Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for september 2006

leave a comment »

Opportunistische politiek leidt tot wereldbrand

Zondag 3 september 2006

De afgelopen twintigste eeuw wordt vooral gekenmerkt door twee wereldoorlogen, inclusief hun nasleep zoals de Russische revolutie in 1918, de koude oorlog en de problemen in het Midden-Oosten. Ik vraag mij echter af of het terecht is om te spreken van een Eerste Wereldoorlog en een Tweede Wereldoorlog. Eigenlijk is het beter te spreken van de tachtigjarige wereldoorlog gedurende de twintigste eeuw.

Ik kom hierop na lezing van het boek ‘Parijs 1919’ van de Britse historicus Margaret MacMillan. In haar boek beschrijft zij hoe Woodrow Wilson (USA), David Lloyd George (GB), Georges Clemenceau (Frankrijk) en Vittorio Orlando (Italië) bijna een jaar lang overleg voerden over de vredesverdragen die aan het einde van de oorlogsperiode 1914-1918 moesten worden afgesloten. Bij dit overleg, waarbij de vier staatshoofden werden bijgestaan door uitgebreide delegaties, ging het om schuld en boete, om nieuwe grenzen en nieuwe staten en om de nationale, economische en culturele toekomst van honderden miljoenen mensen. Anekdotisch is dat het vuistdikke verslag van een jaar internationaal politiek geharrewar is geschreven door de achterkleindochter van Lloyd George.
Uit het relaas wordt één ding in elk geval duidelijk: feitelijk was het overleg een grote mislukking en legde het de basis voor het tweede deel van de tachtigjarige oorlog, die begon op de Balkan en eindigde bij het trekken van de nieuwe grenzen in Midden-Europa rond 1993. Het erge was dat de hoofdrolspelers tijdens het overleg dat zij voerden en de beslissingen die zij namen (of juist achterwege lieten) zelf wisten of vermoedden dat de herschikking van het oude Europa, na de door Duitsland en Oostenrijk-Hongarije aangewakkerde oorlog, de bron vormde voor nieuwe conflicten – conflicten die in feite de voortzetting werden van datgene wat in 1918 ten einde leek te zijn gegaan.
Tijdens het overleg dat in 1919 in Parijs werd gevoerd, werd overigens ook de herinrichting van het uiteengevallen Ottomaanse rijk vastgelegd. De belangen in het Midden-Oosten, die Groot Brittanië en Frankrijk uit geopolitieke overwegingen zichzelf toeschoven, zijn feitelijk de oorzaak van de problemen die wij nu omschrijven als het Palestijnse probleem of de verdediging van de staat Israël.

Wat in het zeer minutieuze verslag van het politieke overleg in 1919 vooral naar voren komt, is het politieke opportunisme van de toenmalige wereldleiders. Nationaal belang, de eigen politieke toekomst, het evenwicht binnen een wereldheerschappij dat al aan het schuiven was; het speelden allemaal mee en overheersten in veel gevallen het vinden van solide oplossingen bij de herverdeling van de machtsverhoudingen in Europa. Door politiekopportunistische overwegingen werd een oorlog niet beëindigd maar feitelijk alleen maar onderbroken.
Hoewel Nederland niet was betrokken bij het overleg dat in Parijs werd gevoerd, kan ook ons land niet vrij worden gepleit van opportunisme. Dat uitte zich bijvoorbeeld in de weigering om, op verzoek van de in Parijs onderhandelende grootmachten, de naar Doorn gevluchte Duitse keizer uit te leveren, waardoor de veroordeling van een van de grote oorlogsmisdadigers uit onze eeuw achterwege moest blijven.

Zijn wij in de 21ste eeuw verstandiger? Is Bush een betere politicus dan de vier heren die in 1919 maandenlange beraadslagingen voerden waarin de eigen politieke agenda vaak belangrijker was dan een effectieve internationale vrede? De huidige USA-president presenteerde een – door niemand tegengesproken – voornemen ten aanzien van het verdrijven van een onmenselijke dictator om daarmee vooral zijn eigen agenda te kunnen uitvoeren, zonder zich daarbij voldoende te hebben verdiept in alle gevolgen (heeft hij dat wel gedaan, dan is zijn optreden nog verwerpelijker). Woodrow Wilson was – anno 1919 – in elk geval een president met idealen, zoals het streven naar een Volkerenbond. Zijn huidige navolger heeft onder de dekmantel van het exporteren van westerse democratie naar een daarvoor ongeschikte regio een lont aangestoken waarvan de knal nog veel schade zal aanrichten.

Betere instructie voor goede registratie noodzakelijk

Vrijdag 1 september 2006

De leden van de gemeenteraad hebben een brief ontvangen van enkele bewoners uit de Stovestraat. Aanleiding is de wijze waarop de registratie van overlast rond de dagopvang plaatsvindt. Deze registratie is van belang, omdat aan de hand hiervan de raad besluiten kan of moet nemen om onaanvaardbare overlast voor bewoners in de binnenstad te bestrijden. Een goede registratie van overlast zal de komende jaren van betekenis zijn, namelijk op het moment dat de raad beslissingen neemt over alternatieve opvangmogelijkheden voor mensen die een last vormen voor de openbare veiligheid.

Samen met koos Voogt van de VVD-fractie stelde ik niet zolang geleden vragen over de onvolledige registratie van overlast in de binnenstad. Aanleiding hiertoe vormden de signalen die wij van bewoners kregen. Deze hadden ontdekt dat de formele registratie van overlast in verregaande wijze afweek van de door hen verrichte registratie. Uit de verschillen bleek dat veel klachten en aangiften bij de politie niet in de politieverslagen voorkwamen. Voor de raadsleden houdt dit in dat zij geen juist zicht kunnen krijgen op de werkelijke overlast in de binnenstad, waardoor adequate besluitvorming moeilijk tot stand kan komen.
In het antwoord op onze vragen werd gesteld dat het door de bewoners geconstateerde verschil was te wijten aan een technische fout in het bedrijfsproccessensysteem bij de politie. Dit probleem zou inmiddels zijn verholpen, aldus het college op 18 juli j.l..

Dat blijkt dus niet zo te zijn. Het probleem is en blijft dat veel meldingen van de bewoners nog steeds niet worden geregistreerd. En dus blijft de gemeenteraad een belangrijk hulpmiddel ten behoeve van haar handelen onthouden. Dit is pijnlijk omdat daarmee de geloofwaardigheid van het openbaar bestuur op het spel staat. Dit kan zich wreken op het moment dat de raad nieuwe opvanglocaties gaat aanwijzen en eventuele bezwaarvoerenden toezegt dat bij onverwachte extra overlast zal worden ingegrepen. Een dergelijke toezegging door de raad mag je als zeer waarschijnlijk verwachten.

Faalt de politie? Ik heb (zonder de ophef die mijn ex-collega Smits Alvarez daarbij hanteerde) met de politie mogen meelopen. Een belangrijk deel van de politiesterkte die ’s nachts in de binnenstad aanwezig is, gaat verloren door de uitvoerige administratieve afhandeling van het optreden van de politiemedewerkers. De surveillerende agent maakt – ongetwijfeld grotendeels onbewust – na elk optreden de afweging of hij belangrijke tijd op het bureau verblijft voor de administratieve afhandeling of de administratieve afhandeling beperkt om daardoor operationeel actief te blijven.
Het probleem ligt daarmee niet primair bij de agent die op verzoek van binnenstadbewoners een probleem probeert op te lossen. Het probleem schuilt enerzijds in de omvangrijke bureaucratie waarbinnen het politiewerk moet worden verricht, anderzijds in de instructie waarmee het politiepersoneel zijn werk verricht. En met dat laatste komen wij bij de verantwoording die de korpsbeheerder heeft. Onze burgemeester zal in haar driehoeksoverleg met de politieleiding en de officier van justitie moeten aandringen op een verbetering van de registratie ten aanzien van beleidsgevoelige incidenten. Daarop komen Koos Voogt en ik de komende dagen ongetwijfeld op terug!

Discussie vindt toch plaats

Donderdag 31 augustus 2006

De woningbouw die Achter de Kamp is gepland, staat alsnog op de agenda voor de raad. Vorige week verzocht ik daarom. In eerste instantie werd mijn verzoek afgehouden, en dat op argumenten die moeilijk waren te handhaven. Achteraf gezien bleek dat op een vergissing binnen de griffie te berusten, een vergissing waarvoor begrip is op te brengen.
De binnenstadbewoners rond de beoogde bouwlocatie hebben intussen meerdere fracties benaderd. Wanneer ik enkele signalen goed begrijp, zijn er meer fracties die er weinig voor voelen om de discussie rond deze bouwplaats in onze oude stad, die in 2003 al eens is gevoerd, te herhalen. Voor het goede begrip: dat er aan Achter de Kamp wordt gebouwd, is geen discussiepunt. Dat vinden ook de omwonenden. De vraag draait zich om de inhoud van het bouwplan. Moet je als raad toestaan dat in onze historische stad een wooncomplex wordt neergezet dat enkele verdiepingen te hoog mag worden genoemd en dat door zijn uitstraling, bijvoorbeeld het platte dak, een aantasting is van het historische karakter van de binnenstad.
Er zijn in het verleden bij bouwplannen in de binnenstad al genoeg fouten gemaakt, het is goed om eens een keer ‘neen’ te zeggen. De discussie dinsdag kan in elk geval interessant worden.

Written by raphaelsmit

03/09/2006 at 22:13

Geplaatst in Uncategorized