Archive for maart 2010
Hurders worden mogelijk extra belast
Woensdag 10 maart 2010
De huurders van corporatiewoningen staat een extra huuraanpassing te wachten. Dat is in elk geval een van de conclusies die is te trekken uit de CPB-studie ‘De woningcorporaties uit de verdwijnhoek’. De studie bepleit een grotere invloed van de overheid op het reilen en zeilen binnen de corporatiewereld. Daarbij moeten de hoge maatschappelijke kosten in het huidige sociale huurbestel worden weggenomen, aldus de onderzoekers van het CPB.
In de studie wordt geconstateerd dat corporaties veel lagere huren berekenen dan door het Rijk is toegestaan. Hiermee is 3 miljard euro gemoeid, aldus de studie. De verborgen subsidie die corporaties daarmee verstrekken, verschilt per corporatie en per regio. Hierdoor ontstaat een onaanvaardbare ongelijkheid. In de studie wordt ook het scheefwonen bekritiseerd.
Eigenlijk, zo stelt het CPB vast, zou de vaststelling van de huren geheel in handen van het Rijk moeten worden gelegd. Die zou bij de huurvaststelling ook een inkomenstoets voor huurders kunnen hanteren.
Het CPB-rapport kan worden meegenomen in de bezuinigingsplannen die het Rijk voorbereid. Indien het nieuwe Kabinet dit doet, dan zou ook een andere suggestie uit de studie aan de orde kunnen komen. Gesteld wordt dat het verschil tussen arme en rijke corporaties kan worden weggenomen indien alle vermogens van corporaties worden onder gebracht in één nationale stichting. Deze stichting zou vervolgens dit vermogen gericht kunnen inzetten.
Er is nogal wat tegen de CPB-studie in te brengen. Uiteraard betreft dat de suggestie dat huurders drie miljard euro te weinig betalen. Indien het Rijk, zoals voorgesteld, de huren centraal gaat vaststellen, dan komt de rekening daarvan bij de huurders te liggen. Minder problemen heb ik met een inkomenstoets ter bestrijding van het scheefwonen. Maar bij scheefwonen gaat het om meer zaken. Niet alleen het financiële speelt een rol, het scheefwonen heeft ook sociaal-maatschappelijke kanten. Mensen met een hoger inkomen zijn in sociaal zwakkere wijken vaak de mensen die de maatschappelijke structuur in een wijk versterken of in stand houden. Dat dreigt bij de bestrijding van het scheefwonen verloren te gaan.
Kanttekeningen zijn ook te plaatsen bij het centraliseren van de vermogens van de woningcorporaties. Om maar naar de Amersfoortse situatie te kijken: de corporaties in onze stad boeren niet zo slecht. Daardoor kunnen zij ook een forse bijdrage leveren bij het stadsvernieuwingsproces in onze AV-wijken. Indien de corporaties geen zeggenschap meer hebben over hun vermogen en dat moeten inbrengen in een nationale stichting, dan kunnen plannen voor de Amersfoortse stadsvernieuwing in de problemen komen. De gemeente heeft weinig mogelijkheden om het teruglopen van middelen bij de corporaties op te vangen. Het zal de gemeente al genoeg moeite kosten om zijn eigen financiële problemen op een redelijke manier op te lossen.
De CPB-studie bevestigt nog eens extra dat we de komende jaren in zwaar weer belanden. Naast en groot aantal bezuinigingen die het Rijk en de gemeente moeten doorvoeren, dreigen huurders nog eens extra de beurs te moeten trekken. In elk geval indien de CPB-studie Rijksbeleid wordt. Gezien de financiële problemen van het Rijk zal de CPB-studie op veel support binnen het Haagse kunnen rekenen.
Wie niets heeft te verliezen, die heeft geen aanleiding om pessimist te zijn.
Programma is programma
Dinsdag 9 maart 2010
Gisterenavond, aan het einde van de startbijeenkomst voor de collegeonderhandelingen, sprak een van de wethouders enkele BPA-raadsleden aan. In ons programma hebben we ons behoorlijk afgezet tegen de huidige college, de collegepartijen en de heersende bestuurscultuur, merkte hij op. Het daarbij gebezigde taalgebruik was niet steeds tactvol maar wel helder. Het collegelid dat ons aansprak had alleen al uit het eerste deel van het programma enkele vellen papier met voorbeelden van het recht-toe-recht-aan woordgebruik verzameld.
Is de BPA bereid om afstand te nemen van een aantal passages in haar programma, zo luidde in feite de vraag. Mijn antwoord daarop was helder: ‘Nee, natuurlijk niet!’ Het programma is ons programma. Daarmee zijn wij de verkiezingscampagne ingegaan, daarmee hebben wij onze kiezers overtuigd (al realiseer ik mij dat veel kiezers ons uitgebreide programma niet intensief hebben bestudeerd). Wij zullen, op het moment dat er een collegeakkoord ligt, ook andere partijen niet vragen om hun programma aan te passen.
Misschien was de onderliggende toon bij de vraag wel: met jullie programma en vooral de toonzetting daarvan kan je toch moeilijk in een college zitting nemen. Nu is het natuurlijk wel zo dat wij zullen proberen om zoveel mogelijk punten uit ons programma in een collegeprogramma onder te brengen. Het eindproduct zal echter een compromis zijn en het is niet te verwachten dat de toon van een coalitieakkoord – ook indien wij dat medeondertekenen – gelijk is aan de toon van ons programma. Hoewel ik mij daar niet tegen zal verzetten.
Maar ik bracht nog een ander argument naar voren. Tijdens de laatste kamerverkiezingen hebben Balkenende en Bos elkaar op behoorlijke krachtige wijze het leven zuur gemaakt. De toon daarbij was niet altijd even vriendelijk. Ondanks dat zijn beide heren na de verkiezingen in een en hetzelfde Kabinet gaan zitten. Dat is een onuitwijkbare consequentie van het feit dat wij in ons parlementaire systeem, dat gekenmerkt wordt door een groot aantal deelnemende partijen, altijd coalities moeten sluiten waarbij vaak partijen met nogal uiteenlopende achtergronden zijn betrokken.
En omdat een verkiezingscampagne – en daarmee ook een programma – er voorzijn om de positie van partijen te versterken, zal er steeds een sterke profilering plaatsvinden. De toenemende invloed van de media werken dat extra in de hand. Deze profilering levert menigmaal heftig taalgebruik op. Deze is afgestemd op de beoogde kiezersaanhang. Daarom is de toon van een verkiezingsprogramma van de BPA anders dan die van D66, de Christen Unie of noem maar op. Wij spreken in belangrijke mate andere kiezersgroepen aan dan de meeste andere partijen. Daarop is ook de toon van het programma toegespitst. En daarom is er geen enkele reden om ons daarvoor te verontschuldigen, ook niet indien we aan een college deelnemen!
Twee talmudstudenten ontmoeten elkaar. ‘Dat begrijp ik niet, Berel, een vrome Jood mag niet zonder hoofdbedekking rondlopen. Maar in de Thora wordt daarover met geen woord gerept!’ ‘Dat is waar, Schmerel, woordelijk staat er niets over in. Maar er zijn wel toespelingen. Er staat bijvoorbeeld: “Jacob kwam van Beerschewa en ging naar Haran….” Geloof je werkelijk dat een vrome Jood als Jacob zo een grote afstand zonder hoofdbedekking heeft afgelegd?’
De gemeente zwijgt, bewoners gaan zelf op zoektocht
Maandag 8 maart 2010
Als de gemeente geen informatie verstrekt, dan halen wij die wel zelf! Dat was ongetwijfeld de gedachte die bij de bewoners aan het begin van de Weteringkade in Vathorst leefde. Van de grondwerkers die bezig waren om de wetering voor hun woningen te ontgraven, vernamen zij dat bij het ontgraven rekening wordt gehouden met de bouw van een kerk aan de oever van het water, tegenover de bestaande woningen. Van de gemeente of het OBV hadden zij daarover nooit iets vernomen.
Tijdens een verkiezingsactie in het Vathorster winkelcentrum spraken de bewoners wethouder Jelle Hekman aan. Deze antwoordde enkele dagen later per mail en deelde daarbij mee dat er plannen bestonden voor de bouw van een Oosters-Orthodoxe kerk bij de Weteringkade. Vanaf dat moment zijn de bewoners gaan zoeken, waarbij internet een handig middel bleek te zijn.
Inderdaad zijn er bouwplannen. Er zijn zelfs schetsen voor het kerkgebouw voorhanden. Binnen de Oosters-Orthodoxe gemeenschap, waar men uiteraard blij is dat een jarenlange zoektocht eindelijk tot iets leidt, werd veel informatie uitgewisseld. Daaruit blijkt onder meer dat medewerkers van de gemeente en van het OBV al langere tijd bij de ontwikkeling van het bouwplan zijn betrokken. Ook worden er voorbereidingen getroffen voor het aanpassen van het bestemmingsplan. In alle stilte, dat wel.
Binnen de gemeenteraad is ook nooit ook maar iets vertelt over het beoogde bouwplan. Wel is mij intussen duidelijk dat omstreeks 2004 het bestemmingsplan voor het centrum van Vathorst is vastgesteld. Hierbij werd rekening gehouden met een beperkt gebouw op de plek waar nu de kerk is gepland. De bewoners zijn hierover overigens nooit actief geïnformeerd. De plannen waren al vastgesteld voordat zij zich in Vathorst vestigden.
Over de gang van zaken heb ik vandaag wederom schriftelijke vragen gesteld. Nu vooral met de vraag waarom de bewoners niet zijn geïnformeerd, met daaraan vastgekoppeld het verzoek om dit op zo kort mogelijke termijn te doen. Het zal toeval zijn, maar nadat ik ’s ochtends vroeg de vragen had gedeponeerd, kregen de bewoners in de middag een uitnodiging van het OBV ‘voor een informatief gesprek over de bebouwingsmogelijkheden aan de overzijde van de gracht tegenover uw complex’ Aldus de tekst van de uitnodiging.
In mijn vragen aan het college stelde ik ook dat van een meest eenvoudige procedure bij het wijzigen van het bestemmingsplan natuurlijk geen sprake meer kan zijn. Dus vroeg ik om een spoedige startnotitie voor de raad. Dat geeft de bewoners ook de kans om officieel in te spreken.
Voor alle duidelijkheid: ik heb niets tegen de bouw van een Oosters-Orthodoxe kerk in Vathorst. Het zal ongetwijfeld een mooi gebouw worden, waarbij je je moet afvragen of het smalle perceel tussen de tunnelbak van de boulevard en het water de meest geslaagde plek is. Wat mij vooral irriteert, is het feit dat het allemaal weer zo stiekem moet gebeuren. Waarom worden bewoners niet tijdig geïnformeerd en betrokken bij de discussie over de invulling van een bouwperceel tegenover hun woning. Al dat achterbaks gedoe levert een hoop maatschappelijke weerstand op en vervreemd de overheid nog meer van haar burgers.
Honden die blaffen, bijten niet. Maar ze blaffen toch niet ononderbroken!
Ben Stoelinga wordt fractievoorzitter
Vrijdag 5 maart 2010-03-06
De BPA heeft een nieuwe fractievoorzitter: Ben Stoelinga. Dat betekent niet dat er een periode ‘Hans van Wegen’ ten einde is, maar hij zet nu, nog meer dan voorheen, al zijn energie (en die is groot) in voor andere zaken binnen de fractie die hem op het lijf zijn geschreven. En Hans doet datgene dat een verstandige sportman of artiest ook behoort te doen: een stapje terugtreden op het hoogtepunt van je kunnen. Acht jaar lang heeft hij de BPA-fractie ontwikkeld van een rebels duo, samen met Kees Kraanen, tot de grootste fractie binnen de gemeenteraad. In die acht jaren heeft hij, ondanks zijn oppositionele positie, heel wat bereikt, met als een van de hoogtepunten het benoemen van een ombudsman voor onze stad.
Hans is een geboren volksvertegenwoordiger, de ombudsman voor burgers die door de stedelijke bureaucratie vermalen dreigen te worden. De basis voor democratische politiek ligt in de stad, bij de mensen, en niet achter ambtelijke bureau’s, was en is zijn opvatting. Daarmee heeft hij de BPA groot gemaakt. Allerlei procedureel overleg, als uitvloeisel van zijn rol als fractievoorzitter, was voor hem vaak een gruwel. De tijd die hij moest besteden aan intern politiek gehakketak belette hem in zijn wil om zijn aandacht te richten op de burgers in onze stad. Dat een en ander soms samenviel, was noodzakelijk maar vaak ook jammer.
De BPA-fractie is nu de grootste fractie binnen de raad. Dat houdt voor de fractievoorzitter bijvoorbeeld in: het overleg van de fractievoorzitters initiëren en voorzitten, intensief contact onderhouden met de griffie, indien we in het college belanden de relatie tussen de fractie en onze wethouder in de gaten houden – noem maar op. Daarnaast vergt het managen van een fractie van zeven mensen veel meer tijd en zorg dan in 2002 toen hij samen met Kees de raadszaal binnenstapte.
Die taken komen nu bij Ben Stoelinga te liggen. Het is hem op het lijf geschreven. Jarenlang was hij rector van een grote scholengemeenschap en nu is directielid van een groep samenwerkende ROC’s. Het leiden van team’s zit hem in het bloed, het bewaken van overlegstructuren is zijn handwerk en de zorg voor individuele teamleden ziet hij als een noodzakelijke maar ook boeiende opgave. Als BPA-fractie kunnen wij zeggen: hij kwam als geroepen.
Terugtreden als fractievoorzitter was voor Hans van Wegen best een emotioneel moment. Maar hij was zelf de man die al vóór de verkiezingen kenbaar maakte dat verdere groei van de fractie ook zijn eigen rol zou kunnen beïnvloeden. Wat dat betreft was hij de realist zoals wij hem kennen. De waardering die de overige fractiegenoten voor hem hadden, is daardoor alleen maar toegenomen. En wat heel belangrijk is: Hans stort zich nu met nog meer enthousiasme op de basistaken van een raadslid: volksvertegenwoordiger zijn, opkomen voor de burgers. De binnenstad zal daarbij zijn uitgangsbasis zijn.
Levy bidt: ‘Lieve god, u ontfermt u over allerlei vreemde mensen. Maar waarom niet over mij?’
Even en korte adempauze
Donderdag 4 maart 2010
Even iets over mijzelf. De afgelopen weken deed ik wel eens een stapje terug. Ik was bezig signalen te verdringen die je eigenlijk niet mag ignoreren. Geen paniek, zei mijn huisarts die ik tenslotte raadpleegde, maar we moeten de zaken maar eens extra in de gaten houden.
Dus loop ik nu twee weken lang met allerlei draadjes aan mijn lichaam die uitkomen in een klein apparaatje. Enkele keren per dag, als ik dat relevant vind, druk ik op een knop, waarmee ik een orkestratie van piepjes te weeg breng. Op gezette tijden sein ik die telefonisch door naar verstandige dames en heren die daar een prentje van maken, waaruit mijn huisarts vervolgens zijn conclusies kan trekken. Boeiend allemaal.
Ik moet gedurende deze periode gewoon alles doen wat ik altijd deed: mijn raadsactiviteiten, andere werkzaamheden, sport, mijn sociale contacten enzovoort. Desondanks ben ik blij dat de verkiezingen achter de rug zijn en ik toch een tandje lager kan schakelen. Voor de verkiezingen was binnen de strategiegroep van mijn fractie afgesproken dat ik beschikbaar zou zijn voor het coalitieoverleg. Met de komst van Ben Stoelinga is dat niet meer noodzakelijk, er zit voor onze fractie nu een sterk duo aan tafel, mijn bescheiden rol op de achtergrond (niet anders dan de overige fractieleden) komt mij goed uit. Even afkicken en mijn fysieke gesteldheid weer op orde brengen.
Echt rustig zal ik het gelukkig niet krijgen. Het normale werk gaat door, het gebeuren in onze stad en op het stadhuis staat niet stil. Ik ben weer tot raadslid gekozen, dus moet er weer tegenaan – al te graag. De paar dagen dat deze blog niet actueel werd bijgehouden, was een noodzakelijk intermezzo dat nu weer ten einde is!
En ik blijf mijn dagelijkse aantekeningen weer aanvullen met aforismen (zoals onderstaand) of met kleine grollen uit de Joodse cultuur. Veel van deze Joodse grappen stammen uit de eerste helft van de vorige eeuw en vinden hun bron in de Oost-Europese historie. Een cultuur die op bloedige wijze vrijwel geheel is uitgeroeid. Daar slaat dan weer de onderstaande aforisme op!
Binnen een totalitair regime komen idioten door geweld en intriges aan de macht, binnen een democratie door vrije verkiezingen.
Een duidelijke overwinning
Woensdag 3 maart 2010
De BPA werd vandaag de grootste fractie binnen de Amersfoortse gemeenteraad. Sommige van mijn fractiegenoten waren de afgelopen weken optimistisch en zagen dit als een reële mogelijkheid. Ik was pessimistischer: behoud van het aantal zetels, misschien groeien naar zes, dat leek mij realistisch. Maar wat is er mooier dan het ongelijk van de pessimist!
Van alle kanten wordt geroepen: de BPA ontkomt nu niet aan het nemen van bestuursverantwoordelijkheid – wat buiten het politiek circuit betekent: deelname aan het college. Dat gaan wij ook niet uit de weg. Maanden geleden hebben we binnen de fractie al vastgesteld dat we bij een ferme groei het deelnemen binnen een coalitie en college niet uit de weg zullen gaan. Uiteraard wel met de voorwaarde dat er dan een collegeprogramma op tafel komt te liggen waaruit duidelijk blijkt dat de BPA een van de partners binnen het college is. Alleen maar aanschuiven en het bestaande beleid continueren, dat kan men niet van ons verwachten!
Dat wij de grootste fractie zijn geworden was door velen binnen het politieke circuit niet voorzien. Men zal er aan moeten wennen – wij zelf trouwens ook. We zullen meer op onze vingers worden gekeken en de burgers in onze stad zullen van ons verwachten dat wij ook iets met onze nieuwe positie zullen doen. Voor de fractie is elke vorm van vrijblijvendheid nu uit den boze. Dat kan echter niets afdoen van de cultuur binnen onze fractie: volkser en minder bestuurlijk dan veel andere partijen. Vanuit die positie het maximale bereiken dat ons voor ogen stond, dat is een pittige maar ook boeiende taak. We gaan er voor!
Kalman ontmoet op Jom-Kippur, de Joodse verzoeningsdag, in de gebedszaal zijn concurrent en vijand Schmerel. Verzoenend steekt hij hem de hand toe en zegt: ‘Ik wens je alles wat jij mij toewenst!’ ‘Begin je nu al weer, op Jom-Kippur nog wel!’ antwoord Schmerel hem verbitterd.
Gebrekkige communicatie over kerkenbouw
Maandag 1 maart 2010
Het beeld langs de Laakboulevard is helder. Er liggen stroken voor het auto- en busverkeer, fietspaden, een groene kade langs de Malewetering en aan de overkant van het water de Weteringkade. Zo staat het ook op de maquette in het informatiecentrum en zo is het afgebeeld in talloze publicaties. En dat was ook het beeld dat de bewoners aan het begin van de Weteringkade, tegenover Icoon, voor ogen stond.
Wat hen lange tijd stoorde, was het feit dat voor hun woningen de Malewetering nog niet aanwezig was. Op die plek lag een bouwweg. Tot hun vreugde ontvingen zij in het afgelopen najaar het bericht dat op korte termijn de bouwweg zou worden opgeheven en de Malewetering voor hun woningen zou worden doorgetrokken. Oké, daarna duurde het enige maanden langer dan was aangekondigd, maar enkele weken geleden waren de draglines en zandauto’s aanwezig en begon het graafwerk.
Het viel de bewoners op dat er niet alleen werd gegraven, maar ook zand werd verplaatst naar het punt waar de Malewetering afbuigt richting Laak. Wat gebeurt daar, was de vraag. Er werd informatie gevraagd aan de mensen die met het graafwerk bezig waren. ‘Meneer, dat wordt een bouwkavel voor een kerk,’was de informatie die zij kregen. Een verrassende informatie. Deze werd door het OBV bevestigd, met daarbij de mededeling dat de bouw nog niet zeker was en de omwonenden zich nog geen zorgen hoefden te maken.
Dat deden ze dus wel. In plaats van het vrije uitzicht, een van de redenen om juist op deze plaats een woning of appartement te kopen, kwam er dus op enkele tientallen meters voor hun huisdeur een kerkgebouw te staan. ‘Niets tegen kerken,’ aldus de getroffen bewoners, ‘maar hierover zijn wij nog nooit geïnformeerd. Hadden we dat geweten, dan hadden we hier niet gekocht!’
Is deze voorgenomen kerkenbouw een onverwachte gedachte binnen het OBV. Nou, dat niet. Weliswaar is het bestemmingsplan voor Vathorst dusdanig globaal, dat daaruit geen kerkplan is te distilleren. Maar in het Masterplan Centrum Vathorst dat in februari 2004 werd behandeld, was de plek tussen het water en de boulevard wel als bouwplek omschreven. Het probleem is dat op dat moment nog geen woning langs dit stuk van de Weteringkade in bouw was. De mensen die in de daarop volgende periode hun huis kochten, oriënteerde zich vooral op het bestemmingsplan van 1998, op de folders over het bouwplan en op de beschikbare maquettes.
Makelaars gaven wel informatie over de omgeving, maar die informatie ging over de plannen voor Icoon en over de woontorens en appartementen in het achterliggende gebied. Over de bouwreservering tegenover de woningen werd geen woord gerept. Wist er dan niemand iets van? Natuurlijk wel. Op z’n minst het OBV, maar die zag geen taak of had geen behoefte om de aspirant-kopers te informeren. Ook op het moment dat de ontgraving werd aangekondigd, was er binnen het OBV niemand die op de gedachte kwam de bewoners te informeren.
En die zitten nu met een probleem. Een medewerker van het OBV heeft hen gezegd dat het bestemmingsplan misschien nog moet worden aangepast. Dat creëert een mogelijkheid tot protest. Net zo goed als de aanvraag voor de benodigde bouwvergunning. Maar een ding staat in elk geval vast: het heeft enkele jaren geleden, toen de woningen langs het begin van de Weteringkade in de verkoop kwamen, ontbroken aan adequate informatie. En dat is kwalijk!
In de etalage staat een mooie klok. Een klant betreedt de winkel en vraagt de verkoper, een orthodoxe Jood, naar de prijs van de klok. ‘Ik verkoop geen klokken,’ antwoordt de verkoper.’ ‘Ja, maar in de etalage staat toch een klok!’ ‘Dat is correct. Maar ik ben besnijder binnen onze Joodse gemeente. Wat denk u, meneer, zou ik dan in de etalage moeten hangen?’