Een snoepreisje naar Zuid-Frankrijk
Woensdag 20 februari 2008
Ik gun iedereen zijn feestje! Mensen die hart werken hebben recht op een uitje, dus ik wil niet op elke slak zout leggen. En toch ben ik elk jaar weer verbaasd als ik lees dat het college een delegatie samenstelt voor een bezoek aan de Mipim-beurs is het Franse Cannes. Snoepreisjes zijn het, meer niet. Dit jaar zijn Jelle Hekman en Mirjam van ’t Veld aan de beurt.
Ik kan mij nog goed de beelden herinneren die enkele jaren geleden door een van de Hilversumse actualiteitenprogramma’s werd uitgezonden. Uit dat programma kon in elk geval worden opgemaakt dat Nederlandse bestuurders heel gemakkelijk te kakken kunnen worden gezet – het is er vooral eten, drinken, nietszeggende recepties aflopen en verder niets. Uit Amersfoort reist meestal een tiental projectontwikkelaars en onroerend-goedbobo’s aan, die vooral elkaar ontmoeten – iets dat ze in Amersfoort net zo goed kunnen doen. Dat alles speelt zich grotendeels af in de hotels, want de toegang tot de beurs zelf is zeer prijzig. Het merendeel van de Mipim-toeristen komt niet eens op de beurs en heeft het veel te druk met het vasthouden van glazen en hapjes.
Op zich is de Mipim geen verkeerde gebeurtenis. Honderden ontwikkelaars, financiers en anderen presenteren zich in een van de vele stands. Daaronder zijn ook gemeenten en regio’s. Die presenteren in het algemeen een project dat zij internationaal aan de man willen brengen. Enkele van onze grote steden zijn soms met gelikte presentaties aanwezig, maar ja: die hebben ook wat te bieden!
Ik zou mij kunnen voorstellen dat Amersfoort een stand huurt – samen met ING en Heijmans – om het project Podium te presenteren. Podium is een project waarvan de ambitie hoog en de afzet laag is en waar onze stad grote financiële risico’s bij kan lopen. Maar het presenteren van een dergelijk project op de Mipim doe je niet zo maar. Dan moet je een heldere doelstelling voor de beursdeelname hebben, net zo goed als een dikke buidel met geld. Het maken van een gelikte maquette, uitvoerige kleurrijke brochures in meerdere talen, de pittige tarieven voor een plaats op de beurs en de nodige verblijfskosten vergen een bedrag dat al snel in de zes cijfers zit.
En als we al een plekje op de beurs zouden hebben, dan zouden anderen dan onze collegeleden aanwezig moeten zijn. Ik zie Jelle Hekman en Mirjam in ’t Veld niet de hele dag op de beurs staan. Daar is enige ervaring, bekendheid met de branche en een behoorlijke talenkennis voor nodig. Blijft dus de vraag: wat doen onze wethouders op de Mipim?
Help, we worden gevogelaard!
Dinsdag 19 februari 2008
In De Ronde spraken de raadsleden vandaag met wethouder Jelle Hekman – hij is nog in het land – over de stadsvernieuwing in Kruiskamp en de samenwerking daarbij tussen de gemeente en de woningbouwcorporaties. Kruiskamp is een van de prachtwijken van kameraad Vogelaaar, dus er is veel aandacht besteed aan het opstellen van een plan en een contract met de minister voor de Prachtwijken.
In de stukken voor de raadsleden wordt op het proces ingegaan. Na de nodige inspraak werd een programma voor Kruiskamp opgesteld. ‘Op dat moment leefden wij in de veronderstelling dat de benodigde financiële middelen om dit plan te bekostigen via het Rijk zouden komen,’ schrijft het college. Om iets verderop te constateren: ‘Helaas blijkt uit brieven van het ministerie dat er nauwelijks extra financiële middelen voor Kruiskamp beschikbaar komen.’
Op het hele gedrag van de PvdA-minister (die in Den Haag als de zwakste schakel in het toch al niet zo hoog aangeschreven Kabinet Balkenende geldt) is wel wat aan te merken. Amersfoort heeft grote plannen in het kader van Amersfoort Vernieuwd. De raad heeft vorige maand de programma’s vastgesteld voor Liendert-Rustenburg en Randenbroek-Schuilenburg. Binnenkort komt ook de Hogewegzone aan de orde. Plannen waarvoor omvangrijke investeringen noodzakelijk zijn, waarbij de corporaties het leeuwendeel voor hun rekening nemen.
