Tegenwind voor gesponsorde activiteiten
Vrijdag 30 januari 2009
De Van Hoogevestgroep vraagt surseance van betaling aan, zo meldt een vandaag uitgegeven persbericht. Een dramatische mededeling voor een bedrijf dat een vooraanstaande plaats in onze stad inneemt. Uiteraard is het op de eerste plaats een klap voor de Van Hoogevestgroep en al zijn medewerkers, maar ook voor de Amersfoortse gemeenschap is dit een slecht bericht. Van Hoogevest is een Amersfoorts begrip doordat het bedrijf talloze maatschappelijke, culturele en sportieve initiatieven in onze stad steeds heeft gesteund. Een bedrijf dat niet alleen verdiende aan de ontwikkeling van onze stad, maar er ook iets voor terugdeed.
Het is de tweede belangrijke sponsor binnen Amersfoort die in de financiële problemen komt. Eerder moest Kryco, dat een aantal financiële tegenslagen kreeg te verwerken, zich al heroriënteren op zijn bijdragen aan de Amersfoortse gemeenschap Een blik in de kranten geeft aanleiding tot meer zorgen, bijvoorbeeld de tegenvallers binnen het bouwbedrijf Heijmans, eveneens een belangrijke sponsor voor talloze initiatieven in onze stad.
Het is duidelijk: de economische problemen waarmee we sinds de zomer van het afgelopen jaar worden geconfronteerd, hebben ook gevolgen voor tientallen publieke activiteiten die burgers en organisaties in onze stad organiseren. Het is een gegeven waarmee ook de gemeenteraad zich moet bezighouden, zeker bij het vaststellen van de begroting voor het komende jaar.
Coalitiepartijen staan onder profileringdwang
Donderdag 29 januari 2009
‘Politieke vrienden doen elkaar meer en meer pijn’, schrijft verslaggever Richard Hoving in de Amersfoortse Courant van vandaag. Hij constateert dat er tussen de coalitiepartijen binnen de raad steeds meer geschilpunten ontstaan: de lokale omroep, de ontwikkeling van de Hogeweg, het parkeerbeleid, de coffeeshops en de plannen van Rijkswaterstaat voor nieuwe wegen rondom onze stad. Een scheuring binnen het college voorziet Richard Hoving echter niet, want daarmee dreigen coalitiepartijen een plek binnen het college te verliezen.
Het zal het komende jaar nog wel heftiger worden. De verkiezingen in maart 2010 naderen met rappe schreden en de drang tot profilering zal toenemen. Dat is vooral voor de partijen met een landelijke structuur van belang, zeker wanneer het deze partijen in de landelijke beeldvorming niet voor de wind gaat.
Neem de VVD, nu nog tweede partij binnen de raad. Landelijk kan deze partij geen deuk meer slaan in een pakje boter. Om plaatselijk toch nog geloofwaardig over te komen, zal deze partij het komende jaar heel wat moeten verbeteren aan haar bleke en chaotische profiel binnen de Amersfoortse raad. De PvdA heeft in 2006 krachtig geprofiteerd van ‘het kontje van Bos’; je kunt moeilijk beweren dat deze partij het in de periode voorafgaand aan de verkiezingen van 2006 echt gemaakt had – integendeel. PvdA en CDA tonen momenteel landelijk en onduidelijk beeld: de CDA-ministers inclusief de premier overtuigen nauwelijks en de opleving van Wouter Bos is het gevolg van de actuele economische situatie maar kan binnen een paar maanden weer verloren gaan.
De coalitiepartijen in Amersfoort hebben de afgelopen jaren een regentesk beleid gevoerd, waarbij behoud van de coalitievrede vaak zwaarder woog dan het belang van burgers in onze stad. Ongetwijfeld zullen de coalitiepartijen de komende maanden proberen om dat beeld wat op te poetsen en daarbij noodzakelijk profiel te herwinnen. Hoewel ik vind dat er de afgelopen jaren heel wat momenten zijn geweest waarop het college of leden uit dit gremium hadden moeten opstappen, ben ik nu zover dat ik vind dat ze dat laatste jaar maar moeten blijven zitten. Laat ze hun eigen puin maar opruimen en zich tegenover de kiezer verantwoorden over vier jaren angstig, weinig creatief en vooral burgeronvriendelijk beleid.
Economische problemen gaan niet aan Amersfoort voorbij
Woensdag 28 januari 2009
Deze week realiseerde ik mij opnieuw dat het eigenlijk vreemd is dat de commissie Begroting en Verantwoording niet in het openbaar vergadert. Het argument dat deze commissie alleen maar financieel-technische zaken afdoet, is slechts ten dele waar. De commissie bespreekt ook zaken die het financieel-technische te boven gaan. Dat mocht ik deze week, plaatsvervangend voor mijn fractiecollega Gerard van Vliet, weer eens ervaren.
Ik pik maar eens één punt uit de vergadering van deze commissie op: de Herfstbrief van het college. Inderdaad, een groot aantal pagina’s met cijfers die wel informatief zijn maar geen aanleiding geven tot bloedstollende discussie. Maar naast deze cijfers bevat de herfstbrief ook een beschouwend deel, onder meer gewijd aan de gevolgen van de kredietcrisis. Concrete voorstellen worden daarbij niet gedaan, maar de beschouwing op zichzelf zou best aanleiding kunnen zijn voor een openbaar debat.
Op één pagina wordt een aantal feiten opgesomd die meer dan verontrustend zijn. Voorbeelden: herprioritering is noodzakelijk en leidt er bijvoorbeeld toe dat het zwembad Vathorst (veel) later wordt gerealiseerd. Later realiseren van Vathorst-West levert renteverlies op dat moeilijk in de toekomstige grondexploitatie kan worden opgevangen. De ontwikkeling van Podium komt niet echt van de grond waardoor verliezen niet kunnen worden opgevangen binnen de tot nog toe gepresenteerde cijfers. Een winstuitkering van CSG Eemkwartier is al opgenomen binnen de begroting, maar als de tijdige ontwikkeling van het kantorencomplex Trapezium op de tocht komt te staan, is het ook met deze winstuitkering gedaan. Ook verdere vertraging van het Eemcentrum levert problemen bij de grondexploitatie op
We moeten nu wachten op de presentatie van de kadernota, aldus de Herfstnota. Het is de vraag of je als gemeenteraad zolang met uitspraken moet wachten. Heel wat stadsgenoten die beroepshalve of als vrijwilliger zijn betrokken bij initiatieven op cultureel en sportief gebied, zijn er mee gediend zo snel mogelijk te weten waar zij aan toe zijn. Wat natuurlijk ook geldt voor de raadsleden zelf!
Politieke stokpaardjes: de auto en parkeren
Dinsdag 27 januari 2009
Veel mensen in onze stad geven aan hun auto of auto’s nog meer uit dan aan hun woonkosten. De auto heet niet voor niets de Heilige Koe van deze tijd. Elke discussie over de auto en wat daartoe behoort, zoals het parkeren, levert emotionele taferelen op. Politieke partijen zien in het stimuleren of bestrijden van het autofenomeen kansen om zich te profileren. En vrijwel iedereen die klaagt over de gevolgen van onze automobiliteit, blijkt zelf ook deelnemer aan het autoverkeer te zijn en zijn of haar bijdrage aan het bekritiseerde probleem te leveren. Dat geldt ook binnen de Amersfoortse gemeenteraad.
Deze avond stond het parkeerbeleid op de agenda. Stof genoeg voor talloze moties en emoties. Met een grote mate aan fanatisme zijn er partijen die bijvoorbeeld de binnenstad totaal of vrijwel totaal onbereikbaar willen maken voor het autoverkeer, zeker wanneer het om het parkeren van het blik gaat. De achterliggende gedachte is waarschijnlijk dat met het opheffen van parkeermogelijkheden mensen er toe worden gebracht hun auto van de hand te doen en over te stappen op de fiets. De realiteit is natuurlijk dat men de auto niet zo makkelijk van de hand doet en een alternatieve parkeeroplossing zoekt. Meestal in de nabije buurt, waardoor het parkeerprobleem zich niet oplost maar verschuift.
De Burger Partij Amersfoort vindt dat je de realiteit onder ogen moet zien. Met dogma’s en hemelbestormende stokpaardjes los je geen problemen op. Een SP-oplossing waarbij de parkeernorm eenvoudigweg wordt verlaagd, ook in buurten waar je uit economische gronden een hoge autodichtheid mag verwachten, is hypocriet en lost geen problemen op. En partijen die de afgelopen jaren luid riepen dat de binnenstad beter bewoonbaar moet worden, verliezen aan geloofwaardigheid indien zij gelijktijdig deze binnenstad geheel auto- en parkeervrij willen maken.
Natuurlijk levert de automobiliteit en het parkeren problemen op. Die moet je op creatieve wijze oplossen. Maar daarbij moet je wel realistisch blijven en erkennen dat de auto een bezit is waar mensen grote waarde aan hechten en waarvan het bezit voor velen de vorm van een primaire levensbehoefte heeft aangenomen.
Natuurlijk, er zijn draconische methoden om het autobezit, en daarmee het parkeerprobleem, op te lossen. Je kunt door belastingmaatregelen de prijzen van auto’s en van brandstof opdrijven. Je kunt wegenbelasting en parkeertarieven hemelhoog maken. Het effect daarvan zal zijn dat Jan met de Pet zich geen auto meer kan veroorloven. Het vreemde is dat de partijen die zich het meest schuldig maken aan ‘autootjepesten’ ook de partijen zijn die zeggen op te komen voor de minder bedeelden binnen onze samenleving. Alsof deze bereid zijn vrijwillig af te zien van een auto.
Stadsverwarming: een gebruikersonvriendelijk alternatief
Maandag 26 januari 2009
In Vathorst-Laak zijn alle woningen aangesloten op het door Eneco geëxploiteerde stadsverwarmingnet. Over enkele maanden worden de meterstanden weer opgenomen en omstreeks april fladderen bij de Laakbewoners de jaarafrekeningen weer in de brievenbus. In het verleden leverde dat nogal wat schrikreacties op.
Dat de verwarmingskosten in Laak zijn gebaseerd op het ‘niet-meer-dan-elders’-begrip, gelooft vrijwel niemand meer. Het probleem voor de bewoners is echter dat je kubieke meters gas moeilijk kunt vergelijken met gigajoules. Er is wel een theoretisch model ontwikkeld, waarbij is bepaald dat één gigajoule gelijk staat aan 39 kubieke meter aardgas, maar of de theorie daarbij overeenkomt met de praktijk, laat zich moeilijk vaststellen.
En er blijkt nog een tweede probleem te zijn: het warmteverlies tussen de plek waar de warmte wordt opgewekt en de plek van de afnemer. Hiervoor ligt een kilometers lang leidingennet onder de grond. Geïsoleerd, dat wel, maar naar ik moet vaststellen: niet ongevoelig voor buitentemperaturen.
Volgens Eneco wordt het water dat mij via de stadsverwarming wordt geleverd, afgeleverd met een temperatuur van zestig graden. Maar sinds we rond de jaarwisseling met een koudegolf werden geconfronteerd en nu ook deze week de temperaturen weer dalen, geloof ik niet zo in de gegarandeerde levertemperatuur. Niet alleen moet ik tijdens het douchen de kraanthermostaat veel verder draaien dan enkele maanden geleden, ook merk ik dat in mijn keuken de warmwaterkraan water levert waar ik mijn hand niet voor hoef terug te trekken. Dat het geleverde water zestig graden bedraagt, kan ik nog nauwelijks geloven.
Een probleem is natuurlijk dat in de warmtecentrale tijdens koude dagen de ketels op hoge toeren staan te draaien en heel wat kubieke meter gas staan te verstoken. Door het blijkbare warmteverlies in het leidingennet lijkt het er op dat het rendement van al dat gestook niet optimaal is.
Dat er warmteverlies optreedt, wordt ook door Eneco niet ontkend. Volgens mij is het alleen al vanuit dit oogpunt veel logischer wanneer je gas levert op een plek die zo dicht mogelijk ligt bij de eindverbruiker, dus aan de woningdeur, met een warmtebereider in de woning. Daarmee los je ook een ander euvel op: ook wanneer ik geen warm water gebruik, vindt er levering plaats en loopt de meter door. Dat is, zo licht Eneco toe, om te zorgen dat ik niet te lang op warm water hoef te wachten. Het resultaat is dat, wanneer ik ’s morgens uit bed stap en de verwarming de hele nacht niet heb gebruikt, ik in een deel van het huis toch ongewilde vloerverwarming heb. Mijn vloer is ongewenst ‘stand-by’-verwarmd, waarbij uiteraard ook de meter is blijven doordraaien.
Het is weer typisch Amersfoorts. Oorspronkelijk zou er bij de vuilstort van Smink een biomassacentrale komen, gestookt door afvalhout en dergelijke. Op basis van deze gedachte is er gekozen voor stadsverwarming in Laak. De biomassacentrale is er echter niet gekomen, maar het idee van stadsverwarming is niet losgelaten. Met als gevolg dat er in Laak een gasgestookte centrale moest komen. Het gelag hiervan moet door de bewoners in Laak worden gedragen.
Geef een reactie