Een vervroegd Sinterklaassprookje
Dinsdag 15 november 2005
De behandeling van de begroting 2006-2009 werd deze avond afgerond. Een vorm van Commedia dell’Arte, dit keer met Sinterklaas in een van de hoofdrollen.
De Sinterklaasoptocht in de raad werd uitgevoerd door Sint De Wilde en zijn trouwe, zoals steeds volgzame, Pieten in de persoon van de overige leden van het college. Drie jaar lang heeft onze Sint donder en bliksem gepredikt. De Amersfoortse burgers moesten al die tijd de broekriem aanhalen. Het ging slecht met onze stad, we stonden er financieel niet zo rooskleurig voor en de kleine man van de straat moest hiervoor bloeden. Het sportleven moest inleveren, evenals de cultuur, het onderwijs, het welzijnswerk en noem maar op.
Maar zie: net voor de verkiezingen arriveert er in onze stadsgrachten een extra stoomboot met pepernoten uit zonnige streken. Met ruimhartige goedheid worden gulle gaven verdeeld, terwijl Sint De Wilde luid roept: ‘Ziet mijn goedheid, vele jaren heb ik gezwoegd om u dit alles mogelijk te maken!’ Oké, een sigaar uit eigen doos, maar toch! Je zou bijna betreuren dat de Sint, moeizaam een binnen het stadhuis geknoopt netwerk wegzeulend, een nieuw leven begint als projectontwikkelaar. Oh, Oh, wat zullen zijn Pieten hem missen!
De brave burger, zich bijna verslikkend in de onverwachte gulle gaven, weet misschien nog net uit te stamelen: ‘Maar waar is al het snoepgoed gebleven dat de Pieten ons drie jaren lang hebben afgenomen?’ Op een antwoord mag hij wachten, want Sint is er slechts voor het zoete goed en niet voor de kritische noten. Die laat hij liever liggen, zo kort voor zijn trage gang naar betere oorden. En als hij eenmaal weg is, zullen de brave Amersfoorters merken dat al die goede gaven slechts eenmalig waren. Volgend jaar speurt een nieuwe Sint in de lege zakken die zijn Wilde collega heeft achtergelaten en schrikken de brave burgers, die dan opnieuw een extra bijdrage mogen leveren, van de naargeestige lijken die uit de bestofte kasten van Sint De Wilde komen gerold.
Maar deze avond deelde Sint uit. Al dat mooie snoepgoed van de Sint was natuurlijk alleen voor de brave raadskinderen. De boze raadskinderen, die de afgelopen jaren regelmatig riepen: ‘Sint, uw baard is niet echt en echt heilig bent u ook niet!’, moesten deze avond op een houtje bijten. Sliep uit! Eenenzestig keer moesten de raadskinderen Sint vertellen of zijn voorstellen wel wijs waren en of de Sint en zijn Pieten misschien nog extra werk hebben te verrichten. Bijna 25 keer kropen de brave raadskinderen haastig op hun troontje en lieten, innige verenigd, de boze raadskinderen die niet steeds in Sint wilden geloven, toekijken hoe zij de gulle gaven van Sint en zijn Pieten op ongezonde wijze haastig naar binnen schrokten. En hun gulzige oogjes konden niet zien hoe de pootjes onder hun kleverige stoeltjes van al deze onmoed begonnen te kraken en te kraken.
De Amersfoortse burgers die dit schouwspel mochten meemaken, keken verbaasd naar dit slechte toneelspel en vroegen zich af of hier van doorgestoken kaart sprake was en of ze door het brave tuig van de Sint in het ootje werden genomen. Twee keer ‘ja’. Later, vanaf 8 maart aanstaande, zullen deze verbaasde burgers merken dat de brave raadskinderen de zoete koekjes alleen maar voor zichzelf hadden ingepikt – na die datum is het over met de pret. Dan zullen onze verbaasde stadgenoten merken dat die boze raadskinderen helemaal niet zo boos waren. Maar ja, ze geloofden niet in Sinterklaas, een waarheid overigens die het langst duurt!
Geef een reactie