Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for juni 2005

leave a comment »

College moet meer doen voor startende woningzoekenden

Donderdag 30 juni 2005

De prijsontwikkeling op de woningmarkt maakt het voor starters steeds moeilijker om een eigen woning te kopen. Hieronder leidt de doorstroming binnen de sociale woonsector waardoor de keuzemogelijkheid voor huurders wordt beperkt en de uitvoering van de stadsvernieuwing wordt vertraagd. Er is grote behoefte aan starterwoningen in de lage prijscategorie.

Bam Woningbouw heeft een nieuw concept starterwoningen ontwikkeld. Het gaat hierbij om grondgebonden woningen of appartementen, zowel voor de huursector als voor de koopsector. Er is een aantal woningtypen ontwikkeld met een vloeroppervlakte variërend van 92 m2 tot135 m2 en in prijs variërend van € 100.000 tot € 117.500, uitgaande van een grondprijs van 25% voor grondgebonden woningen en een grondquote van 18% voor appartementen.
Bam woningbouw is niet de enige initiatiefnemer die een goedkoop woningconcept ontwikkeld. Het feit dat de bouwproductie in ons land nog altijd stagneert en het feit dat de vraag naar woningen in het lagere prijssegment behoorlijk onder druk staat, stimuleert de creativiteit onder aannemers, ontwikkelaars en architecten. Op zichzelf is dat een goede ontwikkeling, maar de realisatie daarvan is mede afhankelijk van de medewerking van gemeentebesturen en woningbouwcorporaties. Die hebben een grote verantwoording voor de huisvesting van mensen met een lager inkomen, de primaire doelgroepen binnen het volkshuisvestingsbeleid.

Het zou een goede zaak zijn als ons gemeentebestuur actief zou reageren op initiatieven voor de bouw van goedkope starterwoningen. Ons college wekt in het algemeen de indruk op dit punt afwachtend te zijn en onvoldoende visie te hebben. Door schriftelijke vragen heb ik vandaag aandacht gevraagd voor het Bam-initiatief en het college gevraagd om iets met dit en met andere soortgelijke initiatieven te doen. We moeten ons blik niet alleen richten op opzienbarende projecten in Vathorst of in het CSG-gebied, maar ook kijken of we binnen onze vinextaak en het stadsvernieuwingsbeleid iets kunnen doen om meer woningen bereikbaar te maken voor woonconsumenten met een smalle beurs.

De voorwaarden bij de Schammerbijdrage

Woensdag 29 juni 2005

Met een kleine meerderheid van drie stemmen heeft de raad ingestemd met het beschikbaar stellen van 600.000 euro voor de ontwikkeling van het recreatiegebied De Schammer. Dit project wordt in samenwerking met de provincie, het waterschap en de gemeente Leusden ontwikkeld. Een aardige opsteker voor Piet Jonkman, die dit geld feitelijk had toegezegd aan de provincie, zonder medeweten van de raad. Deze miskleum is dus achteraf gesanctioneerd, een procedure die geen schoonheidsprijs verdient, maar dat zal de meeste raadscollega’s niet om de slaap brengen.

Toch schuilt er nog een addertje onder het gras. Met een bijna even nipte meerderheid stemde de raad in met een motie van Jouw Amersfoort en de VVD. Hierin werden enkele voorwaarden gesteld aan de bijdrage van 600.000 euro. Onafhankelijk van tegenvallers, bijvoorbeeld door minder subsidie, blijft de Amersfoortse bijdrage op 600.000 euro gemaximaliseerd. Het werk voor de aanleg van De Schammer moet europees worden aanbesteed.
Daarnaast wordt de Amersfoortse bijdrage afhankelijk gesteld van overleg met Rijkswaterstaat over de levering van grond uit de te graven plassen voor de uitbreiding van het kruispunt Hoevelaken en de omringende rijkswegen. Door deze grond aan het Rijk te verkopen, moeten de kosten voor de aanleg van De Schammer worden gedrukt. Dit kostenvoordeel, aldus de motie, moet naar rato ten goede komen aan de twee gemeenten, de provincie en het waterschap. Zolang over deze zaak nog geen afspraken zijn gemaakt, kan de gemeente de bijdrage van 600.0000 euro dus nog niet realiseren.

Heb medelijden met Ruud!

Dinsdag 28 juni 2005

Wederom maakte de VVD-fractie een ommezwaai bij de toekomst voor het zwemwater in onze stad. In de periode, voorafgaand aan de raadsvergadering van vandaag, werd nadrukkelijk aangegeven dat de VVD-fractie een vijftigmeterbad in Vathorst wenst, bij voorbaat gecombineerd met andere sportvoorzieningen. Het gepijnigde blik waarmee Hans van Gijlswijk de afgelopen weken reageerde als je hem aansprak over de toekomst van de zwembaden in onze stad, was net zo navenant als het zichtbaar dolen van zijn fractie op dit punt.

Dat de VVD, om welke reden dan ook, onverklaarbaar zwalkte tussen Rome en Avignon, is een recht dat je onze liberalen niet mag ontzeggen. Dat het gebrek aan consistentie ze tot een moeilijke partner maakt op momenten dat je samen iets voor de stad wil doen, wordt steeds meer duidelijk. Schijnbaar zijn binnen en buiten de fractie van deze partij krachten actief die moeilijk zijn te traceren.
Helemaal verbazingwekkend is het wat verzwommen beeld dat de VVD-collega’s weten op te roepen niet. Het is intussen bij velen duidelijk dat de liberale fractie een samenraapsel is van verschillende bloedgroepen. In het algemeen is het bij zaken die er toe doen moeilijk te voorspellen in welke richting de meningsvorming binnen de liberale fractie zich ontwikkelt. Zelfs urenlange fractiebijeenkomsten blijken niet altijd de duidelijkheid op te leveren die fractievoorzitter Ruud Luchtenveld zich ongetwijfeld wenst. Teuggrijpen op de autoriteit van de wethouders heeft natuurlijk ook geen zin, want die hebben geen autoriteit. Het zou overigens ook niet passen binnen ons duale denken, maar gezien de regelmatige aanwezigheid van de wethouders bij het VVD-fractieberaad speelt dat geen overdreven rol.

Het positieve aan dit geheel is dat leden van de VVD-fractie in enkele voorkomende gevallen de ruimte hebben om bij stemmingen het eigen principe te laten gelden. Maar zelfs dat lijkt op Russisch roulette, want de keren dat collega’s uit de VVD-fractie voorafgaand aan een vergadering nadrukkelijk verklaarden dat zij een voor hen onaanvaardbaar voorstel niet zouden steunen, om daarna in de raad precies het tegenovergestelde te stemmen, zijn legio. Voor Ruud moet dat op zulke momenten een troost zijn, want de lichaamstaal van hem op momenten dat fractiegenoten niet bereid zijn om een collegevoorstel te steunen, wekt deernis en oprecht medelijden op!

Written by raphaelsmit

30/06/2005 at 12:58

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Afwisseling doet Armandomuseum goed

Zondag 26 juni 2005

Deze middag werd in het Armandomuseum de tentoonstelling ‘Körpersprache-Landschafsprache’ geopend met werk van de Oostenrijkse schilder Arnulf Rainer. Een tentoonstelling die een bezoek waard is. Het is een goed initiatief om de vaste tentoonstelling van Armando eens te vervangen door een expositie van een andere kunstenaar, zeker als die naar opvatting en tijd aansluit bij Armando’s werk. Hierdoor wordt de kring van bezoekers aan dit museum ongetwijfeld verbreed. Overigens is op het balkon van het museum een aantal nieuwe, recente werken van Armando tentoongesteld, die opvallen door hun kleurenrijkdom. Enkel al deze werken maken een bezoek aan het Armandomuseum de moeite waard.
Voor de rest: het Armandomuseum heeft de akoestiek van een stationshal. Maar bij de opening speelde Ulrike von Meier harp, en voor dat instrument is de ruimte meer dan geschikt. Door de vreemde akoestiek blijven de harptonen even hangen, wat zeer spannend is.

Amersfoort te klein voor Virtual Dance Lab

Zaterdag 25 juni 2005

Tot vorig jaar was het Virtual Dance Lab een van de onderdelen in de plannen voor het Eemcentrum. Ik heb een keer kennis mogen nemen van de inhoud van dit initiatief. De initiatiefnemers hadden een gedetailleerd plan gemaakt, waarin niet alleen de doelstellingen, maar ook de inrichting, de geplande activiteiten en de investerings- en exploitatiekosten waren opgenomen. De plannen behelsden een centrum van 2.500 vierkante meter, met een theaterstudio, drie kleinere studio’s, leslokalen, een bibliotheek, voldoende kleedkamers, technische ruimten, kantoorruimte en noem maar op. Er was rekening gehouden met woonruimte voor gastdocenten en hotelkosten tijdens masterclasses. Het businessplan leverde ook een behoorlijk exploitatiegat op waarvoor subsidies noodzakelijk waren.

Ik moest denken aan deze plannen toen ik deze middag in het Amsterdamse Muziektheater aanwezig was bij het afscheid dat Merel Laseur nam als voorzitter van de vriendenkring van Het Nationale Ballet. Voor de aanwezigen werd in de operastudio van het theater een workshopvoorstelling gegeven met choreografieën van jonge dansers van HNB. Vijf uiteenlopende, moderne dansen werden op boeiende wijze uitgevoerd. De dansers en choreografen hebben het programma in eigen tijd ontwikkeld, buiten de voorstelling- en repetitietijden om en gebruikmakend van sporadische uren waarin de studio’s van HNB niet werden gebruikt. Experimenten van jonge choreografen, geholpen door enthousiaste collega-dansers, bij elkaar een repertoire a la een virtual dance lab.
Het programma, New Moves, is – inclusief deze middag – drie keer uitgevoerd voor klein publiek. De kosten van de voorstellingen waren relatief laag: het gebouw is aanwezig en de dansers en overige medewerkers treden op als vrijwilligers, ze staan al op de payrol van HNB. Het kan ook grootser, wat deze week wordt bewezen met het programma Ballet Now: vijf goed bezochte voorstellingen in het kader van het Holland Festival, met internationaal publiek, gerenoveerde choreografen en musici en gedanst door solisten van HNB. Maar met torenhoge subsidies en niet in een ‘laboratoriumomgeving’ voorbereid.
De workshopvoorstelling deze middag maakte mij definitief duidelijk: een Virtual Dance Lab in ons Eemcentrum was een maatje te groot. Ik zou – mits enigermate professioneel uitgevoerd – geen voorstellingen hebben willen missen, en met mij ongetwijfeld nog een groepje fervente balletliefhebbers die zich niet willen beperken tot kaskrakers zoals Zwanenmeer, Notenkraker en Doornroosje. Maar een dancelab moet kunnen terugvallen op voldoende publiek, ballet is een theaterkunst en bestaat bij de gratie van een auditorium. Ik weet zeker: de publieke belangstelling in het Eemcentrum zou te klein zijn geweest en de kosten te hoog.

Ruim een jaar geleden sprak ik met Jan de Wilde over het Virtual Dance Lab in het Eemcentrum. Als cultuurwethouder was hij enthousiast over het initiatief en over de mensen die hem dit hadden gepresenteerd. Als wethouder van financiën had hij zijn reserves, en terecht lijkt mij. Het zou een juweeltje zijn geweest binnen de opzet van het Eemcentrum, maar een juweel dat slechts kan blinken in een grootstedelijke omgeving waar kan worden teruggegrepen op een bestaande dansomgeving en voldoende publiek. In ons Eemcentrum zou het een gebouw met te weinig publiek en veel te hoge kosten hebben opgeleverd – een artistieke en financiële zorg voor de stad.

Een gevaarlijke toekomst voor de Hogeweg

Vrijdag 24 juni 2005

Amersfoort bereidt een nieuwe blackspot voor het autoverkeer voor. Dat is althans de conclusie die je kunt trekken uit de voorkeur van het college voor een groot stedelijk zwembad aan de Hogeweg. Dit zwembad zal gecombineerd worden met een sporthal, zo de plannen die binnen het college leven. En bij dat alles: het zwembad moet een visitekaartje voor de stad worden, gelegen aan een van de belangrijkste toegangswegen naar ons centrum. Er moet dus een juweeltje worden gebouwd.

Ik zie het al voor mij. MVRDV gaat het gecombineerde sportcomplex ontwerpen. Het is een van de meest spraakmakende architectenbureau’s in ons land, onder andere bekend van de VPRO-studio, de nieuwbouw aan de Amsterdamse Silodam, verschillende in het oog springende wooncomplexen zoals Hageneiland en het Nederlandse paviljoen op de wereldtentoonstelling in Hannover. Ik bedoel maar: als je als stad een visitekaartje wil neerzetten, doe het dan goed!
Maar ja, de gevolgen zijn navenant. Elke automobilist die over de Hogeweg rijdt, raakt direct afgeleid en drukt even op de rem. Als ze dat allemaal gelijktijdig doen, is er nog steeds geen probleem, maar welke garantie hebben we daarvoor?

Het duidelijker verkeersprobleem ontstaat echter op een geheel andere wijze. Zo’n uitgebreid sportcomplex trekt heel wat bezoekers aan. Die komen niet allemaal uit de directe omgeving, het is immers een stedelijke voorziening met regionale allures. Een toegangsweg door de woonwijken van Liendert is daarom uit den boze. Het nieuwe complex kan dus alleen maar vanaf de Hogeweg worden ontsloten. Eigenaardig, want we roepen al enkele jaren dat de aansluiting van de Operaweg op de Hogeweg moet worden afgesloten om daarmee de verkeersafwikkeling op de Hogeweg te verbeteren.
Wil je het zo op het oog niet te gecompliceerd maken, dan kan de ontsluiting alleen maar vanaf de Hogeweg in stadsrichting worden aangelegd. Hoewel: bezoekers die dan vanaf de binnenstad of de buitenring komen, moeten dan eerst doorrijden tot aan het verkeersknooppunt bij de aansluiting op de A28 en daar keren. En vertrekkende bezoekers van buiten moeten eerst stadinwaarts rijden om bij de buitenring te keren. Beide keerpunten zouden dat nu niet aankunnen, ze daarvoor geschikt te maken vergt ruimtevragende oplossingen en extra verkeersbewegingen.

Ik stel voor dat het college eerst maar eens een serieus verkeersplan voor de Hogeweg ontwikkelt, gebaseerd op reële verkeersstromen passend bij een grootschalige, bovenwijkse sportvoorziening. Kan ze dat niet, dn valt de keuze voor de Hogeweg al bij voorbaat af!

Written by raphaelsmit

26/06/2005 at 17:28

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Wethouders is het zomerbegin ontgaan

Donderdag 23 juni 2005

Dinsdag om 8.46 uur is de zomer begonnen. Officieel, wel te verstaan, want voor de toeristenindustrie was het zomerseizoen al eerder van start gegaan. Nu de zomer ook officieel zijn intrede heeft gedaan, zitten de wethouder Strengers en Jonkman met een probleem. Ze zijn op het met nadruk toegezegde tijdstip een belofte niet nagekomen, een belofte waarin het zomerbegin een grote rol speelt.

Wat is het geval. In de commissie Beheer hebben twee van mijn fractiegenoten, zowel Kees van Engelenhoven als Coen van Baggum (toen nog elk vanuit hun toenmalige fractie), al maanden geleden gevraagd om een betere toeristische bewegwijzering. Coen van Baggum heeft daarbij als voorbeeld verwezen naar de toeristische wegwijzers in Haarlem: zwarte palen en borden met fraaie goudkleurige letters leiden daar de toeristen adequaat naar de meest aantrekkelijke plekken in de Spaarnestad. Ik had er nog wel wat voorbeelden aan kunnen toevoegen, bijvoorbeeld Dordrecht waar rondom de toeristische bewegwijzering een geheel nieuwe huisstijl voor het straatmeubilair is ontwikkeld.
Zowel Piet Jonkman, als wethouder verantwoordelijk voor de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte, als Paul Strengers, wethouder voor de recreatie, hebben naar aanleiding van de suggestie van Kees en Coen toegezegd dat beslist nog voor de zomer aansprekende toeristische bewegwijzering zou worden aangebracht. Aan de kosten hoeft het niet te liggen, want voor goede toeristische bewegwijzering is een budget beschikbaar.

Maar intussen is het ruimschoots zomer en hebben sinds de toezegging van beide wethouders al heel wat toeristen onze stad bezocht. Wat was het bijvoorbeeld mooi geweest wanneer vorige week wethouder Strengers bij de start van de familiedagen gelijktijdig de nieuwe toeristische bewegwijzering had geïntroduceerd. Voor al die stadgenoten die door hem zijn opgeroepen om hun familie van buiten kennis te laten maken met onze prachtige Keistad, zou dat een passend gebaar zijn geweest. Maar niks dus.
Nog even en de zomer is weer voorbij. Of wachten de twee wethouders tot 7 maart 2006 nabij komt, zodat zij in het kader van verkiezingscampagnes in sneeuw en ijs al bibberend kunnen bewijzen dat de ambtelijke molens op ons stadhuis weliswaar langzaam draaien, maar dat zij het toch nog maar even mooi hebben geklaard: het zomercadeautje 2005 voor onze stad!

Written by raphaelsmit

24/06/2005 at 18:41

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Wethouder Brink struikelt over een pot verf

Woensdag 22 juni 2005

Het was dinsdagavond, bij de bespreking van de busbaan in de Stationsstraat, een bizarre vertoning. Drie jaar is er nagedacht en getekend om de verkeerssituatie in de Stationsstraat en de Van Asch van Wijckstraat te verbeteren. Er is in die jaren best wel resultaat bereikt: nadat langs de vrije busbaan een hek werd geplaatst is het aantal ongevallen door willekeurig overstekenden voetgangers tot vrijwel nul gereduceerd. Voor de onoverzichtelijke situatie bij de Vlasakkerweg en de op veel punten slecht georganiseerde indeling van het Stationsplein is nog steeds geen overeenstemming tussen de wethouder en de raad bereikt.

Verschillende voorstellen zijn gedaan. Het laatste voorstel was het meest creatief, met een rotonde aan de oostzijde van het Stationsplein waardoor allerlei onoverzichtelijke vervlechtingen tussen verschillende soorten verkeer op dat punt werden opgelost. De kosten voor deze oplossingen bedragen tenminste 800.000 euro, maar ook met deze oplossing blijft de constatering staan: ‘Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding’. Zonde van het geld dus.
Dus kozen de raadsleden voor het alternatief van een van de insprekers, de heer Nije. Die stelde voor om met een pot verf en een kwast de overzichtelijkheid bij de Vlasakkerweg te verbeteren. Dat er nog veel meer nodig is, met name bij het Stationsplein, is duidelijk, maar hiervoor moet later in dit jaar een voorstel komen, eventueel in combinatie met het invoeren van tweerichtingsverkeer in de Asch van Wijckstraat zodat gevaarlijke filevorming tussen het Eemplein en het Stadhuis tot het verleden kan gaan behoren. De vraag is echter of wethouder Brink na alle discussie gedurende de afgelopen jaren en het afwijzen van verschillende van zijn plannen, nog de animo heeft om met een nieuw voorstel te komen.

De oplossing van de heer Nije sprak mij zonder meer aan. Dat kon ook niet anders, want hij komt vrijwel geheel overeen met het voorstel dat ik in april van het vorige jaar deed. Het belangrijkste verschil tussen mijn voorstel en dat van de heer Nije is een hekje op de plaats waar de heer Nije een kwak verf of een wegverhoging voorstelde, wat dus nog goedkoper is. Het is eigenlijk wel een bijzonder gebaar dat de creativiteit van een betrokken stadgenoot meer waardering krijgt dan een vrijwel identiek voorstel uit de kring van raadsleden. Hopelijk is dit een positief signaal in de richting van iedereen die de komende jaren als inspreker met een goed idee naar voren komt. ‘Jouw Amersfoort’ heeft niet voor niets gesteld dat er veel meer creativiteit die buiten het stadhuis aanwezig is, moet worden benut.
Of het in die zin echt een positief signaal is, waag ik echter te betwijfelen. Bij de discussie van gisterenavond speelt ongetwijfeld ook een rol dat wethouder Brink binnen de raad over steeds minder krediet beschikt. De afgelopen maanden is regelmatig gebleken dat hij op verkeersgebied nog maar weinig goeds kan doen. Daarbij kan de oppositie in veel gevallen achterover leunen, want de grootste critici op het verkeersbeleid van wethouder Brink lijken binnen de coalitiefracties PvdA en Groen Links te bivakkeren. En omdat hem dat ook niet zal zijn ontgaan, zal zijn animo om zijn ambtenaren opnieuw te motiveren om met een nieuw plan voor de omstreden busbaan te komen nog maar heel gering zijn.

Het slechte in dit geheel is echter dat door de erosie binnen de coalitie – waarbij partijen op verschillende punten afstand proberen te nemen van collegeleden dat zij drie jaar lang tamelijk kritiekloos hebben laten zitten – er helemaal niets meer gebeurt. Daar zijn dan uiteindelijk onze stadgenoten het slachtoffer.

Noodgreep van Piet Jonkman pakt slecht uit

Dinsdag 21 juni 2005

Wanneer de actie die wethouder Jonkman rondom de nota over de stadsvernieuwing deze avond introduceerde, de stijl van ons college wordt, dan gaan wij rare tijden tegemoet. In april van dit jaar werd, na een heftige publieke discussie, het Plan van Aanpak voor de binnenstedelijke vernieuwing door de commissie Beheer onderuit gehaald. De wethouder trok de nota terug, raadsbehandeling vond niet plaats en Piet Jonkman zegde toe eerst met de bewoners te gaan praten. Een goed voorstel, ook al kwam hij er een jaartje te laat mee.

Deze avond kwam de nota opnieuw aan de orde. Indirect, want op de agenda stond een brief van de wethouder waarin op enkele punten uit de discussie van april werd ingegaan. Het belangrijkste punt in de brief was de mededeling dat er wordt afgezien van bouwplannen in het waterwingebied.
Een groot aantal andere punten van kritiek zijn echter nog niet beantwoord, laat staan dat zij in een herziene nota zijn verwerkt. Ook de gesprekken met de bewoners en andere belanghebbenden moeten nog op gang komen. De woningbouwcorporaties worden intussen knap zenuwachtig, zoals uit een brief bleek die de SCW begin mei aan het college schreef. Curieus, maar ook diepdroevig, was de opmerking in de brief aan de raad het eventueel mislopen van rijkssubsidies als gevolg van de ontstane vertraging door het college voor lief wordt genomen. Een flegmatiek die past bij het feit dat er na de discussie in de commissie van april weinig is gebleken van actie of nieuwe ideeën rondom de stadsvernieuwing.
In plaats daarvan deelde de wethouder mee dat de omstreden nota de status krijgt van een B- en W-notitie en dus niet meer in de raad aan de orde komt. De nota is, met uitzondering van de mededeling over het waterwingebied, niet gewijzigd maar wordt zou door het college wel als uitgangspunt worden genomen voor de komende acties die de wethouder van plan is te ontwikkelen. De commissie werd gevraagd van deze gang van zaken kennis te nemen en er mee in te stemmen.

Als dit het nieuwe beleid is, kan interessant worden de komende tijd. Telkens wanneer het college kritiek krijgt op een beleidsstuk, neemt ze een dergelijk stuk terug, bombardeert het tot een B- en W-notitie en gaat verder op de door de raad bekritiseerde weg. Kort door de bocht gesteld kan je bij een dergelijke situatie zeggen: de raad wordt gevraagd met een nota van het college in te stemmen, doet ze dat niet dan wordt het beleid desondanks op de voorgestelde weg voortgezet, nadat de raad buiten spel is gezet!
Ik vermoed dat het voorstel van wethouder Jonkman een van wanhoopsdaad is. Om in aanmerking te komen voor subsidiesuit de royale geldpotten in Den Haag moet er een door de raad vastgestelde visie liggen, uitgewerkt in een overeenstemming met de corporaties en getekend nadat de bewoners als belanghebbenden zijn gehoord. Als enige van de twintig steden waarin de 56 wijken liggen die voor subsidie in aanmerking komen, heeft Amersfoort nog steeds niet aan de gestelde voorwaarden voldaan.

Het voor kennis aannemen van de omstreden nota had de wethouder in elk geval een stuk op weg kunnen helpen. Of het hem echt geholpen had, is echter de vraag: de minister verwacht wel dat de gevraagde visie door de raad is goedgekeurd. dat is iets anders dan een instemming door de commissie, temeer omdat deze geen besluiten kan nemen. De wethouder is in een positie beland waarvoor hij niet is te benijden. Hij is daarin echter niet schuldloos beland. Het afgelopen najaar heb ik tijdens de discussie over het meerjaren-ontwikkelingsplan gewezen op het ontbreken van een visie op de fysieke stadsvernieuwing en daarop gebaseerde overeenkomsten. Mijn zorg op dat moment werd bevestigd door ambtenaren van het ministerie VROM.
Dat komt wel goed, was zo ongeveer de boodschap van de wethouder en zijn ambtelijke adviseurs. Dus niet. De wethouder heeft een nieuwe nota voor het einde van dit jaar toegezegd. Lukt hem dat, dan zijn we op tijd voor 2006 – 2005 is dan verloren geld.

Written by raphaelsmit

22/06/2005 at 15:24

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

College creëert dieptepunt in vertrouwen openbaar bestuur

Maandag 20 juni 2005

Meer dan honderd binnenstadbewoners, luidkeels aanwezig, voorzien van spandoeken en gekleed in T-shirt met voor zich zelf sprekende teksten, bevolkten deze avond de raadszaal. Besproken werd het besluit van wethouder Van ’t Veld over de vestiging van een 24-uursopvang voor drugsverslaafden aan de Kleine Haag. De binnenstadbewoners beleefden de bestuurscultuur in onze stad: besluiten worden zonder overleg genomen, inspraak heeft geen zin en alles is al geregeld zodat er geen weg terug is. De vijf coalitiepartijen steunden het college.

Een van de insprekers stelde, onder instemming van zijn buurtgenoten, vast dat door de wijze waarop het college heeft geopereerd het vertrouwen in het openbare bestuur een nieuw dieptepunt heeft bereikt. Een kordaat protest van de burgemeester tegen deze constatering werd beantwoord met een aantal voorbeelden die duidelijk maakten dat er onder de binnenstadbewoners een opgekropt gevoel van ongenoegen leeft dat deze avond een hoogtepunt beleefde.
Het geschade vertrouwen werd deze avond op tenminste twee manieren verder aangetast. In de eerste plaats heeft de wethouder niet kunnen onderbouwen waarom het college, zonder enig vooroverleg met de omwonenden, gekozen heeft voor de Kleine Haag als centrum voor drugsverslaafden. Het betoog van de wethouder over de noodzaak van een dergelijk centrum werd feitelijk door niemand bestreden, ook niet door de leden van de oppositiepartijen. Het is de wijze waarop het college, wethouder Van ’t Veld voorop, met de belangen van bewoners omgaat die bijdraagt in het vergroten van de kloof tussen het openbare bestuur en grote groepen stadgenoten.
In de tweede plaats bevestigde het optreden van de wethouder en van de coalitiepartijen opnieuw dat communicatie niet het sterkste punt is binnen de stadhuisorganisatie. Oké, de communicatie loopt prima als het gaat om het starten van een familiedag (wat dat ook mag zijn), het eten tussen schapen of de aanwezigheid van een wethouder bij een feestelijke gebeurtenis. Maar wanneer het er echt op aan komt, vertoont het college met zijn ambtelijke adviseurs met regelmatigheid autistisch gedrag, een terecht etiket waarmee de binnenstadbewoners het optreden van het college voorzagen.

Wat mij in elk geval weer duidelijk werd was het feit dat ‘het stadhuis’ nog altijd zijn eigen beleid ontwikkeld, los van wat er in de stad leeft. Een open communicatie over pijnpunten wordt vermeden, liever spreekt men een machtwoord onder beroep op onvoldoende gemotiveerde noodzakelijkheden. Het woord ‘openbaar’ dat het bestuur in onze stad zou moeten dragen, verdient het niet. We hebben geen ‘openbaar bestuur’ in onze stad, we hebben een bureaucratie waar een aantal landelijke partijen zich moeiteloos bij aansluiten en die op beslissende momenten ver staat van datgene dat bewoners in onze stad beweegt. Deze dag was daarvan weer eens een treurig voorbeeld.

Written by raphaelsmit

21/06/2005 at 04:41

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Angstige besluitvorming rondom opvang drugsverslaafden

Zondag 19 juni 2005

De afgelopen dagen belden mij een opvallend groot aantal stadgenoten op met de vraag: hoe sta jij, of hoe staat Jouw Amersfoort, tegenover het besluit van het college om het gebouw aan de Kleine Haag 3 aan te wijzen als locatie voor de opvang van dag- en thuisloze harddrugsverslaafden. Mijn persoonlijke opvatting, die niet afwijkt van de mening die ik van mijn fractiegenoten hoorde, is simpel: het college heeft een slecht besluit genomen waar je, de omstandigheden in aanmerking genomen, slechts neen tegen kan zeggen.

Je zegt alleen maar neen, maar hoe zou jij de locatiekeuze dan hebben gemaakt, was een van de opmerkingen. Mijn opvatting: allereerst erken ik dat er een opvang voor deze groep ernstige overlastveroorzakers moet komen. Hypothetisch gezien sluit ik zelfs niet uit dat, na een goede en duidelijk beargumenteerde afweging, de plaats aan de Kleine Haag een oplossing is. Maar alleen al door de wijze waarop het college tot zijn besluit is gekomen, heb ik op dat punt mijn twijfels. En doordat het college bij zijn besluit voor de Kleine Haag grote missers heeft gescoord, staat de gekozen locatie eigenlijk voorgoed buiten discussie.
Voor een goed besluit zou ik een andere weg hebben gekozen. Allereerst had wethouder Van ’t Veld in de raad een stevig commitment moeten halen door het, na een grondige discussie, laten goedkeuren van gedetailleerde uitgangspunten en criteria ten behoeve van de keuze van een locatie. Bij die discussie zouden ook anderen dan alleen de raadsleden betrokken moeten zijn. Daarna zouden mogelijke locaties geïnventariseerd kunnen worden. De top vier of vijf van de haalbare mogelijkheden zouden gepubliceerd moeten worden. Over deze locaties zou een discussie kunnen plaatsvinden met betrokken belanghebbenden, inclusief omwonenden. Op basis van deze discussie en de objectieve criteria zou een voorstel aan de raad gedaan kunnen worden, waarbij de raadsleden ook geïnformeerd worden over de niet genomineerde locaties.
Het besluit dat daarna valt, is dan het resultaat van openbare afweging, voldoende communicatie met betrokkenen en ruim inzicht in alle argumenten voor elk van de genomineerde locaties. Ook in zo’n geval kan sprake zijn van weerstand tegen de uiteindelijk gekozen locatie, maar de keuze zou verdedigd kunnen worden op basis van openbaar vergaarde argumenten en van een voor iedereen inzichtelijke afweging. Pas op die wijze kan je als openbaar bestuur geloofwaardig maken dat je zorgvuldig omgaat met maatschappelijke pijnpunten en tast je het vertrouwen in het openbaar bestuur (dat bij velen toch al niet hoog scoort) niet nog verder aan.

