Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

leave a comment »

Je hebt bomen en bomen

Zondag 4 maart 2007

Op 9 maart wordt begonnen met het planten van beuken bij de ingang van het stadhuis. Vorige maand zijn de daar aanwezige bomen verwijderd, al weken wordt er met man en macht gewerkt aan het voorbereiden voor de nieuwe aanplant. Kosten noch moeite zijn gespaard om het Stadhuisplein weer een groen aanzien te geven.

Dat is mooi. Maar ik ken nog talloze andere plekken in de stad waar beeldbepalende bomen de afgelopen maanden zijn verdwenen, met de belofte dat er vervangende bomen voor in de plaats komen. Het kappen van de bomen gaat daarbij in het algemeen sneller dan bij het stadhuis, maar het kan zijn dat de groenwerkers zich aanpassen aan hun omgeving. Het voorbereidend werk voor de vervangende bomen elders is in het algemeen minder omvangrijk dan we de afgelopen weken bij het stadhuis hebben mogen aanschouwen. En elders vergt het nogal wat tijd voordat de vervangende boompjes worden gepland.
De afgelopen twee maanden is er in de stad, net als op het Stadhuisplein, nogal wat noodkap gepleegd. Het zou ons gemeentebestuur sieren wanneer in de gevallen waar beeldbepalend groen is verdwenen, de vervanging met even veel voortvarendheid wordt aangepakt als bij de voordeur van ons stadhuis.

De overbodigheid van de provincies

Zaterdag 3 maart 2007

Vandaag besteedde het NRC uitgebreid aandacht aan het onderzoeksrapport van Klaartje Peters. Gisteren las ik al beschouwingen over dit rapport in de Amersfoortse Courant en de Volkskrant, ook Elsevier deed een duit in het zakje. In het rapport, dat de naam draagt ‘Het opgeblazen bestuur’ rekent Klaartje Peters af met onze provinciale bestuurders die voortdurend pogingen ondernemen om te bewijzen dat zij een noodzakelijke functie vervullen. Een poging waarin zij – logischerwijze – nauwelijks slagen maar die de belastingbetalers in ons land heel wat overbodig uitgegeven geld kost.

Het rapport van Klaartje Peters is mij uit het hart gegrepen. Het provinciale bestuur voegt nauwelijks iets toe, het wordt gekenmerkt door een traagheid en maatschappelijke irrealiteit die zijn weerga niet kent en het gedraagt zich met een dédain en gewichtigdoenerij die omgekeerd evenredig is aan de relevantie van al het provinciaal gedoe.
Klaartje Peters constateert wat ik de afgelopen weken tijdens provinciale verkiezingsbijeenkomsten steeds constateer: gedeputeerde en statenleden proberen zich enig politiek profiel toe te eigenen door werkzaamheden en taken naar voren te schuiven die bij gemeenten en het Rijk beter tot hun recht komen. Het provinciaal bestuur gedraagt zich in het algemeen als een domme tante die zich zonder uitnodiging en met het verkeerde cadeau indringt bij een feestje dat niet voor haar is bestemd. Feitelijk vormen de Gedeputeerden, de statenleden en het bijbehorende apparaat het bestuurlijk risee binnen onze samenleving.

Kostbaar luchtfietsen door onze burgemeester

Vrijdag 2 maart 2007

‘Dagdromen over Remu-miljoenen’ Onder die kop doet de Amersfoortse Courant verslag van een brief die burgemeesters uit het Eemland aan de provincie hebben verstuurd. Daarin is een aantal wensen neergelegd die door de provincie betaald zouden kunnen worden op het moment dat de reserves van de provincie worden aangevuld met de opbrengst uit de verkoop van Remu-aandelen. Bij het initiatief van de burgemeesters – onze eigen burgemeester neemt in dit geheel een prominente plaats in – zijn op z’n minst twee kantekeningen te zetten.

Uit onderzoek dat deze week is gepubliceerd blijkt dat de provincies in ons land ruim 6,4 miljard euro aan stille reserves bezitten. Een van de suggesties van de onderzoekers is om elke inwoner in de provincies hieruit duizend euro te schenken. Daar ben ik het geheel mee eens, de rijkdom van de provincies is immers grotendeels vergaart uit de zakken van de burgers, bijvoorbeeld door de opcenten op de motorrijtuigenbelasting. En met dat geld, ons geld dus, proberen de provinciale bestuurders mooi weer te spelen.
En onze burgemeester doet daar nu dus aan mee. Want in plaats van het geld terug te eisen voor haar stadgenoten, komt zij met een aantal zogenaamde ‘vergezichten’ waar eigenlijk niemand echt op zit te wachten, zeker niet als we ons realiseren dat we het als burgers uiteindelijk zelf moeten betalen. Neem het idee van een skihal, in combinatie met de door de raad gewenste overdekte kunstijsbaan. We praten de hele dag over het opwarmen van de aarde, de noodzakelijk maatregelen voor een beter milieu, we moeten onze peertjes weggooien en de auto thuis laten staan – en onze burgemeester stelt een van de meest overbodige vormen van energieverspilling voor: een overdekte skipiste vanaf het topje van de vuilstort van Smink!

