Onduidelijkheden rond de Eemhaven
Donderdag 3 augustus 2006
Het is rustig langs de Eemkades. De bouwvakkers zijn op vakantie, het werk aan de Eemhaven ligt enige tijd stil. Eigenlijk zou in deze vakantieperiode het havengebied vol moeten liggen met bootjes, maar daarop moet nog een jaartje worden gewacht. De oorzaak is intussen bekend: de tegenvallers bij de aanleg van de nieuwe Eemhaven.
Het startschot voor de werkzaamheden werd ruim veertien maanden geleden gegeven, maar ja: soms zit het mee, soms zit het tegen. En bij de Eemhaven zit vrijwel alles tegen. Het Spijkertje bleek ineens een gevaarlijke bouwval te zijn, hout kon niet tijdig worden aangeleverd, de kades waren niet geschikt voor de aanvoer van de nieuwe brug – het verhaal is bekend.
Bij al die tegenvallers kunnen best enkele vraagtekens worden gezet. Dat het speciale hout aan levertijden is gebonden, zal toch niet pas bekend zijn geworden toen de leverancier in gebreke bleef? Dat de aanvoer van de nieuwe brug extra logistieke voorzieningen vergt, zal toch niet pas bekend zijn geworden toen de transportfirma zijn materieel in beweging wilde zetten?
Op het stadhuis lopen mensen rond die een hele simpele verklaring hebben voor de malheur rondom de Eemhaven. Een bij velen bekend feit, intussen, want verschillende mensen maakten mij er op attent. De oorzaak van de soap rondom de Eemhaven zit hem in de organisatie.
Het werk is in delen geknipt en aan verschillende aannemers en leveranciers gegund. Het is dus niet één aannemer die het hele werk – kadenbouw, nutsvoorzieningen, bestrating, steigerbouw, de brug en noem maar op – gegund heeft gekregen. Dat vergt nogal wat van diegenen die al die opdrachten verstrekt, onze ambtelijke organisatie dus. Daar moet de coördinatie plaatsvinden, daar moet de kennis aanwezig zijn over de randvoorwaarden waaronder de verschillende contractpartijen hun werk moeten uitvoeren, daar moet de informatie worden opgesteld over de gemeentelijke eisen waaraan leveranciers en aannemers zich moeten houden. En daar is het dus blijkbaar fout gegaan!
In dat kader verbaasd mij ook niet het mailtje dat ik van een van de bewoners aan de Grote Koppel kreeg. Die schreef mij dat de plannen voor de Eemhaven onlangs weer zijn aangepast. Gekozen was voor een autovrije kade aan de Grote Koppel. Bij dit gegeven had iedereen in de omgeving zich intussen neergelegd, er werd bij schriftelijke vragen en de antwoorden daarop over de parkeerproblemen die door het autovrijmaken zijn ontstaan van uitgegaan.
Maar het laatste bericht is dat de kade toch toegankelijk wordt gemaakt voor autoverkeer en het gebied hiervoor tot een 30-kilometerzone wordt verklaard. Ik vind dat prima, maar het tekent wel de wijze waarop het werk aan de Eemhaven wordt gecoördineerd. Ik vraag mij af, er van uitgaande dat het bericht vanuit de kring van omwonenden inderdaad juist is, of met deze maatregel de makkelijkste weg is gekozen voor het oplossen van een juridisch probleem. Bij het ontwerp van de Eemhaven is onvoldoende rekening gehouden met het feit dat bij tenminste één bestaand pand de toegang tot de garage aan de kade moet worden gehandhaafd, een probleempje dus.
Hoe dan ook: ik ben nieuwsgierig wanneer de Eemhaven werkelijk gereed is en hoe alles er uiteindelijk uit gaat zien. Het zal wel mooi worden, daaraan twijfel ik niet!
Introverte bureaucratie kweekt onbegrip
Woensdag 2 augustus 2006
Hoe er ook over de opvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen in de binnenstad wordt gedacht, iedereen is het er over eens dat het met de communicatie rondom de opvang aan de Stovestraat en de Kleine Haag regelmatig is misgegaan. Ik verwijt dat vooral de ambtelijke organisatie, die te zeer met een probleem bezig is geweest en zich onvoldoende heeft verdiept in de maatschappelijke impact van gewenste oplossingen.
Gevoelige dossiers behoren dagelijks op het bureau van het politieke bestuur te liggen. Het feit dat dit niet zo lijkt te zijn en dat bij sommige ambtenaren zelfs een duidelijk zichtbaar dédain bestaat ten aanzien van vertegenwoordigers van het openbaar bestuur, mag als een van de oorzaken worden gezien van een reeks van problemen waarmee de gemeenteraad zich het afgelopen jaar heeft moeten bezighouden en waardoor het vertrouwen van een groot aantal binnenstadbewoners in het openbaar bestuur tot ver onder nul is gedaald.
Deze wetenschap heeft er in elk geval toe geleid dat de raad in januari een motie van René van der Borch steunde, inclusief de daarbij behorende notitie die ik, samen met René, opstelde. In de notitie werd een procedure uiteengezet voor een zoektocht naar een alternatief voor de opvang aan de Stovestraat en voor – indien daar onaanvaardbare problemen ontstaan – een alternatief voor de opvang aan de Kleine Haag. Het college heeft deze motie en het procuderevoorstel uitgewerkt en hierover op 11 juli een besluit genomen. Begin september moet de raad zich hierover uitspreken.
Het collegebesluit, dat in twee voorstellen uiteenvalt, gaat uitgebreid in op het de stappen die moeten worden gezet om alternatieve locaties te zoeken en dat te doen in nauwe samenspraak met groepen betrokkenen, met name bewoners in de omgeving van mogelijke nieuwe locaties. In een apart besluit moet de raad toetsingspunten vaststellen voor alternatieve locaties. Er zijn in elk geval lessen getrokken uit de fouten die in het verleden zijn gemaakt.
Het persbericht over de collegebesluiten was summier. Noch het voorgestelde tijdspad, noch de toetsingspunten werden in het persbericht toegelicht. Ik vermoed dat dit wel is gebeurd tijdens de persbijeenkomst na afloop van de collegevergadering, maar daar zijn de bewoners van de Stovestraat – om maar eens een groep van belanghebbenden te noemen – niet bij geweest. Het accent bij de berichtgeving kwam daardoor te liggen op het feit dat de raad eind 2007 een besluit over alternatieve locaties neemt.
Hoera, riepen de omwonenden van de opvang aan de Stovestraat, wij zijn eind 2007 verlost van een jarenoud punt van discussie. De Amersfoortse Courant besteedde aandacht aan het feit dat de bewoners – als ludieke geste – de opvang al herdoopte in ‘Tot 2007’. Dit leidde niet tot een corrigerende reactie in hun richting, nog van de communicatieafdeling op het stadhuis, noch vanuit de bestuurlijke hoek.
Dat het allemaal iets langer kan duren, hebben de omwonenden via een omweg ervaren. Zij hebben inzage gekregen in een brief die de meest verantwoordelijke ambtenaar voor het gehele verwerpelijke gedoe uit het afgelopen jaar stuurde aan de stichting Iks, de beheerder van de dagopvang. Daarin werd meegedeeld dat de verheugde reacties van de omwonenden op een vergissing berustte.
Dit tekent het totale gebrek aan fingerspitzengefühl bij de meest betrokken ambtenaren. Het ware beter geweest de bewoners rechtstreeks te benaderen, of in elk geval de verantwoordelijke bestuurder te adviseren een dergelijk initiatief te nemen. Door dit na te laten toont onze stadhuisbureaucratie opnieuw dat de belangen van bewoners niet tellen en totaal ondergeschikt zijn aan het introverte gedoe dat binnen de stadhuismuren plaatsvindt.
Geef een reactie