Rijnenburg kan les zijn voor Amersfoort
Donderdag 10 juli 2008
De nieuwe wet Ruimtelijke Ordening is vorige week in kracht getreden. De provincie heeft nu minder te maken met het goedkeuren van bestemmingsplannen, wat hopelijk tot tijdwinst en minder frustraties aanleiding geeft. Daarentegen staat dat de provincie wel mag interveniëren, indien zij dat nodig vindt voor het realiseren van het provinciaal ruimtelijk beleid. Interveniëren betekent in dit geval: zelf een bestemmingsplan opstellen en de grondexploitatie voeren, indien de gemeente niet aan provinciale voornemens wil meewerken. Feitelijk een stap verder dan de mogelijkheid tot een aanwijzing die de provincie de afgelopen jaren had, denk aan het aanleggen van een baggerstort bij Vathorst.
De afgelopen maanden heeft het provinciaal bestuur bezworen dat het zo min mogelijk gebruik zal maken van zijn recht tot interventie. Dat kan het ook alleen maar doen indien de ingreep van de provincie overeen komt met het provinciaal structuurplan. Wat dat betreft heeft Amersfoort de eerste jaren niet zoveel te vrezen.
Anders ligt dat bij de stad Utrecht, zoals de afgelopen dagen is gebleken. De provincie heeft een zwaar woningbouwprogramma. Een van de locaties, opgenomen in het streekplan van 2005, is de locatie Rijnenburg, ten zuiden van Leidsche Rijn. Een prachtig, typisch Hollands landschap waarvan je eigenlijk alleen maar kunt zeggen: jammer als dat moet wijken voor woningbouw. Maar volgens de provincie is in dit gebied ruimte voor 15.000 tot 20.000 woningen, een aantal dat nodig is om de provinciale woningbouwplannen te kunnen realiseren. De gemeente Utrecht, waar wat meer eerbied lijkt te leven voor het bestaande landschap, wil er niet meer dan ongeveer 5.000 woningen bouwen (overigens: ook niet niks!).
Op initiatief van de PvdA-fractie in de staten moest Provinciale Staten zich uitspreken over een motie waarin GS werden opgedragen maximale druk op de stad Utrecht uit de voeren, eventueel door middel van een interventie. Het CDA, van oudsher meer betrokken bij het agrarische landschap, verzette zich tegen een dergelijke harde lijn. Dus zegden PvdA en VVD, minder bevreesd voor verdere verstening in de provincie, het CDA buiten het college van GS.
Dat is een veeg teken voor Amersfoort. Uit recente onderzoeken blijkt dat ook na 2015 er een behoorlijke behoefte blijft bestaan aan nieuwe woningen in de provincie. In 2015 moet het nieuwe structuurplan voor de provincie worden vastgesteld. Wat daarin aan bouwlocaties wordt opgenomen, is uiteraard nog niet bekend, ter voorbereiding op het nieuwe structuurplan moet binnen enkele jaren de discussie daarover van start gaan.
Tot 2015 is Amersfoort nog behoorlijk aan het bouwen: Vathorst-West, misschien het spoorgebied achter het Soesterkwartier en een aantal nog open plekken zoals de omgeving van de Hogeweg. Maar na 2015 staan er geen grote plannen meer op stapel, althans niet bij het Amersfoortse bestuur. Dat kan anders liggen bij het provinciale bestuur, dat de komende jaren wordt geconfronteerd met een toenemend tekort aan potentiële woningbouwlocaties. Op dat punt liggen er nog enkele oude afspraken tussen de gemeente, de provincie en Den Haag, gemaakt in de tijd van burgemeester Brouwer en wethouder De Man.
En daarin schuilt het gevaar voor het landschap rondom Amersfoort. Voorbeeld: Stoutenburg, maar zelfs Vathorst-Noord – in een laag bouwprofiel – valt daaronder. Daarom is het voor de Amersfoortse gemeenteraad van groot belang om zo spoedig mogelijk een eigen structuurplan op te zetten. Hierdoor kan vanuit een stevige positie een eventuele discussie met de provincie worden aangegaan. Zonder een tijdig vastgesteld en duidelijk structuurplan hebben we geen poot om op te staan wanneer de provincie het Eemland intensiever wil betrekken bij het oplossen van de provinciale bouwwensen. Laat op dat punt de discussie rondom het Utrechtse Rijnenburg een les zijn!
Nadenken over het Midland Parc
Woensdag 9 juli 2008
Het bestemmingsplan Birkhoven-Bokkeduinen is, na zo’n tien jaar discussie, vastgesteld. Een conserverend plan: allerlei wilde gedachten, zoals Birkhoven-Noord, liggen achter ons en zelfs de Westtangent (of hoe je die ook wil noemen) is buiten het bestemmingsplan gehouden. Een beetje hypocriet,want iedereen weet dat er ooit een ontsluiting aan de westkant van de stad moet komen, maar dat terzijde.
De discussie de afgelopen jaren was soms heftig. Organisaties zoals de VBBBB (Vereniging Behoud Bos Birkhoven-Bokkeduinen) en de SGLA hebben heel wat tijd in deze discussie gestoken, net zo goed als de Kamer van Koophandel, de intussen niet meer bestaande belangengroep voor de Daam Fockemalaan en noem maar op. Dat na zo’n lange tijd van discussie het stiller wordt, is logisch, er zijn ook wel enkele resultaten geboekt, zoals het beperken van de uitbreiding van de dierentuin, de problemen rondom de Middelhoefseweg en de golfactiviteiten in Birkhoven-Noord.
Een van de discussiepunten uit het verleden betrof Midland Parc, de vroegere campingplaats waar intussen zo’n honderd recreatiewoningen zijn gebouwd. Uit rekenkameronderzoek is gebleken dat de gemeente rondom Midland Parc heel wat steken heeft laten vallen, maar de belangrijkste boosdoener is natuurlijk de projectontwikkelaar voor dit park en zijn zetbaas-compaan. Wat in elk geval is vastgelegd, is dat er niet permanent mag worden gewoond.
Nu, vele jaren na de heftige discussies over Midland Parc, mag je vaststellen dat er feitelijk drie soorten mensen een bungalowtje op Midland Parc hebben gekocht: mensen die bij voorbaat wisten dat permanente bewoning clandestien was maar zich daarvan weinig hebben aangetrokken, mensen die dat niet of te laat wisten (nadat ze al tot koop hadden besloten) en mensen die wel de woonbeperking kenden, maar aan wie door de verkopende partij nadrukkelijk is meegedeeld dat deze beperkende maatregel van tijdelijke aard was. Die laatste groep is wel de grootste.
Vanuit welke kennis dan ook, de bewoners van Midland Parc hebben intussen heel wat doorstaan. Procedures van de gemeente die soms op willekeur leken, een ontwikkelaar die zijn verplichtingen ten aanzien van collectieve voorzieningen niet is nagekomen en een kampeerweide voor de deur die grotendeels in beslag wordt genomen door buitenlandse werknemers, grotendeels Oost-Europeanen. Voor deze mensen lijkt de beperking ten aanzien van permanente bewoning niet te gelden, ze maken daarentegen gebruik van het park op een wijze die meer dan hinderlijk is voor de eigenaren van de bungalows.
Intussen is landelijk de discussie over het al dan niet permanent bewonen van vakantiewoningen voortgeschreden. De opvattingen hierover gaan in de richting van een vergaande versoepeling. Ook kan je zeggen: of ze nu wel of niet permanent worden bewoond, de huisjes in Midland Parc staan er. Alle acties tegen mogelijke permanente bewoning beginnen steeds meer het karakter te krijgen van ‘burgertje pesten’.
Het optreden tegen mogelijke permanente bewoning of het plaatsen van een opberghok is echter het gevolg van een besluit van de gemeenteraad. Alle kritiek die je kunt hebben op de juridische fijnslijperij mist natuurlijk grond: de raad heeft daar ooit toe besloten. Het gevolg is wel dat zo’n honderd eigenaren het leven zuur wordt gemaakt, zo zuur zelfs dat de hoge bestuursrechter in ons land de gemeente Amersfoort op de vingers heeft getikt.
De Burger Partij Amersfoort vindt dat elke burger in de stad – ook de bewoners in het Midland Parc – recht hebben op een behandeling waarbij particulier belang en gemeentelijk belang tegen elkaar worden afgewogen en waarbij eventueel gemeentelijk belang evident moet zijn. De BPA heeft op dit punt zo zijn twijfels. Na de zomervakantie zal de BPA eventueel met een initiatiefvoorstel op dit punt komen. Er moet ooit eens een punt achter deze zaak worden gezet, waarbij ook het belang van burgers een rol mag spelen.
Vathorst-West: het kan nog alle kanten op
Dinsdag 8 juli 2008
Hoe Vathorst-West en –Noord er in de toekomst uit gaan zien, staat nog in de sterren. Vast staat wel dat in Vathorst-West 3.000 woningen moeten worden gebouwd. Het college, speculerend op het korte geheugen van mensen, doet de afgelopen maanden voorkomen of deze bouwopgave het resultaat is van een provinciale overeenkomst, maar uiteindelijk is de bebouwing van dit agrarisch gebied tussen Amersfoort en Bunschoten het gevolg van het feit dat de gemeente zich heeft laten opzadelen met een aankoop- en schadeclaim van de firma Smink met een omvang van twintig miljoen euro – ten onrechte volgens velen. Zonder de zaak Smink had de gemeenteraad nooit besloten om in Vathorst-West 3.000 woningen te bouwen. Integendeel, er bestonden juist tegenovergestelde raadsuitspraken uit het verleden.
Maar ja, bestaande zaken nemen geen keer. Dus moet er nu worden gekeken hoe achter de vuilberg van Smink een woongebied kan worden ontwikkeld dat aantrekkelijk is en in de behoefte van toekomstige woningzoekenden voorziet. Toekomstige, want eerder dan 2012 zal er niet worden gebouwd. De raad heeft daarnaast een relatie gelegd tussen de ontwikkeling van Vathorst-West en Vathorst-Noord. Een nauwelijks logische relatie, maar het zijn de grondposities van bevriende projectontwikkelaars in beide gebieden die het college daartoe heeft gedreven.
Om tot een aantrekkelijke invulling van Vathorst-West en –Noord te komen, is er een creatief proces op gang gebracht in de vorm van een drietal werkateliers. Hieraan neemt een breed gezelschap deel, zo’n zestig personen in het totaal. Zij representeren talloze belangenorganisaties, daarnaast neemt ook een aantal geïnteresseerde bewoners van Vathorst aan de ateliers deel. Het eerste atelier heeft plaatsgevonden, wat een aantal mogelijke scenario’s heeft opgeleverd.
Ik vind het prachtig wat er gebeurd, maar de eerste resultaten zijn nog zeer prematuur: het kan nog alle kanten op! Deze avond vond in de Ronde een eerste peiling plaats naar de mening van raadsleden (voor zover de tijd daar ruimte toe gaf). Ik vind dat je een broedende kip niet te veel moet storen, zeker niet als dat broeden op uitdrukkelijk verzoek van de raad plaatsvindt. Dus heb ik mij beperkt tot enkele opmerkingen: houd Vathorst-Noord zo veel mogelijk in zijn oorspronkelijke staat (geef toekomstige generaties de ruimte hún ideeën vorm te geven), maak een geleidelijke overgang tussen Vathorst-West en het groene , deels beschermde aangrenzende weidelandschap en houd er rekening mee dat we over 3.000 woningen praten, zodat allerlei lonken naar leuke, maar kleine ecowijkjes elders in het land al snel luchtfietserij wordt.
Een bijzonder punt is de vuilstort van Smink. Uit de opmerkingen vanuit het werkatelier maak ik op dat de deelnemers dit als een aardig bergje zien dat je over twintig jaar mooi kan inpassen als stadspark. We kennen de firma Smink en weten dat dit een kundig geleid bedrijf is dat goed voor zijn belangen weet op te komen. Ik ga er van uit dat Smink, net als in de achter ons liggende decennia, gericht is op rendement en continuïteit. Voor mij staat het helemaal niet vast dat Smink over tien tot vijftien jaar zijn bedrijfsterrein sluit. En als de gemeente dat graag wil, dan zal daar een prijskaartje aanhangen van een behoorlijke omvang. Hopelijk ontwikkelen de deelnemers aan het atelier een realistische kijk op de berg van Smink, realistischer dan tot nog toe blijkt.
Verkeerde informatie van minister Vogelaar
Maandag 7 juli 2008
Twee maanden geleden stuurde minister Vogelaar een brief aan de Tweede Kamer waarin zij een stand van zaken gaf rondom de afspraken – de zogenaamde ‘Charters’ – voor haar veertig ‘prachtwijken’. Over Amersfoort schreef zij dat de gemeenteraad de Charter nog niet had vastgesteld omdat zij niet akkoord ging met het bereikte resultaat en vond dat er opnieuw overleg moest plaatsvinden met de corporaties.
Met deze opmerking richting Tweede Kamer wekte de minister de indruk dat de onwil van de raad om het Charter goed te keuren het gevolg was van problemen met de corporaties. Maar niets was minder waar. De raad weigerde groen licht te geven omdat zij niet kon instemmen met de geringe inspanningen die minister Vogelaar had toegezegd. Die toezeggingen stelden nauwelijks iets voor, het weinige geld dat beschikbaar kwam zou vrijwel geheel besteed moeten worden om aan alle bureaucratische verplichtingen van de minister te kunnen voldoen. De samenwerking met de corporaties is eigenlijk uitstekend: zij steken vele miljoenen in de Prachtwijk van Vogelaar, zodat de minister voorafgaand aan de volgende verkiezingen in Kruiskamp de nodige linten mag doorknippen.
Mij irriteerde dit optreden van de minister, die sowieso met haar Prachtwijken vooral een politieke brekebeen blijkt te zijn en over de ruggen van gemeenten en corporaties haar eigen profiel tracht op te poetsen. Voor mij aanleiding om schriftelijke vragen aan het college te stellen.
De vragen zijn intussen beantwoord. Het college is uiterst beknopt in zijn antwoorden: het is het met mij eens dat de voorstelling van de minister niet overeenkomstig de werkelijkheid is. Daarbij merkt het college op dat de informatie vanuit Amersfoort overeenkomstig de realiteit was en dat het op de inhoud van de brief aan de leden van de Tweede Kamer geen invloed heeft gehad.
Op mijn verzoek de minister of de leden van de Tweede kamer te wijzen op de discrepantie tussen haar informatie en de werkelijkheid, wilde het college niet ingaan. Enerzijds kan ik mij daar iets bij voorstellen: onze verantwoordelijke wethouder en de minister zijn partijgenoten en zullen elkaar in de toekomst misschien nog wel vaker nodig hebben. Maar het door het college opgevoerde argument vond ik wel doorslaggevend: intussen heeft de minister extra geld beschikbaar gesteld en dan win je er niets meer aan om de minister nog eens te wijzen op haar onjuiste informatieverstrekking.
Geef een reactie