Alice in Wonderland op het pad der onbeleerbaren
Dinsdag 13 december 2005
Ik weet het, het is misschien niet netjes het hardop uit te spreken, maar wie kan het mij na vanavond nog kwalijk nemen: wethouder In ’t Veld is óf een dom blondje met geverfd haar, óf ze is een willoze trekpop in handen van haar ambtenaren en de Stichting Maliebaan, óf ze leeft in een eigen wereld, gespeend van elke zicht op realiteit. Of alle drie.
Een half jaar lang is er met intensieve regelmaat gedonder over de wijze waarop zij omgaat met de opdracht van de raad om een oplossing te zoeken voor problemen die dakloze harddrugsverslaafden veroorzaken in onze binnenstad. Een gevoelige zaak waarbij verstand, wijsheid en besef voor de positie van het openbare bestuur van grote betekenis is. Vrijwel iedereen in de stad, op de CDA-fractie na, kan intussen vaststelen dat bij het besluit om aan de Kleine Haag een zorgcentrum in te richten, de nodige blunders zijn gemaakt. Nog vorige week werd haar van alle kanten in de raad, met uitzondering van het CDA, geadviseerd om communicatief beter met dit pijndossier om te gaan. Een motie hierover van de Christen Unie haalde het niet omdat de andere fracties van mening waren dat dit al vaak genoeg was gezegd en de CU-motie dus overbodig was.
Niet dus. Vanavond tijdens de Ronde kreeg ik een telefoontje van een bewoner aan de Bergstraat. De wethouder had hem deze dag proberen te benaderen voor een afspraak per direct voor een persoonlijk gesprek. Dat kon niet doorgaan omdat een normaal mens overdag normale verplichtingen heeft en het ook niet direct duidelijk was wat de impact van het gesprek zou zijn. Dat bleek pas toen de bewoners in (een deel van?) de Bergstraat een brief van de gemeente kregen. Bij het lezen daarvan sloegen bewoners op tilt.
Achter de tuinen van de woningen in de Bergstraat, voor sommigen naast de toegang tot hun garage, worden over een maand enkele omgebouwde bussen neergezet die als tijdelijke opvang voor ’n veertigtal harddrugsverslaafden gaan dienen, van ’s morgens acht tot ’s avonds tien uur. Dinsdag a.s. zal het college dat met een besluit bekrachtigen, maandagavond 19 december is er voor de bewoners een informatieavond. Punt, uit.
’s Middags was de pers over het besluit geïnformeerd, de raadsleden wisten van niets. Vandaag was de laatste raadsvergadering voor het kerstreces, tot 17 januari komt de raad niet meer bijeen. Zonder het verontruste telefoontje van een van de bewoners hadden de raadsleden het plan van het college woensdagochtend uit de krant moeten vernemen. Maar ik heb vanmiddag een raadsinformatiebrief laten versturen, riep de wethouder in haar domme onnozelheid. Zelf had ik, een kwartier voor ik naar het stadhuis ging, mijn mailbox nog ingezien, maar de brief waar de wethouder op doelde was er niet. En die kon er ook niet zijn want, tegen de gewoonte in, had de afdeling de tekst in gedrukte vorm bij de griffie aangeleverd, in plaats van de gebruikelijke elektronische aanlevering. En dan nog: een groot deel van de raadsleden komt tegen zessen vrijwel direct vanaf het werk naar het stadhuis. Wie kan het mij nog kwalijk nemen wanneer ik achter deze onbeholpenheid van het college kwade wil vermoed.
De raadsinformatiebrief werd vanavond, tegen het einde van de vergadering, nog haastig rondgedeeld. Dat maakte de meeste raadsleden er ook niet vrolijker op, uiteraard met uitzondering van het CDA. VVD-fractievoorzitter Ruud Luchteveld hekelde terecht dat in de brief nauwelijks aandacht werd besteed aan de positie van de omwonenden. Logisch, want daaraan heeft deze wethouder, zoals eerdere bewezen, sowieso geen enkele boodschap. Ook werd uit de brief niet duidelijk op basis van welke criteria de keuze op de plek in de omgeving van de Zonnehof is gevallen. Het meest doorslaggevende argument lijkt de nabijheid van het kantor van de Stichting Maliebaan te zijn – een zwak argument want intussen is duidelijk gebleken dat die stichting zich alleen maar bezighoudt met haar eigen ding. De publieke consequenties zijn voor rekening van de wethouder, maar die loopt bij dit dossier rond als Alice in Wonderland, van haar mag je geen zinnige acties verwachten.
