Waar blijft de oppositie?
Zondag 8 april 2007
In de Amersfoortse Courant van dit weekend wordt een jaar na de verkiezingen aandacht besteed aan het – intussen niet meer nieuwe – college. Conclusie: het echte werk moet nog beginnen. In een apart kader besteedt Richard Hoving aandacht aan één jaar verrichtingen door de drie oppositiepartijen. Zijn conclusie luidt, sterk samengevat: de oppositie heeft het afgelopen jaar nog geen deuk in een pakje boter kunnen slaan. Hoewel ik deze constatering wat al te ver vindt gaan, in hoofdlijnen heeft hij gelijk.
De vorige raadsperiode, van 2002 tot 2006, was de oppositie veel duidelijker aanwezig. Ik mag daar, lijkt mij, aan toevoegen dat ik daar mijn steentje aan toe heb bijgedragen. Ik was fractievoorzitter van de grootste oppositiepartij en daarmee informeel oppositieleider. Naast schouderklopjes kreeg ik in die tijd ook regelmatig commentaar: ik verruwde het spel, speelde te veel op de man en vulde plausibele argumenten lustig aan met aardig klinkende drogredeneringen.
Met dat commentaar had ik niet veel moeite: ik vervulde de rol die een oppositievoorzitter heeft te vervullen. Of we echt meer bereikten dan in de huidige situatie, kan ik niet beantwoorden. Maar de oppositie was wel duidelijk aanwezig, zette menigmaal de toon, het college stond voortdurend onder druk en we wisten zelfs het uitwisselen van twee bekritiseerde wethouders te bewerkstelligen.
Ik ben nu geen fractievoorzitter meer, laat staan van de grootste oppositiepartij. Hans van Wegen mag die rol nu vervullen. Of hij daar in slaagt, wil ik nog niet beoordelen. Wel is de vaststelling op zijn plaats dat Hans zijn kracht meer buiten het stadhuis dan in de raadzaal ligt. De waarheid gebied overigens op te merken dat het gedurende de vorige raadsperiode meer prijsschieten was dan bij het huidige college, hoewel ook binnen het huidige college de brekebenen zich steeds duidelijker beginnen te profileren.
Richard Hoving stipt in zijn bijdrage ook de oproep van mijn BPA-collega Ruud Schulten aan. Ruud heeft er op zijn weblog op aangedrongen dat de fractievoorzitters van de drie oppositiepartijen eens bij elkaar moeten gaan zitten om een gezamenlijke vuist te vormen. Een goed idee, ik kan slechts hopen dat dit slaagt. De ervaringen in het verleden waren weinig hoopvol, ik hoef alleen maar terug te denken aan de moeizame discussie in het voorjaar van 2006 over een lijstverbinding tussen de BPA en Jouw Amersfoort.
De waarheid rond het Eemplein
Zaterdag 7 april 2007
In de Amersfoortse Courant van deze dag is artikel vier verschenen over de ontwikkeling van het nieuwe Eemplein, de uitbreiding van ons stadshart tussen de Eem en het Soesterkwartier. Een boeiend project waarvan de bouw, wat mij betreft, geen dag langer hoeft te wachten. De praktijk op dit punt is echter anders, misschien een aardig item voor artikel vijf van de AC-serie.
De officiële lezing is dat het Eemcentrum in het stadsjubileumjaar 2009 wordt opgeleverd. Maar in antwoorden op schriftelijke vragen van mij heeft het college hiervan al voorzichtig afstand genomen, onder het motto: kwaliteit gaat vóór tijd. En zo is het ook! Intussen gaan ambtenaren binnen het stadhuis die bij de ontwikkeling van het Eemplein zijn betrokken, er al van uit dat het prachtig is wanneer de oplevering van het Eemplein medio 2010 kan plaatsvinden. Dat het huidige college de uitnodigingen voor de opening mag versturen, is nauwelijks nog te verwachten. Hooguit wordt er in het kader van de verkiezingen 2010 nog een belangrijk etappepunt extra opgepoetst, maar dat is het dan ook wel.
Formeel, volgens het laatst gepresenteerde tijdschema, had de bouw van het Eemplein op woensdag 21 februari moeten beginnen. Er zal intussen wel een geactualiseerd tijdschema zijn, maar die is nog niet openbaar gemaakt. Het belangrijkste knelpunt op dit moment ligt niet bij de commerciële partijen, maar bij de overheid, toegespitst op het culturele centrum. De bouwaanvraag hiervoor is de eerste maanden nog niet te verwachten, vanaf het indienen van de bouwaanvraag tot aan de bouwstart vergaat ook nog de nodige tijd. Overigens: uit het artikel in de AC van deze dag maak ik op dat de gebruikers nog steeds in gesprek zijn met de architect.
De deskundigen gaan er van uit dat de bouw van het nieuwe Eemplein tenminste twee jaren zal vergen. Het is een gecompliceerd project, met zes architecten en sterk onderscheidende functies. Het project zal ook veel eisen van het ambtelijke apparaat dat voor de begeleiding verantwoordelijk is, vooral ook omdat gelijktijdig twee andere grote projecten in uitvoering komen: het nieuwe ziekenhuis en het hoofdwinkelcentrum met ICO-cluster in Vathorst.
Kiezen tussen twee slechten
Vrijdag 6 april 2007
Het wordt dinsdag spannend: welke lokale omroep krijgt de steun van een meerderheid van de raad, Omroep Amersfoort of RTV Eemstad. Enkele fracties hebben zich al uitgesproken voor RTV Eemstad. Afgelopen donderdagavond heeft de fractie van Jouw Amersfoort zich daarbij aangesloten.
Door omstandigheden was ik niet aanwezig bij de fractievergadering van de afgelopen donderdagavond. Maar we hebben een uitstekende woordvoerder op dit dossier die mij op overtuigende wijze heeft toegelicht waarom mijn fractiegenoten tégen Omroep Amersfoort hebben gekozen. Daarbij heeft het ‘gedoe’ van de afgelopen maanden, zoals de gang van zaken binnen de ledenvergaderingen, het optreden van elkaar opvolgende interim-directeuren en het uitblijven van een vertrouwenwekkende verklaring van een accountant, een belangrijke rol gespeeld.
Het besluit tégen Omroep Amersfoort betekent voor mij persoonlijk niet dat ik vóór RTV Eemland ben. Het vertrouwen dat ik heb in dit initiatief is niet groter dan mijn vertrouwen in Omroep Amersfoort. Maar de fractie van Jouw Amersfoort moest uiteraard een dilemma oplossen: er moet een keuze worden gemaakt, dus bij veel argumenten tegen de een moet je wel voor de ander kiezen. En toegegeven, evenals bij Omroep Amersfoort ontbreekt het bij RTV Eemstad niet aan de ambities. Het relatieve voordeel voor RTV Eemstad is daarnaast dat er nog geen enkele ervaring is op het gebied van dagelijkse televisieverslaggeving, dus hebben ze op dit punt ook nog geen fouten kunnen maken.
Met de informatie die ik tot nog toe van RTV Eemstad heb gekregen, kan ik niet vrolijk worden. Oké, ook bij RTV Eemstad kom ik enthousiaste mensen tegen en op radiogebied hebben ze heel wat ervaring. Maar daarmee houd het voor mij ook op. De discussie over de financiële steun krijgen we nog, en op dat punt heeft RTV Eemstad in elk geval van mij niets te verwachten. Ik wil mijn kiezers een geloofwaardig verhaal kunnen vertellen over het uitgaven van grote sommen gemeenschapsgeld. Dat verhaal heb ik nog niet.
Waar laten we de hangjeugd
Donderdag 5 april 2007
Terugkomend uit Berlijn las ik in een van de plaatselijke media een voorstel dat vanuit de raad is gedaan om voor de hangjeugd in onze stad een centrale plek in te richten. Uit de problemen rondom Emiclaer is gebleken dat de daar bivakkerende hangjeugd uit een veel groter gebied afkomstig is dan je zou verwachten. Een ander probleem ligt in het feit dat de bestaande jeugdcentra openingstijden hanteren die niet altijd op de behoefte van de rondhangende jongeren is toegesneden. Het idee om alle problemen op te lossen door het bouwen van een centrale jongerenopvang in de nabijheid van het toekomstige Eemcentrum blijkt geboren te zijn na een bezoek aan een soortgelijke voorziening in Den Bosch.
Ik vind het een goed idee om daar over na te denken. Maar terwijl ik het voorstel las, rezen er bij mij ook enkele vragen. De eerste is: zou je het probleem ook niet kunnen oplossen door de bestaande jongerencentra meer geld te geven zodat ze alle avonden en in het weekend open zijn voor de jongeren? De tweede vraag is: zijn in alle wijken in Den Bosch de problemen met hangjongeren opgelost, nu daar een centrale voorziening is gerealiseerd? Mijn derde vraag: verplaats je met het realiseren van een centrale plek vlak bij het te bouwen Eemcentrum het probleem slechts vanuit de wijken naar een nog moeilijker te beheren plek? En ten slotte: we onderzoeken veel, laten we eerst de ‘structuur’ van onze hangjongeren eens onderzoeken, inclusief de vraag of ze zo’n behoefte hebben aan één centraal punt in het centrum van onze stad.
Een goed idee dus, en een mooie aanleiding voor een boeiende discussie!
Zorg voor industrieel erfgoed
Woensdag 4 april 2007
Dinsdagavond miste ik door mijn afwezigheid de presentatie van de plannen voor de Wagenwerkplaatsen. Het behoud van dit industrieel erfgoed heeft steeds mijn warme belangstelling gehad, binnen de voormalige fractie van Leefbaar Amersfoort was het zelfs een van de speerpunten, reden voor een van mijn toenmalige fractiegenoten om zo ongeveer de hele provincie af te reizen om de belangen van het industrieel erfgoed in onze stad te bepleiten.
Ik heb mijn afwezigheid in de wagenwerkplaats deze dag ten dele gecompenseerd dor een bezoek te brengen aan de Hamburger Bahnhof. Dit markant stuk industrieel erfgoed heeft een nieuwe functie gekregen en is nu een toonaangevend museum voor hedendaagse kunst. Het ligt schuin tegenover de nieuwe Hauptbahnhof van Berlijn, een groter contrast is nauwelijks mogelijk.
Over de tentoongestelde kunst maak ik geen opmerkingen, hooguit dat ik bij mensen als Joseph Buys, Andy Warhol en Roy Liechtenstein soms het gevoel heb dat hun werken meer met marketing dan met kunst hebben te maken. Maar ja, ieder zijn smaak. Het rondkijken in het oude stationsgebouw vond ik leerzamer.
Van buiten is het oude stationsgebouw, met zijn door twee zijvleugels omzoomde voorplein, indrukwekkend. Het deel waar ooit locomotieven stonden te stomen en een sfeer van de grote, wijde wereld heerste, is nog historisch te bepalen: de dakconstructie is herkenbaar gereconstrueerd en de perrons zijn zichtbaar gemarkeerd. Maar de grote ontvangsthallen en overige ruimten van het station zijn onherkenbaar. De maten zijn zeer royaal (dat moet ook wel bij hedendaagse kunst die niet voor de huiskamer is gemaakt), maar je zou ze overal kunnen terugvinden. Van het oude spoorwegbedrijf is feitelijk niets meer terug te vinden – misschien in de lunchroom, maar zover ben ik niet gekomen.
De les die ik uit dit bezoek kan trekken: wanneer je industrieel erfgoed een nieuwe functie geeft, let dan niet alleen op het exterieur, maar probeer ook binnen het gebouw de oude functie herkenbaar weer te geven. Daardoor verhoog je op essentiële wijze het monumentale karakter, wat alle inspanningen tot behoud alleen maar ten goede komt. Wat dat betreft zijn er ook hele goede voorbeelden te noemen, bijvoorbeeld de ‘Centrale Elettrica Montemartini’, de eerste elektriciteitscentrale van Rome waar tussen de oude machines zo’n 400 klassieke beeldhouwwerken en monumenten staan opgesteld. Maar dat is een heel ander verhaal!
Kanttekening bij een hype
Dinsdag 3 april 2007
Knut! Tijdens mijn Berlijnse dagen ben ik getuige van een opgeklopte massahype die een studie waard zou kunnen zijn. Een ijsbeertje wordt te vroeg geboren en met veel moeite in leven gehouden. Dierenbeschermers, die ineens merken dat het object van hun bescherming meer aandacht krijgt dan de beschermers zelf, pleiten er voor om het beertje af te maken omdat het zich niet in zijn natuurlijke omgeving kan ontwikkelen (als we dat tot dagelijks uitgangspunt nemen, zou de wereld er heel anders uitzien!).
Door al dat gedoe wordt Knut ineens het nationale knuffeldier. Politici laten zich samen met Knut op de foto zetten, de nationale televisiejournaals besteden dagelijks aandacht aan Knut en de Berliner Zoo kan elke dag tienduizenden bezoekers extra begroeten – waarvan de meeste Knut niet eens in het blikveld krijgen.
Intussen draait de wereld verder en gebeuren er de grootste rampen. Maar de meeste Berlijnse kranten en Bildzeitung hebben maar één belangrijk voorpaginathema: Knut! Ik vrees overigens dat we in ons land bij een dergelijke stupiditeit geen haar beter zijn.
Geef Amersfoort een ICE-verbinding
Maandag 2 april 2007
Oké, ik heb nog steeds geen gebruik gemaakt van het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers, hoewel ik daar sinds enkele maanden recht op heb. En als ik mijn fiets wil gebruiken, moet ik eerst de banden op pompen – de pomp staat naast de fiets, maar of die nog echt functioneert, weet ik niet zo direct. Maar ga ik enkele dagen naar Berlijn, dan neem ik de trein.
Drie maal daags zoef je vanaf onze Eemstad rechtstreeks naar de Duitse hoofdstad, in minder dan zes uur! De auto gaat misschien iets sneller, maar elk uur achter het stuur is verloren tijd. En vliegen vergt zoveel tussenstations en wachttijd, dat de geringe tijdwinst niet opweegt tegen het ongemak. De trein dus.
Maar we hebben ook nog Prorail, een firma die zijn naam niet steeds alle eer aandoet. Enkele werkzaamheden in de buurt van Almelo liepen het voorgaande weekend door computerproblemen (!) zo uit de hand, dat ik op ons Amersfoortse station te horen krijg dat de trein naar Berlijn niet rijdt. Het aangeboden alternatief: per trein naar Utrecht, daar overstappen op de ICE naar Duisburg en daar weer overstappen op de ICE Bonn-Berlijn. En dat alles zonder bijbetalen!
Het is plezierig om vanaf Hannover tot Berlijn met zo’n 260 kilometer per uur door het landschap te zoeven. Maar veel winst levert dat niet op, na bijna een uur wachten in Utrecht en drie kwartier overstaptijd in Duisburg. Meer dan drie uur later dan normaal raast de trein door het station Minden, de eerste plek waar ik terugkeer op de veel kortere route vanuit Amersfoort. Door alle snelheid wordt daarvan nog ruim een uur goedgemaakt, maar dankzij Prorail sta ik wel twee uur later op Berlin-Ostbahnhof en ligt mijn eerste afspraak al in diggelen.
Mijn conclusie: we moeten ons gaan inzetten voor een ICE-verbinding Amsterdam-Berlijn, uiteraard via Amersfoort. Indien alle computers van Prorail doen wat ze behoren te doen, is de reistijd naar midden- en oost-Duitsland dan met twee uur in te korten. Daar kan zelfs een vliegverbinding niet tegenop!
Geef een reactie