Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

leave a comment »

Een mislukt experiment

Zondag 25 december 2005

Deze rustige eerste kerstdag is een mooie gelegenheid om wat klusjes af te werken. Een daarvan is het invullen van de enquête die raads- en collegeleden toegestuurd kregen. Onderwerp is De Raad, hoe kijken we terug op drie maanden vergaderen volgens de nieuwe stijl.

Ik ben daarover ronduit negatief, met uitzondering van het Pleingedeelte. Sinds de nieuwe vergadercultuur is ingevoerd, verlopen discussies haastig, zijn er problemen ontstaan door het parallelle vergaderen, heeft door het wegvallen van ‘mededelingen uit het college’ en ‘rondvraag’ de interactiviteit tussen college en raad sterk ingeboet en is de kwaliteit van het debat niet toegenomen. De raadsvergaderingen zijn niet boeiender geworden, de belangstelling beperkt zich als voorheen tot de vaste tribunebezoekers en de mensen die rechtstreeks zijn betrokken bij een van de agendapunten. Door het, wegens het verstrijken van de tijd, doorschuiven van onderwerpen in De Ronde moeten insprekers en andere belangstellenden vaker een extra keer naar het stadhuis komen.
Wat de informatieverstrekking aan de raadsleden betreft, doet zich een opmerkelijk feit voor. Onder de oude werkwijze zijn in onze fractiekamer drie kastplanken vol ordners verzameld met vergaderstukken. De afgelopen drie maanden hebben niet meer dan acht centimeter bundels opgeleverd, naast enkele tientallen beknopte raadsbrieven van het college. Het is een fysieke waarneming van de afname aan informatie aan de raad.

Van minder vergaderen is geen sprake. Elke week De Raad maakt ook elke week fractievergaderingen noodzakelijk. Juist door de parallelle vergaderingen in De Ronde is goede afstemming vooraf en rapportage achteraf meer dan noodzakelijk. Sinds het invoeren van de nieuwe vergaderorde ben ik vrijwel pauzeloos vijf avonden in de week onderweg, naast de vaste fractie- en raadsavond voor andere partijbijeenkomsten en vele avonden afspraken in buurten en wijken. Al met al: de nieuwe vergaderwijze is geen aanwinst.

Heeft Amersfoort spookambtenaren?

Zaterdag 24 december 2005

Het personeelsbeleid binnen onze vaderlandse gemeentehuizen laat te wensen over. Dat blijkt uit een onderzoek dat op initiatief van het blad Binnenlands Bestuur is gehouden. Voor het onderzoek zijn 1700 ambtenaren, voornamelijk werkzaam in gemeenten, ondervraagd. Bijna de helft van hen kent binnen de eigen organisatie spookambtenaren. Dit zijn ambtenaren die wel op hun werk verschijnen maar niets om handen hebben of die eenvoudigweg betaald thuis zitten. Disfunctioneren, arbeidsconflicten en reorganisaties zijn de meest voorkomende oorzaken van dit gebeuren. Meer dan de helft van de leidinggevenden grijpt bij disfunctioneren nauwelijks in, nog afgezien van het kwart van de gevallen waarbij in het geheel geen functioneringsgesprekken worden gevoerd en de spookambtenaar dus helemaal uit het zicht is.

In Amersfoort komt dat natuurlijk niet voor. In onze gemeente gaat alles altijd net iets beter dan in de rest van het land en hanteren we op elk niveau met succes het ‘Amersfoortse model’! Toch ben ik nieuwsgierig hoeveel Amersfoortse ambtenaren zich onder de 1700 bevraagden bevonden en wat hun antwoorden zijn geweest. Ze zullen ongetwijfeld lovend zijn geweest, want voor het personeelsbeleid zetten wij onze beste bestuurders in en alles loopt zo op rolletjes dat onze secretaris er met gemak nog een baantje naast kan nemen. En als een ambtenaar eens zonder nuttige arbeid komt te zitten, dan bedenkt ons managementteam wel een nieuwe klus, waarvoor de raad altijd in grote vrolijkheid nieuwe middelen beschikbaar stelt.
Nee, het zal in ons land best op veel plaatsen mis gaan. Maar niet bij ons! De zelfgenoegzaamheid die ons college kenmerkt moet toch een oorzaak hebben. Of niet soms?

Ingezonden brief over jokken

Vrijdag 23 december 2005

Ik ben geen notoire ingezonden brievenschrijver. O ja, mijn vingers jeuken regelmatig, maar als ik goed naar mensen luister dan merk ik dat veel ingezonden brieven schrijven er niet altijd toe bijdraagt dat je serieus wordt genomen. Maar misschien zie ik het verkeerd.

Ik reageer in elk geval niet zo snel op uitspraken van mensen die ik ken en mij eigenlijk wel sympathiek zijn, bijvoorbeeld omdat ik jaren naast ze heb gewoond.
Zo las ik deze dag een ingezonden brief in de Amersfoortse Courant van een ex-buurman. Het ging over de informatieavond voor de bewoners in de Bergstraat, waar vanaf 1 februari twee omgebouwde bussen worden neergezet voor de opvang van dakloze harddrugsverslaafden. Zoals intussen gebruikelijk in onze stad worden zulke maatregelen zonder enig vooroverleg genomen, wat tot voorspelbare weerstand van omwonenden leidt. Het zijn nette mensen in de Bergstraat, dus er werd niet geschreeuwd of met spandoeken gezwaaid. Wat niet wil zeggen dat de mensen niet boos waren, beschaafd boos. De emotie kwam vooral van een nieuwe raadskandidaat, maar die woont niet aan de Bergstraat.
Volgens mijn ex-buurman was het krantenverslag over deze avond veel te negatief. De bewoners hadden respect voor het collegebesluit. De brief eindigde met de opmerking: ‘In mijn achtertuin, ik woon aan de Bergstraat, is de tijdelijke zorg zeer welkom.’

Hoewel ik zelf in het voorjaar ben verhuisd, mijn ex-buurman woont nog steeds met zijn gezin boven op de Berg en niet in de Bergstraat. Dat was voor mij de druppel, ik greep naar de pen. Daar had ik des te meer reden voor omdat het verslag dat de krant over de avond publiceerde een redelijke indruk gaf van het gebeuren. Inderdaad, er was een aanwezige die het optreden van het college vergoelijkte, maar dat was mijn ex-buurman. Op zichzelf niet zo vreemd, want hij is lid van het campagneteam van wethouder Van ’t Veld, dus het is zijn taak om zijn lijstaanvoerder wat uit de wind te halen. Maar om daarvoor – geheel volgens plaatselijke CDA-gewoonte – te gaan jokken, vond ik toch al te bont worden. Zelf zijn bedrijf, dat ooit aan de Bergstraat was gevestigd, is intussen verhuisd. Dus toch maar een ingezonden brief!

Druk verkeer langs vallei-oevers

Donderdag 22 december 2005

De PR-afdeling van ons gemeentehuis verzond deze week, samen met de provincie, het waterschap en het Utrechtse Landschap, een ronkend persbericht. ‘Valleikanaal wordt verder ingericht als ecologische verbindingszone’, luidde de veelzeggende titel. ‘Straks kunnen de dieren die langs de oevers wonen door Amersfoort heen van de Eem naar de Gelderse Vallei en weer terug’, wordt jubelend toegelicht. Dat lijkt mij heerlijk. Miljoenen euro’s worden hiervoor uitgegeven, dus het moet wel iets heel moois zijn!
Ik ben geen bioloog, dus ik moet al deze informatie voor zoete koek nemen. Maar welke dieren wonen er eigenlijk aan het Valleikanaal? En waarom is Amersfoort niet goed genoeg voor ze en moeten ze voortdurend van de Eem naar de Gelderse Vallei reizen en weer terug? En waren ze vroeger ongelukkiger, toen het miljoenen verslindende project nog niet in uitvoering was? Wie hebben er überhaupt om deze kostbare ecologische verbindingszone gevraagd?
Of is dit weer het zoveelste voorbeeld van ambtelijk hobbyisme? Ik weet het, onze provincie bulkt dankzij onze opcenten in het geld en heeft de voortdurende behoefte te bewijzen dat ze minder overbodig is dan wij allen menen te weten. En het Utrechtse Landschap kan zich natuurlijk niet alleen maar beperken tot het bouwen van futurologische kastelen op plekken waar eens monniken hebben gewoond. Maar is onze eigen gemeente zo rijk? Hebben onze ambtenaren zo weinig te doen? Kunnen zij hun groene hobby’s niet in hun eigen tijd uitvoeren? Het zijn zo maar enkele vragen die in een bezinningsrijke kersttijd bij mij opkomen.

Stuur onze stedenbouwkundige niet om een boodschap!

Woensdag 21 december 2005

In het decembernummer van Het Experiment, een uitgave van de SEV (Stichting Experimenten Volkshuisvesting) komt de trendwatcher Adjiedj Bakas aan het woord. Hij is onlangs bekend geworden door zijn boek ‘Megatrends Nederland’. Zijn visie op onze toekomst is verfrissend en humorvol, en zeker niet zonder betekenis. Voor de SEV werkt hij aan een essay met als rode draad ‘toekomsttrends in de huisvesting’, het belooft een opvallend werk te worden. De SEV-redactie ging alvast bij hem langs en ontlokte hem een aantal opmerkingen, waarover later.

Eén is mij meteen blijven hangen: ‘Vraag nooit aan een jurist of iets kan. Vertel hem gewoon wat nodig is.’ Aan die opmerking moest ik denken toen ik de raadsinformatiebrief las over het locatieonderzoek voor het Huis van de Watersport dat aan de Eem moet verrijzen. Tenminste, dat was de verwachting. De gemeenteraad heeft het college gevraagd of dat kan. Hadden we de woorden van Adjiedj Bakas tijdig ter harte kunnen nemen, dan hadden we gewoon moeten zeggen dat het moét. Nu zitten we met de gebakken peren.
De afgelopen maanden hoorde ik dat onze gemeentelijke stedenbouwers – niet de soepelste als het om andermans ideeën gaat – min of meer voor de plannen van roeivereniging Hemus waren gewonnen. Of hier van ‘winnen’ sprake kon zijn, is overigens de vraag. Het zal vooral aan gebrek aan weerwoord zijn geweest tegenover de creativiteit en deskundigheid die binnen Hemus is te vinden. Zoals al vaker opgemerkt: in onze stad bevindt zich meer creativiteit buíten dan bínnen het stadhuis. Het probleem is dat onze dames en heren ambtenaren het eenvoudigweg moeilijk hebben om dat te erkennen.

Als de argumenten duidelijk en onweerlegbaar zijn, grijpen onze stadhuismensen naar het geëigende Kafkaiaanse middel: de procedures. De raadsinformatiebrief is daar een verpletterend voorbeeld van. Ineens liggen er problemen bij de provincie en bij het waterschap. En er worden nieuwe kostenposten gevonden. Eigenlijk is het hele verhaal: aan onze Eem wensen we geen watersport. Schijnbaar moet Hemus verhuizen naar de Havik, als ik de brief van het college zo lees.
We hebben ons college en zijn ambtenaren met een boodschap op pad gestuurd. In plaats van te leveren waarom is gevraagd, komt het college alleen maar terug met problemen. Welke stappen het heeft ondernomen om die problemen op te lossen, is niet duidelijk. Volgens mij is de wil daartoe ook niet aanwezig, in elk geval niet bij onze stedenbouwkundige afdeling. Onze stedenbouwkundigen hebben zich vanaf het begin tegen de plannen van Hemus verzet, dan moet de raad niet gaan zeuren. Want wie maakt in onze stad de dienst uit?

Drie jaren kritische bijdragen

Dinsdag 20 december 2005

Vandaag een extra glaasje ranja. Deze website bestaat drie jaren. Gemiddeld zes keer per week (het streven is zeven) heb ik iets geschreven over een zaak die het openbare bestuur in onze stad direct of indirect raakt. Toen ik er aan begon, vroeg ik mij af of dit langere tijd was vol te houden. Soms ontbrak het mij aan tijd, maar aan onderwerpen heeft het eigenlijk nooit ontbroken. Dat is plezierig voor de schrijver, maar het feit dat ons gemeentebestuur voldoende materiaal aanlevert om drie jaar lang met meestal kritische kanttekeningen voor het voetlicht te treden, geeft te denken.

Written by raphaelsmit

26/12/2005 bij 09:39

Geplaatst in Uncategorized

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: