De wethouder die niet over een leugentje valt
Woensdag 10 augustus 2005
Vandaag ontving ik een kopie met bijlagen van een brief over de dagopvang voor daklozen aan de Stovestraat. Het gaat om een brief van een aantal omwonenden van deze dagopvang, die zij vorige week verstuurden aan B en W. Wie de brief leest kan maar één conclusie trekken: ons college, en dan met name de verantwoordelijke wethouder Van ’t Veld, is er alles aan gelegen om eigen plannetjes er doorheen te drukken. Daarvoor wordt geen leugen geschuwd, worden toezeggingen gedaan die later niet worden nagekomen en wordt met belangen van bewoners gesold op een wijze die elk vertrouwen in de serieusheid van ons college laat vervagen.
De problemen rondom de dagopvang aan de Stovestraat bestaan al lang. Omdat het college al jaren solt met de belangen van de bewoners in een deel van de binnenstad, werd in het voorjaar een kort geding tegen het gemeentebestuur op gang gebracht. De bewoners besloten het kort geding aan te houden nadat zij in mei van de wethouder de toezegging kregen dat vanaf 1 februari 2006 de overlast in hun omgeving zou afnemen doordat in de Stovestraat geen dagopvang van harddrugsverslaafden meer zou plaatsvinden.
Wat de wethouder hen niet had verteld was het feit dat er een opvang voor drugsverslaafden aan de Kleine Haag komt, op een steenworp afstand van de Stovestraat. De bewoners hoorden tijdens een informatiebijeenkomst op 22 juni, nadat het college zijn besluit over de Kleine Haag had genomen, dat er nog wel degelijk drugsverslaafden naar de Stovestraat komen. Op een vraag, tijdens deze bijeenkomst aan de wethouder gesteld, antwoordde zij dat de Kleine Haag slechts voor ingeschreven harddrugsverslaafden is bestemd. ‘Iedereen die niet op de Kleine Haag terecht kan, moet naar de Stovestraat,’ aldus de notulen.
Tijdens deze bijeenkomst werd de wethouder er ook aan herinnerd dat de gebruikersruimte niet in de buurt van de Stovestraat zou komen, een standpunt dat zij ook tegenover raadsleden heeft verkondigd. Tijdens de bijeenkomst op 22 juni ontkende zij dit: ‘Dit criterium was er niet: in ieder geval is het geen criterium van de gemeente.’ Zoals al eerder opgemerkt, wethouder Van ’t Veld schuwt geen leugentje, als haar dat zo uitkomt.
En zo staan er nog enkele punten in de brief van de bewoners uit de Stovestraat. In de brief stellen zij daarom een aantal vragen, waarvan de antwoorden mij als raadslid ook in hoge mate interesseren.
En steeds weer verbaas ik mij over het optreden van wethouder Van ’t Veld. Toen zij nog raadslid en fractievoorzitter voor het CDA was, was haar kritiek niet mis wanneer het ging over de gebrekkige wijze waarop collegeleden de raad en burgers in de stad informeerden. Uiteindelijk leidde dat er zelfs toe dat, vooral dank zij haar opstelling, een van de wethouders moest vallen (nadat zij al eerder haar eigen partijgenote binnen het college had helpen kielhaken).
Maar moet ik mij verbazen? Wethouder Van ’t Veld gaat over lijken, als dat noodzakelijk is ter bevordering van haar eigen carrière. Wat dat betreft heeft zij ongetwijfeld nog wel enkele verrassingen in petto. Eigenlijk is dat jammer, want zij is een intelligente vrouw met een aantal bestuurlijke kwaliteiten waarop velen in de raad jaloers mogen zijn. Binnen haar partij komen vreemde vogels langsgedreven, waarvan je denkt: brrrr, wat een griezels! Bij haar start in de raad was zij een verademing en kreeg zij – terecht naar mijn mening – veel support van anderen binnen en buoiten de raad.
Vanuit haar achtergrond zou ik willen zeggen: ga als een goede rentmeester om met de kwaliteiten die je zijn gegeven. Maar of het onder druk van haar ambtenaren is, of door een vorm van verblindende ambitie: wethouder Van ’t Veld ontpopt zich als een tegenbeeld van datgene dat je als goed openbaar bestuurder zou willen bestempelen. Als raadslid kan ik daar nog wel mee leven, maar het zijn vooral veel stadgenoten die de wrange vruchten van haar regentesk optreden moeten plukken.
Er is alle aanleiding voor een onderzoekscommissie uit de raad
Dinsdag 9 augustus 2005
Nadat het college op 14 juni had besloten om het Groene Kruisgebouwtje aan de Kleine Haag te bestemmen als opvangplek voor dakloze harddrugsverslaafden, is er het een en ander gebeurd. Steeds meer ontstaat de indruk dat de zoektocht naar een geschikte locatie minder degelijk heeft plaatsgevonden dan het college tracht te suggereren. Ook het hele gedoe rondom de verkoop van het pand aan een Amsterdamse projectontwikkelaar wekt twijfel op over de intenties die links en rechts hebben bestaan. De rol van de Stichting Maliebaan is ook opmerkelijk: eerst adviseur voor het gemeentebestuur, om daarna als exploitant voor de opvang te gaan optreden. De vraag komt op of hierbij de Europese regelgeving die op dit punt van toepassing zou kunnen zijn, wel in acht is genomen.
Onduidelijkheid is er ook over de afweging die het college heeft gemaakt om tot zijn besluit te komen. Welke toezeggingen, eerder gedaan tegenover bewoners, zijn daarbij geïgnoreerd en waarom? Is de raad wel in voldoende mate geïnformeerd, met name over de financiële kanten van dit hele gedoe. En wat gebeurt er als over enkele jaren de dagopvang in de nu gewenste vorm niet meer nodig is of maatschappelijke ontwikkelingen het omzien naar een beter alternatief noodzakelijk maken?
Er zijn na het besluit van het college en de discussie hierover in de raad zoveel kleine en grote dingen boven tafel gekomen, dat je je als raadslid moet afvragen of de besluitvorming wel op correcte en verstandige wijze tot stand is gekomen. Ook komt de vraag naar voren of er nog zaken een rol hebben gespeeld die niet zijn meegedeeld. Heeft de Stichting Thuiszorg met een veel te lage verkoopprijs genoegen genomen omdat deze transactie is gekoppeld aan andere zaken binnen de relatie tussen de gemeente en de stichting? En welke plannen had de ontwikkelaar precies met het pand, toen hij het tegen een meer dan schappelijke prijs kon verwerven? Hoe wist deze koper dat het pand te koop stond, terwijl andere gegadigden door de Stichting Thuiszorg werden afgepoeierd?
Al deze vragen, en nog veel meer, zijn voor Jouw Amersfoort genoeg reden om een initiatiefvoorstel in te dienen, bedoeld om een onderzoekscommissie vanuit de raad aan het werk te zetten. Een antwoord op de vele vragen krijg je niet boven water door middel van schriftelijke vragen of een interpellatie in de raad. Het gaat om een gecompliceerde zaak waarbij talloze bestuurlijke en zakelijke belangen een rol spelen. En wat wij ook belangrijk vinden: het gaat om een zaak waarbij de geloofwaardigheid van het openbare bestuur is gediend. Het hele gedoe rondom de Kleine Haag werkt dat vertrouwen niet in de hand. Een onderzoek, waarbij de waarheid – hoe die ook luidt – boven tafel komt, kan er toe bijdragen om het geschonden vertrouwen weer te herstellen.
Geef een reactie