Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

leave a comment »

Boter op het hoofd bij PvdA-vertegenwoordiger

Vrijdag 25 juli 2008

Nog één opmerking over het verslag dat gemaakt is over de participatiebijeenkomst die op 22 mei plaatsvond. Veel stadgenoten leverden daar, naast enkele complimenten en nuttige tips, veel gezouten en ongezouten kritiek op de wijze waarop participatie in onze stad wordt georganiseerd en hoe met de resultaten daarvan wordt omgegaan. Een nuttig en openhartig verslag.

Tijdens de bijeenkomst waren ook verschillende raadsleden aanwezig. Ik was deze avond verhinderd, maar enkele fractiegenoten woonden de bijeenkomst bij en het verslag komt overeen met wat zij over de bijeenkomst vertelden. En, wat ook niet meer dan noodzakelijk was, zij stelden zich terughoudend op. Het waren de burgers die aan het woord waren, als raadslid leg je vooral je oor ten luister om er wat van op te steken.
Een partij week daar duidelijk vanaf. Het verslag citeert een deelnemer: ‘In vind dat wij als PvdA beter moeten luisteren naar mensen. Ik schrik wat hier gebeurt en ik wil mensen uitnodigen om contact op te nemen met ons per mail en ons uit te nodigen als iets niet goed gaat. We zullen daar zeker naar luisteren, want er gaat nog veel mis merk ik.’
Dat de PvdA-vertegenwoordiger vond dat zijn partij beter moet luisteren omschrijf ik maar als: laat inzicht en achter de feiten aanlopen. Dat hij schrok vind ik verbazingwekkend: de meeste opmerkingen die gemaakt werden waren in elk geval bij mijn fractie al lang bekend, al hebben wij bij het aan de orde stellen gemerkt dat juist de PvdA zich tegenover dergelijke klachten steeds zeer regentesk opstelt. Hoe heeft de PvdA bijvoorbeeld gestemd na de participatie rondom de opvangvoorzieningen en de Hogeweg, waar procedures tijdens het spel werden veranderd en participatie-uitslagen volkomen werden genegeerd? En welk vertrouwen moeten mensen hebben dat in het vervolg de PvdA wél naar hen luistert, nadat de afgelopen jaren is gebleken dat deze partij als het er op aankomt keurig de door de stadhuisbureaucratie uitgezette lijnen, vertaald door hun collegeleden, vrijwel kritiekloos opvolgt? De gedane oproep was daardoor een gotspe en eigenlijk een belediging voor alle mensen in de stad die door participatie en inspraak werken aan de leefbaarheid van hun omgeving en hun stad.

De nieuwe burgemeester van Maarssen

Donderdag 24 juli 2008

Dus Mirjam van ’t Veld is door de gemeenteraad van Maarssen bovenaan de lijst van kandidaten gezet voor het burgemeesterschap in die gemeente. Persoonlijk gun ik het haar van harte, maar ik heb haar nog niet gefeliciteerd. Dat doe ik pas nadat het Koninklijk Besluit hierover is genomen – een gebruikelijke gang van zaken. Naar ik heb gehoord zijn er in Den Haag ook enkele mensen die verbaasd de wenkbrauwen hebben opgetrokken na de enthousiaste publiciteit die zij zelf op gang heeft gebracht. Zoiets is not-done, zolang er op Haags niveau geen formeel besluit is gevallen. Maar Mirjam is vrouw en lid van de grootste regeringspartij, dus de pas-veux op dit punt zal haar wel worden vergeven.
Toch ben ik wat verbaasd, zeker nadat ik onlangs in de Amersfoortse Courant een schets las van de slangenkuil waarin zij terecht dreigt te komen. Hoe zij binnen ons Amersfoortse college functioneert, weet ik niet, de BPA is geen collegepartij dus veel informatie daarover krijgen wij niet. Des te tekenender was het commentaar van de fractievoorzitter van de VVD die geen hoge pet ophad van de wijze waarop zij binnen het college functioneert. Mijn opmerking, maar die is persoonlijk en meer emotioneel dan rationeel: ik vraag mij af of zij het postuur heeft voor een burgemeesterschap in een middengrote gemeente.

Maar deze opmerking moet ik ook meteen relativeren. Voorbeelden uit de geschiedenis zouden mijn gevoel kunnen loochenstraffen. Neem bijvoorbeeld paus Benedictus XIII. Hij volgde aan het einde van de veertiende eeuw de Avignonse schismapaus Clemens op. Een opmerkelijke keuze want kardinaal De Luna, die na zijn benoeming de naam Benedictus aannam, was geen Fransman, iets dat voor de pausfunctie in Avignon bijna een voorwaarde was. De kardinaal was bekend als een sober levend man (opvallend voor een kerkprelaat in de 14de eeuw!) en hij was een groot tegenstander van het kerkelijke schisma. Van hem werd verwacht dat hij de pauselijke zetel weer naar Rome zou brengen, maar wel onder Franse invloed uiteraard. Een groot aantal verdere anekdotische zaken rondom deze paus laat ik even buiten beschouwing: na zijn benoeming ontpopte hij zich ineens als een eigenwillige bestuurder die zich weinig aantrok van de wensen en verwachtingen die leefden bij de mensen die hem hadden gekozen. Het schisma bedrukte hem ook niet meer zo erg, want hij voelde zich in Avignon uitstekend thuis.
Ik bedoel maar: de raad in Maarssen heeft – binnen de daar heersende politieke constellatie – een politieke keuze gemaakt. Maar mensen functioneren in een nieuwe positie soms verrassend anders. Reden om mijn eigen bedenkingen met een korreltje zout op te dienen.

Participatie: een leerzame bijeenkomst

Woensdag 23 juli 2008

Afgelopen week verscheen het verslag van de Stadsbijeenkomst Participatie die op 22 mei werd gehouden. Het gemeentebestuur had honderden stadgenoten die betrokken zijn geweest bij inspraak- en participatieprocessen uitgenodigd. Doel was om te bezien hoe alles was verlopen, of er klachten waren en of daaruit lering kan worden getrokken.

Het was een pittige bijeenkomst. Dat hoorde ik al van fractiegenoten die aanwezig waren (ikzelf was tot mijn spijt verhinderd). Het verslag zou ik het predikaat ‘openhartig’ willen geven. Ik heb niet de indruk dat vanuit het stadhuis is getracht het mooier voor te stellen dan het was, waarvoor hulde. Deze openhartigheid vind ik vooral zeer nuttig omdat je altijd veel kan leren van klachten. De spiegel die stadgenoten het bestuurlijk apparaat in onze stad voorhielden, was leerzaam.
Het klinkt misschien een beetje ‘überheblich’ en zo is het niet bedoeld, maar heel veel van de geuite klachten kwamen mij bekend voor. De problemen die veel stadgenoten met hun bestuur hebben, zijn voor mij steeds het belangrijkste motief geweest om het grootste deel van mijn vrije tijd in het gemeenteraadswerk te steken. Uit het stemgedrag van mijn partij moge ook blijken dat wij veel van de geuite klachten kennen, het feit dat wij veelal in een minderheidspositie verkeren hangt nauw samen met de vele opmerkingen die op 22 mei werden gemaakt. Overigens, er klonken op 22 mei ook wel positieve opmerkingen en er werden nuttige tips gegeven.
Ik ga niet op de inhoud in, maar één punt wil ik toch wel noemen: de Kersenbaan. Daar hebben wij als raad een fout gemaakt waaruit we zeker lering moeten trekken. We waren blij toen er zich een bewonersplatform formeerde dat een compromis ging zoeken voor het ‘Roethof-kruispunt’ in de Kersenbaan. Dat is dan in goede handen, dachten we. Waar we geen, of in elk geval onvoldoende, aandacht aan hebben besteed was de representativiteit van dit platform. Ook is onvoldoende rekening gehouden met specifieke belangen van deelnemers, waar op zichzelf niets op tegen is, maar waar je wel rekening mee moet kunnen houden.
Nu de plannen zijn gepresenteerd en een uit participatie gegroeid compromis blijkt te zijn gevonden, lijkt het er op dat de deelname aan de participatie misschien toch te smal is geweest. Dat moeten wij ons als raad aantrekken, maar de mensen die de afgelopen maanden veel tijd hebben gestoken in het nadenken over een oplossing, voelen zich nu in zekere mate gefrustreerd. Dat hadden wij als raad moeten voorkomen, de oorzaak is dat we in het begin van het proces onvoldoende na alle facetten bij dit participatieproces hebben gekeken.