Kruiswijk is al veel eerder van start gegaan, daar zullen de komende jaren de nodige resultaten worden geboekt – dat wordt dus scoren voor de minister! Nadat de minister haar veertig Prachtwijken had gepresenteerd, waaronder dus Kruiskamp, attendeerde het Amersfoortse stadsbestuur de minister er op dat andere wijken de komende jaren veel belangrijker zijn en veel meer aandacht en geld vergen. De minister heeft toen echter laten weten: het is Kruiswijk of het is niets!
Het Amersfoortse gemeentebestuur is voor de minister door de bocht gegaan. Dat deed het omdat er bergen geld lonkten. Daar blijkt in de praktijk dus niets van waar te zijn – we zijn met valse beloften en bestuurlijke schuimklopperij door de minister gepiepeld. Of anders gezegd: we zijn ‘gevogelaard’, en dat is intussen het slechtste wat je kan overkomen!
Als het aan kameraad Vogelaar ligt, die op een Oost-Europese wijze uit de zeventiger jaren staatsdiefstal bedrijft, dan mogen de corporaties in onze stad naast de tientallen miljoenen die ze al in de stadsvernieuwing steken, ook nog eens meebetalen aan zaken zoals hulpverleningstrajecten, voortijdige schoolverlaters,handhaving van de openbare orde, opbouwwerk en jongerenwerk. Dat zijn echter geen corporatiezaken, daar moet de gemeente voor opkomen. Terecht dat de corporaties voor die eer bedanken.
Zou de minister haar zin krijgen, dan moeten de corporaties miljoenen euro’s extra steken in taken die ze statutair niet eens voor hun rekening mogen nemen. Het gaat daarbij om geld dat sociale huurders in onze stad via hun maandelijkse huurpenningen opbrengen. Elk miljoen euro’s dat op deze wijze zou worden besteed, kost de Amersfoortse huurder ruim 50 euro. En omdat het om gemeentelijke taken gaat, mag je stellen dat onze minister probeert om via een omweg de gemeentelijke lasten voor de burger te verhogen. En daar waren wij als Burger Partij Amersfoort nou juist op tegen!
Corporatie wil uit het bestel stappen
Maandag 18 februari 2008
De woningcorporatie De Veste uit Ommen (eigenaar van bijna 6.000 woningen) overweegt om uit het bestel te stappen. In december is het verzoek daartoe bij minister Vogelaar gedeponeerd, in januari heeft eerste ambtelijk overleg plaatsgevonden. Het probleem is: er is wettelijk van alles geregeld over toelaten van een sociale woningbouwcorporatie, maar niets over het afscheid nemen.
Directe aanleiding voor De Veste is het actuele rijksbeleid. Enerzijds worden de corporaties sinds kort als gewone commerciële bedrijven behandeld en moeten dus onder andere vennootschapbelasting betalen, anderzijds moeten zij aan allerlei verplichtingen voldoen en worden door ‘roofridder’ Vogelaar leeggeschud. Wat is dan nog de zin om als toegelaten instelling te functioneren, vragen steeds mee corporatiebestuurders zich af. De Veste heeft nu de stoute schoenen aangetrokken. “Iemand moet het een keer doen om te weten hoe het gaat,’ aldus directeur Jan Sinke tegenover de redactie van BuildingBusiness.
Voor de opvatting van Jan Sinke bestaat veel steun. Zo schrijft Dik Breunis van KAW Groningen: ‘Het is het een of het ander. Of de corporaties worden gelijk gesteld aan commerciële partijen en moeten dan ook hun vpb over de winst betalen. Maar dan moet de overheid ook niet de huren willen vaststellen en extra taken opleggen op het gebied van sociale maatregelen. Of de corporaties blijven maatschappelijk gebonden instellingen, maar dan ook geen vpb.’
Dick Breunis pleit overigens voor het tweede, want hij ziet een belangrijke sociale taak weggelegd voor de corporaties. Hij constateert echter dat het juist dankzij het huidige Kabinet, met een flinke PvdA-inbreng, bergafwaarts gaat met het volkshuisvestingsbeleid.
Het is voor de Amersfoortse samenleving niet te hopen dat Alliantie Eemland en Portaal het voorbeeld van hun collega uit Ommen volgen – ik heb ook nog geen geluiden in die richting gehoord. Voor onze stad zou het een ramp zijn, vooral door de omvangrijke plannen voor de stadsvernieuwing waarover onlangs afspraken zijn gemaakt. Maar zou het ooit zover komen, dan zijn de schuldige makkelijk aan te wijzen: volkshuisvestingsminister Vogelaar en haar collega-minister voor Financiën Bos!
Onwil of bureaucratische fijnslijperij?
Vrijdag 15 februari 2008
Het is een wekelijks terugkerend ritueel: op woensdag lezen de we in de krant de belangrijkste besluiten die het college de voorafgaande dag heeft genomen, maar pas op donderdag of vrijdag worden de raadsleden geïnformeerd. Wordt je op woensdag of donderdag door een burger in de stad op een gepubliceerd collegebesluit aangesproken, dan sta je als raadslid met een mond vol tanden want je hebt nog geen enkele achtergrondinformatie – erger nog: je hebt nog helemaal geen informatie, behalve wat je in de krant hebt gelezen.
Domme stunteligheid, anders kan ik het niet noemen. Net als met de persberichten het geval is, kunnen ook raadsinformatiebrieven al voorafgaand aan de collegevergaderingen worden geschreven. De onderliggende stukken en conceptbesluiten zijn al voorafgaand aan het weekend bekend, dus daaraan kan het niet liggen. De taak van de voorlichter (en ik spreek uit ervaring) is om tijdens het collegeoverleg in de gaten te houden of er overeenkomstig het conceptbesluit worden besloten. Afwijkingen kunnen meestal nog tijdens de vergadering worden aangebracht.
En daarna is het een fluitje van een cent. Na de collegevergaderingen passen de voorlichters (we hebben er genoeg, dus daar kan het probleem niet liggen) de persberichten en raadsinformatiebrieven aan. En terwijl in de namiddag de pers wordt geïnformeerd, kunnen de raadsinformatiebrieven per e-mail naar de raadsleden worden gestuurd. Alles wat deze procedure in de weg staat, is onwil of bureaucratische fijnslijperij!
Wethouder Mirjam van ’t Veld staat vierkant achter Wilders
Donderdag 14 februari 2008
‘Met hartelijke groeten, ook van Mirjam van ’t Veld, wethouder Jeugd in Amersfoort’ Zo eindigt de brief die Young Vision woensdag schreef aan Geert Wilders. Een vreemde brief, waarin Young Vision een ongetwijfeld ironische reactie wilde geven op de filmplannen van het omstreden kamerlid, maar dat zo stuntelig deed dat de brief als een hartelijke ondersteuning voor dit kamerlid is op te vatten. Ironie en vileiniteit blijken niet de sterkste punten van deze jongerenorganisatie te zijn. En dat constaterende, kan je slechts opmerken: schoenmaker blijf bij je leest. En dat geldt dus ook voor de wethouder.
Het gestuntel van Young Vision zou nauwelijks aandacht hoeven te krijgen. Echter, zowel in de brief aan Wilders als in de begeleidende brief die aan belangstellenden (ik neem aan: de pers en de raad, en wie weet wie nog meer) is geschreven, wordt een directe relatie gelegd met wethouder Mirjam van ’t Veld. Dat gaat zelfs zover dat de wethouder en haar communicatieadviseur (die hiermee dus een slecht nummer heeft gemaakt) als contactpersoon worden opgevoerd, compleet met vaste en mobiele telefoonnummers.
In de brief aan Geert Wilders wijst Young Vision er expliciet op dat zij in 2005 door wethouder Mirjam van ’t Veld is opgericht. Tja, ik dacht altijd al dat Young Vision niet meer of minder is dan een gemeentelijk gesubsidieerde fanclub van onze wethouder – en zo wordt dat maar weer eens bevestigd! En om dat alles nog eens te accentueren wordt in de aan Geert Wilders gestuurde brief en film ook nog geschreven: ‘Deze film wilden wij, gesteund door wethouder Mirjam van ’t Veld, op Valentijnsdag graag aanbieden….’
Nogmaals, Young Vision doet maar wat het wil doen. Maar waar staat onze wethouder? Zij wordt door Young Vision steeds in haar bestuurlijke kwaliteit aangehaald. Maar als wethouder spreekt zij natuurlijk niet alleen voor zichzelf, wat dat betreft zit een lid van ons college steeds in een glazen huis. Mogen we uit de brief van Young Vision opmaken dat ons college, of in elk geval de namens hem sprekende wethouder Mirjam van ’t Veld, van harte achter het filminitiatief van Geert Wilders staat? Vindt het college het normaal om zich middels een door een van zijn leden opgerichte fanclub te mengen in een nogal omstreden discussie? Spreekt het college daarbij namens de raad?
Vragen genoeg. Aanleiding genoeg dus voor mij om samen met Ruud Schulten namens de fractie van de Burger Partij Amersfoort via schriftelijke vragen om duidelijkheid te verzoeken.
Plek Zat kost geld zat
Woensdag 13 februari 2008
‘Plek Zat’ Een aardige titel voor een plan dat door Bureau Keesie is ontwikkeld. In opdracht van het gemeentebestuur heeft dit bureau voor onderzoek en conceptontwikkeling gekeken hoe onze stad zijn voorzieningen voor de jeugd kan verbeteren. Gisterenavond werd het eindrapport gepresenteerd.
Keesie heeft haar opdracht gedegen uitgevoerd. Er werd gesproken met bijna 250 kinderen en ouders verdeeld over verschillende leeftijdsgroepen tussen de 0 en 23 jaar. Eindconclusie: jongeren willen een eigen plek waar zij leeftijdsgenoten kunnen ontmoeten en die bijdraagt in het versterken van de sociale cohesie in een buurt.
Keesie heeft dit onderzoekresultaat vertaald in ‘vrijplaatsen’, plekken in de wijken die door de jeugd zelf kunnen worden ingericht. Uitgangspunt is een ruimte per wijk, half open, half overdekt, waarbij de overdekking uit een eenvoudige en open constructie bestaat. Uit kostenoverwegingen wil het college de overdekking van een dergelijke vrijplaats even laten voor wat het is.
Het college wil een pilot ontwikkelen. Daarvoor is Vathorst uitgekozen. Dat komt mooi uit, want dat is de wijk waarvoor jeugdwethouder Mirjam van ’t Veld wijkwethouder is – ze is er toch regelmatig voor het doorknippen van linten, kan ze de Plek Zat-plek meteen mooi meenemen!
Tijdens de discussie die volgde op de presentatie heb ik opgemerkt dat je bij een dergelijk initiatief een heleboel kanttekeningen kunt plaatsen. Ik koos echter voor een andere invalshoek: laten we het gewoon eens proberen! Er is gedegen onderzoek gedaan, er zijn heel wat mensen uit de doelgroep bij betrokken geweest en als je nooit iets waagt dan komt er ook nooit iets van de grond. Wel stelde ik dat, als de pilot weinig succesvol zou zijn, we er meteen mee moeten stoppen.
So far, so good. Op mijn vraag hoe het met de kostenverdeling zit (aanlegkosten versus begeleidingskosten), antwoordde de wethouder dat een behoorlijk deel van het geld voor het opstarten en begeleiden is bestemd. Op de vraag vanuit de raadsleden wat de pilot in Vathorst dan precies gaat kosten, werd geantwoord: zo’n vier ton.
Oeps! Dat is, zo merkte ik op, bijna de helft van het budget voor jeugdactiviteiten. Van het bedrag schrok ik toch wel, zodat mijn enthousiasme om het gewoon maar eens te proberen met een harde schok was bekoeld. ‘Wanneer de pilot mislukt, moet ik mijn kiezers wel kunnen vertellen hoe we het in ons hoofd hebben gehaald hieraan mee te werken. Wanneer het om zo’n tien procent van het budget gaat, wil er mijn nek wel voor uitsteken, maar dit gaat toch wel behoorlijk te ver!’ was mijn commentaar.
Wethouder Van ’t Veld vroeg, na alle enthousiaste opmerkingen uit de raad en nog voordat het prijskaartje bekend was, of de raadsleden het college wilden mandateren voor de verdere uitvoering van de pilot. Daar was, na het bekend worden van de toch wel forse kosten, geen denken aan. Ze mag er nog eens mee terugkomen naar de raad, maar dan met een goed financieringsverhaal.
Geef een reactie