Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for oktober 2005

leave a comment »

Verkiezingsprognoses: het is maar wat je er uit haalt

Vrijdag 28 oktober 2005

De 18de september was voor onze Duitse oosterburen een sensationele dag. De verkiezingen vonden plaats en de verwachte winst van de CDU bleef uit, de SPD miste op een haar na de overwinning. Alle prognoses bleken van weinig waarde te zijn geweest, het kiezersonderzoek zat er flink naast. Daaraan moest ik ook denken toen ik deze week het persbericht las over de Stadspeiling en de verkiezingsprognoses die daarin zijn opgenomen. In het algemeen moet je persberichten over het politieke klimaat, uitgegeven door onze gemeentelijke propaganda-afdeling sowieso met een korreltje zout nemen, voor het persbericht met de kop ‘Amersfoort positiever over gemeentebestuur’ is het zout niet aan te dragen.

Veel stemmers zouden vooral naar de landelijke politiek kijken, aldus het persbericht. Deze conclusie laat bij velen de opvatting postvatten – ook bij de media – dat plaatselijke partijen er niet meer zoveel toe doen. Een conclusie die getrokken werd op basis van een gedateerd onderzoek en zonder naar de historische achtergrond bij de Stadspeiling te kijken. Maar ja, wie propaganda wil bedrijven, heeft weinig behoefte aan nuance of een kijkje achter de cijfers.
Volgens de Stadspeiling, ergens in het voorjaar van dit jaar uitgevoerd, Zou Leefbaar Amersfoort niet meer dan 3,9 procent van de stemmen krijgen. Voor de BPA was de uitslag van de peiling nog dramatischer, namelijk 1,7 procent, wat misschien net genoeg is voor één zetel in de raad. Als ik de weblog van Ruud Schulten goed heb gelezen, is na de presentatie van de cijfers binnen de BPA de pleuris uitgebroken.
Maar aan dezelfde geënquêteerden is ook gevraagd wat zij in 2002 hebben gestemd. Bij die uitkomst scoren Leefbaar Amersfoort en de BPA gelijk hoog (of laag): 2,7 procent. Dat is opmerkelijk, want bij de verkiezingen in 2002 haalden deze twee partijen respectievelijk 9,0 en 6,1 procent van de stemmen. Dit feit had toch op z’n minst enige aandacht moeten krijgen bij de presentatie van de cijfers uit de Stadspeiling.

Je mag het eigenlijk niet doen, maar het is een aardig spelletje: het projecteren van het verschil tussen de cijfers 2002 uit de Stadspeiling ten opzichte van de werkelijke uitslagen op de 2006-cijfers uit de stadspeiling. Bij een doorberekening van dat verschil zou je de uitkomst voor 2006 tot de volgende getallen moeten corrigeren: 12,6 procent voor Leefbaar Amersfoort, 3,8 procent voor de BPA.
Natuurlijk blijft het een interessant gegeven dat Leefbaar Amersfoort dus fors wint en de BPA behoorlijk op verlies staat. Maar nogmaals, wat is de waarde van dergelijke prognoses, het kan nog alle kanten uit. Ga je van de situatie uit die voor Jouw Amersfoort – de samenwerking tussen Leefbaar Amersfoort en D66 – ontstaat, en je corrigeert de cijfers uit de Stadspeiling op gelijke wijze, dan komt Jouw Amersfoort uit op 16,8 procent, goed voor zeven zetels. Daarbij mag worden opgemerkt dat de gunstige ontwikkeling voor Leefbaar Amersfoort voor een deel weer teniet wordt gedaan door D66. Die partij vertoont een beeld dat een afspiegeling is van de landelijke trend: de Amersfoortse democraten vallen terug van 6,5 procent naar (gecorrigeerd) 3,9 procent.

Maar nogmaals: het zijn allemaal theorieën. De verschillen in cijfers zoals die uit de Stadspeiling naar voren komen, duidt er op dat de getallen meer dan onbetrouwbaar zijn. Dat zal overigens ook voor andere onderdelen van het onderzoek kunnen gelden. Of de kop van het persbericht de werkelijkheid weergeeft, is daarom nog maar de vraag. Voor het kiezersgedrag is er eigenlijk maar één onderzoek echt van betekenis: de verkiezingen op 7 maart!

Written by raphaelsmit

28/10/2005 at 08:38

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Vraagtekens bij actie ‘Veilig op straat’

Donderdag 27 oktober 205

De ‘brief van de dag’, vandaag in de Amersfoortse Courant, is geschreven door Nico Meijer. In de brief maakt Nico Meijer duidelijk dat het er het afgelopen jaar met de veiligheid in onze stad niet beter op is geworden. Dat blijkt ook wel uit recent onderzoek: op sommige onderdelen gaat het iets beter, op andere onderdelen van de openbare veiligheid gaat het ons juist slechter.
Met zijn brief verwoordt Nico Meijer het gevoel dat bij veel inwoners van onze stad leeft. Het college heeft ongeveer een miljoen euro gestoken in de actie ‘Veilig op straat’, maar de resultaten van die actie zijn bedroevend. Eigenlijk heeft de inzet van al dat gemeenschapsgeld maar één uitwerking gehad: een aantal mensen in het stadhuis, onze burgemeester en gemeentesecretaris voorop, hebben op parmantige wijze de indruk proberen te wekken dat zij goed bezig zijn geweest. Ik zou niet weten waarmee, behalve met het uitgeven van veel euro’s ten eigen furore.

Ondanks de problemen: red Omroep Amersfoort!

Woensdag 26 oktober 2005

Ook de Stad Amersfoort heeft deze dag ruime aandacht besteed aan de problemen binnen Omroep Amersfoort. Je kunt je slechts wensen dat er bij ons lokale tv-bedrijf spoedig rust in de tent komt. Ik ben een warm voorstander van onze plaatselijke omroep: welke stad van de grootte van Amersfoort beschikt over een dergelijk medium dat met dagelijkse nieuwsbulletins ons op de hoogte houdt over het wel en wee in onze stad.

Omroep Amersfoort is altijd een marginaal bedrijf geweest – met uitzondering van de korte periode aan het einde van de jaren negentig, toen de BDU voor de verliezen van de omroep opdraaide. Dat de zender nog in de lucht is, is vooral te danken aan de inzet van talloze medewerkers, betaald en onbetaald. Wat de omroep nu dreigt op te breken is het feit dat het enthousiasme van programmamakers, technici en commerciële medewerkers geen garantie is dat ook het management van voldoende kwaliteit is. De actie van het intussen opgestapte bestuur had dit probleem kunnen oplossen, maar door een niet meer van deze tijd zijnde vorm van arbeiderszelfbestuur zijn deze plannen, en daarmee ook het bestuur, weggevaagd.
Om uit de problemen te komen, heeft de omroep drie dingen nodig: een goed bestuur dat de ruimte krijgt om toekomstgericht beleid te ontwikkelen, een directie die bereid is een dergelijk beleid ook uit te voeren en herwinning van zijn zelfstandigheid.
Wat dat laatste betreft: ik las met enige verbazing dat het voorstel van het oude bestuur om een nieuwe directeur aan te stellen en daarmee afscheid te nemen van een programmamedewerker van RTV Utrecht, een brandbrief opleverde van de RTV-Utrecht-directeur Van der Lugt. Die deelde mee zich op verdere samenwerking te beraden indien zijn zetbaas uit Utrecht niet tot directeur zou worden benoemd. Dat de ledenvergadering van Omroep Utrecht zich daardoor onder druk voelde gezet, zegt al voldoende over de relatie tussen Omroep Amersfoort en RTV Utrecht.

Natuurlijk zal RTV Utrecht de lokale omroep in Amersfoort niet direct van de kaart vegen. Een horige lokale organisatie is meer waard, zeker omdat de omroepwet geen fusie tussen beide omroepbedrijven toestaat. Maar het feit dat een medewerker die op de loonlijst van RTV Utrecht staat, bepaalt welke nieuws in Amersfoort aan onze lokale zender wordt gegund of eerst moet worden doorgegeven aan de Utrechtse zender, is op zich al een zaak die een goede relatie tussen Omroep Amersfoort en veel betrokken inwoners in deze stad in de weg staat.

De bemoeizucht van onze provincie

Dinsdag 25 oktober 2005

De animositeit tussen de steden Amersfoort en Utrecht is een lang bestaand iets. De berg zand tussen de tweede steden heeft er al eeuwen toe geleid dat beide steden met de rug naar elkaar toe staan. Voor Amersfoort heeft dat soms nadelige bijverschijnselen: het provinciale bestuur zetelt in de stad Utrecht. Uit veel zaken blijkt dat het provinciale bestuur zijn vizier vooral op de provinciehoofdstad heeft gericht, Amersfoort is een lastige gemeente aan de grens met Gelderland, hooguit te gebruiken als afvalputje voor de provincie.

Het provinciebestuur zou maar al te graag aan alle touwtjes in onze stad willen trekken. Nu doet zich het vervelende feit voor dat onze stad over een college beschikt dat in zijn optreden niet al te overtuigend is. Namen als Strengers, Brink of Jonkman leveren in het provinciehuis slechts een cynische grijns op, de heren vormen nauwelijks een tegenwicht voor de bemoeizucht van onze provinciale bestuurders.
Met de gevolgen hiervan worden we met enige regelmaat geconfronteerd. Enkele voorbeelden: de baggerstort, NV Utrecht en sinds kort ook het verkeersbeleid. Van dat laatste konden we gisteren via de Amersfoortse Courant kennis nemen. Onder de vleugels van het provinciaal bestuur voert de provincie samen met de gemeentebesturen van Utrecht en Amersfoort overleg met het bedrijfsleven over verkeersmaatregelen die ingrijpend kunnen zijn voor onze stad. ‘Kunnen’, want de publicatie is gebaseerd op uitgelekte plannen, betrokkenen aan dit overleg willen daarom niet reageren.
Onze eigen wethouder(s)in dit overleg heeft over de inhoud hiervan nog geen woord meegedeeld aan de gemeenteraad. Het zal wel weer net zo gaan als met de NV Utrecht: de raad komt er op een laat tijdstip achter dat op provinciaal niveau allerlei plannetjes worden uitgewerkt en kan slechts met moeite en met enige politieke druk onze wethouders (bij de NV Utrecht: Strengers en Brink) tot de orde roepen.

Het overleg dat nu plaatsvindt over het verkeer kan nog al wat gevolgen hebben. Ik citeer de krant: ‘Autoverkeer uit de binnensteden weren door nog hogere parkeertarieven en doorgaande wegen afsluiten.’ Dat wij onze historische binnenstad zoveel mogelijk autovrij willen maken, daarvoor hebben we de provincie niet nodig: dat is een al lopend proces. De provincie wil dus meer, en wat dat meer is, is binnen de raad – althans bij de oppositiepartijen – nog niet bekend.
In schriftelijke vragen heb ik het college daarom gevraagd op welke punten het overleg dat in Utrecht wordt gevoerd aansluit bij het door de gemeenteraad vastgestelde beleid. Tevens heb ik gevraagd of het college aan de raad informatie wil verschaffen over het verkeersoverleg. Het ziet er anders naar uit dat we binnenkort worden geconfronteerd met afspraken, in de provinciehoofdstad gemaakt, waarop onze gemeenteraad alleen nog maar ja en amen mag zeggen!

Written by raphaelsmit

27/10/2005 at 11:45

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Haast u voor het grote feest

Maandag 24 oktober 2005

Vandaag ontving ik een persbericht over het grote feest dat onze stad op 10 december in de Stadshal organiseert. Het feest moet de afsluiting vormen van de actie ‘Veilig op straat’. Het kan niet symbolischer: als je een heel jaar hete lucht in beweging brengt, moet dat eindigen met een grote knal. Maar ja, ik gun iedereen zijn feestje, schijnbaar is er genoeg geld voor beschikbaar.

Verbaasd ben ik over de opzet: iedereen is gratis welkom die zijn buurman of buurvrouw meeneemt. De achterliggende gedachte is, aldus het persbericht: ‘wanneer je je buren kent, voel je je meer thuis en voel je je dus veiliger.’ De logica ontgaat mij. Wanneer ik goede buren heb, heb ik geen feestje nodig van de gemeente om nader met de buren kennis te maken. Wanneer ik niet zo goed met mijn buren kan opschieten, zal ik ze beslist niet uitnodigen om gezellig mee te gaan naar een feestje van de gemeente.
Twee mogelijkheden: of de achterliggende gedachte is uit de brein van een van de vele communicatie-adviseurs binnen het stadhuis ontschoten. Of het is een idee van de projectleider zelf, ’s avonds bedacht nadat het twee flesje rode wijn was ontkurkt, het strikje was losgemaakt en de bril op een veilige plek was ondergebracht, waardoor het zicht niet meer zo helder was. Hoe dan ook: een normaal mens zou meteen hebben herkent dat de achterliggende gedachte grote kul is!

Er gaat overigens nogal wat gebeuren in de Stadshal. Bekende presentatoren laten een reeks van activiteiten voorbij gaan: skaters op een heuse ‘ramp’, BMX-fieters, een breakdancegroep, een Panna-demonstratie met de beste Nederlandse Pannaspeler, Shaolin-vechtkunst, zingen onder leiding van Arie Keijzer, gastzanger Brace en de Sisters of Soul ‘Big, Black & Beautiful’. En als je geluk hebt mag je een wintermaaltijd eten en krijg je een kaartje voor een optreden van Gerard Joling. Kosten noch moeite zijn dus gespaard, als we feesten in onze stad, dan doen we dat ook goed!
Het persbericht verraste mij niet, tijdens de vrijwilligersbrunch kondigde onze burgemeester het feest al aan en nodigde impliciet de honderden aanwezige vrijwilligers uit om ook te komen. En iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan de actie ‘Veilig op straat’ wordt voor het grote feest verwacht. Als ik dat allemaal zo optel, vrees ik dat er voor de buren weinig plek overblijft. In de Stadshal is plaats voor 800 stoelen, alle wisselende activiteiten zullen niet in een klein hoekje plaatsvinden, dus de belangstelling onder onze stadgenoten moet ook weer niet te groot worden.

En zoals ik al bij andere activiteiten van onze grote projectleider heb opgemerkt: ik kijk verwachtingsvol uit naar de eindafrekening van de actie ‘Veilig op straat’. En ik ben uiteraard nieuwsgierig of al die inspanning een meer dan normaal resultaat heeft opgeleverd – op dat punt heb ik mijn twijfels. Misschien een aardig onderwerp voor Netwerk: hoe onze burgemeester samen met de gemeentesecretaris de kleren voor de keizer naait!

Risico’s voor het gemeentebestuur als bankier

Zondag 23 oktober 2005

In het weekblad Binnenlands Bestuur van dit weekend wordt aandacht besteed aan het verstrekken van hypotheken door gemeenten aan hun ambtenaren. En ja hoor: Amersfoort staat weer eens op de kaart, ons gemeentebestuur heeft 111 miljoen euro aan hypotheken uitstaan bij zijn medewerkers. De gemeente behoort hiermee tot een van de grootste hypotheekverstrekkers in onze stad, een prestatie waarop menig commercieel bedrijf trots zou zijn!

Ik heb het maar eens even snel uitgerekend: bij een gemiddeld hypotheekbedrag van 250.000 euro (wat waarschijnlijk nog aan de hoge kant is) hebben ongeveer 450 ambtenaren een hypotheek via de gemeente. Uiteraard bevindt zich binnen dit aantal ook een deel dat bij vroegere dienstonderdelen werkt die intussen zijn geprivatiseerd. Maar ik vermoed dat op zijn minst elke tweede ambtenaar op het stadhuis financiële verplichtingen heeft tegenover zijn werkgever. Dat levert, naast mentale verplichtingen, in elk geval een grote mate van immobiliteit op, want vertrek uit gemeentelijke dienst leidt tot beëindiging van de hypotheekverhouding, met uitzondering van het verlaten van de dienst door vut of pensioen.
Dat zoveel ambtenaren zich van de geboden mogelijkheid hebben bediend, is logisch. Vrijwel nergens krijg je een hypotheek tegen zo’n lage rente. Een medewerker van de Rabobank – geen kleintje bij hypotheekverstrekking – heeft tegenover mij wel eens verzucht: daar kunnen wij niet tegen concurreren! Ambtenaren die bij de gemeente een hypotheek afsluiten, hoeven zich ook niet bezig te houden met administratieve kosten want die worden door de gemeente gedragen. Voor de gemeente is het verstrekken van hypotheken een aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarde waarmee je gemakkelijker personeel aantrekt en binnen de tent houdt.
Toch schuilen er wel nadelen aan, even afgezien van het effect van immobiliteit. In het voorjaar van 2004 kwam een zaak aan het licht waarbij bij de hypotheekverstrekking iets fout was gegaan op een wijze die bij een serieuze, gespecialiseerde hypotheekverstrekker niet zou zijn voorgekomen. In mijn omgeving heb ik ervaren dat de ambtenaren die bij de administratie van het hypotheekgebeuren zijn betrokken, totaal ongeschikt zijn op het punt van klantbenadering en adequate communicatie.

Het grootste probleem zie ik echter in het risico bij ingrijpende marktveranderingen. Indien de huizenmarkt instort, bijvoorbeeld door heftige rentewijzigingen of ingrepen in de mogelijkheid tot hypotheekrenteaftrek, loopt de gemeente een groot risico. Een onderzoek dat onlangs, in opdracht van de Raad voor Onroerende Zaken, door Ecorys (de fusie tussen het vroegere Kolpron en het NEI) is uitgebracht, geeft een overzicht van de risico’s die de gemeente loopt. Ingrepen in de hypotheekrenteaftrek – en die zijn de komende vijf jaar te verwachten – kunnen in het ergste geval leiden tot een waardevermindering van het particuliere onroerende goed tot dertig procent. Indien zich dat voordoet, heeft de gemeente een bedrag van meer dan honderd miljoen aan leningen uitstaan, door de gemeente gefinancierd, waarvoor niet meer de noodzakelijke onderpand aanwezig is. Ik ga dan nog even voorbij aan de aflossingsproblemen die in dat geval bij de hypotheeknemers kunnen ontstaan.

Written by raphaelsmit

25/10/2005 at 10:01

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

De jacht op wethouder Van ’t Veld

Zaterdag 22 oktober 2005

De tijd van geruchten breekt aan. Partijen stellen hun kandidatenlijsten op en bespreken de mogelijke wethouderkandidaten. De uitkomsten van dit alles kunnen van invloed zijn op de vorming van het nieuwe college na 7 maart volgend jaar en op de campagnes die de partijen gaan voeren.

Om maar eens een gerucht op te pakken: de PvdA heeft Grace Tanamal aangewezen als de wethouderskandidaat voor deze partij. Zij is de tegenkandidaat voor de huidige wethouder Mirjam van ’t Veld. Dat is niet zo vreemd, want Grace Tanamal haar activiteiten in de raad sluiten één op één aan op die van de voor Welzijn, Zorg en Sociaal-cultureel Werk verantwoordelijke wethouder.
Met deze keuze door de PvdA wordt een duidelijk signaal gegeven: de sociaal-democraten kunnen moeilijk tevreden zijn met het werk van de CDA-wethouder. Zou dat namelijk wel zo zijn, dan hadden de sociaal-democraten eerder gekozen voor een tegenkandidaat tegenover VVD-er Henk Brink, die regelmatig kritiek uit de semi-linkse hoek moet ondergaan. Ramon Smits Alvarez als tegenkandidaat: hij zou niet anders willen, het zou een mooie genoegdoening zijn na het nipte verlies dat hij leed in de strijd om het lijsttrekkerschap.

Nu Grace Tanamal op jacht is naar de post van Mirjam van ’t Veld, staat ons dus een aardige machtskamp tussen de PvdA en de christen-democraten te wachten. Indien het CDA zijn positie niet enigszins weet te handhaven, kan deze partij zijn ambitieuze lijsttrekker afschrijven. Of Grace Tanamal echter een aansprekend alternatief is, waag ik te betwijfelen.

PvdA-leden kiezen voor het veilige grijs

Vrijdag 21 oktober 2005

Dat Fethi Killi onvoldoende stemmen heeft weten te verzamelen om als lijsttrekker van de PvdA op te kunnen treden, is niet zo verbazingwekkend. De PvdA wordt steeds meer een kleurloze middenpartij, in zo’n club passen geen mensen die zich socialist noemen. Ik weet dat Fethi over een groot mate aan solidariteit beschikt. Zou dat niet zo zijn, dan zou het voor de hand liggen dat hij zijn heil zou zoeken bij de echten socialisten in onze gemeenteraad, de SP. Maar dat zie ik hem niet zo snel doen.

Eigenlijk geldt iets soortgelijks voor Ramon Smits Alvarez. Ook hij mag veel te kleurrijk worden genoemd binnen de risicoloze regentenpartij waarin de PvdA zich de afgelopen jaren steeds meer heeft getransformeerd. Ik heb het al eerder opgemerkt: met Ramon als lijsttrekker zouden we ons niet hebben verveeld.
Het mocht niet zo zijn, de PvdA-leden hebben voor de zekerheid gekozen, namelijk de zittende fractievoorzitter. Ismail Parmaksiz is niet zo snel op een creatieve gedachte te betrappen, dus wat dat betreft past hij uitstekend binnen de club die in Amersfoort vooral hoopt te profiteren van de goede score van partijleider Bos – hoewel ook die zich een meester heeft getoond in het zich op de vlakte houden en vooral geen te boute uitspraken doen. Tegen die achtergrond is de keuze van de PvdA-leden niet meer dan logisch.

Even schrok de PvdA wakker door de nagalm van het schot op Fortuyn. Intussen heeft men zich in die kringen weer hervonden en vervalt de partij in het kleurloze grijs dat kenmerkend was voor Ad Melkert en de zijnen. Binnen zo een club is weinig ruimte ten behoeve van een exceptionele plaats voor meer kleurrijke mensen als Fethi Killi en Ramon Smits Alvarez. En ja, als Fethi naar de SP zou gaan, waar moet Ramon dan naartoe? Naar de BPA, zou ik zo zeggen!

Written by raphaelsmit

23/10/2005 at 18:32

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Azijnpissen door een ambitieuze geweldenaar

Donderdag 20 oktober 2005

Deze weblog levert vrijwel dagelijks reacties op. Vaak instemmend, regelmatig aanvullend en soms kritisch. Bij de kritische kanttekeningen wordt ook mijn persoon niet altijd gespaard. En dat is ook logisch: wie deelneemt aan het openbare bestuur kan niet alleen vrienden maken, wie er niet tegen kan soms minder respectvol te worden benaderd, moet zich niet aan een politieke functie wagen. Dan kan je beter iets anders doen, bij een gasbedrijf gaan werken of iets dergelijks. Ik vind de negatieve opmerkingen soms ook nog nuttiger dan de lovende instemming. In kritiek schuilt altijd wel een vorm van waarheid, je kunt er uit leren en je er op instellen. En voor de politieke discussie geldt: wie uitdeelt moet ook kunnen incasseren. Terugslaan mag!

Vandaag werd ik in een reactie als gefrustreerde azijnpisser omschreven, iemand die zichzelf geweldig vindt. Met uitzondering van het gefrustreerd zijn, zal ook hierin wel enige waarheid schuilen. Ik neem daarbij aan dat ik de kwalificatie ‘azijnpisser’ heb verworven vanwege mijn vaak kritische kanttekeningen, met name bij het optreden van onze wethouders.
Ik vind dat iedereen de kritiek die ik uitdeel op zijn eigen wijze mag omschrijven, ook mensen die het met mijn optreden, qua vorm of inhoud, niet eens zijn. Het misstaat een oppositiepartij niet indien deze op gechargeerde wijze de handel en wandel van ons college op de hak neemt: de dames en heren maken het er naar! De kerkhofstilte die in het verleden binnen de Amersfoortse raad heerste en die alleen tegen de tijd dat de verkiezingen in zicht kwamen werd doorbroken, bevalt mij niet. Met azijn is heel wat vuil los te weken, dus ik zal nog heel wat van dat spul blijven pissen – via de pen, laat zich verstaan.
Vind ik alleen mijzelf geweldig? Iedere politicus vindt zich in meer of mindere mate geweldig. Zonder enige zelfovertuiging moet je je niet aan deze tak van sport wagen. Als ik de persberichten lees over de handel en wandel van onze collegeleden, zou ik gemakkelijk de indruk kunnen krijgen dat ons college vooral uit geweldenaren bestaat. Iedereen die zich ook maar een beetje verdiept in de kwaliteit van onze dames en heren binnen het college, zal zich echter afvragen wat er dan zo geweldig aan ons stadsbestuur is.
Kort en goed, zonder voldoende overtuiging ten aanzien van het eigen kunnen waagt zich niemand aan een politieke functie. Dus de vraag of ik mij zelf geweldig vind, zal ik nooit ontkennend beantwoorden. Of dat zo is, en in welke mate, dat mogen anderen beoordelen, die kunnen dat beter doen dan ikzelf. De vraag of ik alleen mijzelf geweldig vind, kan ik gemakkelijk ontkennend beantwoorden: ik ken voldoende mensen binnen de raad die ik geweldig vind, een aantal van hen meer dan ik dat mijzelf ooit kan vinden.

Dezelfde criticaster vroeg zich ook af of ik, als ik ooit zelf wethouder zou zijn, me boven alle kritiek verheven zou voelen. Vooropgesteld: als wethouder moet je blij zijn met kritiek. Door veel slaan blijft het vlees mals! Dat tussen alle kritiek ook wel eens een onterecht woord zal vallen, hoort er bij.
Blijf ik zitten met de impliciete vaststelling: ben ik uit op een wethoudersbaantje? Het moet wel heel gek lopen eer ik daar ‘ja’ op zou zeggen. Ik bezit geen hartverzengende ambitie in die richting. Dat is maar goed ook, want raadscollega’s die graag wethouder willen worden hebben vaak de neiging om zich al bij voorbaat in te likken: bij andere partijen, bij ambtenaren en noem maar op. Van die neiging hoop ik verschoond te blijven. Maar als Jouw Amersfoort bij de verkiezingen uitkomt op 21 zetels en vijf wethouders moet leveren, zal ik een verzoek in die richting niet uit de weg gaan!

Gunt het college zijn burgers een financiële meevaller?

Woensdag 19 oktober 2005

Om de lasten voor de burgers in ons land te verlichten, heeft de regering besloten dat de OZB-heffing gedeeltelijk wordt afgeschaft. Ons college heeft uitgerekend dat hierdoor de lasten voor de huishoudens in onze stad gemiddeld dalen met 12 procent voor een meerpersoons huishouden met een eigen woning tot 37 procent voor een eenpersoonshuishouden met een huurwoning. De wegval van inkomsten voor de gemeente worden door middel van een rijksbijdrage gecompenseerd. Er zitten nog wat haken en ogen aan de regeling, maar vast staat dat de bewoners van onze stad dankzij dit kabinetsbesluit volgend jaar minder gemeentelijke lasten betalen.

Ondanks de compensatie zijn de gemeenten het afgelopen jaar nogal te hoop gelopen tegen de gedeeltelijke afschaffing van de OZB. Daar is wat voor te zeggen, hoewel er door heel wat burgemeesters en wethouders krokodillentranen zijn geplengd, alleen al omdat de mogelijkheid om eigen speeltjes te bekostigen door middel van OZB-verhogingen voor een deel tot het verleden behoort. Het gaat de gemiddelde stadgenoot om het resultaat, en die zal daar niet ontevreden over zijn.
Maar de gemeentebesturen geven niet op. Ralph Pans, de voorzitter van de VNG (de belangenvereniging van de gemeenten), heeft nieuwe actie toegezegd. De VNG wil een proces tegen de staat beginnen. Met juristen van het bureau Stibbe uit Amsterdam is overleg geopend, mogelijkerwijze horen we nog voor het einde van deze maand hoe een en ander zich gaat ontwikkelen.

Amersfoort is lid van de VNG. Ik vind dat ons college zich moet verzetten tegen verdere VNG-acties. Indien de VNG alsnog gelijk krijgt, dan betekent dit dat de verlaging van de gemeentelijke lasten van tafel is, net zo goed als de compensatie van het rijk aan de gemeenten. Het college heeft de afgelopen jaren niet geschroomd om de OZB-lasten in onze stad met regelmaat te verhogen, boven het inflatiepeil. Misgunnen we de Amersfoorters dat zij er nu eindelijk eens op vooruit gaan? Ik niet, ik ben dus tegen de actie van de VNG. In schriftelijke vragen aan het college heb ik verzocht bezwaar aan te tekenen tegen de VNG-actie. Ik ben vóór een meevaller voor mijn stadgenoten!

Ging Paul Strengers te kort door de bocht?

Dinsdag 18 oktober 2005

Moet Amersfoort in de periode 2015 tot 2030 nog eens 10.000 woningen of meer gaan bouwen? Een besluit in die richting betekent dat er op het groen rondom onze stad opnieuw een aanslag wordt gedaan. Nog verdergaande groei heeft tal van consequenties: het verkeer loopt nog meer vast, de binnenstad wordt echt onbereikbaar, de stad loopt nieuwe financiële risico’s en van de prachtige omgeving van de stad wordt nog meer afgesnoept.

Op 11 oktober sprak de gemeenteraad over het advies van de NV Utrecht, een overlegorgaan waarin onder meer Amersfoort, Utrecht en Hilversum zitting hebben, dat inhoudt dat tussen 2015 en 2030 in het Eemland nog eens 14.000 woningen worden gebouwd. Tot nog toe was de raad nauwelijks bij deze discussie betrokken, dus lag er een initiatiefvoorstel van Jouw Amersfoort op tafel om eerst een discussie in de raad te houden alvorens vanuit NV Utrecht een advies wordt uitgebracht aan de minister VROM.
Uit een brief van de minister bleek dat het advies aan haar 1 februari in Den Haag moet liggen. De raad zou dus behoorlijk onder druk komen te staan. Daarom lag er, ter aanvulling op het initiatief van Jouw Amersfoort, ook een motie van de BPA op tafel om de discussie over de verkiezingen heen te tillen.
Een pittige discussie in de raad lag in het verschiet. Deze discussie liep echter op een sisser uit nadat wethouder Paul Strengers, die namens onze gemeente in het bestuur van Utrecht NV zit, meedeelde dat alle opwinding om niets was: de raad had nog tot juni-juli volgende jaar de tijd om een standpunt te formuleren. Niks geen 1 februari als fatale datum. Algemene tevredenheid en een voldane wethouder dus!

Toch maar eens even naar Den Haag gebeld. Bij VROM was men zeer duidelijk: natuurlijk kan Amersfoort wachten tot de zomer 2006. Dan moet de NV Utrecht in zijn brief eind januari wel aangeven dat het advies aan de minister geen definitief standpunt is, al is het maar omdat de gemeente Amersfoort nog geen eigen standpunt heeft bepaald. De keerzijde hiervan: de minister wil omstreeks juni wel een kant en klaar standpunt over de verstedelijking van de Noordvleugel ter besluitvorming aan het Kabinet voorleggen. Een voorlopig standpunt van de NV Utrecht in januari zou daardoor van weinig waarde zijn, ook omdat de minister wel een advies wil hebben dat op voldoende bestuurlijk draagvlak is gestoeld, dus inclusief instemming van de Amersfoortse gemeenteraad.
Het is duidelijk: de gemeenteraad van Amersfoort kan een uitspraak wel uitstellen tot na de verkiezingen, maar of deze uitspraak dan nog van invloed is op het besluit van de minister, is nog maar de vraag. Daarbij moet niet uit het oog worden verloren dat de minister volgend jaar zomer een Kabinetsnotitie wil laten vaststellen waarin voldoende bouwcapaciteit voor de periode 2015-2030 is gegarandeerd. Daarbij kunnen de 14.000 woningen in het Eemland best een rol spelen. Zonder een uitspraak van de gemeenteraad staat haar weinig in de weg om deze capaciteit, door de NV Utrecht tot nog toe geëtaleerd, gewoon mee te nemen.

Onduidelijk is ook of de NV Utrecht bereid is om eind januari een advies aan de minister op te stellen met daarin een voorbehoud. Een advies met een voorbehoud is eigenlijk geen advies. Wethouder Paul Strengers heeft de raad wel een toezegging gedaan, maar uit niets is gebleken dat de NV Utrecht heeft ingestemd met een advies onder voorbehoud. Dit punt is daardoor een van de onderdelen van een aantal nadere vragen die ik aan het college heb gesteld.

Written by raphaelsmit

20/10/2005 at 12:38

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Ons gemeentebestuur: un’opera Verismo

Maandag 17 oktober 2005

Deze dag duurde lang. Na Nova gingen twee opera’s in de dvd-speler: Puccini’s Il Tabarro en Leoncavallo’s Pagliacci. Eenakters, dat wel, maar – net als Mascagni’s Cavalleria Rusticana – opera’s van het Verismo-genre. In slechts één akte, in niet meer dan een dag en een nacht, komt al het menselijke drama aan de orde: liefde en haat, jaloezie en passie, moord en wanhoop. Verismo-opera’s vormen het meest zuivere Italiaanse belcanto, mooier is er niet.
Ik weet het, ik overdrijf soms, maar ik heb van verschillende van deze opera’s meerdere uitvoeringen in de kast staan. De Cavalleria van de Milanese Scala, met zangers als Domingo en op locatie opgenomen, is een totaal andere voorstelling dan de uitvoering die ik heb van een onbekend dvd-merk en opgenomen in het stadstheater van Foggia, een provinciestadje in Zuid-Italië. Foggia, dat is echt Italiaans: op slechts enkele tientallen vierkante meters Bühne hoor je de mooiste stemmen uit de provincie. Massascènes van de Scala worden hier ingevuld door een balletensemble van vier mooie maar zeer rijpe danseressen en drie dansers die hun carrière grotendeels achter zich hebben. Maar het is puur.

Het Amersfoortse college van B en W speelt volgens mij ook voortdurend een opera Verismo. Op het niveau van Foggia, dat wel: provinciaals, slecht geacteerd maar met volle overtuiging in het eigen kunnen. Ook hier vindt – in overdrachtelijke zin – het spel tussen liefde en haat, jaloezie en passie, (politieke) moord en wanhoop plaats. Het zijn slechte acteurs, maar zij doen hun best.
Neem Paul Strengers (heldentenor). Pavarotti is zijn voorbeeld: met bravoure probeert hij zijn souffleur buiten beeld te houden, met charme speelt hij zijn slechte partij weg, met zijn solorol is een jongensdroom in vervulling gegaan. Zijn collega Henk Brink (tenor) vervult meer de rol van La Sonnambula: als een slaapwandelaarster loopt hij over het toneel. Hij is er, hij dwaalt rond maar weet zelf niet altijd waar hij zich beweegt. En altijd vriendelijk.
Heel anders is het spel van Jan de Wilde (bariton) die de rol van een Briganto speelt. Steeds weet hij langs de randen van het recht te sluipen, achter zijn masker lijkt veelal een ander iemand te schuilen dan wat zich toont, ondernemer of bestuurder. Voor Gerda Eerdmans (alt) zijn binnen de partituur niet veel maten genoteerd, maar de bescheiden rol die zij speelt, probeert zij met kracht en overtuiging neer te zetten. Haar bescheiden rol maakt het moeilijk om te oordelen of ze de diva is die zij zelf wenst te zijn.
De dramatische hoofdrol is natuurlijk weggelegd voor Mirjam Van ’t Veld (mezzo-sopraan). Ze heeft haar zangstudie niet afgemaakt en bij de eerste gelegenheid meteen de kans op een hoofdrol benut. Maar zowel in de hoogte als in de diepte is haar zangpartij nog te iel, de psychologie van de uit te beelden rol heeft ze zich nog niet eigen gemaakt en haar soms valse tonen laten het publiek huiveren.
En zoals in elk stuk is er een aandrager nodig, een bijrol met weinig profiel en met als enige eis dat deze redelijk wordt uitgevoerd. Die rol is weggelegd voor Piet Jonkman (bas). Het is geen man die de wereld ziet als een opera, met grote uithalen en Roomse bravoure. Piet Jonkman zijn rol is terug te vinden in Hildebrands Camera Obscura, het verslag van onze Vaderlandse kleinburgerlijkheid, het toppunt van provinciaal denken. Eigenlijk hoort hij niet in het volle licht van de spots te staan, een rol achter het decor, bij de theatertechniek, zou hem meer liggen.

