Wethouder Brink struikelt over een pot verf
Woensdag 22 juni 2005
Het was dinsdagavond, bij de bespreking van de busbaan in de Stationsstraat, een bizarre vertoning. Drie jaar is er nagedacht en getekend om de verkeerssituatie in de Stationsstraat en de Van Asch van Wijckstraat te verbeteren. Er is in die jaren best wel resultaat bereikt: nadat langs de vrije busbaan een hek werd geplaatst is het aantal ongevallen door willekeurig overstekenden voetgangers tot vrijwel nul gereduceerd. Voor de onoverzichtelijke situatie bij de Vlasakkerweg en de op veel punten slecht georganiseerde indeling van het Stationsplein is nog steeds geen overeenstemming tussen de wethouder en de raad bereikt.
Verschillende voorstellen zijn gedaan. Het laatste voorstel was het meest creatief, met een rotonde aan de oostzijde van het Stationsplein waardoor allerlei onoverzichtelijke vervlechtingen tussen verschillende soorten verkeer op dat punt werden opgelost. De kosten voor deze oplossingen bedragen tenminste 800.000 euro, maar ook met deze oplossing blijft de constatering staan: ‘Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding’. Zonde van het geld dus.
Dus kozen de raadsleden voor het alternatief van een van de insprekers, de heer Nije. Die stelde voor om met een pot verf en een kwast de overzichtelijkheid bij de Vlasakkerweg te verbeteren. Dat er nog veel meer nodig is, met name bij het Stationsplein, is duidelijk, maar hiervoor moet later in dit jaar een voorstel komen, eventueel in combinatie met het invoeren van tweerichtingsverkeer in de Asch van Wijckstraat zodat gevaarlijke filevorming tussen het Eemplein en het Stadhuis tot het verleden kan gaan behoren. De vraag is echter of wethouder Brink na alle discussie gedurende de afgelopen jaren en het afwijzen van verschillende van zijn plannen, nog de animo heeft om met een nieuw voorstel te komen.
De oplossing van de heer Nije sprak mij zonder meer aan. Dat kon ook niet anders, want hij komt vrijwel geheel overeen met het voorstel dat ik in april van het vorige jaar deed. Het belangrijkste verschil tussen mijn voorstel en dat van de heer Nije is een hekje op de plaats waar de heer Nije een kwak verf of een wegverhoging voorstelde, wat dus nog goedkoper is. Het is eigenlijk wel een bijzonder gebaar dat de creativiteit van een betrokken stadgenoot meer waardering krijgt dan een vrijwel identiek voorstel uit de kring van raadsleden. Hopelijk is dit een positief signaal in de richting van iedereen die de komende jaren als inspreker met een goed idee naar voren komt. ‘Jouw Amersfoort’ heeft niet voor niets gesteld dat er veel meer creativiteit die buiten het stadhuis aanwezig is, moet worden benut.
Of het in die zin echt een positief signaal is, waag ik echter te betwijfelen. Bij de discussie van gisterenavond speelt ongetwijfeld ook een rol dat wethouder Brink binnen de raad over steeds minder krediet beschikt. De afgelopen maanden is regelmatig gebleken dat hij op verkeersgebied nog maar weinig goeds kan doen. Daarbij kan de oppositie in veel gevallen achterover leunen, want de grootste critici op het verkeersbeleid van wethouder Brink lijken binnen de coalitiefracties PvdA en Groen Links te bivakkeren. En omdat hem dat ook niet zal zijn ontgaan, zal zijn animo om zijn ambtenaren opnieuw te motiveren om met een nieuw plan voor de omstreden busbaan te komen nog maar heel gering zijn.
Het slechte in dit geheel is echter dat door de erosie binnen de coalitie – waarbij partijen op verschillende punten afstand proberen te nemen van collegeleden dat zij drie jaar lang tamelijk kritiekloos hebben laten zitten – er helemaal niets meer gebeurt. Daar zijn dan uiteindelijk onze stadgenoten het slachtoffer.
