BPA-voorstel bij overschot klinkt redelijk
Zondag 21 mei 2006
De gemeente heeft in 2005 een overschot van bijna zestien miljoen euro geboekt. Dat houdt in dat het positieve verschil tussen inkomsten en uitgaven behoorlijk veel groter is dan oorspronkelijk begroot. Een deel van de meevaller is het gevolg van ontwikkelingen waarop de gemeente nauwelijks invloed had, bijvoorbeeld hogere uitkeringen van het Rijk. Dat doet niets af van het feit dat de gemeenteraad, toen deze eind 2004 een sluitende begroting voor het jaar 2005 opstelde, een aantal maatregelen heeft genomen om, op basis van de toen bij de raad bekende gegevens, tot een sluitende begroting te komen. Het belastingpeil is daarop aangepast en er is geknepen in een groot aantal uitgaven.
De BPA heeft deze week gepleit een deel van de bijna zestien miljoen euro weer terug te geven aan de inwoners van onze stad. Ik weet zeker dat het college en de coalitie daarvan geen voorstander zijn. Integendeel: er zullen weer allerlei voorstellen komen om het overgebleven geld uit te geven aan leuke dingen. Het voorstel van de BPA zal door veel andere partijen worden afgedaan als goedkoop populisme. Het is in elk geval een verstoring van het feestje.
Toch is het voorstel van de BPA zo gek nog niet. De meevaller is geen éénmalige zaak, de afgelopen vier jaren werd de raad aan het einde van het begrotingsjaar steeds weer geconfronteerd met overschotten. En elk jaar weer werd met dat geld een aantal zaken gefinancierd die in andere omstandigheden niet aan de orde zouden zijn geweest. De ervaringen over vele jaren wekken – terecht of onterecht – de indruk dat er steeds zeer ruim wordt begroot. De inwoners van onze stad worden daardoor, via belastingen of bezuinigingen extra aangeslagen. En de ruimte die zo in de begroting ontstaat, wordt vervolgens ‘vrij besteed’.
In het gewone leven is het heel normaal dat een opdrachtgever (in ditgeval de burger) na het uitvoeren van een opdracht en het opmaken van de rekening het teveel begrote terugontvangt. Ik kan mij niet herinneren ooit tegen een aannemer te hebben gezegd: uw stelposten waren te ruim bemeten, maar u mag het teveel begrote in uw eigen zak steken. Waarom zouden de burgers in onze stad iets soortgelijks wel tegen het door hen gekozen bestuur moeten zeggen?
Het spel was belangrijker dan de winst
Zaterdag 20 mei 2006
De Gehandicapten Sport Vereniging Amersfoort e.o. (GSVA) bestaat dit jaar 25 jaar. Het traditionele rolstoelbasketbal-bedrijventoernooi van deze vereniging stond dus in een bijzonder teken. Acht teams streden dit jaar in de sporthal Zielhorst om de Rustenburgbeker. Voor het eerst sinds vele jaren nam ook een team van raadsleden deel aan het toernooi. Zes fracties waren in het team vertegenwoordigd, alleen de VVD en het CDA waren in verband met landelijke congressen dit keer absent. Oud-raadslid Joop de Keijzer vulde daarom het team aan.
Voor de raadsleden was meedoen belangrijker dan winnen. En dat hebben we ook waargemaakt, we belandden na zeven spannende wedstrijden in de eindpot voor de zevende en achtste plaats. En daarin werden we tweede. Maar ja, we namen voor de eerste keer deel aan het toernooi en enkele teamleden konden de twee trainingsavonden met geen mogelijkheid bijwonen. Desondanks weerden ook zij zich kranig.
Belangrijker vond ik eigenlijk de praktische kennismaking met de gehandicaptensport. Tijdens de open dag van de GSVA op 1 april vond al een eerste kennismaking plaats en lieten wij ons strikken tot deelname aan het bedrijventoernooi. Vooral tijdens de trainingsavonden hebben we kunnen ervaren hoe belangrijk voor onze gehandicapte stadsgenoten het bedrijven van sport is. Hun mogelijkheden in het maatschappelijke verkeer zijn beperkt, sportavonden zijn daardoor belangrijke, wekelijks terugkerende gelegenheden tot ontspanning. Alleen al om deze reden verdient het bestuur van GSVA alle steun en aandacht van de gemeenteraad.
Impliciete besluitvorming voor de Westtangent
Vrijdag 19 mei 2006
De gemeenteraad wordt gevraagd in te stemmen met een subsidieaanvraag voor een vierbaans tunnel die gebouwd moet worden ter vervanging van de gelijkvloerse spoorwegovergang in de Barchman Wuytierslaan. Regeren is vooruitzien, is een bekende stelregel. Dat doet niet af van het feit dat je dan moet weten wat de zin is van een vroegtijdige maatregel.
Voor alle duidelijkheid: de bestaande spoorwegovergang telt twee rijbanen, de door velen gewenste Westtangent (ik doe niet mee aan de verdoezeling van een heet hangijzer door het een andere naam te geven) is gepland met vier rijbanen. De tunnel waarvoor het college de subsidie bij het Rijk wil aanvragen kan, gezien haar breedte en de gedachte plaats, westelijk van de bestaande overgang, slechts worden gezien als een vooruitlopen op een aan te leggen Westtangent. Een klein probleempje is echter dat de gemeenteraad nog steeds geen uitspraak heeft gedaan over deze Westtangent.
Dat er aan de westkant van de stad iets moet gebeuren voor het verkeer is evident. Elke dag staat de B.W.-laan vol met auto’s die niet meer voor- en achteruit kunnen. Die situatie doet zich in hoofdzaak voor tijdens de spitsuren, wanneer het autoaanbod het grootst is en de spoorwegovergang bij de dierentuin het langst is gesloten. De meest voor de hand liggende oplossing ligt dus in de vervanging van de ongelijkvloerse spoorwegovergang door een tunnel of brug voor het autoverkeer. Met een ongelijkvloerse kruising zal het fileprobleem grotendeels zijn opgelost, daar is geen dure Westtangent voor nodig.
De fractie van Leefbaar Amersfoort heeft er in het verleden voor gepleit om de Daam Fockemalaan, op het punt waar die nu aansluit op de B.W.-laan, te verlengen en met een brug over de spoorlijn naar Utrecht te voeren. Op die plek ligt de spoorlijn, ten opzichte van de bestaande autoweg, al verdiept, zodat het hoogteverschil makkelijk is te overwinnen. Aan de noordzijde van deze brug kan de weg met een bocht worden aangesloten op de bestaande B.W.-laan bij het Pannenkoekenhuis, of via een nieuw tracé tussen de NS-opstelsporen en het groengebied Bokkeduinen worden doorgetrokken richting Amsterdamseweg.
Zo’n oplossing is goedkoper dan de bouw van een vierbaans tunnel. Het knelpunt van de spoorwegovergang is daarmee opgeheven en je hoeft geen bedrijven te verplaatsen of woningen af te breken. De hele discussie over de Westtangent kan daarmee worden afgesloten. Door het tweebaansprofiel van de Daam Fockemalaan en de B.W.-laan te handhaven, trek je geen nieuw verkeer aan, wat bij een vierbaans Westtangent ongetwijfeld wel het geval zal zijn. En zo’n vierbaans Westtangent sluit altijd ergens weer aan op een bestaand tweebaanstracé, zodat de aanleg van zo’n dure, brede Westtangent uitloopt in het verplaatsen van een verkeersprobleem.
Het voorstel van het college roept overigens nog best enkele vragen op. In het voorstel wordt de indruk gewekt dat de subsidieaanvraag niets te maken heeft met de Westtangent. Gezien de vorm en plaats kan zoiets niet met helblauwe ogen worden beweerd. Onduidelijk is of aan de eventuele toekenning van een subsidie door het Rijk ook speciale eisen zijn verbonden, bijvoorbeeld de realisatie binnen een daartoe opgedragen tijd. Ook is niet duidelijk welke toezeggingen het college al heeft gedaan in de richting van de Provincie en het Rijk. Het college roert met geen woord over de eventueel vertragende werking die het voorstel heeft op de behandeling van de aansluitende bestemmingsplannen: je kunt geen nieuwe bestemmingsplan opstellen met een vierbaanstunnel, indien je niet ook iets opneemt over de aansluitende wegen.
Het lijkt weer te zijn als vaker: een subsidiepot gaat de discussie binnen de raad bepalen. Al met al: omdat de raad nog steeds geen duidelijke uitspraak heeft gedaan over de Westtangent en velen om de hete brei heenlopen, worden we opnieuw geconfronteerd met impliciete besluitvorming. En goedkopere oplossingen, zoals bijvoorbeeld een brug aan het einde van de Daam Fockemalaan, kunnen niet eens meer ter discussie komen.
Optreden (ex)bestuurders kan integriteitgevoel schaden
Donderdag 18 mei 2006
Over de kwestie Rita Verdonk versus mevrouw Ali is al veel geschreven. Dat de minister geheel overeenkomstig de wet heeft gehandeld, is een aanvaardbaar argument. De wijze waarop zij daaraan uitleg heeft gegeven en de wijze waarop zij haar standpunt tegenover mevrouw Ali heeft kenbaar gemaakt, is ronduit dom. De recht-toe-recht-aan en ‘ik kijk niet naar opzij’-methode van de minister is niet nieuw, dus alle opwinding bij de leden van de Tweede Kamer is niet geheel vrij van hypocrisie.
Met haar ‘regel is regel’-opvatting doet de minister wat iedere burger in ons land van een ambtenaar, om het even op welk niveau, mag verwachten. Maar de minister is geen ambtenaar, althans, ze pretendeert het dat niet te zijn. Als bestuurder heeft ze de taak om niet alleen naar de wet te kijken, maar ook het maatschappelijke belang af te wegen tegenover de ruimte die de wet biedt. Indien de gewenste ruimte structureel niet voorhandel is, is het de minister die een voorstel kan doen de wet aan te passen aan maatschappelijke opvattingen. Dat alles laat Rita Verdonk na; ze kan daarom beter weer naar haar oude beroep terug keren, bij de inlichtingendienst of in het gevangeniswezen.
Maar de Tweede Kamer – en zeker de VVD-fractie – maakt zich bij de hele discussie over mevrouw Ali ook ongeloofwaardig. Het is niet de eerste keer dat Rita Verdonk onder het draaien van de mantra ‘regel is regel’ buiten de Kamer tot maatschappelijke weerstand heeft bijgedragen. De Kamer heeft daaraan relatief weinig aandacht besteed – totdat het dus een van haar eigen leden betreft. Dan is ons land ineens te klein en wordt een leugentje van mevrouw Ali, gedaan toen ze nog geen kamerlid was, onder de dekmantel der liefde bedekt. Leden van de oppositie roepen nu om het hardst dat de coulantie die tegenover mevrouw Ali wordt gehanteerd, ook tegenover anderen moet worden getoond. Maar, dames en heren, waar was u de afgelopen jaren tijdens soortgelijke situaties?
De dames en heren in Den Haag moet dus niet verbaasd zijn indien wordt geconstateerd dat er een groeiende kloof is tussen het volkje op het Binnenhof en de overige burgers in ons land. Situaties waarbij politici zichzelf bedienen of pas op draf komen wanneer binnen eigen kring een belang geschaad wordt, dragen er niet toe bij om het vertrouwen in het openbaar bestuur te versterken.
Daaraan dacht ik dus ook toen ik deze week een e-mail ontving dat aanving met: ‘Hey Raphaël, kijk en huiver naar dit sprookjesachtige verhaal.’ en eindigde met: ‘Dit gaat allemaal met gemeenschapsgeld. Kijk maar eens!’ De mail was ondertekend.
Het verhaal betreft oud-wethouder Jan de Wilde. Deze bestuurder – die als wethouder zeker niet tot de slechtste behoorde – bewoog zich de afgelopen jaren al vaker tegen de grens aan van de door burgers in deze stad ervaren opvattingen over integriteit. Het feit dat hij een half jaar wethouder bleef, terwijl hij al een morele relatie had met een belangrijke projectontwikkelaars in onze stad, getuigde niet van een fijngevoelige antenne voor de wijze waarop mensen buiten het stadhuis tegen de bestuurscultuur aankijken.
Dat de dienstverhouding bij zijn nieuwe werkgever uiteindelijk maar van korte duur was, werd al door velen voorspeld – hoewel, zó kort! Toch betreur ik dat voor Jan de Wilde. Bij het voorafgaande kan je vraagtekens zetten, maar nu het zover was kon je hem alleen maar een prettige nieuwe werkkring toewensen. En, zoals hij zelf ook opmerkte, het scheelde de gemeente aan wachtgeld.
Mijn mailschrijver deelde mij echter mee dat Jan de Wilde niet bij de pakken hoeft neer te zetten – althans, dat is mijn conclusie indien zijn informatie op juistheid berust. Ik kan dat niet meteen natrekken, maar constateer wel dat het aansluit op geruchten die ik al eerde heb gehoord. Daarom, en omdat het gerucht zich via de golfbaan (mijn mailschrijver golft niet!) en andere plekken snel verspreid, wil ik op dit punt toch wel als doorgeefluik dienen en mijn commentaar geven. De mare: van verschillende kanten wordt opgemerkt dat Jan de Wilde directeur wordt bij Amfors. Het is hetzelfde bedrijf waarin de gemeente grote belangen heeft en ook als belangrijke opdrachtgever functioneert, en waar Jan de Wilde tot voor kort namens de gemeente in de Raad van Commissarissen zat.
Jan de Wilde zal bij Amfors de functie overnemen van de huidige directeur Cees Krul. Deze zou al eerder met pensioen zijn gegaan, aldus mijn informant, maar onverwacht bleef hij toch nog enkele jaren in dienst, tot verbazing van diens omgeving. Oké, Jan de Wilde is niet rechtstreeks vanuit zijn wethoudersstoel naar Amfors gegaan. Maar met het in tijd wel uiterst korte intermezzo, en gezien de geruchten die al dateren uit de tijd toen hij nog wethouder was, bewijst Jan de Wilde wederom dat hij graag dicht tegen de grens aanschurkt bij de gevoelens van integriteit die buiten het stadhuis opgang doen.
Hetzij dat Jan de Wilde onder bewijs stelt dat er nooit sprake is geweest van een overstap naar Amfors, nu noch in het verleden.
Geef een reactie