Is het de taak van de burgemeester om – naar ik aanneem niet namens zichzelf – ineens met plannen voor een Snowworldformule, een University College of een Transferium boven het knooppunt Hoevelaken te komen? Straks mag de gemeenteraad alleen nog ‘ja’ knikken omdat de provincie zich in de voorstellen van onze burgemeester heeft vastgebeten. En we weten, als de provincie eenmaal een prestigeobject in handen heeft, dan staat elke gemeenteraad buiten spel. In de notulen van het college, die ik deze ochtend onder ogen kreeg, stond dat de raadsleden tijdens de pauze van de raad, afgelopen dinsdag om 21.10 uur, mondeling zouden worden geïnformeerd. Ik weet van niets, heb niets gehoord en moet ook opmerken dat dit de meest arrogante vorm van het informeren van de raad is.

Een overbodig bezoek aan een goed hotel

Donderdag 1 maart 2007

‘Zicht op wonen’ heette de bijeenkomst die de provincie – het is verkiezingstijd! – vandaag organiseerde in Hotel Figi in Zeist. De bijeenkomst was bestemd voor raadsleden uit de provincie, zo’n tachtig van hen kwamen opdraven, waaronder ik. In drie workshopachtige bijeenkomsten zouden we worden geïnformeerd over allerlei volkshuisvestelijke zaken.

Na twee van de drie workshops had ik het wel gezien en begaf ik mij spoorslags naar de uitgang. Eerst had een vertegenwoordiger van een vooraanstaande bank mij vergast op een uiteenzetting over grondbeleid. Dit beleid is overigens bij voorbaat een gemeentelijke aangelegenheid, dat de provincie iemand van buiten haar kring had ingehuurd was dus niet verbazingwekkend. Ik hoorde niets nieuws. Dat gold ook voor de tweede workshop over sociale woningbouw. Twee, op zich zeer deskundige, medewerkers van het Ontwikkelingsbedrijf van de gemeente Amsterdam verzorgde een tour-d’horizont over het sociale huisvestingsbeleid in de hoofdstad – onvergelijkbaar met de problemen waarmee de meeste aanwezigen uit kleinere gemeenten hebben te maken. Ook hier niets nieuws.
Het drukwerk zag er goed uit, de hand-outs zijn misschien als documentatiemateriaal nog eens nuttig en het eten was goed verzorgd. Maar voor de rest was het een wat overbodig initiatief van ons provinciaal bestuur.

Het college en het Nederberggebied

Woensdag 28 februari 2007

De bijeenkomst in het Rietveldpaviljoen over de toekomst van het Nederberggebied, en met name de Zonnehof, was voor de organisatoren een succes. Zo’n 150 mensen bleken belangstelling te hebben voor dit onderwerp en lieten zich niet afhouden door de dreigende stortregens. Voor de aanwezige raadsleden – maar dat waren er maar vier – was het ook een verhelderende avond, zeker na de wekendurende discussie die via artikelen en ingezonden brieven in de plaatselijke media werd gevoerd. Overigens: veel van de creatieve ideeën die door tientallen mensen op papier waren gezet, sneuvelden deze avond. En voor de raadsleden was de avond meer dan verrassend.