En de gemeenteraad? Die wisselt zijn rol steeds weer af, van meespelende figuranten (het koor) tot verbaasd publiek. Soms draagt het bloemen aan, soms vliegen de tomaten en eieren vanuit dit auditorium in de richting van de slecht spelende acteurs, de spelers in een Veluws dorpstheater, volkstoneel naar landsaard, een soort van Verismo, maar meestal niet om aan te zien!

Een man met een hondje in het Soesterkwartier

Zondag 16 oktober 2005

Heeft u hem de afgelopen dagen ook door het Soesterkwartier zien lopen? Een man met een hondje. Het hondje moet u hebben herkend, want een afbeelding van deze kleine speurder hangt levensgroot aan de gevel van ons fraaie stadhuis. Wie die man is, wil ik wel verklappen: het is onze projectleider voor de openbare veiligheid, in zijn vrije tijd gemeentesecretaris dezer stede.

Ik heb te doen met ze. Vooral met het hondje dat symbool staat voor het gevoel van veiligheid dat ons allen het afgelopen jaar is overkomen. Geld noch moeite noch mankracht is gespaard, wouden van vlaggenmasten zijn op elke mogelijke plek in de stad opgericht om daarmee het wapperende symbool van onze veiligheid zijn tocht door heel Amersfoort mogelijk te maken. Veiligheid op straat, het is een boodschap die vooral is gebaseerd op het goede geloof in de overheid die daarbij grossiert in symbolen. De harde werkelijkheid is anders, daar kunnen de bewoners in de binnenstad over meepraten.
Veiligheid op straat, en gelijktijdig worden bewoners in het Soesterkwartier opgeroepen een burgerwacht te vormen tegen overlast, vandalisme en kleine criminaliteit. En neemt het aantal overvallen toe, de afgelopen dagen zelfs twee keer op één dag. Wanneer het miljoen euro’s dat aan de actie van onze gemeentesecretaris is uitgegeven was ingezet voor extra politiepersoneel, was veiligheid niet op symbolische wijze gesuggereerd, maar mogelijkerwijze ook echt verbeterd.

Communicatie in Amersfoort: public relations of eerlijke voorlichting

Zaterdag 15 oktober 2005

Ons stadhuis is vergeven van de communicatiemedewerkers. Het zijn er tientallen, elke afdeling heeft wel een communicatiespecialist ter beschikking, want anders tel je schijnbaar niet mee. Wat doen al die mensen zoal?
Amersfoort is geen voorbeeld van goede communicatie. De opmerking van de CDA-voorzitter dat je over moeilijke zaken niet eerlijk kunt communiceren, is door geen enkele communicatieadviseur op het stadhuis tegengesproken – ze zijn het daar schijnbaar wel mee eens. Een grondige misvatting: elke adviseur die echt iets weet van communicatie moet toch inzien dat juist moeilijke zaken, onderwerpen die maatschappelijk gevoelig liggen, een intensieve en eerlijke vorm van informatie vereisen.

Ik heb nog actief deelgenomen aan de discussie die vijftien jaar geleden in kringen van de overheidsvoorlichting werd gevoerd: moet je als communicatiemedewerker eerlijk voorlichten en een schakelpositie innemen tussen het overheidsapparaat enerzijds en de pers en burgers anderzijds, of moet je vooral het beleid verkopen. In Amersfoort heeft de tweede stroming gewonnen: communiceren is vooral p.r. bedrijven, verhullen, verkopen en gladstrijken.
Wat mij – de gekozen werkwijze van het communicatievolk op het stadhuis in ogenschouw nemende – steeds weer verbaasd is het feit dat het de tientallen communicatieadviseurs nog steeds niet lukt om collegeleden dusdanig bij te staan dat het gebrek aan kwaliteit dat bij de meeste van hen waarneembaar is, wordt verhuld. Van tweeën een: of de meeste van onze wethouders zijn echt heel erg slecht, of hun communicatiemedewerkers falen doordat zij ook als verkoper van het beleid het gebrek aan bestuurlijke kwaliteit niet weten te verdoezelen.

Written by raphaelsmit

18/10/2005 at 01:38

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Onze integere wethouder zoekt zijn plek!

Donderdag 13 oktober 2005

De onverwacht zomerse dagen leiden soms tot onverwachte waarnemingen. Bijvoorbeeld op het moment dat je even vanaf je balkon een blik werpt over de Eem en zijn kaden. De Grote Koppel is momenteel vanaf de Schutspatroon afgesloten voor al het autoverkeer. Over het afsluiten ontvingen de bewoners langs de Grote Koppel onlangs nog een brief van de bouwondernemer die de Eemkaden de komende maanden moet omtoveren tot een aantrekkelijke Eemhaven. De bewoners nemen deze overlast voor lief en houden zich zoveel mogelijk aan de regels.

Het afsluiten is nogal voor de hand liggend: de hele kade is een grote bouwplaats, het wegdek is grotendeels verdwenen en overal ligt bouwmateriaal. Bewoners die niet over een parkeergarage beschikken, moeten hun auto elders kwijt zien te raken. Passerende voetgangers en wandelaars zoeken zich moeizaam een weg over de bouwplaats om vanuit het Eemkwartier de binnenstad nog te kunnen bereiken. Gezien de omstandigheden is het logisch dat de aannemer in zijn bewonersbrief aanhaalde dat de afsluiting van het gebied in nauw overleg met de politie en de gemeente heeft plaatsgevonden. Passende verbodsborden attenderen op het verbod om het bouwterrein op te rijden.
Dat kan dan wel mede onder verantwoording van de gemeente hebben plaatsgevonden, toch zie ik kort na zes uur twee zwarte middenklassers het terrein oprijden. Twee heren op weg naar het restaurant Merlot, het restaurant dat overigens voor zijn klanten een meer dan aanvaardbaar alternatief heeft gecreëerd aan het achterliggende Drapiersgilde. De eerste auto parkeert zo ongeveer over de enige nog enigszins begaanbare route voor fietsers en voetgangers. De tweede auto wordt naast Het Spijkertje neergezet – op hetzelfde moment hoop ik dat het gebouw enige rondslingerde dakpannen prijsgeeft.
En ja hoor: uit de auto die tussen stenen en zandhopen het langzame verkeer dwingt tot extra capriolen, stapt onze wethouder Financiën. Uit de tweede auto stapt het hoofd SOB. Beide heren gaan een hapje prikken in het wijnrestaurant. Of de wethouder dat doet als toekomstig bouwondernemer is mij niet duidelijk, immers: hij heeft onlangs allerlei taken die de afdeling SOB betreffen overgedragen aan zijn collega’s om daarmee belangenverstrengeling te voorkomen en zijn integriteit te tonen.

Terwijl volgende auto’s die zich eveneens niets aantrekken van de verbodsborden, weer onverrichter zaken terugkeren (een kind ziet dat je als automobilist op deze bouwplaats totaal fout zit), laten onze wethouder en de nieuwe directeur SOB nog maar eens duidelijk blijken dat de macht in onze stad boven alle regels staat!

Written by raphaelsmit

13/10/2005 at 16:40

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Moeilijke communicatie in de stadsvernieuwing

Woensdag 12 september 2005

Deze dag staat weer een stadsvernieuwingsexcursie van het Nirov (Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting) op het programma. Doel van de reis is de wijk De Laares in Enschede. Een interessant bezoek waar weer heel wat kan worden ‘opgeladen’’ Een item dat in De Laares aanspreekt is bijvoorbeeld de inzet van een wijkconciërge die een spilfunctie inneemt tussen de bewoners enerzijds en de Wijkontwikkelingsmaatschappij, de corporaties en de gemeente anderzijds. Vertrouwen en voldoende speelruimte om problemen op te lossen zijn hierbij de sleutelbegrippen.

Toch blijft een negatieve kant van de herstructurering in De Laares sterk in herinnering. Het is een onderdeel van de herstructurering waarmee ook de stadsvernieuwing in Amersfoort de komende jaren kan worden geconfronteerd. Daarbij vooraf het volgende: het Nirov nodigt voor het informeren van de deelnemende leden niet alleen vertegenwoordigers van de gemeente, de corporaties en andere organisaties uit. Als het even kan, worden ook bewonersgroeperingen bij het verstrekken van informatie betrokken. In De Laares overkwam mij iets wat mij – en andere deelnemers die regelmatig aan dit soort excursies deelnemen – niet eerder is overkomen: bewoners die hun tranen niet konden bedwingen bij het geven van informatie over de wijze waarop met de bewonersbelangen is omgegaan.

De gemeenteraad van Enschede heeft een aantal jaren (nog voor de vuurwerkramp) besloten dat enkele oude wijken rondom het centrum ingrijpend moeten worden gereconstrueerd. De raad heeft daarbij vastgesteld dat er vooral een grote slag moet worden gemaakt bij de verbetering van de sociale kwaliteit in deze wijken. Het zal wel anders zijn omschreven, maar het komt er op neer dat voor de zittende bewoners onvoldoende plaats overblijft. Nieuwe groepen koopkrachtige woningzoekenden vormen de doelgroep bij de stadsvernieuwing. De communicatie hierover in de richting van de bewoners in de saneringswijken is – blijkt tijdens de excursie – ronduit slecht geweest.
De bewoners in De Laares zijn in een vroeg stadium geïnformeerd over het feit dat hun buurt op de schop gaat. Dat kreeg ook instemming, de bewoners wilden zelf niet anders. Nadat de plannen politiek waren goedgekeurd, kwam de aap uit de mouw: een groot deel van de bewoners moet uitwijken naar andere achterstandwijken. Met het gevaar – zo werd ook door de vertegenwoordigers van de gemeente en de ontwikkelingsmaatschappij bevestigd – dat zij na enkele jaren opnieuw moeten wijken voor stadsvernieuwingsactiviteiten. De term ‘stadsvernieuwingsnomaden’ viel deze dag verschillende keren.
Bewoners voelen zich gebruikt. Hun achterstandsituatie wordt door de gemeente ingezet om maximale rijkssubsidie binnen te halen, maar zelf hebben zij daarvan weinig profijt. Bestaande sociale structuren worden uiteen gereten, er bestaat veel onzekerheid en hun huisvestingstoekomst biedt weinig perspectief. Ze voelen zich genomen en mogen alleen nog maar meepraten over verhuiskostenregelingen en dergelijke. Het perspectief: het aandeel huurwoningen daalt van 70 naar 30 procent, van de 800 woningen worden er 500 gesloopt en 550 teruggebouwd. De nieuwe huurwoningen bestaan voor een belangrijk deel uit appartementen, terwijl De Laares tot nog toe werd gekenmerkt door bijna dorpse laagbouw. De appartementen zijn overigens vooral bestemd voor ouderen.

De inzet van de gemeente is duidelijk maar voor veel bewoners in de stadsvernieuwingsbuurt is de uitwerking rondweg negatief. En wat het ergste is: ze zijn er niet bij betrokken geweest, de communicatie was slecht, om over vroegtijdige participatie maar helemaal te zwijgen. Binnen de gemeenteraad van Enschede heerst schijnbaar een opvatting die in Amersfoort gelukkig slechts tot het CDA is beperkt: over moeilijke besluiten kan je niet communiceren. Laten we dat bij de Amersfoortse stadsvernieuwing in elk geval anders doen!

De overlevingskansen van Het Spijkertje

Dinsdag 11 oktober 2005

Kunnen we Het Spijkertje, het markante graanpakhuisje aan de Eemoever, geheel afschrijven? Na de discussie hierover, vanavond in De Ronde, kan ik nauwelijks tot een andere conclusie komen – wat overigens mijn steun aan de pogingen tot behoud door Siesta niet beïnvloed.
Het rapport van de Grontmij over de staat van het gebouw levert geen vlinders in de buik op, althans niet als je voor behoud van het gebouwtje bent. Een eerste contrarapport van Siesta levert veel kanttekeningen op, maar ook het inzicht dat behoud van het pand kapitalen gaat kosten. Waarschijnlijk kost herstel meer dan herbouw, iets dat je van de eigenaar nauwelijks kunt verlangen: het gaat tenslotte niet om een erkent monument.

Moet je als gemeente het geld ophoesten dat voor het behoud van Het Spijkertje noodzakelijk is? Als het om een luttel bedrag zou gaan, is die vraag gemakkelijk te beantwoorden, maar het handelt om een bedrag dat makkelijk zeven cijfers omvat. Het gaat daarbij niet om gemeentelijk maar om particulier bezit. En het gaat niet om een monument, zodat allerlei subsidiemogelijkheden, ook van het rijk, niet zijn aan te boren. Als gemeenteraadslid moet ik de inwoners van Amersfoort duidelijk kunnen maken waarom de gemeente bereid zou zijn een miljoenenbedrag in een particulier pand te steken dat voor veel minder geld nieuw gebouwd zou kunnen worden.
Met mijn fractiegenoot Coen van Baggum en met raadscollega Liedeke van Willenborg ben ik het eens: als het gebouw gesloopt gaat worden moet historiserende herbouw het uitgangspunt zijn. Wat mij betreft mag zelfs wat dieper in onze stadshistorie worden teruggegrepen. Voor de rest wacht ik met enige zorg de herfststormen af.

Hoe David Mol zich rijkrekent

Maandag 10 oktober 2005

David Mol ken ik als een raadscollega die in het politieke debat graag zijn collega’s de maat neemt. Is hij het tijdens een debat niet eens met de inbreng van een van de andere fracties, dan valt hij zijn opponent graag aan op de zuiverheid van argumenten, de kwaliteit van de onderbouwing en op de logica in de redenatie. Ik heb daarom met stijgende verbazing de bijdrage gelezen die hij voor zijn partij – Groen Links – heeft geproduceerd. Het gaat daarbij op de verwachte uitslag van de komende verkiezingen en de prominente rol die zijn partij daarbij gaat vervullen.

David Mol geeft bij zijn uiteenzetting de enquête die via de website van Omroep Amersfoort wordt gehouden, een prominente plaats. Bij Omroep Amersfoort scoort Groen Links vrij hoog. Dat David Mol deze uitslag bij zijn uiteenzetting betrekt, staat haaks op de eisen die hij anderen steeds voorhoudt wanneer het gaat om zuiverheid en betrouwbaarheid van argumenten en onderbouwing. De enquête van Omroep Amersfoort is de meest onbetrouwbare die ik mij kan voorstellen, kan door iedereen op willekeurige wijze worden beïnvloed en is voor de meningsvorming van nul en gene waarde. Behalve voor David Mol.
Misschien ziet hij voor zijn partij een donderbij hangen en probeert hij zijn troepen nog enige moed in te spreken door het uitstrooien van wat al te rooskleurige verwachtingen. Indien hij dat nodig heeft, gun ik hem dat – maar in het debat zal hij toch wat voorzichtiger moeten zijn bij het maat nemen van zijn collega’s. Hij is zelf nogal door de mand gevallen!

Sorry, Mustafa!

Zondag 9 oktober 2005

Ik moet iets rechtzetten. Ik heb de afgelopen dagen de mening verkondigd dat Mustafa Ozcan zich bij Groen Links heeft ingekocht tegen de prijs van een verkiesbare plaats op de kandidatenlijst. Vandaag zag ik dat hij door Groen Links op plaats 5 is ondergebracht. Een totaal onverkiesbare plaats voor Groen Links. Sorry, Mustafa!

Written by raphaelsmit

13/10/2005 at 14:01

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Een totaal mislukt radiogesprek

Zaterdag 8 oktober 2005

Vandaag gingen in het radioprogramma Spijkers met Koppen mijn raadscollega’s Mustafa Ozcan en Hans van Wegen met elkaar in discussie. Laten we het er maar op houden dat beide heren hun dag niet hadden, ze hebben zichzelf in elk geval geen slechtere dienst kunnen bewijzen dan met hun chaotische, onsamenhangende en onbegrijpelijke performance op deze middag. Hopelijk vatten de radioluisteraars hun gestoethaspel niet op als representatief voor het intellectuele niveau van de Amersfoortse gemeenteraad, want dan komen wij er meer dan bekaaid van af.

En waar ging het om? Mustafa Ozcan heeft het voorstel gedaan om een aantal straten in Vathorst te benoemen naar bekende personen en steden uit de Turkse en Marokkaanse cultuur. Om de integratie te bevorderen, zo beweert hij – maar hij bedoelt: om mijn eigen kleurloze profiel enigszins op te vijzelen. Dat lijkt hem jammerlijk te mislukken. Ik weet zeker dat een eigenstandig initiatief van de straatnamencommissie in de richting die Ozcan voorstaat nauwelijks enige discussie zou hebben opgeleverd. Als het collega Ozcan echt om de zaak was gegaan, had hij beter informeel contact met de straatnamencommissie kunnen opnemen. Maar dan was hem de kans ontgaan om in de richting van zijn achterban te tonen dat zijn aanwezigheid in de raad er toe doet. Dat bewijs heeft hij overigens nog steeds niet geleverd.
Aan de reacties in de stad ga ik even voorbij, al doen die er in mijn ogen best aan toe. Binnen de kring van raadscollega’s heeft Mustafa Ozcan met zijn initiatief weinig succesvol geopereerd. Ondanks zijn zwerftocht van de lijst Ozcan, via het CDA en de assistentie van Gerard van Vliet van Amersfoort.cc, is hij onlangs bij Groen Links beland. Desondanks is hij nog steeds een ‘Hinterbänkler’ gebleven, een kleurlos iemand die geen rimpeling in de gemeentelijke geschiedenis teweeg weet te brengen. Eigenlijk kennen we hem alleen maar van zijn mislukte pogingen om Amersfoort aan een voor ons onbekende Turkse stad (het zou zijn geboorteplaats kunnen zijn) te binden en zijn poging om een reisje naar Turkije – onder het mom van een onduidelijke culturele doelstelling – gesubsidieerd te krijgen.
Ik begrijp zijn probleem wel. Groen Links heeft hem in de armen genomen en – zo luidt in elk geval de mare – een verkiesbare plaats toegezegd. Deze partij heeft dat ongetwijfeld gedaan vanuit de hoop daarmee een groot aantal kiezers met een Turkse achtergrond binnen te halen. Een opportunistische daad, binnen Groen Links had men beter eerst eens kunnen bezien wat tot nog toe de prestaties van Ozcan zijn geweest en wat zijn toegevoegde waarde binnen het GL-kamp is. Overigens: ik gun Groen Links de sores die ze heeft binnengehaald.

Wat mij bij de hele actie van Mustafa Ozcan vooral dwarszit is het verkeerde signaal van zijn optreden binnen de raad. Dit optreden, waarvan wij vandaag via de radio weer eens getuige van mochten zijn, kan ten onrechte de indruk wekken dat medelanders met een allochtone achtergrond niet in staat zijn om een politieke functie te vervullen. Niets is minder waar. Alleen al in onze eigen gemeente bewijzen Ismail Parmaksiz en Fethi Killi het tegendeel, net als de andere raadscollega’s met een van oorsprong geheel of gedeeltelijke allochtone afkomst, om het even of dat Surinaams, half-Spaans, Aziatisch of wat dan ook is.
Met zijn optreden wekt Mustafa Ozcan bij voortduring de indruk dat hij vooral voor zichzelf bezig is, in het beste geval hooguit voor een kleine groep specifieke stadgenoten die ik eigenlijk helemaal niet een specifiek etiket zou willen opplakken. Mijn zijn straatnamenvoorstel heeft hij dit opnieuw bewezen.

De grenzen van de integriteit

Vrijdag 7 oktober 2005

Politici zitten in een glazen huis, wethouders al helemaal. Soms zijn zij niet te benijden. Zo moet een wethouder bij elke discussie over zijn persoon zich steeds afvragen: wat is wijs, welke actie moet ik ondernemen, hoe kan ik bewijzen dat mijn intentie integer is geweest. Ik doe deze constatering niet omdat ik wil terugkomen op de positie van onze wethouder Financiën, we hebben meer leden binnen het college.

Stel, je bent verantwoordelijk voor een deel van het beleid waarbij het zowel om de inrichting van onze stad gaat als om het handhaven daarvan. Je doet dat vanuit de beste intenties en niemand, binnen en buiten de raad, twijfelt daaraan – los van de vraag of alleen dat je tot een goede wethouder maakt. En dan wordt je geconfronteerd met een incident waarvan je de impact niet hebt kunnen overzien. Je hebt gehandeld zoals velen in de stad, maar wordt ineens geconfronteerd met het feit dat voor een wethouder soms andere realiteiten gelden dan voor de doorsnee stadgenoot. Dat is overigens iets dat iedereen vooraf kan weten die het meest openbare ambt (op de burgemeester na) in onze stad wil innemen. Politieke ambities hebben nu eenmaal hun prijs.
Een academisch voorbeeld. Je bent wethouder en je hebt in het verleden – nog voor je deze functie uitvoerde – een strookje openbare grond bij je tuin getrokken. Of misschien heb je het niet eens zelf gedaan, maar de vorige eigenaar van je huis. Geconfronteerd met deze situatie heb je onlangs nog eens wat extra openbare ruimte in beslag genomen, bijvoorbeeld omdat je een nieuwe haag langs het geannexeerde stukje grond wilde planten. En omdat de openbare stoep daardoor wel erg smal werd, legde je wat extra tegels neer, niet op je eigen grond uiteraard. Ik hoor de lezer al zeggen: het zal wel om niets gaan, maar toch. Je zit als wethouder in een glazen huis, er gebeurt iets dat net op of over het randje gaat of in het verleden is gegaan. Je bent er wel voor verantwoordelijk – erger nog, je zou er op moeten toezien.
Goed, als niemand er iets van zegt of zich er over ergert, wat zal de gemeenschap er zich dan om kommeren. Maar wat gebeurt er als een stadgenoot zich er wel aan ergert, al was het maar omdat die vindt dat een wethouder zich nog meer als ieder ander aan de wet moet houden, omdat er eisen worden gesteld aan de integriteit van onze openbare bestuurders. Ik vind het een moeilijke zaak: het kan elke politicus overkomen, we zijn allemaal mensen.

Als wethouder kan je twee dingen doen. Je kunt proberen het te bagatelliseren: eigenlijk gaat het om niets, misschien is het al verjaard en de meest recente ingreep was toch gedaan vanuit een positieve insteek. De praktijk bewijst dat een dergelijke opstelling de zaak vaak erger maakt dan hij al is. De praktijk heeft het al vaker bewezen, door een gebeurtenis te bagatelliseren dreigt een incident vaak een kwestie te worden.
Je kunt ook ruiterlijk toegeven dat wat in het verleden is gebeurd niet correct was, ook al heb je er misschien zelf weinig toe bijgedragen. Alleen maar een beroep doen op verjaring is politiek funest, voor een wethouder gelden strengere regels, integriteit heeft zijn prijs. Eigenlijk kan je niets anders doen dan toegeven en toezeggen dat – nu je intussen wethouder met een specifieke verantwoording bent geworden – je de zaak herstelt.
Laat ik eerlijk zijn: er zijn waarschijnlijk tientallen stadgenoten die zich in het verleden enkele meters gemeentelijk groen hebben toegeëigend, vaak om begrijpelijke, praktische redenen. Ik zal de betreffende wethouder nooit aanrekenen wat hij in zijn ambteloos verleden aan ‘caveliersdelicten’ heeft uitgespookt. Ik heb wel een mening over de wijze waarop hij er mee omgaat als een of meer stadgenoten zich over deze daad ergeren en hem er op aanspreken. Ik wacht het met belangstelling af.

Fethi Killi: quo vadis?

Donderdag 6 oktober 2005

‘Ik moet de PvdA herprogrammeren’ Een ambitieuze uitspraak, geplaatst als kop boven een interview dat de Amersfoortse Courant voerde met het PvdA-statenlid Fethi Killi. Fethi is overigens niet alleen statenlid maar ook oud-raadslid in Amersfoort en een van de drie kandidaten voor het lijsttrekkerschap voor zijn partij bij de komende gemeenteraadsverkiezingen.

Fethi is ontevreden over het huidige functioneren van de raadsfractie van zijn partij. Belangrijke initiatieven zijn uit handen gegeven en overgenomen door andere partijen, van Smink tot Vahstal en van het Bosbad tot het armoede beleid. Over dat laatste punt hoeft hij zich overigens geen zorgen te hebben: nu wethouder Jan de Wilde een aantal zware dossiers aan zijn collega’s heeft overgedragen, kan hij zich het komende half jaar geheel wijden aan zaken die de PvdA-fractie meer sociaal profiel geven, met name op het gebied van het armoedebeleid. Op dat punt krijgt de VVD – drie jaren initiatief ten spijt – de komende maanden het nakijken.
Wat Fethi in het interview neerzet, is een lijsttrekkerkandidaat die afwil van slaafse loyaliteit, achterkamertjespolitiek op het stadhuis en het verbreken van verkiezingsbeloften. Impliciet geeft hij aan dat dit de kenmerken zijn van de huidige PvdA-fractie, iets dat met name de huidige fractievoorzitter en medekandidaat voor het lijsttrekkerschap Ismail Parmaksiz hem niet in dank zal afnemen. Fethi voert als voorbeeld de kwestie rondom de baggerstort aan en met name de discussie die daar bijna twee jaren geleden over werd gevoerd en die de val van het college tot gevolg had – mede door zijn toedoen.

Ik zal Fethi niet tegenspreken. Ik vraag me wel af wat zijn positie binnen de PvdA wordt indien de leden van deze partij niet hem, maar een van de andere twee kandidaten op het schild heffen. Stelt hij zich dan kandidaat voor het ‘gewone’ raadslidmaatschap. Als hij dat op de lijst van de PvdA doet, dan is hij moreel verplicht de gekozen lijsttrekker te steunen. Ik heb daar in het verleden wel eens voor bedankt en daar ook consequenties aan verbonden. Ik ben nieuwsgierig hoe Fethi hiermee omgaat!

Written by raphaelsmit

09/10/2005 at 12:57

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Kleine Haag: subsidie of aanbesteden?

Woensdag 5 oktober 2005

Vandaag hebben de raadsleden de tekst gekregen van de antwoorden die het college de voorgaande dag heeft gegeven op de vragen die zijn gesteld over het drugshotel aan de Kleine Haag. Aanleiding hiervoor was een interpellatieverzoek van de BPA. Bij de interpellatie draaide het om vraag of de exploitatie van het drugshotel Europees had moeten worden aanbesteed. De exploitatie zal worden uitgevoerd door Centrum Maliebaan.

De vragen en antwoorden draaien geheel om de subsidierelatie tussen de gemeente en Centrum Maliebaan. Zo op het oog heeft het college een sluitend antwoord gegeven, waarmee ze hoopt weg te komen van de aanbestedingsverplichting. Of het antwoord van het college elke toets van kritiek kan doorstaan, is nog maar de vraag. Ik heb begrepen dat dit nader wordt uitgezocht. De discussie van gisterenavond krijgt dus ongetwijfeld een vervolg.
Maar er speelt natuurlijk meer. Uit de beantwoording blijkt dat het college de relatie met Centrum Maliebaan gelijk stelt met de subsidieverhouding die er bestaat met de SWA. Naar mijn mening gaat deze vergelijking niet op. Bij de exploitatie van het drugshotel gaat het niet alleen om de situatie die vanaf februari 2006 ontstaat, maar ook om de geschiedenis. Bij de beantwoording van de vraag of aanbesteding wel of niet noodzakelijk is, gaat het ook om de initiatiefnemer. Hierin onderscheidt het drugshotel zich duidelijk van de relatie die de gemeente heeft met de SWA en met andere subsidieontvangers.

Ik heb alle stukken maar eens bij elkaar gezocht en stuur het pakketje naar de deskundigen in Brussel die zelf maar eens moeten kijken of Europese aanbesteding noodzakelijk was. Daar moet maar een antwoord worden gegeven op het gewriemel van onze ambtelijke afdelingen, die hun deal met Centrum Maliebaan linksom of rechtsom proberen te verkopen.

Zo beëindig je geen politieke carrière!

Dinsdag 4 oktober 2005

Wethouder Jan de Wilde, met een been al gebonden aan de Amersfoortse projectontwikkelaar Schipper Bosch, mag dus nog een half jaar met twee petten op deel uitmaken van het dagelijkse bestuur in onze stad. Vrijwel de hele oppositie bleek deze avond niet zo gecharmeerd te zijn van deze ‘oplossing’, maar de hele coalitie steunt deze situatie, hoewel die feitelijk bizar is te noemen.

Uiteraard is bij de situatie waarin Jan de Wilde is beland de integriteitvraag aan de orde. Tot nog toe is onze wethouder op dat punt steeds met de hakken over de sloot weg gekomen. Bij de aankoop van zijn woning, waarbij de relatie met Het Utrechtse Landschap een rol speelde, werden al wenkbrauwen gefronst. Snoepreisjes, betaalt vanuit de aannemerswereld, heeft dit college steeds als een normale zaak afgedaan. Het feit dat de wethouder nog een half jaar in functie blijft, hoewel hij al afspraken heeft gemaakt met een belangrijke Amersfoortse bouwondernemer, is voor mij de druppel. Voor mij is het moeilijk om Jan de Wilde nog langer integer te noemen.
Dat hij er met het afstaan van enkele portefeuilleonderdelen aan collega-wethouders er niet onderuit komt, heb ik al eerder betoogd. Jan de Wilde blijft collectief verantwoordelijk voor alle collegebesluiten en zal tijdens het collegeberaad over zaken die zijn toekomstige werkgebied beroeren, zich niet kunnen verschonen. Daarbij komt dat Schipper Bosch een onderneming is die – en dat siert deze firma – regelmatig projecten oppakt die niet voor de hand liggen maar waarbij de gemeente blij is dat ze worden opgepakt. De relatie tussen de gemeente en Schipper Bosch is zo slecht nog niet!
Dat zal het komende jaar zo blijven, en dan komt de positie van Jan de Wilde aan de orde. Los van de vraag wat zijn rol is en of hij een rol speelt: hoe geloofwaardig is hij indien Schipper Bosch als ontwikkelaar in opnieuw een moeilijk project stapt, bijvoorbeeld in het Eemkwartier? In Jan’s positie zou ik niet eens het risico willen lopen om bij transacties van zijn nieuwe werkgever onderdeel van discussie te worden. Zo beëindig je geen carrière.

Ut, Gatan, Cesta, Vej, Rua, Gata, Calle, Via, Stara, Iela, Caddesi

Maandag 3 oktober 2005

Mustafa Ozcan is een onrustig raadslid. Begonnen met een eigen partij, daarna enkele jaren onder de vleugels van het CDA, enige tijd politiek verloofd met Gerard van Vliet van Amersfoort.cc en nu onder dak bij Groen Links. Waar zal hij zijn politieke carrière eindigen? Maar hoewel hij gelijk een kameleon per seizoen verschiet van politieke kleur, in één ding blijft hij consequent: met enige regelmaat probeert hij zijn Turkse achterban te overtuigen dat zijn aanwezigheid in de raad voor zijn kiezers niet zonder betekenis is geweest. Jammer is steeds dat zijn plannen meestal verbazing, soms bewondering maar vrijwel nooit steun opleveren.

Zijn nieuwste idee: er wonen zoveel Turkse en Marokkaanse mensen in onze stad, dat het een goed gebaar zou zijn als er een straat of laan naar Mustafa Kemal Ataturk genoemd zou worden, of als Amersfoortse straten worden genoemd naar Turkse of Marokkaanse steden.
Waar beginnen we aan? Vooropgesteld: Mustafa Ozcan is voor mij uiteindelijk gewoon een Nederlander, een landgenoot met een Nederlands paspoort. Een beroep op zijn allochtone afkomst zou ik niet op de door hem voorgestelde wijze willen honoreren: we hebben zo’n veertig allochtone groepen in onze stad. Als we al deze groepen willen bedienen op gelijke wijze als door Mustafa Ozcan gevraagd, dan moeten we de 14.000 woningen die NV Utrecht ons in de maag wil splitsen meteen gaan bouwen.

Natuurlijk, ons land is nog nooit zo internationaal geweest als in deze tijden. Om onze stad een internationaal tintje te geven, zou je – zo was mijn reactie op het voorstel van Mustafa Ozcan – in een nieuwe wijk de straten naar Europese hoofdsteden kunnen noemen: Berlijn, Boedapest, Helsinki, Lubliana, Kopenhagen, Lissabon, Londen, Oslo, Madrid, Parijs, Praag, Rome, Sofia, Stockholm, Vilius, Warschau, Riga, Belgrado en Istanbul (Ankara is geen Europese stad!).
Of misschien zou je het nog duidelijker kunnen doen: Berliner Strasse, Budapesty Ut, Helsinki Atan, Ljubljana Cesta, Kobenhavn Vej, Rua da Lisboa, London Street, Oslo Gata, Calle de Madrid, Rue de Paris, Prahaska, Via di Roma, Stara Sofija, Stockholm Gatan, Gatve Vilnius, Warszawacza, Riga Iela, Beogradska, Istanbul Caddesi.
Een straat naar Ataturk noemen zou alleen logisch zijn in een wijk waar internationale staatsmannen worden benoemd: Castrostraat, Churchilllaan, Leninplein, Rooseveldsteeg, Ghandidreef.

Hoe dan ook: het idee van Mustafa Ozcan vind ik contraproductief. Ik ben voor integratie. Dat valt menig autochtone Nederlander af en toe al zwaar genoeg, maar we zijn in ons land op de goede weg (hoop ik). Zo’n een wederzijds integratieproces dien je niet met een voorstel zoals Mustafa Ozcan heeft gedaan. Wederzijds respect voor elkaars culturele achtergrond schuilt in geheel andere initiatieven dan in een administratieve daad van onze straatnamencommissie.
Hoewel: ik zie de humor er wel van in wanneer de straat waar de interkerkelijke dominee Kok, een geharnast tegenstander van de moskeeën en andere niet-christelijke cultuuruitingen, woont zou worden herbenoemd in Boulevard Ataturk!

Stadspartijen moeten stadhuiscoterie schuwen

Zondag 2 oktober 2005

Vandaag een aardige academische discussie gevoerd. Moet je als lid van een nieuwe, plaatselijke oppositiepartij energie steken in het ‘salonfähig’ maken van je partij binnen de Amersfoortse stadhuiscultuur. Anders gezegd: is het van belang dat leden van coalitiepartijen je waarderen omdat je bewijst deelgenoot te zijn in de zelfgenoegzaamheid die eigen is aan de introverte cultuur binnen ons Amersfoortse stadhuis?
Of moet het je om het even zijn of ambtenaren, coalitieraadsleden en de verdere stadhuiscoterie je al dan niet waarderen en richt je je vooral op de waardering die je, als lid van een oppositiepartij zonder lange parlementaire geschiedenis, weet te verwerven bij de grote groep inwoners in onze stad die het stadhuis nog altijd zien als een bureaucratisch bastion?

De vraag stellen is het antwoord geven. Leefbaar Amersfoort werd opgericht om de bij veel stadgenoten zo ervaren stadhuiscultuur van zelfgenoegzaamheid en bureaucratisch denken te doorbreken. Daarin stemt deze stadspartij overeen met bijvoorbeeld een BPA, hoewel de stijlen verschillen.
De verkiezingen in 2002 hebben een behoorlijke verschuiving in het politieke landschap binnen onze stad teweeg gebracht. Dat is niet zonder gevolgen gebleven, maar we zijn er nog lang niet. De twee stadspartijen mogen het in 2006 opnieuw proberen. Daarbij gaat er niet om of wij de lievelingen zijn van onze collega’s in de raad, maar vooral om de duidelijkheid naar de kiezers toe. Er is nog een wereld te verbeteren!

Written by raphaelsmit

06/10/2005 at 05:33

Geplaatst in Uncategorized