Eigenlijk een logische procedure, was de reactie bij verschillende mensen die ik dit voordroeg. Maar waarom heeft het college niet zo gehandeld? Dat is een vraag die ik mijzelf ook stel. Ik vrees dat we bij de aplombte keuze van het college opnieuw getuige zijn van de totaal introverte werkwijze die binnen het bureaucratische apparaat op het stadhuis – waarbij de wethouders zich hebben aangepast – heerst. Misschien heeft het ook te maken met de angst voor maatschappelijke discussie, hoewel die feitelijk tot de kenmerken van openbaar bestuur moet worden gerekend. En we hebben het al vaker meegemaakt: voor het kleine werk staan tientallen communicatieadviseurs in de startblokken, maar bij maatschappelijk gecompliceerde zaken vervaagt alle lak en treedt de leidende cultuur binnen het stadhuis aan het daglicht: het gebrek aan feeling om open te discussiëren met onze stadgenoten en gebruik te maken van de creativiteit die juist buiten het stadhuis ruimschoots aanwezig is.
Het doet daarom wat wrang aan als in de notitie aan de locatiekeuze slechts één alinea tekst wordt gewijd, waarmee de blindheid voor datgene dat maatschappelijk leeft naar voren komt. In de communicatieparagraaf van deze notitie wordt vermeld dat ná het collegebesluit de burgers inzicht wordt gegeven in de afweging voor het instellen van de gebruikersruimte. Dat is dus te laat en bevestigt het gevoel bij mensen dat er wel over maar verder zonder hen besluiten worden genomen!

Ik schrok overigens van de kosten. De inrichting van het gebouw aan de Kleine Haag kost minimaal 1,6 miljoen euro, de jaarlijkse lasten 1,4 miljoen euro. De overige maatschappelijke lasten – dus inclusief medische kosten en schade door criminaliteit, -veroorzaakt door zestig drugsverslaafde overlastveroorzakers, liggen uiteraard nog veel en veel hoger.

Written by raphaelsmit

19/06/2005 at 23:06

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

De sprookjes rondom De Bron

Zaterdag 18 juni 2005

De plannen voor De Bron zijn gepresenteerd. De Bron is het centrale gebied van Vathorst. In dit gebied worden enkele duizenden woningen gebouwd. Een verslag over de presentatie van het plan, deze week door de stedenbouwkundige Ashok Bhalotra en wethouder Paul Strengers, levert stof op voor enkele kanttekeningen.

In De Bron komen relatief veel dure huizen. Dat zal wel moeten, want in De Velden zijn verschillende dure projecten herontwikkeld omdat er onvoldoende kopers waren. Dure woningen leveren het ontwikkelingsbedrijf OBV meer grondopbrengsten op. Om het financiële plaatje rond te krijgen, zullen in De Bron dus relatief veel dure huizen moeten worden gebouwd om de balans weer in evenwicht te brengen. Bijna veertig procent van de woningen in De Bron krijgt het predikaat ‘duur’ en ruim een kwart krijgt het predikaat ‘dure middenklasse’.
Er wordt dus uitgegaan van een optimistische verwachting over de economie en de koopbereidheid onder de vermogende woningzoekenden. Geen probleem, aldus wethouder Strengers: ‘Het gaat juist heel goed met de verkoop van dure huizen.’ De wethouder leest dus geen kranten of vlucht weer eens in een ongefundeerd smoesje.
Een probleempje kan er ontstaan voor de sociale woningbouw. De gemeenteraad heeft vastgesteld dat 35 procent van de woningen in Vathorst moet worden gebouwd in de categorie sociale huur en –verkoop: dertig procent vinexopgave en vijf procent extra ten behoeve van de binnenstedelijke stadsvernieuwing. In Velden en De Laak wordt dit percentage niet gehaald. Dat beeld ziet er voor De Bron nog somberder uit: minder dan een kwart van de woningen krijgt het predikaat ‘sociale huur en koop’ mee.

Een wat deftige buurt moet het dus worden, ommuurd door hoogbouw en met 1.700 woningen binnen deze wal van hoogbouw. Maar alle deftigheid ten spijt, volgens Bhalotra moeten er in De Bron feesten komen, met een openluchtbioscoop of Bollywoodparties, met galerieën en modewinkeltjes. ‘De Bron kan daardoor soms lawaaiig zijn,’ aldus Bhalotra. Hoed je voor dergelijke praatjes van stedenbouwkundigen, er moet weer eens iets verkocht worden met behulp van het vertellen van onzinnige sprookjes. Maar een oude volkswijsheid luidt: sprookjes zijn bedrog.

CDA-voorzitter laat zich graag bedotten

Vrijdag 17 juni 2005

In de Amersfoortse Courant geven woordvoerders uit verschillende fracties hun mening over de positie van wethouder Piet Jonkman, nadat deze een belofte aan de gemeenteraad heeft gebroken en zonder vooroverleg 600.000 euro aan de provincie heeft toegezegd. CDA-fractievoorzitter Salverda stelt zijn politiek onbenul wederom onder bewijs. Hij is mild en vindt zelfs dat Jonkman het goed heeft gedaan door op eigen houtje afspraken te maken. ‘Het is altijd een beetje moeilijk om in een proces met veel partijen precies op het goede moment iedereen op de hoogte te brengen,’ aldus het CDA-raadslid. Hij vindt het dus geen probleem wanneer buiten hem om collegeleden verplichtingen dreigen aan te gaan en het daarbij nalaten om de raad op het afgesproken moment daarover te informeren. Het zal je volksvertegenwoordiger maar wezen!
Ik zou er geen traan omlaten indien de raad de wethouder dwingt tot het nemen consequenties nadat hij heeft gezondigd tegen een van de grondbeginselen binnen de parlementaire mores. Maar van de andere kant denk ik ook: laat deze wethouder de laatste maanden tot aan de verkiezingen maar rustig verder krukkenbenen. Voor de stad heeft hij weinig waarde, dus bijzonder veel schade kan hij niet meer aanrichten. We kunnen hem dan in elk geval tijdens de komende verkiezingsdebatten ter verantwoording roepen voor zijn disfunctioneren!

Voorzichtigheid blijft geboden rondom baggerstort

Donderdag 16 juni 2005

De provincie keurt alsnog het bestemmingsplan voor de baggerstort bij Vathorst, zoals door de gemeenteraad vastgesteld, goed. Het provinciale bestuur is daartoe gedwongen door een uitspraak van de Raad van State. De gemeenteraad had in het bestemmingsplan, dat het onder dwang van de provincie moest vaststellen, de precieze 33 hectare vastgelegd waar de stort zou moeten komen. De provincie corrigeerde dat en wees een veel groter gebied van 92 hectare aan. De gemeenteraad en een aantal organisaties, zoals de bewonersvereniging uit Vathorst, de SGLA en GUS, gingen tegen dit besluit van de provincie in beroep. En met succes, zodat de provincie heeft moeten terugkomen op haar onzalige opvatting.

End goed, al goed? Beslist niet. Weliswaar lijkt het er steeds meer op dat voor het verwerken van de bagger in onze provincie de stort naast Vathorst al lang niet meer nodig is. Maar de provincie heeft onlangs de milieuvergunning voor de baggerstort moeten verlenen omdat de aanvraag daartoe voldeed aan alle voorwaarden, inclusief het door de provincie afgedwongen bestemmingsplan. En omdat de provinciegrenzen sinds enkele jaren geen bindende factor meer zijn, kan de firma Smink nu bagger uit heel Nederland aannemen en verwerken. Gelukkig spelen transportkosten bij dit alles een doorslaggevende rol, maar als elders in ons land de nood groot is en het bagger naar de lippen stijgt, is zo’n beschikbare locatie misschien wel de uitweg. Zolang het bestemmingsplan er ligt en de vergunning is verleend, is er alle reden om de feestvreugde na de rechterlijke uitspraak wat te temperen.

Paul Strengers heeft mijn hartelijke steun!

Woensdag 15 juni 2005

Sommige geruchten zijn vermakelijk, je kunt slechts hopen dat het gerucht op waarheid berust want een beetje humor in de politiek is nooit weg. Het gerucht luidt dat Paul Strengers links en rechts aan het lobyen is om lijsttrekker te worden voor de VVD!
Ik steun hem van harte bij deze pogingen, neen, ik wil hem er zelfs toe aanmoedigen. Het dossier dat ik heb van al zijn misstappen, verkeerde uitspraken en nog veel meer is voldoende voor meerdere verkiezingscampagnes. De partijen in onze stad kunnen zich geen andere VVD-lijsttrekker wensen dan Paul Strengers – met uitzondering van de VVD zelf uiteraard. Maar of die partij dat weet? Ik hoop van niet!

Wethouder Van ’t Veld: slechte adviezen of een blackout

Dinsdag 14 juni 2005

Ze zou ons informeren. Ze zou serieus naar alternatieven zoeken en de resultaten van die zoektocht aan de gemeenteraad voorleggen. Er zou goed gecommuniceerd worden met betrokkenen. Alle geruchten die de ronde deden waren voorbarig. En toch is het gebeurd: zonder enig vooroverleg met de raad, zonder een openbare afweging van overwegingen, zonder merkbare pogingen om voldoende maatschappelijk draagvlak te creëren, heeft wethouder Mirjam van ’t Veld besloten dat de gebruikersruimte voor drugsverslaafden aan de Kleine Haag wordt gevestigd, in een van de opvallende gebouwen bij een belangrijke toegangsweg naar de binnenstad en op steenworpafstand van de omstreden dagopvang aan de Stovestraat.

‘Autistisch’ noemen de omwonenden het optreden van de wethouder. Dat is mild uitgedrukt. Het heeft haar in elk geval ontbroken aan de wil om, stap voor stap, voldoende commitment voor haar besluit te vergaren. Op een gevoelige plek wordt, bij decreet, een ruimte geopend waar dag en nacht zestig drugsverslaafden in en uit kunnen lopen. Eigenlijk kan ik maar een conclusie trekken: haar ambtelijke adviseurs moeten wel een grote hekel hebben aan de wethouder, want anders doe je haar zoiets toch niet aan!

Written by raphaelsmit

19/06/2005 at 09:13

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Liever geen besluiten dan impliciete besluiten

Maandag 13 juni 205

Impliciete besluitvorming is een van de ondingen waarmee je als raadslid kan worden geconfronteerd. Je stemt na veel discussie voor A en je hebt daardoor automatisch, maar zonder veel discussie, ook voor B gestemd. De commissie ECO kreeg deze avond twee van dergelijke gevallen op haar bordje.

De mogelijke gemeentelijke bijdrage van 600.000 euro voor De Schammer blijkt gekoppeld te zijn aan een provinciale bijdrage van 2 miljoen euro voor de ontwikkeling in Vathorst-Noord. Dat deelde althans wethouder Piet Jonkman mee, daarmee de commissie onder druk zettende om in te stemmen met de bijdrage voor De Schammer. Een bijdrage overigens die hij – onder voorbehoud van goedkeuring door de raad, zo bezwoer hij – al heeft toegezegd aan de provincie.
Maar GS besluit pas later deze maand over de bijdrage voor Vathorst-Noord. Welke voorwaarden GS daaraan verbindt, is nog niet bekend, maar als de recente provinciale bijdrage voor het Soester ecoduct als voorbeeld mag dienen, kunnen we nog voor verrassingen komen te staan. Er zou, kijkend naar Soest, bijvoorbeeld een voorwaarde op het vlak van ‘rood voor groen’ boven tafel kunnen komen. Het lijkt mij daarom de moeite waard om eerst maar eens het besluit van GS over Vathorst-Noord af te wachten, voordat de Amersfoortse gemeenteraad de discussie over de bijdrage aan De Schammer voortzet.
Dat met een voorstel voor een bijdrage aan De Schammer ook een uitspraak wordt gedaan over de fietstunnel onder de A28 tussen Schuilenburg en De Schammer, had niet gehoeven, er zou nog een apart voorstel voor komen. Toch heeft wethouder Jonkman de kwestie van deze fietstunnel impliciet aan het Schammerbesluit gekoppeld, wat de discussie over dit onderwerp alleen maar nog schimmiger maakt.

Het tweede impliciete besluit betreft de verplaatsing van het woonwagenkampje De Birkt. Daaraan gekoppeld is een impliciet besluit over de verplaatsing van de woonboten in de Eem, zoals wethouder De Wilde desgevraagd bevestigde. Besluit de raad voor handhaven van het woonwagenkampje op zijn huidige plaats, dan is verplaatsing van de woonboten ook niet aan de orde, zo bevestigde hij. Een interessant gegeven, want feitelijk is de discussie over de woonboten nog lang niet afgesloten.
Een heikel punt is bijvoorbeeld waar de nieuwe ligplaatsen voor de woonboten worden gereserveerd. Het college heeft een plek bij De Koppel voorgesteld. Hiertegen zijn de bewoners al in opstand gekomen. Enkele tientallen families die nu nog vrij uitzicht over het water hebben, krijgen volgens de plannen van het college woonboten voor hun deur. Niet dat zij iets tegen de woonbootbewoners hebben, zo deelden zij mee, maar zij verzetten zich wel tegen het verdwijnen van het vrije uitzicht dat zij nu nog hebben. En wie verbaast zich daarover?
De discussie in de raad hierover moet nog plaatsvinden, maar die lijkt vrijwel overbodig te worden indien voor verplaatsing van het woonwagenkampje wordt besloten en daarmee impliciet voor de positie van de woonboten. Eigenlijk is dat op zichzelf al reden genoeg om tegen het verplaatsen van het woonwagenkampje naar de Middelhoefseweg te zijn.

En weer laat het OBV de bewoners in de kou staan

Zondag 12 juni 2005

Bureaucratisch denken of slechte directievoering kan er toe leiden dat een ontwikkeling waarover het gemeentebestuur zich zou moeten verheugen, zwaar onder druk komt te staan. Om maar eens een voorbeeld te nemen: de tennisvereniging in Vathorst.

Stenen stapelen is geen kunst. Zorgen dat in een nieuwe wijk ook een goed leefklimaat en een hechte samenleving ontstaat, vergt veel meer inspanning. Het gemeentebestuur moet zijn zegeningen tellen als in een nieuwe wijk bewonersinitiatieven ontstaan waardoor mensen zich in hun nieuwe omgeving thuis gaan voelen en waarmee – indirect – de aantrekkelijkheid van het nieuwe gebied wordt vergroot. Ik doel in dit geval op Vathorst.
‘Een wereld van verschil’ Dat is het thema dat het gemeentebestuur heeft gekozen voor de ontwikkeling van Vathorst. De bewoners in Vathorst hebben zelf een steentje bijgedragen bij de invulling van dit thema. Het is in onze stad nog niet eerder voorgekomen dat, nog vóór de eerste woning wordt opgeleverd, er al een actieve bewonersvereniging is opgericht: constructief en professioneel opgezet. Het unieke blijkt alleen al doordat de gemeente de aanwezigheid van de bewonersvereniging heeft aangegrepen om de gebruikelijke subsidies voor samenlevingsopbouw in Vathorst achterwege te laten. Hoe het geld daarna is ingezet, is een ander verhaal, een verhaal waarmee de gemeente tegenover de bewoners een minder goede beurt heeft gemaakt.

De betrokkenheid van de bewoners in Vathorst heeft er toe geleid dat er al zeer spoedig een groep mensen het initiatief werd genomen tot het oprichten van een tennisvereniging. De gemeente Heeft in Vathorst immers ruimte voor tennisbanen gereserveerd: acht bij De Brink en een nog groter aantal in Fithorst. Het is algemeen bekend: het verenigingsleven is de specie binnen de samenleving, zeker in een nieuw gebied als Vathorst. Je zou zo’n nieuwe vereniging dus in de watten moeten leggen. Maar dat is nu weer iets te veel gevraagd. Het is overigens vooral de rol van het ontwikkelingsbedrijf OBV die op dit punt dubieus kan worden genoemd, maar daarvoor draagt het gemeentebestuur vijftig procent verantwoordelijkheid.
Terwijl het aantal aanmeldingen voor de nieuwe tennisvereniging, die dus nog geen banen heeft, al in de buurt van de vijfhonderd ligt en wekelijks groeit, moet het bestuur van de nieuwe vereniging een belangrijk deel van zijn tijd besteden aan de problemen die het OBV weet te creëren. De acht geplande banen bij de Brink blijken er ineens zes te zijn. Een simpele oplossing voor dit probleem zou zijn dat de nieuwe vereniging ook de beschikking krijgt over de geplande banen in Fithorst. Er is veel te zeggen voor het onderbrengen van de twee complexen bij één vereniging, alleen al door de synergie die dit oplevert en het feit dat je geen twee parallelle vrijwilligersbesturen hoeft op te zetten.
En er speelt nog iets anders: sportvoorzieningen koppelen aan het verenigingsleven vergroot de betrokkenheid van mensen bij hun wijk en creëert een noodzakelijk middenkader. Bij de tennissport geldt ook nog dat tennissen in verenigingsverband goedkoper is dan tennissen op banen die commercieel worden uitgebaat. Hoe dan ook: het getuigt van wijsheid wanneer het gemeentebestuur en het OBV initiatieven en verantwoordelijkheden zoveel mogelijk bij bewoners neerlegt. Dat komt de samenleving in een wijk ten goede.

Maar Kafka wint het vaak van de logica. Dus ziet het er naar uit dat het OBV de tennisbanen bij Fithorst verpatst aan een commerciële onderneming, waarschijnlijk de firma die ook het complex in De Brandt exploiteert. Een gedegen bedrijf, dat staat buiten kijf. Ik ben zelf jarenlang lid geweest van De Pellikaan en heb daar geen negatieve herinneringen aan. Maar ik ben daarnaast ook lid van tennisvereniging ALTA en dan vallen mij twee dingen op. In de eerste plaats: het lidmaatschap van De Pellikaan kostte mij vijf keer zoveel als van ALTA (een vereniging die niet bekend staat om zijn lage contributie) en bij ALTA hoef ik geen ingewikkelde afspraken te maken als ik eens een uurtje een balletje wil slaan. Ten tweede (en dat vind ik eigenlijk nog belangrijker): ik heb iets met mijn tennisvereniging en daardoor ook met de buurt waar ik speel en woon(de). Dat gevoel heeft de commerciële Pellikaan mij nooit kunnen geven. Ik vind daarom de vercommercialisering van de tennisfaciliteiten in Vathorst een slechte, domme keuze!

Written by raphaelsmit

14/06/2005 at 05:53

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Risico’s rond Vathorst worden vergoeilijkt

Zaterdag 11 juni 2005

De Amersfoortse Courant besteedt deze dag een complete pagina aan de ontwikkeling van Vathorst. Rode draad in het artikel: de verkoop van woningen loopt achter op de oorspronkelijke planning en de bouw van kantoren en bedrijven ligt nagenoeg stil. Volgens het ontwikkelingsbedrijf OBV gaat het echter nog steeds voor de wind, maar de krant constateert dat het ontbreekt aan voldoende inzicht in de werkelijke getallen. Het ziet er naar uit dat de risico’s worden verdoezeld en we de rekening pas over een aantal jaren krijgen gepresenteerd. Slechts een onverwachte opleving van de economie en daarmee gepaard gaande krachtige stijging van de vraag kunnen het tij keren.

Het artikel bevestigt het gevoel dat mij steeds meer bekruipt en dat mij er onlangs toe bracht om – naar aanleiding van de bijgestelde grondexploitatie voor Vathorst – aan het college een groot aantal vragen te stellen. Het valt bijvoorbeeld op dat het ontwikkelingsbedrijf in zijn kwartaalrapportages stagnerende afzet steeds vergoeilijkt met de opmerking dat iets ‘op rente wordt gezet’. Dat houdt dus in dat stagnatie niet deert omdat het renterisico bij de latere afzet wordt verhaald op de afnemer.
Bij de afzet van woningen is het dus uiteindelijk de koper die de stagnatie moet financieren, door hogere prijzen of door een uitgekleed product. Bij de uitgifte van bedrijfsterreinen en kantoorlocaties is het vooral de gemeente die moet bloeden. Zo had de ontwikkeling van de kantoorlocatie Podium, waar honderdduizend vierkante meter kantoorruimte moet komen, al in volle gang moeten zijn. Over de verplichte afname van de bouwgrond zijn nieuwe afspraken gemaakt tussen het OBV en de gemeente, maar daarbij wordt wel gespeculeerd op een spoedige opleving van de kantorenmarkt.
Vindt die niet plaats – en daar ziet het naar uit – dan mag de gemeente uiteindelijk de rekening betalen. Temeer omdat het gemeentebestuur, dat tegen alle waarschuwingen vijf jaar geleden besloot om bij de kantorenbouw als projectontwikkelaar te gaan optreden, niet de verrekeningsmogelijkheden heeft die de commerciële partijen in dit project hebben.

Formeel gelijk leidt tot menselijke drama’s

Vrijdag 10 juni 2005

De gemeente zet de strijd tegen de vaste bewoners op Midland Parc door. De bewoners op dit park die niet elders over een tweede (hoofd)woning beschikken, dreigen boetes en uitzetting. Voor tientallen gezinnen dreigen dramatische toestanden te ontstaan.

Formeel staat de gemeente in zijn recht. En voor de meeste bewoners in het recreatiepark geldt dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het risico dat zij bij de aankoop van de recreatiewoningen hebben genomen. Toch moet je oog hebben voor de wijze waarop veel van de bewoners hun eigendom op Midland Parc hebben verworven. Ontwikkelaar en makelaars hebben bij hun verkoopacties het risico gebagatelliseerd, de gemeente was in de periode waarin de verkoop plaatsvond in allerlei juridische procedures verwikkeld die ruimte lieten aan optimistische verwachtingen bij de aspirant-kopers en uit onderzoek is gebleken dat de gemeente rondom Midland Parc zelf heel wat steken heeft laten vallen.
De minister heeft gemeenten de mogelijkheid geboden om een generaal pardon toe te passen bij continue bewoning van recreatiewoningen. Ik ben niet zover dat ik bij Midland Parc voor deze oplossing pleit. Maar het zou de gemeente sieren indien niet alleen de formele weg wordt afgelegd maar ook eens rekening wordt gehouden met individuele drama’s die zich beginnen af te tekenen. Daar waar meerdere mogelijke oplossingen bestaan, mag ook wel eens naar de menselijke kant van de zaak worden gekeken. Met het deporteren van de huidige bewoners maak je het gebied niet groener, de huisjes staan er intussen (mede door het slordige beleid van de gemeente) en zullen blijven bestaan, dus waar ligt de winst?

Huiswerk te laat gemaakt: gemeente mag bloeden

Donderdag 9 juni 2005

Minister Dekker heeft deze week een vette brief gestuurd aan de Tweede Kamer waarin zij de stand van zaken beschrijft bij de ‘Voortgang Actieprogramma Herstructurering 56 wijken’. Het gaat om de stadsvernieuwingswijken waarvoor het Rijk extra subsidies verschaft, waarbij het voor de komende jaren om een bedrag van 1,3 miljard euro gaat. En ja, het is ons stadsbestuur gelukt om zich ook in deze brief op de kaart te zetten. De minister meldt dat voor 53 wijken prestatieafspraken met de gemeenten zijn afgesloten, voor drie wijken is dat nog niet gelukt. Twee daarvan liggen in onze veelbesproken Keistad: Kruiskamp-Koppel en Randenbroek (de derde is Utrecht-Overvecht). De minister verwacht dat voor deze drie wijken begin juni de handtekeningen onder de prestatieafspraken worden gezet.

Ik vrees dat de minister wordt teleurgesteld. Zeker als je in de brief leest wat de gemeente moet hebben geregeld alvorens de prestatieafspraken kunnen worden getekend. Er moet maatschappelijk draagvlak voor de plannen zijn, de bewoners moeten bij de ontwikkeling van de plannen zin betrokken en essentiële zaken zoals vergoedingen bij verhuizingen, noodzakelijk door sloop-nieuwbouwplannen, moeten zijn geregeld. Dat we in Amersfoort ver achter lopen, is vooral ons college, en met name verantwoordelijk wethouder Piet Jonkman, te verwijten.
De stadsvernieuwing die in onze stad plaatsvindt – bijvoorbeeld de Spoorwegzone en de omgeving van het Neptunusplein – is het resultaat van beleid dat vele jaren geleden op de rail is gezet. Nieuwe plannen verkeren allen nog in een prematuur stadium, het college heeft zijn tijd zitten te verslapen. Alle aandacht was op de grootschalige nieuwbouwplannen zoals Nieuwland, Vathorst en CSG-Noord gericht. De stadsvernieuwing vond vooral plaats op het WSO-terrein, dus vooral beheersgericht. Op het SOB-terrein, bij de ontwikkelingssector, heeft de stadsvernieuwing een veel te lage prioriteit gehad.
Het accent dat de stadsvernieuwing in onze stad kreeg wijkt nogal af van de stadsvernieuwing in de meeste andere steden en van de opvattingen van de minister. Die legt in haar brief het accent vooral op de fysieke vernieuwing: sloop en nieuwbouw en ingrijpende renovatie van woningen. Dat de wethouder zelf ook nattigheid voelt blijkt uit een recente brief van hem: als de inspraak met bewoners meer tijd vergt dan moet dat maar ten koste gaan van de rijksbijdrage. De werkelijkheid is: hij is gewoon te laat begonnen met zijn huiswerk, de stad loopt nu grote kans de rekening daarvoor gepresenteerd te krijgen.
Overigens is de woningbouwcorporaties op dit punt weinig te verwijten: het is vooral dankzij de door hen uitgeoefende druk dat er überhaupt nog iets gebeurt op het punt van de fysieke stadsvernieuwing.

Twee visies: Zuiderpark en waterwingebied

Woensdag 8 juni 2005

Deze dag stond een Nirov-excursie naar het Zuiderpark in Rotterdam op het programma. Dit park wordt op ingrijpende wijze gerenoveerd, als onderdeel van de omvangrijke stadsvernieuwing in Charlois en Fijenoord. Alles wat in Amersfoort bijvoorbeeld fout ging bij de plannen voor het waterwingebied tussen Liendert en Rustenburg, ging in de Maasstad goed: betrokkenheid van bewoners, uitbreiding van het groenareaal en noem maar op.
Opvallend waren opmerkingen van verschillende stedenbouwkundigen die deelnamen aan de excursie: het bestaande groen in stadsvernieuwingsgebieden is kostbaar goed, belangrijk voor de kwaliteit in de renovatiegebieden en is het waard om in stand te houden. Voorbeelden ten over in ons land, maar ons eigen gemeentebestuur denkt daar heel anders over. Die vindt dat het groen in onze stadsvernieuwingbuurten aan de royale kant is en beschikbaar moet zijn voor aanvullende bebouwing. Een misvatting, dunkt mij!

Written by raphaelsmit

13/06/2005 at 06:11

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Boeiende bijeenkomst met matige opkomst

Maandag 6 juni 2005

Het architectuurcafé trok deze avond opvallend weinig bezoekers. Naast wethouder Gerda Eerdmans, een ambtenaar en het, dit schrijvende, raadslid waren nog vier bezoekers naar het Rietveldpaviljoen getogen. En dat terwijl ook een speciale mailing naar mensen uit het onderwijs was verstuurd. Dat laatste was een goede gedachte: op het programma stond een uiteenzetting over creatieve manieren waarop architecten en ontwerpers door middel van opvallende paviljoens de ruimtenood bij scholen hebben verlicht. Dat verklaart dan ook de aanwezigheid van Gerda Eerdmans, die daarvoor overigens een pluim verdient: in het algemeen schitteren de bij dit soort bijeenkomsten over architectuur de betrokken wethouders door afwezigheid, behoudens wanneer zij expliciet zijn uitgenodigd als inleider.

Wat tijdens het architectuurcafé werd vertoond was een aantal paviljoens, SchoolParasites genaamd, die onder de vleugels van de stichting Wimby (Welcom in my backyard) zijn ontwikkeld om de ruimtenood bij scholen in de Rotterdamse vernieuwingswijk Hoogvliet te helpen oplossen. Geen troosteloze noodgebouwtjes, maar sculpturale bouwwerkjes die intussen door de schooljeugd en hun ouders beschermingsvol zijn omarmd. De, in ontwerp totaal verschillende, SchoolParasites hebben vorig jaar terecht de Nederlandse Designprijs 2004 ontvangen.
Boeiend was hoe de vonk oversloeg tussen het creatieve enthousiasme van de ontwerpers en de kleine groep aanwezigen. Tot de ontwerpers behoren Christoph Seuferth, Barend Koolhaas (naar ik meen ook de ontwerper van De Kamers in Vathorst) en bureau Onix. Deze informatie heb ik overigens via internet moeten vergaren, ze ontbraak op de uitnodiging, waarschijnlijk is dat mede de oorzaak van de geringe belangstelling deze avond. Een nuttige bijeenkomst die hopelijk een inspiratiebron is geweest voor Gerda Eerdmans – met daarbij de hoop dat de stichting Wimby ook in Amersfoort zijn visitekaartje mag achterlaten!

Gebrek aan visie slaat debat dood

Zondag 5 juni 2005

De afgelopen dagen hoorde ik van verschillende kanten dat de behandeling van de Kadernota bij veel aanwezigen in de raadszaal een katergevoel heeft achtergelaten. De belangstelling en respons (ook in de media) was gering, een echt debat vond niet plaats en met name bij de algemene beschouwingen ontbrak het aan inspiratie. De enige uitspringende bijdragen bij de algemene beschouwingen kwamen van de VVD en (naar anderen mij meedeelden) van Jouw Amersfoort, de overige fracties reageerden vooral op de boodschap die het college in de Kadernota meegaf, en die was niet zo inspirerend.

Dat had anders gekund. In mijn jongere jaren was ik raadsverslaggever en enige tijd voorlichter in Amsterdam. De begroting die in die tijd door het hoofdstedelijke college werd aangeboden, ging vooraf door een algemene beschouwing die altijd aanleiding gaf tot politiek debat. Er werd een uitgebreide visie gegeven op maatschappelijke ontwikkelingen en de uitwerking daarvan op gemeentelijke begroting, de relatie met Den Haag en andere overheden werd onder de loep genomen en het college presenteerde haar eigen politieke insteek. Iets heel anders dus dan het ambtelijke verhaal waarmee we in Amersfoort worden getrakteerd en dat weinig inspiratie biedt voor boeiende debatten.
Doorslaggevend is natuurlijk de vraag: heeft ons college wel een visie? Wat je niet hebt, kan je niet tonen. En als de coalitiepartijen niet de moed of mogelijkheid hebben om tegenover een visieloos collegestuk een eigen visie neer te zetten of anderen uit te dagen tot een inhoudelijk debat, dan is er geen hond die enige aandacht besteedt aan de discussie in de raadszaal. Zo blijven we lekker onder elkaar, in onze eigen politieke biotoop. Wat blijft is de constatering dat de afstand tussen kiezer en gekozene uitgroeit tot een gevaarlijke kloof. En wat blijft is het hoopvol wachten op een nieuw college dat wél visie heeft, dat wél weet te inspireren en dat de moed heeft de discussie aan te gaan

Written by raphaelsmit

07/06/2005 at 12:39

Geplaatst in Uncategorized