Over sprookjes en fata morgana’s
Zaterdag 29 september 2007
Ik heb grote bewondering voor Ashok Bhalotra. Deze bewondering is gebaseerd op het feit dat hij ruim twintig jaar geleden de discussie over de ontwikkeling van Kattenbroek een geheel eigen spoor heeft gegeven. Met zijn ideeën en overredingskracht wist hij ontwikkelaars, ambtenaren, corporatiebestuurders, collegeleden en bouwers zo ver te brengen dat zij enthousiast gingen werken aan een nieuwe wijk die vele jaren als voorbeeld voor nieuwe vormen van stedenbouw ging gelden. Ook al heb ik nu soms wat kritiek op zijn wijze van werken, dat doet er niets af dat Ashok Bhalotra steeds weer mensen achter zich weet te krijgen en hij zijn ideeën weet te presenteren met een verve waarbij veel toehoorders in droomwerelden worden meegevoerd.
Het eerste moment waarop ik dacht: dit is weer typisch Ashok Bhalotra, het is goed om eens met grote nuchterheid naar zijn verhaal te kijken, was zijn presentatie van het winkelcentrum in Nieuwland. Er zou een Italiaans plein ontstaan: intiem, met ideale maten en als aantrekkelijk punt midden in de nieuwe wijk. Bij zijn verhalen voelden velen als het waren de Italiaanse zon al op hun hoofd branden – Ashok Bhalotra is een goed verteller. Ik ging toen al twijfelen aan zijn presentatie. Italiaanse pleinen worden gekenmerkt door zon, door mensen die op een extroverte wijze met elkaar omgaan, een klimaat dat uitnodigt om buiten te verblijven en elkaar informeel te ontmoeten. Kortweg: iets heel anders dan het winderige, lege en weinig aansprekende winkelpleintje in Nieuwland – zeker als je het vergelijkt met de sprookjes van Ashok Bhalotra.
Ik luisterde afgelopen dinsdag met gemengde gevoelens naar het verhaal dat Ashok Bhalotra afstak. Hij deed dat tijdens de presentatie van het gebied De Bron, in het centrum van Vathorst. Ik heb de afgelopen decennia geleerd om toelichtingen van architecten en stedenbouwkundigen met balen zout tot mij te nemen. Hoe enthousiaster de verhalen, hoe groter mijn bedenkingen. En Ashok Bhalotra was dinsdag weer zeer enthousiast. Mijn reserve werd bevestigd toen ik vandaag in de Amersfoortse Courant een bijdrage las over de presentatie van de plannen voor De Bron.
In De Bron komt een eiland met een strand. Da’s mooi! Bij dat strand moeten eethuisjes en galerietjes komen. Niet één of twee, neen: dertig tot veertig toko’s moeten er een plaats krijgen. Niet van die grote winkels, ‘Met hooguit twee tafeltjes waar zeer verfijnde hapjes worden geserveerd.’ Een kleinschalige maar permanente Proef Amersfoort, aldus Ashok Bhalotra.
Zeepbellen, noem ik het maar. Ik kan mij voorstellen dat langs een winkelstraat in een ver, warm land talloze kleine stalletjes enigszins floreren. Maar vindt eens dertig tot veertig kleine ondernemers die alle vestigingseisen, investeringslasten en noem maar op trotseren om aan hooguit twee tafeltjes hun liflafjes aan de man te brengen. Ashok Bhalotra schetste en fata morgana dat, naarmate de tijd verstrijkt, in het luchtledige zal opgaan.
Wat ik vervelend vind is dat Ashok Bhalotra, als zijn geschetste beelden geen werkelijkheid worden, de schuld wat al te gemakkelijk bij de overheid of anderen neergelegd. Dat bewees hij aan het eind van zijn presentatie toen een raadslid hem vroeg hoe het zat met het openbaar vervoer in De Bron. De praktijk in Vathorst op dit moment is dat een groot deel van de woningen veel te ver verwijderd ligt van de via de ringboulevard geplande buslijn.
Dat lag dus niet aan Ashok Bhalotra, zoals hij opmerkte. Nee, er zouden kleine busjes door de hele wijk moeten rijden. Kleinschalig vervoer, maar de gemeente heeft op dat punt een steek laten vallen! Helemaal niet, zou ik willen zeggen. Toen Ashoh Bhalotra, met hetzelfde enthousiasme als nu bij De Bron, het Masterplan voor Vathorst presenteerde, sprak hij van een ‘Vathorster Verhicel’, een soort snelbus die via de Boulevard de nieuwe wijk met de rest van de stad zou verbinden. Zoiets dus als Einhoven bij zijn vinexwijk heeft gerealiseerd, of de buslijn tussen Haarlem en de Bijlmer via Schiphol.
Een leuk idee van de stedenbouwkundigen, die daarmee elke discussie over het openbaar vervoer naar en in Vathorst wisten te voorkomen. Jammer alleen dat een dergelijke hoogwaardige buslijn in de praktijk niet haalbaar is. Luchtfietserij van een stedenbouwkundige, door die domme stadsbestuurders dus niet begrepen.
Een shortlist voor opvanglocaties
Vrijdag 28 september 2007
De reacties op de shortlist voor de locaties ten behoeve van opvanglocaties stromen binnen. Een discussie die was te voorzien. Een compliment voor wethouder Van Daalen die het desondanks heeft aangedurfd om de discussie aan te gaan. Uiteraard, hij kon niet anders na het debacle rondom de Kleine Haag en de motie die de raad daarna had aangenomen over de procedure voor toekomstige vestigingen van allerhande opvangcentra. Maar toch waardering voor de getoonde moed!
De raad wordt gevraagd om op 2 oktober in te stemmen met de shortlist. Dat kan nog een pittige discussie worden. Je kunt als raadslid twee dingen doen:
de ene mogelijkheid is de instemming. De wethouder heeft zijn best gedaan, de inhoud van de motie is uitgevoerd, er ligt nu een shortlist dus laat de maatschappelijke discussie maar komen. Links om of rechts om, er moeten vier nieuwe opvanglocaties beschikbaar komen., dat is de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de raad.
de andere mogelijkheid is afwijzing. De wethouder is niet veel te verwijten, hij heeft de procedure keurig afgewerkt. Hooguit is er op de communicatie wat aan te merken, maar helemaal sluitend is die nooit te krijgen. Maar als raadslid kan je nu al kritisch naar de shortlist kijken en tot de conclusie komen dat er een aanmerkelijk aantal locaties is genoemd die moeilijk zijn te verdedigen. De weerstand die binnen enkele dagen is losgebarsten, bewijst dat en zal alleen maar toenemen. Als gemeenteraadslid ben je ook volksvertegenwoordiger en kan je de vele gefundeerde bezwaren niet zo maar naast je neer leggen.
Ik neig naar het tweede. Als er niet voldoende locaties zijn te vinden met redelijke maatschappelijke steun, dan zijn die er dus niet. Voor mij is draagvlak uit de omgeving, na wegstrepen van overdreven nimby-gevoelens – een even belangrijk criterium als alle andere toegepaste criteria. En ook zonder de tot nog toe geuite protesten zie ik enkele locaties in de shortlist waarvan ik denk: hoe komen ze er op!?
Eigenlijk geldt voor mij maar één hard gegeven. Er moet een alternatief komen voor de Stovestraat. Dat is toegezegd, je kunt de omwonenden van de huidige dagopvang niet nog langer met de overlast laten zitten.
Praten over de toekomst
Donderdag 27 september 2007
Er staat voor aanstaande dinsdag een hamerstuk op de concept-besluitenlijst voor de raad. Het gaat om de aanpak van het visietraject GA 2030. Achter deze code is een praatcircuit verborgen dat een idee moet opleveren hoe Amersfoort er in 2030 uit zou kunnen zien.
Tot nog toe heb ik twee bijeenkomsten in het kader van GA 2030 mogen bijwonen. Vóór het zomerreces kregen de raadsleden een presentatie van een voor het praattraject aangetrokken bureau. Appelgeflap, dat is het vriendelijkste woord dat ik er voor kon bedenken. Twee weken geleden mocht ik meedoen aan de eerste gespreksronde (er komen er tien!), in dit geval over het onderwerp wonen. Kosten noch moeite werden gespaard, we werden zelfs ontvangen in een serieus ‘hoofdkwartier’, gevestigd in een van de lege ruimten in de koopgoot van Amicitia. Nouja, deze ruimte kan in elk geval inspireren voor de gedachte hoe je iets niét moet doen.
Op 11 september was er nog een bijeenkomst voor raadsleden, die ik door omstandigheden moest missen. Blij toe, kan ik zeggen na de verschillende verhalen over deze bijeenkomst te hebben gehoord. Oké, er zijn altijd wel enkele raadsleden die overal enthousiast over zijn, als er maar kan worden gepalaverd. Dat wil natuurlijk nog niet zeggen dat ik ook enthousiast moet zijn – ik heb weinig behoefte aan vrijblijvende, maar zeer kostbare gesprekken. Want dat het hele proces rondom GA 2030 niet met een paar stuivers is te betalen, dat moge duidelijk zijn.
Het besluit dat dinsdagavond wordt gevraagd, is gebaseerd op het gesprek van 11 september. Ik kijk echter ook naar alles wat ik tot nog er over heb gelezen en gehoord en naar wat ik zelf heb meegemaakt. En dan rest er voor mij maar één conclusie: Ohne Mich!
Ik hoop dat meer raadsleden zich niet laten indutten door handige spreekstalmeesters, maar vooral kijken hoe we gemeenschapsgeld op een beetje verantwoordelijke wijze kunnen uitgeven. Om maar eens een voorbeeld te noemen: voor het geld dat GA 2030 ons kost, hadden we volgens mij de hele Hof twee maanden lang van een prachtige en gezellige ijsbaan kunnen voorzien. Het is maar een ideetje!
Geef een reactie