Het college is bezig alle aangedragen aandachtspunten uit de bijeenkomst van 22 mei te vertalen in verbeteracties. Een juist – en ook logisch – besluit. Er is al gestart met het ontwikkelen van een opleidings- en trainingsaanbod voor ambtenaren. Ik vind dat je dat niet tot de ambtenaren moet beperken, maar dat juist collegeleden meer bij zichzelf ten rade moeten gaan. Zij zijn het die de ambtenaren aansturen (dat mag je aannemen), wanneer je de aansturing niet verbetert, verandert er bij de ambtenaren ook niet veel. En het is misschien ook nuttig om opmerkingen die vanuit de oppositie binnen de raad komen, wat serieuzer te nemen!

Kosten handhaving blijven onduidelijk

Dinsdag 22 juli 2008

In een procedure die de gemeente had aangespannen tegen een bewoner van het Midland Parc, heeft het gemeentebestuur aan het kortste eind moeten trekken. Tot de hoogste rechter toe werd de gemeente in het ongelijk gesteld. Een lang proces door vele instanties, een kostbare lijdensweg voor de betreffende bewoner die echter niet wilde opgeven. Terecht, zoals uiteindelijk is gebleken.
Ik ga nu niet in op de marges in het handhavingsbeleid. Uiteraard stelt de raad hierin de kaders, maar in samenspraak tussen college en raad mag zo af en toe ook wel eens naar de marges in het handhavingsbeleid worden gekeken. Maatschappelijk effect en de zwaarte van belangen mogen daarbij best worden afgewogen tegen formele regels. Uiteraard dient dat ook consequenties te hebben voor geldende regels.

Begin juni stelde ik vragen over de kosten en het nut van het verloren proces zoals tegen de bewoner van het Midland Parc gevoerd. In zijn beantwoording is het college voor zijn ambtelijke medewerkers gaan staan en heeft gesteld dat elke stap in het proces door het college is afgetikt. Daar zullen we de collegeleden in de toekomst dus op aanspreken.
Een van mijn vragen betrof de uiteindelijke kosten die de gemeente in dit verloren proces heeft moeten maken. Voor mij een relevante vraag omdat je als bestuur elke keer wanneer je door de rechter in het ongelijk bent gesteld, je ook een afweging zou moeten maken of de gemaakte en nog te maken kosten opwegen tegen het opnieuw voor de rechter brengen van een zaak waarin je al een of meer keren in het zand hebt moeten bijten. Handhaven is een maatschappelijke opdracht, maar het op verantwoorde wijze omgaan met de door de burgers beschikbaar gestelde gemeenschapsgelden is evenzeer een maatschappelijke opgave.
Het college heeft op de vraag over de kosten niet willen antwoorden. Wel wordt gesteld dat er kosten zijn gemaakt voor externe deskundigen, de ambtelijke inzet, het voeren van procedures en dergelijke. Dat wist ik wel, voor die kennis heb ik het college niet nodig. Ik wil concrete bedragen zien. Dat is nuttig voor een controlerend raadslid, verhelderend voor de burger die op welke wijze dan ook bij het handhavingsbeleid is betrokken en zinvol voor de besluitvorming binnen het college. Want met de gebrekkige informatie die het mij op dat punt verschaft, laadt het in elk geval de verdenking op zich, het zelf ook niet te weten. En indien die kennis er wel is, dan is het niet meer dan normaal om een raadslid die daarnaar vraagt ook adequaat te antwoorden. Toch?

Written by raphaelsmit

26/07/2008 bij 11:34

Geplaatst in Uncategorized

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: