professioneel opgezet. Het unieke blijkt alleen al doordat de gemeente de aanwezigheid van de bewonersvereniging heeft aangegrepen om de gebruikelijke subsidies voor samenlevingsopbouw in Vathorst achterwege te laten. Hoe het geld daarna is ingezet, is een ander verhaal, een verhaal waarmee de gemeente tegenover de bewoners een minder goede beurt heeft gemaakt.

De betrokkenheid van de bewoners in Vathorst heeft er toe geleid dat er al zeer spoedig een groep mensen het initiatief werd genomen tot het oprichten van een tennisvereniging. De gemeente Heeft in Vathorst immers ruimte voor tennisbanen gereserveerd: acht bij De Brink en een nog groter aantal in Fithorst. Het is algemeen bekend: het verenigingsleven is de specie binnen de samenleving, zeker in een nieuw gebied als Vathorst. Je zou zo’n nieuwe vereniging dus in de watten moeten leggen. Maar dat is nu weer iets te veel gevraagd. Het is overigens vooral de rol van het ontwikkelingsbedrijf OBV die op dit punt dubieus kan worden genoemd, maar daarvoor draagt het gemeentebestuur vijftig procent verantwoordelijkheid.
Terwijl het aantal aanmeldingen voor de nieuwe tennisvereniging, die dus nog geen banen heeft, al in de buurt van de vijfhonderd ligt en wekelijks groeit, moet het bestuur van de nieuwe vereniging een belangrijk deel van zijn tijd besteden aan de problemen die het OBV weet te creëren. De acht geplande banen bij de Brink blijken er ineens zes te zijn. Een simpele oplossing voor dit probleem zou zijn dat de nieuwe vereniging ook de beschikking krijgt over de geplande banen in Fithorst. Er is veel te zeggen voor het onderbrengen van de twee complexen bij één vereniging, alleen al door de synergie die dit oplevert en het feit dat je geen twee parallelle vrijwilligersbesturen hoeft op te zetten.
En er speelt nog iets anders: sportvoorzieningen koppelen aan het verenigingsleven vergroot de betrokkenheid van mensen bij hun wijk en creëert een noodzakelijk middenkader. Bij de tennissport geldt ook nog dat tennissen in verenigingsverband goedkoper is dan tennissen op banen die commercieel worden uitgebaat. Hoe dan ook: het getuigt van wijsheid wanneer het gemeentebestuur en het OBV initiatieven en verantwoordelijkheden zoveel mogelijk bij bewoners neerlegt. Dat komt de samenleving in een wijk ten goede.

Maar Kafka wint het vaak van de logica. Dus ziet het er naar uit dat het OBV de tennisbanen bij Fithorst verpatst aan een commerciële onderneming, waarschijnlijk de firma die ook het complex in De Brandt exploiteert. Een gedegen bedrijf, dat staat buiten kijf. Ik ben zelf jarenlang lid geweest van De Pellikaan en heb daar geen negatieve herinneringen aan. Maar ik ben daarnaast ook lid van tennisvereniging ALTA en dan vallen mij twee dingen op. In de eerste plaats: het lidmaatschap van De Pellikaan kostte mij vijf keer zoveel als van ALTA (een vereniging die niet bekend staat om zijn lage contributie) en bij ALTA hoef ik geen ingewikkelde afspraken te maken als ik eens een uurtje een balletje wil slaan. Ten tweede (en dat vind ik eigenlijk nog belangrijker): ik heb iets met mijn tennisvereniging en daardoor ook met de buurt waar ik speel en woon(de). Dat gevoel heeft de commerciële Pellikaan mij nooit kunnen geven. Ik vind daarom de vercommercialisering van de tennisfaciliteiten in Vathorst een slechte, domme keuze!

Written by raphaelsmit

14/06/2005 bij 05:53

Geplaatst in Uncategorized

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: