Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

leave a comment »

Bouwen in Vathorst-West

Vrijdag 8 december 2006

‘Bouwen in Vathorst-West, wat vind je daar nou van?’ Een vraag die mij onlangs weer werd gesteld. Beantwoording hiervan is intussen gecompliceerd geworden. Gezien de geschiedenis en de ruimtelijke consequenties is er genoeg reden om er tegen te zijn. Leefbaar Amersfoort heeft zich steeds in die richting uitgesproken, binnen Jouw Amersfoort wordt er niet anders over gedacht. Het is intussen wel moeilijk om vast te stellen wat onze achterban hierover denkt.
De andere kant is dat de vraag of in Vathorst-West gebouwd gaat worden, intussen een gelopen race lijkt te zijn. Een meerderheid van de raad verzet zich er niet tegen. Met de opbrengst van Vathorst-West moeten de kosten voor de afkoop van de baggerberging – intussen zo’n twintig miljoen euro, meldt het college – worden gedekt. De VVD-fractie heeft – kort vóór de verkiezingen – nog een motie ingediend en daarvoor voldoende steun gekregen, waarin het college werd gevraagd een zoektocht te doen naar een alternatieve dekking voor de baggerkosten, maar feitelijk was deze motie de hypocrisie ten top: waar vindt het college twintig miljoen euro? Er van uitgaande dat het college een vurig voorstander was en is van de woningbouw in Vathorst-West, was het ook een onzinnige vraag. Het antwoord dat we deze week kregen, was dus navenant: er is geen alternatief!

In principe heb ik niets tegen bouwen, in tegendeel. Het is goed voor onze stedelijke economie en Amersfoort heeft nog steeds een tekort aan woonruimte. Wat dat laatste betreft is overigens op te merken dat de eerstvolgende vijftien jaren geldt: hoe meer woningen je bouwt, hoe groter wordt het tekort. Al die kinderen die gedurende groeistadjaren zijn geboren en de komende jaren nog in Vathorst ter wereld komen, willen op een bepaald moment ook wonen. Een keerpunt ligt wel in het verschiet, maar dan praten we over 2020 of daaromtrent.
Ik wil een discussie over bouwen in Vathorst-West ook niet uit de weg gaan. Maar die discussie zou dan wel in vrijheid moeten worden gevoerd, zonder de straf van twintig miljoen euro als je na discussie besluit om het groene, open gebied tussen het tot nog toe geplande Vathorst en Bunschoten open te laten. Die beslissingsruimte is er dus niet. De gemeenteraad heeft de vrijheid tot beslissen de afgelopen jaren zelf om zeep geholpen door een opeenvolgende rij van bouwgeile wethouders en ambtenaren vrijwel kritiekloos te volgen. Daardoor heeft de firma Smink, waar meer zakelijke intelligentie voorhanden is en was dan bij onze hele ambtelijke top en de hen volgzame collegeleden. Het heeft Smink tientallen miljoenen euro’s opgeleverd, met het douceurtje van meer dan tien miljoen euro in 2006 als sluitstuk. Daarna heeft de familie Smink het bedrijf tegen een prachtige prijs verkocht!

Ben je voor of tegen woningbouw in Vathorst-West? Moeilijk te zeggen, een fatsoenlijke, open discussie heeft feitelijk nooit plaatsgevonden. Oké, de gemeenteraad heeft acht jaar geleden gezegd: na het huidige Vathorst geen verdere uitbreiding meer. Maar diezelfde raad heeft in meerderheid vervolgens alle kunstgrepen die de gemeentelijke bureaucratie heeft toegepast om onder dit raadsbesluit uit te komen, vrijwel blindelings gesanctioneerd.
Een antwoord vóór of tegen is in feite niet meer relevant. Er wordt gebouwd, voor de meerderheid in de raad is dat een uitgemaakte zaak. Uiteraard is het goed en zelfs noodzakelijk om nog een blik naar achter te werpen en alle ijverig jaknikkende collega’s een spiegel voor te houden. Maar het lijkt mij verstandiger om de komende tijd vooral vooruit te kijken en te zorgen dat Vathorst-West in elk geval een succes wordt: in zijn opzet, volkshuisvestelijk en financieel. Nu de meeste fracties lijken in te stemmen met de verstedelijking van Vathorst-West, ligt er nog een rij van vragen en problemen die moeten worden opgelost. Hoe zit het met de verkeersontsluiting, hoe wordt de woningbouw in Vathorst-West procesmatig binnen de totale Vathorst-ontwikkeling ingepast, wat is de invloed van de nog operationele vuilstort op de nieuwe ontwikkeling, enzovoort.

Onze coffeeshops

Donderdag 7 december 2006

De gemeenteraad moet de komende weken een uitspraak doen over de toekomst van de coffeeshops in onze stad. Een mooi dilemma, waar elk besluit een aantal nadelige consequenties heeft. Als je alle stukken leest bekruipt je bijna het gevoel: snel weer dichtnaaien en afvoeren! Maar het raadswerk is minder simpel, omdat bijvoorbeeld allerlei belangen op zakelijk gebied en op het vlak van de leefbaarheid een rol spelen en partijen in de raad uiteenlopende, zeer principiële uitgangspunten op dit thema hebben. Praat maar eens met mensen van Groen Links en van de Christen Unie, zogenaamde coalitiepartners.

De meest zinvolle discussie vind ik die over de locatie van coffieshops ten opzichte van alle scholen, dus ook basisscholen. Maar een uitspraak op dat punt kan een rij van ongewenste consequenties hebben. Moet je dan coffieshops op en bedrijfsterrein samenbrengen, zoals de VVD voorstelt? Of vestigen op een van de weinige plekken die nog aan allerlei gewenste voorwaarden voldoet, bijvoorbeeld in het zuidelijkste deel van de Leusderweg. Beide zijn oplossingen waartegen nog wel heel wat is in te brengen. En als er verplaatst moet worden: wie neemt het initiatief en draagt de kosten?
Er staat ons een aardige discussie te wachten. Maar de meest banale uitspraak kwam ik tegen in het collegestuk over dit onderwerp: omdat Amersfoort een grote populatie jongeren heeft, is de aanwezigheid van negen coffeeshops in onze stad onontkoombaar. Dat kan wethouder Van Daalen van de Christen Unie nooit hebben geschreven! Ik vind het ook een wat te simpele redenering, zo ken ik er wel meer: omdat er steeds meer auto’s zijn moet het wegennet ongebreideld worden uitgebreid; omdat er in elke maatschappij, hoe welvarend ook, altijd een ‘onderkant’ is, moeten we voedselbanken stimuleren; omdat groepen ouders zich niet verantwoordelijk voelen voor wat hun kinderen op straat uitspoken, moeten we niet klagen over jeugdcriminaliteit. Misschien doet het college er beter aan om eens na te denken hoe ze het drugsgebruik onder jongeren kan bestrijden, in plaats van het bestaan van coffeeshops als natuurverschijnsel te propageren!

Het ROB-gebouw

Woensdag 6 december 2006

Een krantenkop: “Programmamaakster Sonja Barend strijdt voor behoud ROB-gebouw’. Een golf van protesten. Velen vinden het ROB-gebouw, vlak bij de Appelmarkt, een monster van een gebouw. Een van de lijken van wethouder Asselbergs – ik kan mij er meer herinneren: ruim twintig jaar geleden verzette het SCW-bestuur zich tevergeefs tegen nieuwbouw in de Nieuwstraat, een grauwe kolos met een plat dak. De wethouder vond platte daken mooi, nou, dat hebben we geweten!

Toch loop ik niet voorop bij de actie vóór slopen van het ROB-gebouw. Niet wegens Sonja Barend, ik ben geen familie van haar! Ik vind wel dat elke binnenstad een optelsom is van gebouwen uit verschillende tijden en met verschillende stijlen. Misschien wordt het ROB-gebouw over honderd jaar (als het tot die tijd niet uit zichzelf in elkaar is gestort) wel als een te beschermen voorbeeld gezien van de bouwstijl aan het einde van de twintigste eeuw en daarom hogelijk gewaardeerd.
Maar mijn belangrijkste argument is: wat krijgen we er voor terug. Er zijn in de binnenstad al heel wat open gevallen gaten gevuld op een wijze die weinig aanleiding geeft tot vreugde: Amicitia spant daarbij de kroon, maar ook de nieuwbouw op het oude markthallengebied veroorzaakt weinig vreugdevolle opwinding. Het CenA-pand aan de kant van Muurhuizen is ook een aanfluiting. En is het Lieve Vrouwetheater aan het gelijknamige plein van betere kwaliteit dan het ROB-gebouw? Ik bedoel maar. Elke gezichtscorrectie is een risico!

Problemen aan de Chirurgijnsgilde

Dinsdag 5 december 2006

Deze dag ontvingen alle raadsleden een dik pak papier van Hein van Wegen. Hein van Wegen is een bekende voor de raadsleden. Niet alleen omdat hij regelmatig aanwezig is bij de raads- en commissievergaderingen, maar ook door de vele zaken die hij de afgelopen jaren bij de raadsleden aankaartte. In het algemeen goed gedocumenteerd en gebaseerd op de praktijk zoals die zich in onze stad voordoet. Voor velen is hij een lastig persoon, maar onontbeerlijk in het spanningsveld tussen overheid en burger.

De documentatie die vandaag op de deurmat plofte, betrof de woningbouw aan de Chirurgijnsgilde. Hein van Wegen is een van de bewoners van de huizen in het oostelijke deel van het Gildenkwartier. Deze huizen vormen de geluidsbarrière tussen woonwijk en spoorbaan en zijn hiertoe gedeeltelijk in een aarden geluidswal gebouwd. Al kort na de oplevering kwamen de eerste problemen van deze ‘walwoningen’ aan de orde. De bewoners beleefden trillingsoverlast door de voorbijrijdende treinen. Er werden maatregelen getroffen, maar die hebben schijnbaar niet alle problemen opgelost.
Hein van Wegen heeft nu zelf onderzoek naar geluidsoverlast laten verrichten. De resultaten liggen ver boven de normen. Daarnaast heeft hij geconstateerd dat zijn woning – en dus de hele rij van 34 woningen – vier meter dichter bij de spoorlijn staat dan volgens de oorspronkelijke plannen en de op basis daarvan gehanteerde normen het geval zou moeten zijn.

Dergelijke informatie brengt je als raadslid in verlegenheid. Uiteindelijk is het geconstateerde probleem een zaak tussen de bewoners en de bouwer van de woningen.Maar de gemeente staat natuurlijk niet geheel buiten spel. Er is een bouwvergunning verleend, de gemeente had een toezichthoudende taak (zowel op de bouw als op de juistheid van de plek waar de bouw plaatsvond) en de gemeente is verantwoordelijk voor de handhaving van het bestemmingsplan.
Er zijn enkele vuiltjes die je als raadslid niet (meer) kunt oplossen. Een verleende bouwvergunning heeft rechtskracht. Hooguit kunnen mensen die bezwaar hebben, schorsing aanvragen bij de rechter, maar dat is na meer dan tien jaar niet meer actueel. Verplaatsen van de woningen is natuurlijk onmogelijk. Aanvullende maatregelen, zoals ook door Hein van Wegen worden voorgesteld, zijn kostbaar maar moeten door de aannemer – voor zover nog aansprakelijk – worden uitgevoerd en bekostigd.

Ik weet het niet, maar het zou kunnen zijn dat Hein van Wegen de gemeente aanspreekt omdat deze haar toezichthoudende taak niet naar behoren heeft uitgevoerd. Gezien de relatie tussen de raad en het college is dat een zaak die allereerst tussen Hein van Wegen en B en W speelt. Pas nadat B en W een besluit hebben genomen dat naar de mening van Hein van Wegen niet correct is, kan de raad vanuit zijn toezichthoudende taak een initiatief nemen. Een beroepszaak tegen een negatief uitvallend besluit van het college is overigens iets dat de raad indirect raakt, de bestuursrechter heeft hier een primaire taak.
Wat overigens niet betekent dat ik de stukken van Hein van Wegen terzijde kan leggen. Als raadslid en als volksvertegenwoordiger voel ik mij behoorlijk betrokken bij de afdoening van de problemen die Hein van Wegen heeft geconstateerd. Maar de bal ligt vooreerst bij hem: hij zal het gemeentebestuur eerst in gebreke moeten stellen. Zou het college hem daarop in het gelijk stellen en – binnen de daarvoor geldende regels – genoegdoening verlenen, dan kan voor de raadsleden het dossier worden gesloten. Ik weet zeker: loopt het anders (ik sluit dat niet uit!), dan ben ik als raadslid aan de beurt.

Written by raphaelsmit

10/12/2006 bij 17:14

Geplaatst in Uncategorized

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: