Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for maart 2009

leave a comment »

Weinig vreugdevolle tijden in het verschiet

Maandag 9 maart 2009

Op het stadhuis zingt het al rond: we gaan zware tijden tegemoet. Bezuinigingen op de gemeentebegroting gaan forser uitvallen dan velen verwachten. De opmerkingen die wethouder Hekman hier onlangs over maakte – met een verwijzing naar de ingrijpende bezuinigingsactie in 1996 -, mag vooral als een eerste weekmaker worden gezien.

Twee weken geleden vond in de raad een discussie plaats over de gevolgen die de crisis voor onze stad kan hebben. Ik mijn bijdrage tijdens de discussie suggereerde ik dat het college, naar mag worden aangenomen, al het nodige denkwerk heeft verricht over de wijze waarop we op de toenemende economische crisis gaan reageren. Het afgelopen najaar leverde al duidelijke signalen op, stilzitten en toekijken is dan uit de boze. Intussen hebben we een raadsinformatiebrief gekregen over de richting waarin het college denkt over de crisis. Een stuk waar je moeilijk van onder de indruk kunt zijn, ik had meer verwacht. Het was dus toch grotendeels stilzitten en toekijken.
Het college bereid nu de kadernota voor, de basis voor de begroting voor 2010. Het zal een droevig stuk worden, maar het zal goed zijn wanneer het college uit gaat van een somber beeld en zich niet te afwachtend opstelt. En wat nog belangrijker is: het college zal ook met concrete maatregelen moeten komen voor de uitvoering van de begroting 2009. De grote klappen vallen niet pas in 2010, maar al in dit jaar. Passiviteit is daarbij niet op zijn plaats.

Kanttekeningen bij gesuggereerd eenheidsfront

Vrijdag 6 maart 2009

De afgelopen weken is van verschillende kanten gesuggereerd dat coalitie en oppositie één front moeten vormen bij het bestrijden van de gevolgen van de economische crisis. Eenheid suggereert sterkte, maar het is de vraag of hiermee niet het verkeerde signaal wordt afgegeven.

Laten we voorop stellen: we hebben een college dat verantwoordelijk is voor het dagelijkse beleid. De collegepartijen zijn verantwoordelijk voor de samenstelling van het huidige college, de oppositie moet aan de bel trekken indien het college faalt. De praktijk is dat de collegepartijen de wethoudersdoor dik en door dun steunen. Falen van de wethouders, zeker wanneer dit tot consequenties zou moeten leiden, wordt door de collegepartijen afgedekt.
In de praktijk zal het vormen van één front ter bestrijding van de crisis er toe leiden dat de oppositie medeverantwoordelijk wordt gemaakt voor de struikelpartij waarin het college regelmatig verkeert. Beter is het daarom om de raad te laten doen waartoe zij is gekozen: opdrachten vaststellen voor het college, eventueel op basis van door het college aangedragen informatie. In een discussie moeten alle partijen, coalitie en oppositie, duidelijk maken waar zij de accenten in het beleid wensen te leggen.
Die discussie moet plaatsvinden zonder het vormen van een eenheidsfront vooraf. Dat leidt tot achterkamertjespolitiek waaraan in elk geval de Burgerpartij niet wenst deel te nemen. Juist in moeilijke tijden is een open discussie noodzakelijk. Een discussie waaraan ook organisaties en burgers – die uiteindelijk de gevolgen van bezuinigingsbeleid voor hun kiezen krijgen – hun zegje kunnen doen.Wanneer daarna de juiste besluiten zijn genomen, kunnen die breed worden gedragen. En, uiteraard, wanneer de coalitiepartijen alleen hun eigen beleid wensen door te drukken en geen open en openbare discussie met alle partijen wensen aan te gaan, dan zal er ook geen brede steun voor het te verwachten bezuinigingsbeleid ontstaan.

Een goed zwembad of voorlopig even geen

Donderdag 5 maart 2009

Een aantal jaren geleden besloot de gemeenteraad dat de entree van de stad op de plek van de Hogeweg meer allure moest krijgen. Het groen aan de ene zijde en de sociale appartementen uit de jaren zestig aan de andere kant, zouden moeten worden vervangen door een stadse omgeving met hoge kwaliteit, zo besloot de raad. Onderdeel van deze actie zou de bouw van een nieuw zwembad worden, een zwembad met een smoel, een icoon voor de stad.

Alle discussie van de laatste maanden duidt er op dat van het stadsicoon aan de Hogeweg weinig overblijft. ‘Een badkuip met een dak er op,’ zo wordt het binnen het stadhuis omschreven. De oorspronkelijk genoemde bouwbedragen worden op metroachtige wijze overschreden, noodzakelijke aanpassingen ten behoeve van de zwemsport (hoge duikplank, voldoende wedstrijdbanen) lijken er niet meer in te zitten.
Het laatste bericht is dat het zwembad sober wordt gebouwd en dat de icoonfunctie moet worden overgenomen door een kunstwerk op een plek vóór het zwembad. Hopelijk wordt dat niet uitgevoerd onder de vleugels van de geldverzwindende stichting Vario Mundo, want dan hebben we buiten hoge rekeningen nog niets!

Mijn mening is: een zwembad is geen tijdelijke voorziening maar een gebouw dat toekomstwaarde moet hebben. En juist op de grenslijn tussen de belangrijkste wijken uit het stadsvernieuwingsproject Amersfoort Vernieuwd moet je iets neerzetten dat op klinkende wijze bijdraagt in die vernieuwing. Indien daar op dit moment geen geld voor is, dan is het beter om nog maar even te wachten en de aandacht te richten op de instandhouding van het Sportfondsenbad.

Een goed idee, maar met kanttekeningen

Woensdag 4 maart 2009

De discussie over de invulling van Vathorst-West heeft naast de ideeën uit het door de gemeente georganiseerde creatieve overleg ook een extern voorstel opgeleverd. De GUS, de actiegroep die zich steeds heeft ingezet voor het behoud van de kwaliteit in het gebied rondom de vuilstort van Smink, heeeft een eigen plan ingediend.

Een sympathiek plan. Al is het maar omdat het er van uitgaat dat het groene gebied tussen Vathorst en Bunschoten zo veel als mogelijk moet worden gespaard. De GUS heeft voor zijn plan een deskundig bureau in de arm genomen, zodat raadsleden en iedereen die verder is betrokken bij de ontwikkeling van Vathorst-West, duidelijk ziet wat er in dit gebied zou moeten gebeuren.
Mijn advies zou zijn: neem zoveel mogelijk ideeën van de GUS over. Maar dan stuit ik op twee problemen. Op de eerste plaats: de GUS wil optimaal gebruik maken van de – in de toekomst afgedekte – vuilberg van Smink. Daarbij wordt verondersteld dat in 2020 Smink zijn bedrijfsactiviteiten beëindigt. En daar heb ik zo mijn twijfels. Het ontwikkelen van plannen op het bedrijfsterrein van Smink leidt er ongetwijfeld toe dat de neiging tot bedrijfsbeëindiging bij Smink juist afneemt. Door de gemeente gewenste beëindiging zal dan worden gekoppeld aan een kostbaar prijskaartje door afkoop en schadeloosstelling. Het bedrag dat de gemeente voor de baggerstort heeft betaald, zal hiertegenover een schijntje zijn. Daarom: maak geen plannen op grond die de firma Smink toebehoort.

Mijn tweede probleem bij de plannen van de GUS hangt samen met een verkeerd uitgangspunt dat door de GUS wordt gehanteerd. De GUS meldt dat zijn alternatief ruimte biedt voor 2780 woningen. Dat komt vrijwel overeen met de 3000 woningen die de gemeente en de provincie voor dit gebied hebben gepland. Echter: 1320 woningen (bijna de helft van het totale voorstel) moeten volgens de GUS worden gebouwd in een gebied dat wordt omschreven als ‘Vathorst aanvulling’. Klinkt mooi, maar het gaat daarbij om het gebied Laak 2A en het gebied rondom de noodvestiging van C2000. Beide terreinen maken onderdeel uit van het bestemmingsplan Vathorst, de hierin geplande woningen zijn al meegeteld bij de ongeveer 11.000 woningen die in het bestaande Vathorstgebied moeten worden ontwikkeld. En je kunt deze woningen niet twee keer meetellen. Jammer.

Meer aandacht voor veiligheid noodzakelijk

Dinsdag 3 maart 2009

Een aantrekkelijk plan: het winkelcentrum Vathorst. De eerste winkels zijn er gevestigd en de contouren voor de rest worden steeds duidelijker zichtbaar. Over enkele maanden moeten vrijwel alle geplande winkels in dit centrum hun deuren hebben geopend en moeten de 166 appartementen boven de winkels een huurder hebben gevonden. Maar voorlopig is het nog niet zover.

Dat merken de ongeveer tien middenstanders die hun winkel al hebben geopend. De al aanwezige winkels blijken na sluitingstijd een geliefd oord te vormen voor inbrekers en vandalen. Betonblokken die ramkrakers moeten weren, blijken de problemen niet te keren. Voor deze situatie kan je de winkeliers niet verantwoordelijk stellen. Hier ligt een taak voor de gemeente en de ontwikkelaar.
De huidige tijd zal het steeds moeilijker maken om ondernemers te vinden die in een nieuw woongebied hun poorten willen openen. Berichten over inbraak en vandalisme kunnen we er daarom niet bij hebben. Om deze reden, maar vooral ook ten behoeve van een veilige bedrijfsvoering door de al aanwezige ondernemers, verplicht de gemeente er toe maatregelen te nemen. De overheid dient als hoeder voor de veiligheid op te treden, een extra rondje van een surveillancedienst is daarbij geen oplossing.
Reden voor de Burgerpartij om het college te vragen serieus actie te nemen. Meer toezicht, indien mogelijk continue, en het aanbrengen van camera’s is daarbij het minste wat de gemeente kan doen.

Chaos voorspelbaar door ontwerpfout

Maandag 2 maart 2009

Onze wethouder verkeer zal het met onderstaande constatering niet eens zijn. Ruud Luchtenveld heeft er een godsgruwelijke hekel aan om zijn eigen ongelijk te erkennen. Dat draagt er ongetwijfeld toe bij dat steeds minder mensen in onze stad vertrouwen hebben in deze bestuurder.

Het probleem waarover het gaat is de boulevard in Vathorst. De woonwijk is nauwelijks voor de helft afgebouwd, het bedrijvengebied inclusief Podium staat nog grotendeels leeg. Toch vormt de boulevard nu al regelmatig een probleem. De oorzaak ligt in feite bij een ontwerpfout, een gegeven dat onze verkeerswethouder dus moeilijk onder ogen zal kunnen zien. De bewoners in Vathorst des te meer.
De noordelijke helft van de Boulevard omvat een riante middenrijbaan waarover twee keer per half uur (een keer in elke richting) een bus rijdt. Het meeste vrachtverkeer, dat ook van deze baan gebruik mag maken, mijdt de middenbaan omdat chauffeurs verre van gelukkig zijn met de wijze waarop je deze busbaan op- en af kunt rijden. De buschauffeurs moeten wel, aan hun klachten wordt geen aandacht besteed.
Naast deze brede middenbaan liggen twee, op minimale maat geprojecteerde, banen voor het overige autoverkeer, één in elke richting. Het zuidelijke deel van de boulevard bestaat alleen maar uit de twee van elkaar gescheiden smalle rijbanen voor al het verkeer. Ook hier rijdt elk half uur een bus in elke richting, maar de riante vrije baan is hier achterwege gelaten.

Directe gevolg: er hoeft maar iets te gebeuren of er vormt zich een file. En dat komt regelmatig voor: langzaam rijdend vrachtverkeer dat moeizaam om de rotondes draait, tractoren, in het zuidelijke deel de bij de halten stoppende bussen, verkeer dat bij het onderhoud van de wegen is betrokken en noem maar op. Uitwijken is niet mogelijk, dat maken de opgehoogde middenbermen onmogelijk.
De riante busbaan op de noordelijke boulevard is de weerslag van het denken dat een vrije busbaan mensen uit de auto haalt. Een misvatting, ook al omdat grote delen van de Vathorstwoningen op grote afstand van de bushalten liggen. Waarom in de zuidelijke boulevard deze busbaan niet is aangelegd, is onduidelijk. Alsof daar geen woningen en bedrijven worden gebouwd!

En het wordt allemaal nog erger, zo is de verwachting. Elke ochtend zie ik vanuit mijn torenwoning de file op de A28 staan, vanaf Nijkerk in de richting van het kruispunt Hoevelaken. De file staat tot ver achter de binnenkort te opnemen nieuwe afslag Vathorst. Het laat zich makkelijk raden: wie vanaf Zwolle/Nijkerk richting Amsterdam of Apeldoorn rijdt, wordt bij de nieuwe afslag bijkans uitgenodigd om de Vathorster Boulevard op te rijden. Snelste route is dan de zuidelijke route, maar vrijwel even lang is de route om de noord. Dat wordt dus een chaos!

Na twintig maanden knettergek

Vrijdag 27 maart 2009

Het boek ‘Twintig maanden knettergek’ van ex-minister Ellen Vogelaar is een must voor iedereen die in de kwaliteit van het openbaar is geïnteresseerd. Overigens: voor wie wil ervaren hoe een leidinggevend gremium kan falen, is het boek ‘De Prooi’ leerzame lectuur. Vooral indien je er van uit gaat dat de karakter binnen de leiding van ABN Amro ook binnen veel college’s van B en W zijn terug te vinden.

Maar toch Ellen Vogelaar. Het boek levert een aantal interessante waarnemingen op:
Ellen Vogelaar kan geen gebrek aan enthousiasme en goede intenties worden verweten, hooguit dat ze haar rol uitvoerde binnen het verkeerde gezelschap;
Dat een minister gebaat is bij een goed thuisfront, is evident. De rol van haar partner Onno Bosma is echter opvallend. Hij was meer dan een mentor voor haar, af en toe dringt zich de vraag op: wie van de twee is de minister. Onno Bosma was – tot 2005 – het laatste deel van zijn werkzaam leven in dienst bij de algemene onderwijsbond. Het was de gelijke functie die ik rond 1980 vervulde, ik ken Onno uit die tijd (en Ella, toen zijn politieke kompaan, eveneens) en twijfel daarom ook niet aan de mate waarin hij zijn invloed op de minister heeft uitgeoefend;
Wanneer je met blauwe ogen een bestuurlijke functie oppakt – en dat geldt in Den Haag net zo goed als bij elke stedelijk bestuur – dan moet je vuurvaste afspraken maken. Dat Ella Vogelaar dat in onvoldoende mate heeft gedaan, is haar ondergang geworden;
Wouter Bos is nog slechter en onbetrouwbaarder dan ik dacht. Zelfs indien datgene wat over hem in het boek van Bosma/Vogelaar is beschreven slechts voor de helft waar is, dannoch blijkt de typering die de voorlaatste Kamerfractievoorzitter van de PvdA van zichzelf gaf, in elk geval ook op Wouter Bos van toepassing: een rat.

Written by raphaelsmit

09/03/2009 at 16:15

Geplaatst in Uncategorized