Noodgreep van Piet Jonkman pakt slecht uit
Dinsdag 21 juni 2005
Wanneer de actie die wethouder Jonkman rondom de nota over de stadsvernieuwing deze avond introduceerde, de stijl van ons college wordt, dan gaan wij rare tijden tegemoet. In april van dit jaar werd, na een heftige publieke discussie, het Plan van Aanpak voor de binnenstedelijke vernieuwing door de commissie Beheer onderuit gehaald. De wethouder trok de nota terug, raadsbehandeling vond niet plaats en Piet Jonkman zegde toe eerst met de bewoners te gaan praten. Een goed voorstel, ook al kwam hij er een jaartje te laat mee.
Deze avond kwam de nota opnieuw aan de orde. Indirect, want op de agenda stond een brief van de wethouder waarin op enkele punten uit de discussie van april werd ingegaan. Het belangrijkste punt in de brief was de mededeling dat er wordt afgezien van bouwplannen in het waterwingebied.
Een groot aantal andere punten van kritiek zijn echter nog niet beantwoord, laat staan dat zij in een herziene nota zijn verwerkt. Ook de gesprekken met de bewoners en andere belanghebbenden moeten nog op gang komen. De woningbouwcorporaties worden intussen knap zenuwachtig, zoals uit een brief bleek die de SCW begin mei aan het college schreef. Curieus, maar ook diepdroevig, was de opmerking in de brief aan de raad het eventueel mislopen van rijkssubsidies als gevolg van de ontstane vertraging door het college voor lief wordt genomen. Een flegmatiek die past bij het feit dat er na de discussie in de commissie van april weinig is gebleken van actie of nieuwe ideeën rondom de stadsvernieuwing.
In plaats daarvan deelde de wethouder mee dat de omstreden nota de status krijgt van een B- en W-notitie en dus niet meer in de raad aan de orde komt. De nota is, met uitzondering van de mededeling over het waterwingebied, niet gewijzigd maar wordt zou door het college wel als uitgangspunt worden genomen voor de komende acties die de wethouder van plan is te ontwikkelen. De commissie werd gevraagd van deze gang van zaken kennis te nemen en er mee in te stemmen.
Als dit het nieuwe beleid is, kan interessant worden de komende tijd. Telkens wanneer het college kritiek krijgt op een beleidsstuk, neemt ze een dergelijk stuk terug, bombardeert het tot een B- en W-notitie en gaat verder op de door de raad bekritiseerde weg. Kort door de bocht gesteld kan je bij een dergelijke situatie zeggen: de raad wordt gevraagd met een nota van het college in te stemmen, doet ze dat niet dan wordt het beleid desondanks op de voorgestelde weg voortgezet, nadat de raad buiten spel is gezet!
Ik vermoed dat het voorstel van wethouder Jonkman een van wanhoopsdaad is. Om in aanmerking te komen voor subsidiesuit de royale geldpotten in Den Haag moet er een door de raad vastgestelde visie liggen, uitgewerkt in een overeenstemming met de corporaties en getekend nadat de bewoners als belanghebbenden zijn gehoord. Als enige van de twintig steden waarin de 56 wijken liggen die voor subsidie in aanmerking komen, heeft Amersfoort nog steeds niet aan de gestelde voorwaarden voldaan.
Het voor kennis aannemen van de omstreden nota had de wethouder in elk geval een stuk op weg kunnen helpen. Of het hem echt geholpen had, is echter de vraag: de minister verwacht wel dat de gevraagde visie door de raad is goedgekeurd. dat is iets anders dan een instemming door de commissie, temeer omdat deze geen besluiten kan nemen. De wethouder is in een positie beland waarvoor hij niet is te benijden. Hij is daarin echter niet schuldloos beland. Het afgelopen najaar heb ik tijdens de discussie over het meerjaren-ontwikkelingsplan gewezen op het ontbreken van een visie op de fysieke stadsvernieuwing en daarop gebaseerde overeenkomsten. Mijn zorg op dat moment werd bevestigd door ambtenaren van het ministerie VROM.
Dat komt wel goed, was zo ongeveer de boodschap van de wethouder en zijn ambtelijke adviseurs. Dus niet. De wethouder heeft een nieuwe nota voor het einde van dit jaar toegezegd. Lukt hem dat, dan zijn we op tijd voor 2006 – 2005 is dan verloren geld.
Geef een reactie