Wethouder Luchteveld was duidelijk: het college ziet niets in het verplaatsen van het Rietveldpaviljoen. De door het college ingehuurde stedenbouwkundige Hans Ruijssenaars had zich ook keurig aan dit uitgangspunt gehouden, evenals aan een aantal andere randvoorwaarden die het college had gesteld en die er in feite op neerkwamen dat aan de bestaande bebouwing rond de Zonnehof nauwelijks iets wordt gewijzigd. Hans Ruijssenaars had ondanks dat toch een plan met een eigen stempel ontwikkeld: de lengterichting van het plein draait negentig graden en de binnenruimte van het plein wordt afgeschermd door een metershoge staalconstructie, een grens tussen de gewenste openbare ruimte en de wat onsamenhangende omringende bebouwing rond het plein.
Wat was er zo verrassend voor de raadsleden? Met uitzondering van het plan voor een ondergrondse garage – een oude wens vanuit de raad – bijna alles. De raad heeft nog niet zolang geleden over de Zonnehof en het overige Nederberggebied gesproken. Randvoorwaarden voor een stedenbouwkundig idee kwamen toen nauwelijks aan de orde, het college hield hierover de kiezen stevig op elkaar. En desondanks is er binnen korte tijd na de discussie in de raad een zwaar stedenbouwkundig plan gepubliceerd op basis van een programma van eisen dat het college aan Hans Ruijssenaars heeft meegeven, zonder de raad op het moment dat dat mogelijk was er deelgenoot van te maken.

Het plan gaat nu de inspraak in. De Komende gemeentelijke informatieavond over de herstructurering van de Nederberg is op de gelijke avond gepland waarop alle raadsleden zijn uitgenodigd om over financiële heroverwegingen voor de komende jaren te praten, een bijeenkomst waar feitelijk geen raadslid weg kan blijven. Over enkele maanden worden we dus geconfronteerd met de resultaten van een proces waarvoor de raad de uitgangspunten niet met goed fatsoen heeft kunnen vaststellen, zoals het hoort. Wanneer we het dan niet eens zijn met de ideeën zoals het college die nu heeft ingestoken, dan zijn voor de tot dan participerende burgers de raadsleden de gebeten hond!

Nog een keer de Van Tuijllstraat?

Dinsdag 27 februari 2007

Over het besluit van de coalitiepartijen om de Van Tuijllstraat, de belangrijkste verbindingsweg naar Hooglanderveen, vier maanden lang af te sluiten, is niet veel meer te zeggen. De bewoners van Hooglanderveen voelen zich voor de zoveelste keer gepiepeld, de bureaucratie heeft het weer gewonnen van de burgers in onze stad en de coalitiepartijen hebben, na het plengen van enige liters krokodillentranen, bewezen dat zij een nomenklatoera vormen die ver van de kiezers vandaan staat.

Er blijven natuurlijk nog wel wat vragen open. De belangrijkste is: wordt de belofte van maximaal vier maanden sluiting gehaald. Ook de vraag of de omleidingroute’s functioneren is nog te beantwoorden. En als de tunnel op 1 september weer open is, zal pas echt blijken hoeveel extra sluipverkeer dat oplevert: wie uit het oosten van het land komt, belandt het snelst via het dorp op de boulevard van Vathorst.
Nu er besloten is zoals er is besloten, kan ik slechts hopen dat alles zich volgens de toezeggingen ontwikkelt. Als dat niet zo is, dan hebben enkele mensen binnen het stadhuis een probleem, wethouder Luchtenveld voorop.

Een bizarre VNG-avond

Maandag 26 februari 2007

Deze dag maakte ik een van de meest bizarre bijeenkomsten uit deze periode mee. De provinciale afdeling van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) organiseerde in Driebergen een lijsttrekkersdebat voor de statenverkiezingen. Alle burgemeesters, wethouders en raadsleden in de provincie waren uitgenodigd, nauwelijks vijftig van hen gaven aan de uitnodiging gehoor, waaronder vijf van onze Amersfoortse wethouders.

Een bizarre bijeenkomst omdat alle genodigden een functie hebben op basis van hun politieke voorkeur. In dat opzicht was er voor de lijsttrekkers, die allen aanwezig waren, niets te verdienen. En omdat het provinciaal beleid inhoudelijk ook nauwelijks wat voorstelt, was de materie die aan de orde kwam ook niet boeiend te noemen. De discussie leverde dus geen enkele verrassing op, je kunt je afvragen wat de meerwaarde was voor de aanwezigen die elkaar ongetwijfeld ook elders regelmatig tegenkomen.
En o ja, waarom was ik dan naar deze voorspelbare overbodigheid gegaan. Ik sta op de kandidatenlijst van Mooi Utrecht en hoopte door mijn aanwezigheid mijn lijsttrekker enige morele steun te kunnen geven. In elk geval worden de contouren steeds duidelijker: als Mooi Utrecht in de staten een plekje krijgt – en al is het er maar één – dan is het in elk geval onze taak om in de kring van provinciale zelfingenomenheid en overbodigheid wat roering te brengen. Uiteindelijk mag men de provincie wat mij betreft opheffen, het liefst zo snel mogelijk!

Written by raphaelsmit

04/03/2007 bij 18:30

Geplaatst in Uncategorized

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: