Zwartepietenspel rond Het Spijkertje kan starten
Donderdag 29 september 2005
De teerling is geworpen! Het Spijkertje is niet meer te redden, instortingsgevaar! Wat velen vreesden, is vandaag bewaarheid.
Het college heeft vandaag een onderzoeksrapport van de Grontmij ontvangen. De reactie van wethouder Jonkman: de situatie is zo ernstig dat het pand niet meer is te redden. Het werk aan de kades langs de Eem mag voorlopig niet worden hervat omdat daardoor het instortgevaar nog groter wordt. Rond het middaguur zag ik de borden aan het treurende pand hangen: ‘Niet betreden, instortingsgevaar’.
Verbazen doet het mij niet. De afgelopen week zag je per dag de scheuren in enkele muren en het vrijliggende deel van het fundament groter worden. Schijnbaar is de situatie aan de, vanaf de Grote Koppel niet zichtbare, waterzijde nog erger. Volgens de Grontmij is het instortingsgevaar aan de waterzijde het grootst,
Bij wie ligt de schuld? Het pand is in de jaren tachtig, met inzet van gemeentelijke middelen, nog grondig gerestaureerd waarbij vooral aan de inwendige constructie veel aandacht is besteed. Het feit dat het pand de afgelopen jaren leeg heeft gestaan en er geen onderhoud aan is gepleegd, heeft de levensduur van Het Spijkertje beslist niet verlengd. Maar of de schuld bij de eigenaar ligt of bij de gemeente, dat is iets wat deskundigen maar moeten uitzoeken.
Hoewel ik bij de schuldvraag wel een opmerking kan plaatsen. Enkele maanden geleden, voordat de ingrijpende aanpak van de kaden langs de Eem van start ging, zijn in het complex waarin ik woon alle appartementen door een schadebureau bezocht. Er werden in mijn woning tientallen foto’s gemaakt en er is een rapport opgesteld. Mijn appartement is nieuw en staat twintig meter verder van de Eem dan Het Spijkertje. Men wist dus dat de werkzaamheden schade konden opleveren. Was het dan niet verstandig geweest om Het Spijkertje in te pakken of te stutten? Het feit dat op dat punt niets is ondernomen, zou ik op z’n zachts gezegd onachtzaam willen noemen.
De Grontmij heeft het advies gegeven pas weer met het werk aan de kaden te beginnen nadat er ingrijpend herstelwerk aan de fundering van Het Spijkertje is gepleegd of nadat het gebouwtje is gesloopt. Uit de opmerkingen van wethouder Piet Jonkman mag ik opmaken dat het college heeft gekozen voor sloop. De discussie hierover zal de komende dagen wel losbarsten. Met name organisaties en personen die zich inzetten voor het behoud van het industrieel erfgoed in onze stad, zoals de Stichting Siesta, zullen ongetwijfeld aandringen op renovatie in plaats van sloop.
Even los van de mogelijkheden en kosten: een eventuele actie van Siesta heeft mijn steun. De omgeving van de Eem is de afgelopen jaren ingrijpend gewijzigd. Wat ooit de economische kern was van de stad, is veranderd in een nieuwbouwgebied waarin nog maar weinig is terug te vinden van de historie van de stad op deze plek. Het Spijkertje was een typisch kleinood uit voorbije jaren. Wanneer de omgeving gereed is, met het Gildekwartier, het Eemcentrum en een nieuwe Flinttheater aan de Eem, dan herinnert nog maar weinig aan de industriële bedrijvigheid die in dit deel van Amersfoort heeft geheerst. Op dat punt zou Het Spijkertje een nostalgisch revérence zijn naar voorbije jaren.
Eind oktober komt het college met een voorstel. Herbouwen met inzet van origineel materiaal of een totaal nieuw ontwerp, dat is de vraag. Bij het beantwoorden van die vraag zullen ook de financiële aspecten aan bod moeten komen.
Maar ja, zoals onze grote staatsfilosoof al opmerkte: elk nadeel heeft zijn voordeel. Als de slopers hun werk hebben gedaan krijg ik vrij uitzicht op al het werk dat volgend jaar voor het Eemcentrum van start moet gaan. Ik zat er niet op te wachten!
College sjoemelt met EG-regels en bestemmingsplan
Woensdag 28 september 2005
De Stichting Maliebaan gaat het drugshotel aan de Kleine Haag exploiteren. De gemeente heeft hiervoor een overeenkomst afgesloten die de gemeenschap 1,4 miljoen euro per jaar kost, of te wel 7 miljoen euro gedurende het eerste vijfjarencontract. Deze kosten staan overigens los van de 1,6 miljoen euro verbouwingskosten die de gemeente financiert. In het kostenplaatje dat Maliebaan de gemeente heeft aangeboden, staan de afschrijvingskosten op p.m.. Rekeninghoudend met een normale exploitatie zouden de jaarlijkse lasten dus eigenlijk nog hoger zijn en (bij twintig jaren afschrijving op de interne verbouwing) twee ton hoger komen te liggen.
Moet zo iets niet Europees worden aanbesteed? Dat was een vraag die tijdens de afgelopen vergadering van de raad aan de orde kwam. Nee hoor, riepen de wethouders De Wilde en Van ’t Veld in koor, het gaat hierbij om een subsidieverhouding en dan hoef je niet aan te besteden. Een en ander zou blijken uit een advies van stadsadvocaat Houthof Burema. De raadsleden kregen de toezegging dat zij het advies krijgen toegestuurd, wat vandaag dan ook het geval was.
De opmerking van de twee wethouders zit op het randje van misleiding. In het meest kromme Nederlands dat je je kunt voorstellen is in maart 2004 aan de stadsadvocaat gevraagd of de subsidieverlening aan bijvoorbeeld De Flint onderhevig is aan de Europese richtlijnen. Houthof Burema deelde per omgaande mee dat voor bijvoorbeeld De Flint de Europese richtlijnen niet van toepassing zijn. Dit was mede gebaseerd op het feit dat tussen de gemeente en De Flint geen sprake is van een overeenkomst waarbij het theater diensten verleent aan de gemeente.
En met deze flinterdunne vraagstelling en algemene beantwoording, waarbij de rol van de Stichting Maliebaan als adviseur en opdrachtnemer van de gemeente absoluut niet aan de orde was, wordt de raad dus met grote kluiten in het dichte riet gestuurd. Ik ken de seniliteit van de collegepartijen op dit punt, die accepteren alles waarmee ze voor dom worden gehouden. Toch is een discussie over deze gang van zaken niet te ontlopen, een raad die dit onbesproken over zijn kant laat gaan kan beter het stadhuis niet meer betreden: het heeft er dan niets meer te zoeken!
Ook op een ander punt zijn vraag- en uitroeptekens te zetten. Voor de verbouwing van de Kleine Haag is een bouwaanvraag ingediend. Uit deze aanvraag blijkt dat twee van de drie etages van het gebouw een kantoorfunctie krijgen. Dat is nogal wat als je het afzet tegenover de drie stoelen waar drugsverslaafden hun dagelijkse portie kunnen innemen. Nu het gebouw in hoofdzaak een kantoorfunctie krijgt, strookt dit op geen enkele wijze met de bepalingen in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan geeft het pand de functie ‘maatschappelijke (sociaalmedische en religieuze) doeleinden.’ (aan de taalfout in de toelichting op het bestemmingsplan ga ik maar even voorbij). Deze bestemming was uiteraard toegesneden op de functie die het gebouw bij het vaststellen van het bestemmingsplan vervulde: een wijkpost van het Groene Kruis.
Uit de bouwaanvraag blijkt ook dat het bij de werkzaamheden die deze week van start gaan niet alleen om een interne verbouwing gaat. Aan de achterkant van het gebouw vindt een substantiële volume-uitbreiding plaats. Naar mijn mening kan de gemeente niet zonder meer een bouwvergunning afgeven maar dient het de – voor inspraak vatbare – bestemmingsplanprocedures te doorlopen. Op dit punt heeft de gemeente een voorbeeldfunctie uit te voeren tegenover al de inwoners van onze stad die bij het indienen van een bouwaanvrage geconfronteerd worden met een groot aantal regels en voorwaarden.
In schriftelijke vragen heb ik het college om uitleg op dit punt gevraagd.
Geef een reactie