Mij bleef niets anders over dan, samen met Gerard van Vliet, een motie op te stellen waarin de hele gang van zaken wordt gehekeld. Kern van onze motie was het verzoek om de coördinatie rondom het dossier Zorgcentrum uit handen van onze trekpop te nemen en bij een echte wethouder onder te brengen. Uiteraard verzette de burgemeester zich tegen behandeling van deze motie, immers, op zulke momenten is zij niet meer voorzitter van de raad maar van het college, met als extra taak het beschermschap voor onze falende wethouder. Waarmee de burgemeester weer eens bevestigde dat bij het Zorgcentrumdossier zij op zijn minst een gelijke verantwoordelijkheid draagt voor het falende beleid als de struikelende wethouder.
De vier uitspraken in de motie werden per stuk in stemming gebracht. Overdracht van de portefeuille stuitte op weinig sympathie bij de coalitiepartijen – logisch, want welke andere wethouder is nog bereid om twee maanden voor de verkiezingen de ravage die wethouder In ’t Veld heeft aangericht voor zijn rekening te nemen. Ook het voorstel om het besluit over de tijdelijke plaatsing bij de Bergstraat terug te draaien, haalde het niet – dat zou mogelijkerwijze tot de val van het college hebben geleid. Het verzoek om bij de tijdelijke plaatsing maximale zorgvuldigheid in acht te nemen rondom de communicatie met burgers, werd door een grote meerderheid gesteund, uiteraard met tegenstem van het CDA die geen prijs stelt op zorgvuldige communicatie, zoals de CDA-fractievoorzitter enkele maanden terug al expliciet heeft verklaard. Het verzoek om de raad actief te informeren over de verdere ontwikkeling van het zorgcentrumdossier kon, ondanks de tegenstemmen van VVD, PvdA en – uiteraard – het CDA, wel op een meerderheid rekenen.
Een betere weg met een nieuwe zoektocht
Maandag 12 december 2005
De motie die de VVD afgelopen dagen presenteerde over het organiseren van een zoektocht naar alternatieve plekken voor de opvang van daklozen en drugsgebruikers, is zo gek nog niet. Ik kan nauwelijks iets anders zeggen, want op 22 november diende ik een motie in van ongeveer gelijke strekking. Die werd weliswaar door de coalitiepartijen van de hand gewezen, maar in de wandelgangen kreeg ik vanuit die kringen te horen dat het idee op zichzelf best zinvol was. Dus kondigde de fractievoorzitter van de VVD die avond al vast de motie aan die de afgelopen dagen dus op papier tot ons is gekomen.
De VVD-motie staat op de agenda voor het Besluit. Dat is niet zo elegant want dat betekent dat er nauwelijks discussie over mogelijk is. Belanghebbenden hebben bij deze gang van zaken al helemaal niets te zeggen. Wat is er dus voor de hand liggender dan de motie eerst in de Ronde te behandelen, zodat er een zinvolle gedachte-uitwisseling over kan plaatsvinden. Maar intussen vindt er al allerlei telefonisch overleg plaats, zodat het doorschuiven van de motie naar de eerstvolgende Ronde na het kerstreces is te verwachten.
Dat lijkt mij beter. Intussen heb ik namens mijn fractie al twee wijzigingen op de VVD-motie geformuleerd. Dat is nodig omdat de uitspraken in de motie nogal vrijblijvend zijn. En daarmee moet je voorzichtig zijn bij ons college, want als je het college voor een boodschap op weg stuurt weet je nooit waarmee het thuiskomt. De gang van zaken rondom de Kleine Haag is daar een sprekend bewijs van, zoals ook door onderzoeker Hoetjes geconstateerd.
Daarnaast komt dat ik bij mijn terugkomst uit Berlijn tot mijn verrassing zag dat het VVD-voorstel voor het Besluit is geagendeerd. Was mij iets ontgaan? In elk geval maakt de korte spanne tijd tussen agenderen en besluit het mij onmogelijk om adviezen in te winnen bij deskundigen op dit terrein. En omdat ik intussen heb gemerkt dat er een landelijk netwerk bestaat van mensen die kennis en ervaring hebben over de vestiging van opvangcentra voor drugsverslaafden, wil ik uit dat netwerk graag enige kennis putten. Overigens wordt de vestiging van het zorgcentrum aan de Kleine Haag binnen dit nationale circuit van deskundigen omgereikt als het meest sprekende voorbeeld hoe je problemen rond drugsverslaafden in elk geval niét moet oplossen. Maar ja, ons college doet er alles aan om onze stad op de kaart te zetten, en dat is ook op dit punt dus maar mooi weer even gelukt!
Geef een reactie