Waar laten we de golfbaan?
Maandag 15 oktober 2007
Vandaag werd ik gebeld door een van de leden van de GUS, de actiegroep die zich verzette tegen de uitbreiding van de vuilstortlocatie van Smink en tegen de aanleg van een baggerdepot naast Vathorst door dezelfde ondernemer, die daarbij zwaar werd gestimuleerd door ons provinciaal bestuur. Met de baggerstort hoeft de GUS niet ontevreden te zijn, met de stortlocatie lijken de provincie en de firma Smink de langere adem te hebben. Hoe dan ook: de GUS verdient best een prijs voor de goed georganiseerde en rijkelijk gedocumenteerde acties die deze groep de afgelopen jaren heeft gevoerd.
Maar daarover wed ik niet gebeld. ‘Is het,’ zo vroeg de GUS-vertegenwoordiger mij, ‘misschien een goed idee om Vathorst-West te bestemmen voor een golfbaan?’ Die opmerking kwam niet zomaar uit de heldere hemel vallen, mijn gesprekspartner anticipeerde op de discussie die deze week in De Ronde wordt gevoerd over de aanleg van een golfbaan in Hoogland-West. Een plan dat voor- en tegenstanders heeft, waarbij vooral de tegenstanders zich intussen zwaar hebben bewapend.
Wie kan zich er over verbazen dat de mensen rond de Zevenhuizerstraat, die zich steeds hebben ingezet voor het behoud van het groen tussen Vathorst en Bunschoten, Vathorst-West liever bestemd zien voor een groene golfbaan dan voor zo’n drieduizend woningen. Een goede gedachte. Dat kan ik met enig recht zeggen, want ik heb de afgelopen jaren bij de discussie over Vathorst-West dit idee al enige keren geopperd. Maar de meerderheid van de raad zag hier weinig in en volgde liever het collegevoorstel om de uitkoop van de baggerlocatie te bekostigen door het volbouwen van het omstreden gebied met nog meer woningen.
Opvallend was de mededeling van de GUS-vertegenwoordiger dat enkele andere partijen die ook door hem waren benaderd, zijn voorstel een verrassende, nieuwe gedachte vonden, goed genoeg om er over na te denken. Dan hebben die partijen enkele jaren geleden zitten slapen, want toen hebben zij een soortgelijke gedachte weggeschoten. Maar indien enkele coalitiepartijen nu tot andere gedachten komen, dan is dat alleen maar toe te juichen. Ik ga daar verder niet over mekkeren.
Helemaal verbazen doet mij de wat veranderde opstelling niet. In de Amersfoortse Courant van afgelopen vrijdag kon ik lezen dat het aantal partijen dat zich tegen een golfbaan in Hoogland-West verzet of er nog eens over wil nadenken, is toegenomen. Mogelijkerwijze wordt naar een escape gezocht of wordt een discussie op gang gebracht die eindigt met de constatering dat alternatieven voor een golfbaan in Hoogland-West uiteindelijk niet haalbaar blijken te zijn.
En ik wacht natuurlijk de reactie van mijn fractiegenoten af. Die waren de afgelopen maanden fel vóór een golfbaan in Hoogland-West. Op verzoek van een fractiegenoot wijdde ik zelfs op deze site aandacht aan dit onderwerp. Er waren overigens goede argumenten aan te voeren voor dit standpunt, dus ik zie geen directe aanleiding om het ingenomen standpunt bij te sturen. Maar het is mijn dossier niet, dus ik wacht maar even af!
Een prachtige brochure
Zaterdag 13 oktober 2007
Afgelopen week ontving ik een prachtige brochure, aangeboden door onze sportwethouder Arriën Kruyt. ‘Bereidt u voor op een nieuwe (kunst)ijstijd’ luidde de titel van het goed verzorgde drukwerk, rijkelijk voorzien van prachtige foto’s en kaartjes en met weinig tekst – lekker leesbaar dus. Een wervende productie om het draagvlak voor de te bouwen kunstijsbaan in Vathorst te verbreden.
Wat ik miste waren wat schetsen van de beoogde kunstijsbaan en wat concrete gegevens. Maar dat is natuurlijk ook te veel gevraagd: er wordt weliswaar al enkele jaren gepraat over en gepleit voor de kunstijsbaan, maar er zijn nog weinig concrete gedachten of gegevens. De start is kleurrijk, de bedoeling is duidelijk en de support is indrukwekkend.
Toch nog een punt van verbazing. In de brochure wordt – evenals in een eerder persbericht – een comité van aanbeveling voorgesteld. Klinkende namen, overtuigende intenties. Het uiteindelijke besluit valt natuurlijk binnen het gemeentehuis, ik neem dus aan dat het comité van aanbeveling zich vooral richt tot de meest verantwoordelijke bestuurder, in dit geval de wethouder voor de Sport. Nou dat zit wel goed, de wethouder is namelijk zelf voorzitter van het comité van aanbeveling!
Vaarwel, goede voornemens!
Vrijdag 12 oktober 2007
Elke raadsperiode begint met de beste voornemens. Vorig jaar riep een groot aantal partijen in de raad dat er minder op het stadhuis moet worden vergaderd en de raadsleden meer de buurten in moet trekken. Vier jaar daarvoor, toen het duale stelsel werd ingevoerd, werd dat ook geroepen, dus aan continuïteit in goede intenties ontbreekt het niet. Ik vind dat altijd wat geforceerd: ik zou sowieso niet kunnen functioneren zonder de dagelijkse contacten met een groot aantal stadgenoten. Daar hoef ik geen nieuw voornemen voor te organiseren, het hoort bij het raadswerk en de rol die je hebt als volksvertegenwoordiger.
Dat van al die goede voornemens vaak minder dan gewenst terecht komt, mag je in veel gevallen de raadsleden niet verwijten. Het raadswerk vreet tijd, een onontkoombaar deel daarvan in het raadhuis. De meeste raadsleden zijn in deze rol gestapt omdat ze al maatschappelijk actief waren, dus vaak is alleen daardoor de tijd al redelijk gevuld. Maar de stadhuisorganisatie maakt het ons ook niet altijd gemakkelijk.
In het verleden bezocht ik heel wat inspraakavonden. In het algemeen werden die door de gemeente georganiseerd naar aanleiding van plannen die in wijken en buurten moesten worden uitgevoerd. In het verleden, moet ik opmerken. De laatste jaren bespeur ik steeds vaker dat inspraakavonden parallel aan raads- en fractievergaderingen worden gepland. Of je ontvangt de uitnodiging ter kennisname op een dusdanig laat tijdstip, dat je er geen tijd meer voor kunt vrijmaken.
Dat gebeurde dus ook weer de afgelopen dagen. Bij de raadspost die ik donderdagochtend uit de bus haalde (ik had het ook woensdagavond laat kunnen doen) zaten twee Stadsberichten Extra. Bewoners werden hierin geïnformeerd over werkzaamheden in hun buurt. Het ging over de Frederik van Blankenheymstraat en omgeving en over de Hobbemastraat en omgeving. Voor beide buurten werden informatieavonden aangekondigd. Een mooie kans dus om als raadslid kennis te nemen van de werkzaamheden en te horen of hieruit problemen ontstaan voor de bewoners. Jawel: raadsleden hebben een controlerende taak!
Jammer was alleen dat de bijeenkomst voor de Frederik van Blankenheymstraat op 10 oktober plaatsvond en al bijna was afgelopen toen de raadspost werd rondgebracht. De bewoners voor de Hobbemastraat en omgeving werden voor donderdag 11 oktober uitgenodigd. Je moet geluk hebben als je als raadslid op zo’n korte termijn nog wat kunt plannen – meestal betekent dit dat je iets anders moet laten lopen. Mij lukte dat niet. Jammer, want inspraakavonden zijn voor raadsleden vaak een informatiebron die ik niet graag mis.
Klarendal en de prachtwijken van Vogelaar
Donderdag 11 oktober 2007
Deze dag vond weer een van de stadsvernieuwingsexcursies plaats van het Nirov (Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting). Doel deze dag: Klarendal in Arnhem. Een interessant gebied, achter de Velperweg, ten noorden van station Velperpoort. Een gebied van zo’n vierduizend woningen waar al bijna twintig jaar wordt gewerkt aan het verbeteren van het woningbestand dat voor een belangrijk deel voor tot ver voor de Tweede Wereldoorlog is gebouwd.
Een opvallend iets: er waren vrijwel geen bouwkranen te zien. Er is in Klarendal gedurende de jaren zeventig en tachtig veel vernieuwd, rond 2000 is op een voormalig kazerneterrein nog een aantrekkelijk buurtje gerealiseerd. De enige actuele bouwplannen hebben betrekking op de nieuwbouw voor een brede school en te renoveren ruimten voor de creatieve sector, met name in de modebranche. Ook wordt in het nieuwe ‘modecentrum’ het oude 19de-eeuwse stationspostkantoor opnieuw opgetrokken, bestemd voor horeca en kleine, creatieve bedrijfjes.
Toch behoort Klarendal tot de veertig ‘prachtwijken’van minister Vogelaar en ontvangt het de komende tien jaar 2,6 miljoen euro per jaar – een vergelijkbaar bedrag als voor het Amersfoortse Kruiskamp. Het stadsvernieuwingswerk in Klarendal ligt vooral ‘achter de deur’, zoals de mensen uit Arnhem toelichten. Speelplekken voor de jeugd, de aanpak van drugsoverlast, verbetering van de (al vrij redelijke) communicatie binnen de buurt en imagoverbetering. Onder de imagoverbetering valt vooral het stimuleren van de creatieve sector in de wijk, waarbij wordt ingespeeld op het feit dat in Arnhem, met verschillende creatieve opleidingen, kunstenaars graag in een oude volkswijk als Klarendal wonen en werken.
De aandacht die minister Vogelaar schenkt aan Klarendal laat bij mij een vermoeden groeien dat mij bij de aanwijzing en royale bekostiging van Kruiskamp al overviel – en dat door VROM-ambtenaren uiteraard wordt ontkend. Vogelaar verschuift naar mijn mening de aandacht bij de stadsvernieuwing van het fysieke (bouwen) naar het sociale. Mijn gedachte daarbij is: op sociaal gebied kan je, zeker als PvdA-minister, makkelijker scoren, resultaten zijn moeilijker meetbaar (geen achterstand bij het voorgenomen aantal te bouwen woningen) en je kunt op kortere termijn, in elk geval nog tijdens deze kabinetsperiode, scoren.
Dat gevoel wordt bij mij versterkt door het feit dat in Amersfoort bijvoorbeeld de wijken Liendert-Rustenburg en Randenbroek-Schuilenburg, net zoals de Hogewegzone, geen bijzondere Vogelaar-status hebben gekregen. En dat terwijl bij vorige ministers deze wijken in het kader van de 56-wijkenaanpak nog wel in de prijzen vielen. In deze wijken, waar de planvorming en inspraak vrijwel zijn afgerond, moet de komende jaren aanmerkelijk meer worden verspijkerd dan in Kruiskamp. Maar er ligt daar een groot accent op het fysieke: renovatie en sloop-nieuwbouw. Dat moet, anders dan in kruiskamp, nog op gang komen en daar is voor de minister dus minder eer te behalen – ook al moeten gemeente en corporaties van Liendert tot Rustenburg aanmerkelijk meer investeren dan voor de resterende plannen in Kruiskamp.
Zigzaggend op weg naar een visie over 2030
Woensdag 10 oktober 207
Amersfoort praat over een stadsvisie voor 2030. Of in elk geval: de raad praat over een mogelijke visie, in de stad merk je er niet veel van. Natuurlijk: de projectgroep die de discussie over de visie 2030 min of meer begeleid, heeft een ‘hoofdkwartier’ ingericht in een van de leegstaande winkelruimte van Amicitia. En er is – uiteraard – een website. Maar terwijl de raadsleden van de ene huiskamer naar het andere panel van deskundigen worden gesleept, gaat de discussie aan 99 procent van de Amersfoortse bevolking voorbij. Da’s jammer, want op de begroting is wel 200.000 euro voor de visieontwikkeling uitgetrokken!
Dinsdagavond praatte de raad een uur lang over de voortgang van de visiediscussie. Tekenend: nog niet de helft van de raadsleden kwam opdagen. Onder de wél aanwezigen was er tenminste één die de aanpak en resultaten tot nog toe ver beneden peil vindt en zich afvraagt of je zoveel kostbaar geld voor een wazige, slecht georganiseerde maatschappelijke discussie moet spenderen. Dat ene raadslid ben ik, maar ik heb het gevoel dat ik in deze opvatting niet alleen sta. Een week eerder stond de opzet van de visiediscussie, die wordt gevoerd onder de welluidende naam ‘GA2030’, ter goedkeuring op de raadsagenda – nota bene als hamerstuk. Op verzoek van de voorzitter van de begeleidingsgroep werd het punt van de agenda afgevoerd. Terecht.
Deze week werd de discussie gevoerd onder leiding van het ingehuurde bureau. Wat mij vooral is blijven hangen (en ook daarin was ik niet de enige), is het gevoel dat het ingehuurde marketingbureau ook niet precies weet wat ze er mee aanmoet. Oké, er is een hoofdkwartier. En er zijn drie themabijeenkomsten geweest waarbij zelfs met enkele, vooraf geselecteerde, bewoners is gesproken. Maar de op papier gezette uitkomsten van al deze activiteiten waren rondweg bedroevend: algemeenheden en banale ideeën wisselden elkaar af. De samenvattingen van de bijeenkomsten over Wonen en Ruimte waren op één velletje A-vier samengevat (gezien de kwaliteit van de tekst was dat al te veel), over het onderwerp Macht waren bijna drie pagina’s volgeschreven. Deze verhouding geeft te denken. Maar ja, het stelt allemaal niets voor, dus wat zal je je druk maken!
Opvallend was dat de externe adviseurs gedurende de discussie zwalkten en van opvattingen veranderden. Dan luisterden ze dus goed, zou de optimist kunnen zeggen. Ze weten het zelf niet, hoewel ze zich als deskundigen presenteren, zou de pessimist kunnen tegenwerpen. Hoe dan ook: een verloren uur. De laatste tien minuten kon er worden gereageerd op drie stellingen met een dusdanige importantie, dat mij de inhoud is ontgaan. Hoewel ook een slechte stelling natuurlijk een boeiende discussie kan opleveren, maar dat was in dit geval niet aan de orde omdat de raadsleden alleen maar werden uitgenodigd om – zonder enige voorafgaande, inhoudelijke discussie – op enkele flayers hun vragen of opmerkingen bij de stellingen op te schrijven. Wat daarmee wordt gedaan, is niemand duidelijk.
‘Ophouden, ophouden!’ Dat is feitelijk het enige dat je na zo’n avond nog kan uitroepen. Maar ja, de trein is gestart, het bureau is gecontracteerd en het geld staat op de begroting. Dus, alle zinloosheid ten spijt: we gaan door om te praten over Amersfoort in 2030. In elk geval hebben de ingehuurde deskundigen aangekondigd dat er de komende tijd ‘Rumoer’ op gang gaat komen. Of ze daarmee bedoelen dat de eerste facturen de deur uitgaan, is me niet duidelijk geworden.
De begroting gepresenteerd
Dinsdag 9 oktober 2007
Laat ik eerlijk zijn: de begroting die wethouder Jelle Hekman voor 2008-2011 heeft aangeboden, ziet er optimistisch uit. Tien jaar lang hebben we bijna constant bezuinigd en konden er weinig wensen vanuit de raad worden gehonoreerd. Maar nu lijkt de sky de limit te zijn en kan er de komende jaren krachtig worden geïnvesteerd. Geen prijsschieten meer voor de oppositie, al blijft nog best het een en ander op te merken.
Het meest kenmerkende vind ik dat de financiële ruimte die er is, ook wordt benut. In het verleden werd er binnen de begroting veel opgepot. Bijna voorspelbare meevallers werden later gepresenteerd, voorzien van bestedingsvoorstellen van het college waarbij de raad weinig ruimte werd gelaten om met eigen initiatieven te komen. In de begroting 2008 wordt de volle financiële ruimte benut, waardoor een groot aantal wensen uit het verleden alsnog kunnen worden gehonoreerd.
Een van de positieve onderdelen van de begroting is dat de lasten voor de burgers in de stad nauwelijks stijgen, zeker indien je rekening houdt met de te verwachten inflatie. Ook krijgen sectoren waarop in het verleden flink is bezuinigd of in elk geval te weinig is geïnvesteerd, meer ruimte, met als duidelijk voorbeeld het sportleven. Hoewel dat eigenlijk normaal is in een snelgroeiende stad: gezien het verleden mag je dat zonder meer opvallend noemen.
Onduidelijkheid is er over de wijze waarop in de toekomst grote investeringen worden gefinancierd en wie uiteindelijk over deze bestedingen gaat beslissen. Op dat punt zal er nog wel een pittige discussie in de raad gaan plaatsvinden. En we moeten bij alle mooie voornemens natuurlijk in de gaten houden dat deze zijn gebaseerd op optimistische verwachtingen ten aanzien van de economie. Indien er op dat punt grote tegenvallers gaan optreden, dan staan de plannen in deze van de begroting ook onder druk. Maar op dat punt heeft Jelle Hekman wel een punt: je kunt bij het begroten niet uitgaan van mogelijke tegenvallers die zich nog niet aftekenen. Laten we er maar het beste van hopen!
Geef een reactie