Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for oktober 2007

leave a comment »

Over het breken van een niet gedane belofte

Woensdag 31 oktober 2007

De fractie van de Burger Partij Amersfoort heeft dinsdagmiddag unaniem ingestemd met mijn verzoek mij bij deze fractie aan te mogen sluiten. Daarmee werd een week van gesprekken met alle fractieleden van de BPA en met de voorzitter van de BPA afgesloten. Intussen heb ik ook de formele kant afgerond door de voorzitter van de raad van mijn stap op de hoogte te stellen. Rest mij, me vandaag bij de secretaris van de BPA aan te melden als lid.

Wat mij opvalt is het grote aantal mensen dat mij met mijn overstap feliciteert. De meeste van hen merken daarbij op dat ze deze stap van mij al langer hadden verwacht. Wel vroegen enkele van mijn gesprekspartners of ik mij wel thuis zal voelen binnen de sfeer van de BPA-fractie. Ik meen van wel. De sfeer binnen deze fractie herken ik: het is de sfeer die ook binnen de fractie van Leefbaar Amersfoort heerste en waaraan ik nog altijd prettige herinneringen heb.
De fractie van Leefbaar Amersfoort was een vriendenclub, we zegden elkaar af en toe flink de waarheid, maar dat verstoorde de onderlinge verhouding niet. De contacten beperkten zich niet tot de formele momenten van fractievergaderingen en raadsavonden, maar tussendoor kwamen we elkaar regelmatig tegen en grepen te pas en te onpas de telefoon. Wat natuurlijk ook een rol speelde: we kwamen elkaar regelmatig tegen op de tennisbaan, zover zal het bij de BPA niet komen – hoewel: ik heb de afgelopen jaren verschillende keren met Kees Kraanen een balletje geslagen. Kees is een fanatieke speler!

Tijdens de pauze vroeg een verslaggever van Eemstad TV mij hoe het zit met de verbroken belofte betreffende de zetelafgave bij het verlaten van de JA-fractie. Ik was blij met deze vraag omdat de JA-fractie daar afgelopen weekend een punt van maakte. Dus terug naar de geschiedenis:
Kort voor de zaterdag waarop de kandidaten voor de kieslijst van JA hun bereidverklaring moesten tekenen – de organisatie daarvan was in mijn handen – stelde Leonard de Wit, afdelingsvoorzitter van D66, voor om alle kandidaten een verklaring te laten tekenen dat zij bij het verlaten van de fractie hun zetel ter beschikking zouden stelen. Binnen D66 was een dergelijke verklaring gebruikelijk. Vanuit Leefbaar Amersfoort zagen we niets in dit formele gedoe. Ons argument was: je kunt mensen wel laten tekenen, maar als het ooit zover komt kan je ze er toch niet aan houden. De wet staat zo’n verplichting in de weg, elke gekozen volksvertegenwoordiger is op dit punt vrij in zijn handelen.
Dus is op de bewuste zaterdag de door Leonard de Wit aangereikte modelverklaring niet ter tafel gekomen. Leonard was overigens één van de dertig kandidaten en net als de overige D66-kandidaten heeft hij verder geen woord van protest laten horen. Kort en goed: een vastgelegde belofte tot afgifte van de zetel bij vertrek uit de fractie bestaat niet!

Eindelijk steun voor een aantrekkelijk alternatief

Dinsdag 30 oktober 2007
.
Dinsdagavond werd in De Ronde het begrotingshoofdstuk Verkeer besproken. Peter de Lange van de SGLA sprak in: hij introduceerde een alternatief voor het weer in twee richtingen openstellen van de Van Asch van Wijckstraat en Stationsstraat. Zijn voorstel was om de Troostwijkstraat, het straatje naast het politiebureau, open te stellen voor het verkeer in de richting van het Smallepad.
Met deze openstelling hoeft het verkeer dat vanaf de Amsterdamseweg, onder de spoorwegtunnel door, naar de stationsbuurt wil, niet meer de omweg via de Utrechtseweg en de Vlasakkerweg te maken. De huidige verkeerssituatie leidt er toe dat vooral in de ochtendspits op de Stadsring, vanaf de spoorwegtunnel, een lange rij auto’s staat te wachten die de doorstroming op de Stadsring ernstig verstoren. Indien het verkeer naar de stationsbuurt direct de Van Asch van Wijckstraat kan inrijden en vandaar via de Troostwijkstraat naar het Smallepad, kan via de Weijersstraat de Stationsstraat worden bereikt of via de Kersenbaan worden doorgereden naar de Utrechtseweg en de Leusderweg.

Het lijkt mij een goed idee – erger nog: ik moet het wel een goed idee vinden. Het gelijke voorstel deed ik een half jaar geleden binnen de fractie van Jouw Amersfoort. Mijn fractiegenoten zagen er echter niets in. Hun bezwaar was dat met het openstellen van de Troostwijkstraat bij het politiebureau het autoverkeer een belangrijke fiets- en voetgangersroute tussen het stadscentrum en het station zou kruisen. Dit zou een ongewenst gevaarlijke situatie opleveren.
Maar gelukkig, het plan blijkt nu wel bespreekbaar te zijn. De woordvoerster van Jouw Amersfoort bleek nu ineens zelfs meer dan enthousiast te zijn en stelde tijdens de vergadering voor om zelf het noodzakelijke amendement voor de komende raadsvergadering te gaan schrijven.
Zo krijg ik dan toch nog mijn gelijk, met dank aan Peter de Lange!

Written by raphaelsmit

31/10/2007 at 07:52

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Zo maar wat opmerkingen bij een afscheid

Maandag 29 oktober 2007

Ik keer Jouw Amersfoort dus de rug toe en ben met de Burger Partij Amersfoort in gesprek over toetreding tot deze fractie. Dat levert allerlei reacties en anekdotische voorvallen op. laat ik er eens een aantal op een rij zetten.

De griffie heeft op mijn verzoek mijn aankondiging en de notitie Opkomst en Ondergang van Jouw Amersfoort (beide stukken zijn terug te vinden onder de knop ‘achtergronden’ op deze site) rondgestuurd naar de leden van de raad. Verschillende raadsleden hebben per e-mail gereageerd. De opmerkingen waren uiteenlopend: ‘moedig’, ‘begrijpelijk’, ‘zag het al aankomen’, ‘fijn dat je in de raad blijft’, en soortgelijk. Dat doet een mens goed.
Jouw Amersfoort gaat in op mijn standpunt dat indien ik uit de raad vertrek, mijn zetel tegen de verhoudingen in door een D66-lid wordt ingenomen. Reactie in de verklaring van de Jouw Amersfoortfractie: dat ‘snijdt geen hout omdat de eerste twee lijstopvolgers beide onafhankelijke kandidaten zijn.’ Ik kijk op de lijst: vier is Rimmert Mulder (D66), zes is Will Koet (LA), zeven is Steven Pieters (D66), acht is John Weijers (LA) en negen is Henk Pijpers (D66). Op vijf staat de onafhankelijke Patrick Nederkoorn, die een maand geleden zijn raadsactiviteiten (fractievolger) heeft beëindigd omdat zijn studie elke bijdrage aan de raad onmogelijk maakt. Op tien staat Martha Ras als onafhankelijke, hoewel zij een verleden heeft als D66-raadslid. Wie zijn dan die twee onafhankelijke die staan te popelen?

De reactie van Mirjam Barendregt, afgelopen woensdag in De Stad Amersfoort, is onbegrijpelijk. Ze wenst niet te reageren via de media of op een weblog. ‘Als je dat wil bespreken, moet je dat intern agenderen in de fractie.’ is haar reactie tegenover De Stad Amersfoort. Een dergelijke opmerking noem ik een gotspe, nadat ik vanaf augustus 2006 de kwestie die aanleiding is voor mijn afscheid vier keer in de fractie aan de orde heb gesteld – met minimale respons, dat wel!
In de reactie van Jouw Amersfoort wordt gemeld: ‘De fractie van Jouw Amersfoort is het volstrekt niet eens met de opmerking van Raphaël Smit dat Jouw Amersfoort een mislukt experiment is.’ Even los van het feit dat dit de eerste concrete reactie is op mijn eerder ingebrachte opmerkingen: ik had geen andere reactie verwacht. Immers: zouden de fractieleden van Jouw Amersfoort mijn mening onderschrijven, dan zouden zij per direct mijn voorbeeld moeten volgen. Het feit dat zij dat niet doen, zie ik echter niet als een bewijs van mijn ongelijk. Integendeel!

Mailverkeer verraadt soms veel. Iemand wiens suggesties ik altijd de moeite waard vind, adviseerde mij om vóór mijn vertrek naar Rome een duidelijke hint te geven welke richting de ontwikkelingen dreigen te gaan. Ik kan de avond voor mijn vertrek niet bij de fractie zijn, dus stuur ik mijn twee fractiegenoten een sms-bericht: ‘Vanavond verhinderd, moet reis nog voorbereiden. In rome tijd voor heroverweging, zwaai waarschijnlijk af. Zondag definitief besluit. Groeten en sterkte. R.’ Ik verwacht een verontruste fractievoorzitter aan de telefoon, maar ontvang een sms-je terug: ‘Raphael, jammer dat je er niet kunt zijn. Geniet van rome. Sterkte en wijsheid met jouw besluit. Mirjam.’ Goed, een vriendelijke reactie, maar geheel voorbijgaand aan de boodschap die anderen die ik hierover vertel direct begrijpen. Dat die anderen zich net zo verbazen als ik, is evident.
Toch is de reactie niet zo verbazingwekkend. Na mijn bijdrage op deze site begin oktober – waarvan tientallen reacties van anderen getuigen dat de boodschap helder was – verwachtte ik een reactie van mijn fractievoorzitter, in de stijl van: wat schrijf je nou, kunnen we nog op je rekenen, zijn problemen nog oplosbaar. Maar mijn fractiegenoten reageren op geen enkele wijze, niet tijdens de fractievergaderingen, niet tijdens bijeenkomsten van de raad. ‘Ik kende de column van Raphaël, maar dat is iemands particuliere mening.’ merkt Mirjam Barendregt op tegenover De Stad Amersfoort. Ja, hallo, bent u daar nog?

Afscheid van Jouw Amersfoort, het besluit is rond

Zondag 28 oktober 2007

De kogel is door de kerk: ik zwaai af bij de fractie van Jouw Amersfoort. Een besluit waar ik overigens al enkele weken naar toe had geleefd. Een besluit overigens dat ik niet gemakkelijk heb genomen. Naarmate de desinteresse bij mijn fractiegenoten steeds duidelijker naar voren trad, groeide bij mij de overtuiging dat mijn constatering dat het experiment Jouw Amersfoort dood is de enig juiste is. Roepen dat de keizer geen kleren aan heeft, is voor diegenen die zonder passende bedekking rondlopen uiteraard zeer pijnlijk. Het probleem doodzwijgen lijkt dan misschien een redelijke oplossing, maar maakt het op de langere termijn alleen maar erger. De kou moet toch eens ’n keer toeslaan!

Ik stuur mijn fractiegenoten een mail waarin ik mijn vertrek uit de fractie van Jouw Amersfoort meedeel, inclusief de argumenten daartoe. Vervolgens gaat er een mededeling naar de media en naar een tiental relaties van mij, begeleid met de notitie ‘Opkomt en ondergang van Jouw Amersfoort’. Voor wie de notitie leest, zal mijn stap nog weinig verbazing opleveren. Beide stukken zijn terug te vinden onder de knop ‘achtergronden’ op deze pagina.
De afgelopen week heb ik eerste gesprekken gevoerd met de fractieleden van de Burger Partij Amersfoort. Een overstap naar deze fractie ligt voor de hand: een stadspartij, programmatisch zijn er geen opmerkelijke verschillen met Jouw Amersfoort en de sfeer die deze fractie uitstraalt spreekt mij meer aan, evenals de – wél aanwezige – achterban van deze partij. Ik voel mij als een stroom die een passende bedding lijkt te vinden. Helemaal rond is de overstap natuurlijk nog niet, daarvoor zijn nog enkele gesprekken noodzakelijk, ook met de voorzitter van deze partij.

Ik had de raad ook kunnen verlaten. Maar de tientallen mensen die ik de afgelopen weken heb geraadpleegd, raden mij dat af. Daar hebben ze verschillende motieven voor, de meeste verklaren daarbij dat voor hen een overstap al maanden in de lucht hing en als een logische stap wordt ervaren. Verlaat ik de raad, dan wordt mijn plaats ingenomen door een ander en kan Jouw Amersfoort als not to be-fractie onverstoord doorfunctioneren, wat feitelijk een belediging is voor een groot aantal kiezers op deze – inmiddels niet meer functionerende – partij.
Daar komt nog bij dat de eerste opvolger lid is (of was, maar dat doet weinig terzake) van D66, waardoor er een fractie ontstaat die absoluut niet correspondeert met de politieke verhoudingen bij de oprichting van Jouw Amersfoort. Ik heb begrepen dat de nummers vijf en zes niet beschikbaar zijn voor opvolging, nummer zeven is eveneens een D66-lid.

Wat zal ik missen aan Jouw Amersfoort? De vrijblijvendheid: elke privé-mening kon worden geuit, discussie daarover vond niet of nauwelijks plaats. Binnen een normale partij zal ik aan zelfstandigheid moeten inleveren, maar daar staat tegenover dat je kunt terugvallen op een partijstructuur die voldoet aan de democratische eisen die je aan een gemeenteraadslid mag stellen. En laat ik eerlijk zijn: mijn bezwaren tegen Jouw Amersfoort zijn van politieke aard, de onderlinge persoonlijke verhoudingen waren goed. Maar je zit niet alleen in de raad omdat het binnen een fractie zo gezellig is, uiteindelijk moet je een taak als gekozen volksvertegenwoordiger zo goed mogelijk invullen. En dat is meer dan de vrijblijvendheid die binnen Jouw Amersfoort heerst!

Written by raphaelsmit

29/10/2007 at 21:48

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Na de brand: treurnis om het culturele leven en onbeantwoorde vragen

Maandag 22 oktober 2007

Her Armandomuseum in as. Opnieuw vond er een ramp plaats binnen het culturele leven in onze stad. Na de noodzakelijke sluiting van Flehite is een van de belangrijkste culturele instellingen in stad de vlammen ten offer geworden.
Een ramp voor de stad, maar verschrikkelijk ook voor de conservator van het Armandomuseum, Yvonne Ploum, die deze maand de opening van haar tot nog toe belangrijkste tentoonstelling kon meemaken. Voor Gerard Kleine, de directeur van Amersfoort in C, die zondag juist de eerste meevaller voor het zwaar aangeslagen museum Flehite kon vieren. En voor Paul Coumans, voor wie het vestigen van het Armandomuseum gold als een van de belangrijkste resultaten in alle jaren dat hij aan het roer stond van het culturele leven in onze stad. En uiteraard voor de tientallen vrijwilligers die er toe hebben bijgedragen dat het Armandomuseum ‘op de kaart’ was komen te staan.

Het Armandomuseum voor jaren weg uit het stadsbeeld. Flehite gesloten. Het Rietveldpaviljoen, in afwachting van Kade, niet meer geprogrammeerd. Het cultureel leven in Amersfoort verkeert vanaf vandaag terecht in een shocktoestand. Vanmiddag nam ik nog eens de brochure in de hand van de tentoonstelling ‘In het Woud’, de combinatie van de topstukken van Armando en tientallen geleende stukken, variërend van Albrecht Dürer tot Anselm Kiefer, en nog vele andere klinkende namen. Deze toptentoonstelling die tot maart volgend jaar te zien zou zijn. Een tentoonstelling die omgeven werd door een groot aantal andere, aanvullende activiteiten: in het museum zelf, in het Theater De Lieve Vrouw en in De Kamers in Vathorst.
Er is terecht reden om te treuren. En er is een belangrijke hoop, een dringende wens in de richting van het gemeentebestuur: bouw de Elleboogkerk zo spoedig mogelijk weer op. In zijn oude glorie, passend in het beeld van onze historische binnenstad. En voorzien van een nieuwe, klinkende collectie waar zoveel mogelijk elders bewaarde werken van Armando een plaats kunnen vinden.

Bij de verschrikkelijke brand van vandaag blijven enkele vragen open staan. Waarom duurde het bijna veertig minuten tussen de melding en het serieuze begin van het bluswerk? Hoe kan het gebeuren dat het enige tijd duurde voor er voldoende bluswater was, bij een museum dat pal aan een gracht ligt? Is onze brandweer wel voldoende voorbereid op een omvangrijke brand in onze historische binnenstad? Vragen die ik stel om negen uur ’s avonds, bijna acht uur na het uitbreken van de brand en op een moment dat ik in het maan- en schijnwerperlicht nog steeds dikke rookwolken boven de binnenstad zie opstijgen.
Vijftig jaar geleden hadden we veertien oversteekpinten voor de spoorlijn waarvan de brandweer gebruik kon maken, lees ik in een sms-bericht dat Hans van Wegen mij uit Londen stuurt. Bij die constatering komt automatisch de vraag naar boven: wat voor invloed heeft de afsluiting van een van de tunnels aan het begin van de Stadsring gehad op de uitruktijd? Al vele weken geleden hebben verschillende raadsleden hun zorg geuit dat bij een ernstig incident in de binnenstad brandweerauto’s dreigen vast te lopen in het drukke verkeer.

Ik ga er van uit dat de brandweer zijn stinkende best heeft gedaan om de ramp die onze binnenstad trof, meester te worden. Toch is een goede evaluatie van al het gebeurde noodzakelijk, al is het maar om het gevoel van onveiligheid dat na de brand van vandaag bij binnenstadbewoners kan ontstaan, weg te nemen. Zo’n onderzoek moet ook duidelijk maken hoe het komt dat iedereen die iets bouwt of verbouwt in onze stad, te maken krijgt met een beklemmende regelgeving waarbij brandpreventie een belangrijk element is, maar dat een van onze belangrijkste musea zo maar in brand vliegt en in ongeveer een half uur verwoest wordt alvorens er adequaat, maar te laat wordt opgetreden?

Aangifte op afspraak

Vrijdag 19 oktober 2007

‘Niet meer in de rij voor een paspoort of rijbewijs’ Dat lees ik in een flayer die bij mij thuis in de bus valt. Wie bij burgerzaken terecht moet, voor een nieuw paspoort of een rijbewijs, kan zich blijvend zes ochtenden per week of op donderdagavond vrij melden aan de balie van burgerzaken. Maar de middaginloop is vanaf 1 november niet meer mogelijk. Daarvoor moet een afspraak worden gemaakt.

Bij dit bericht krab ik mij eens achter de oren. Dit heb ik vaker gehoord. Jawel, in Dordrecht – waar ik met enige regelmaat verkeer – is dit systeem al langer ingevoerd. Ik heb er verschillende bewoners uit deze stad over horen vertellen. Zij zijn er niet zo gelukkig mee. Het maken van een afspraak gaat niet altijd even makkelijk en je moet enige dagen of zelfs weken geduld hebben voordat de afspraak ook is te realiseren.
Ik twijfel er niet aan, bij ons in Amersfoort wordt dat natuurlijk allemaal veel beter geregeld. En toch blijft bij mij een vraag hangen. Gaat het werken aan de balie bij vrije inloop trager dan wanneer mensen op afspraak aan de balie verschijnen? Hebben we voor het nieuwe systeem meer mensen beschikbaar? En als dat niet zo is, waarom gaat dan alles in het nieuwe systeem ineens sneller of klantgerichter?
Ik twijfel er niet aan dat het werken op afspraak de interne organisatie ten goede komt, al is het maar omdat medewerkers niet meer nerveus kunnen worden wanneer de hal vol staat. Maar of de burger daarmee ook echt is gediend – dat zal nog moeten blijken.

Written by raphaelsmit

22/10/2007 at 19:17

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Is Amersfoort wel zo’n tennisstad?

Donderdag 18 oktober 2007

Oké, ik ben belanghebbende, maar dat ben je als raadslid al snel. Als je in de raad praat over het verkeer, over culturele activiteiten, over het parkeerbeleid: je praat over de stad maar je bent ook zelf verkeersdeelnemer, bezoekt festivals en parkeert link en rechts je auto. En als ik over tennis schrijf, gaat dat net zo: ik tennis, dus als ik een mening heb als raadslid, ben ik ook zelf betrokkene.

Dat hele verhaal vooraf, want de volgende regels gaan over de tennisaccommodaties in onze stad. Of beter gezegd, het gebrek daaraan. De Amersfoortse Courant schreef gisteren daarover en de kop boven het artikel was duidelijk genoeg: ‘Gebrek aan overdekte banen, een drama voor Amersfoortse tennis’. En zo is het maar net, kan ik als ervaringsdeskundige opmerken. Zoals in het artikel stond: Amersfoort is trots als een aap met zes armen op het feit dat de Dutch Open in onze stad plaatsvindt. En regelmatig wordt ook benadrukt dat tennis de meest beoefende georganiseerde sport in onze stad is, en dat de stad met zo’n tien overvolle tennisverenigingen zich duidelijk onderscheid van andere steden.
Maar dat is het dan ook wel. Vrijwel alle tennisverenigingen beschikken over een eigen accommodatie, zodat het gemeentebestuur zich hierover weinig zorgen hoeft te maken. Dat is overigens niet normaal, want er zijn meer dan zat gemeenten waar de tennisbanen, net als voetbalvelden of sporthallen, onder gemeentelijke verantwoording worden geëxploiteerd. Wat dat betreft mogen we in onze tennisstad dus van geluk spreken.
Maar dat geluk heeft dan betrekking op de buitenbanen. Tennis spelen in de winter is een geheel ander verhaal. Menig Amersfoorter kan zich vast nog wel herinneren wat een maatschappelijke beroering er ontstond toen een van de verenigingen (ALTA) naast zijn buitenbanen ook twee overdekte banen wilde realiseren. Er viel bijna een wethouder over, de hal is er dus nooit gekomen. En er zijn ook andere verenigingen die pogingen hebben gedaan, bijvoorbeeld voor het neerzetten van een blaashal om daarmee de buitenbanen ook ’s winters te kunnen gebruiken. Maar welke omwonende wil de hele winter tegen zo’n afschuwelijk stuk bol kunststof aankijken?

Intussen is het aantal binnenbanen voor de tennissport in onze stad alleen maar afgenomen, ondanks de sterke groei van de stad. Vroeger was er een, door een particulier geëxploiteerde, baan in de Isselt. En tot enkele jaren geleden kon je tennissen in de inmiddels afgebroken sporthal in De Koppel, aan het Boogschutterplein. Gelukkig kwam er zo’n tien jaar geleden extra capaciteit beschikbaar op de Bokkeduinen. Maar we hebben intussen de ROC’s in onze stad die over dikke buidels geld lijken te beschikken en naar believen een klooster of een sporthal kopen. Dus is vanaf dit winterseizoen is het complex op de Bokkeduinen voor de tennisspelers niet meer beschikbaar. Natuurlijk, we hebben nog de banen van de Pellikaan, maar die zijn alleen te gebruiken in clubverband, tegen een jaarsom die voor iemand die alleen maar een of twee uurtjes per week wil tennissen belachelijk hoog is.
Wie in Amersfoort wil tennissen, is dus aangewezen op winteraccommodatie in Leusden, Baarn of Bunschoten. Maar daar nog een baan huren is intussen vrijwel onmogelijk, deze hallen zijn gebouwd voor de eigen bevolking in die gemeenten en kunnen moeilijk als alternatief dienen voor de duizenden Amersfoorters die ook ’s winters een balletje willen slaan.

Met enthousiasme reageerden de Amersfoortse tennisliefhebbers daarom op de plannen voor een tenniscentrum, twee jaar geleden door Kryco gepresenteerd. Twaalf binnenbanen, waarvan een deel voor de bondstraining maar met daarnaast ruimte voor de recreatieve tennisspeler: dat leek wel wat. Intussen ziet het er naar uit dat deze plannen kunnen worden afgeschreven: volgens Kryco omdat de gemeente een moeizame gesprekspartner is, volgens de gemeente omdat er geen passende ruimte is. Hoe dan ook, de duizenden tennisliefhebbers blijven ’s winters dus letterlijk en figuurlijk in de kou staan. Hier ligt dus een belangrijke taak voor onze sportwethouder. Kom Arriën,laat van je horen!

Werken aan de weg mag wat creatiever

Woensdag 17 oktober 2007

Het college blijft er bij: het werk aan de spoortunnels tussen de Stadsring en de Amsterdamseweg kan niet worden bespoedigd. Ik blijf van mening dat met goede wil en een krachtige scheut technische creativiteit het werk aan de tweede buis, dat over enkele maanden van start moet gaan, aanmerkelijk sneller kan dan de huidige werkzaamheden aan de oostelijke buis. De overlast duurt naar mijn mening onnodig lang, op het stadhuis zou meer vanuit de burger en de gemeentelijke dienstverlening moeten worden gedacht.

Ik was zes jaar lang hoofd voorlichting bij de Dienst Openbare Werken in Amsterdam. Een technische denktank die functioneerde binnen een uiterst kritische stad. De afdeling Wegen was onderdeel van deze dienst, het stroomlijnen van de werkzaamheden was een bijna vast punt tijdens de wekelijkse directievergaderingen. En er werd zwaar gescoord op dit punt.
Ik had, als niet-technicus, steeds bewondering voor de honderden ingenieurs en andere technici bij deze dienst bij wie de oogjes begonnen te twinkelen als er een technisch probleem moest worden opgelost, aan de weg, bij civiele werken, bij de waterbeheersing en noem maar op. Ik heb thuis nog ruim veertig jaargangen staan van het bedrijfsblad van de technische diensten in onze hoofdstad, het blad Werk in Uitvoering (dat door mijn afdeling werd geproduceerd).
Ik sla het af toe nog op en sta nog steeds verbaasd over de talloze artikelen die maandelijks trots berichtten over de wijze waarop in de hoofdstad voor de burgers werd gewerkt. Ik mis deze elan in onze stad, ook tijdens presentaties van werken. Amersfoort wil meetellen in de vaart der volkeren, maar als het om het uitvoeren van technische werkzaamheden gaat, leven we echt nog in de provincie. En daar hebben de burgers dus last van.

Toch is er een schijntje van hoop. Na de vruchteloze discussie over de tunnelwerkzaamheden die gisteren in de raad plaatsvond, stond ik nog even met wethouder van Daalen en enkele andere raadsleden na te praten. Bij dit gesprek kwam het idee naar voren om een extern bureau om een second opinion te vragen, een idee waar de wethouder wel iets voor leek te voelen. Ik heb hem daarbij gevraagd vooral op de opdrachtverstrekking te letten. Zo’n second opinion heeft naar mijn mening alleen maar zin wanneer je een extern adviesbureau vraagt om te zoeken naar een aanpak waarbij maximale tijd wordt gespaard. Alleen maar een beoordeling van de tot nog toe gehanteerde werkwijze heeft weinig zin: technisch zal het best kloppen, maar het gaat er om welke mogelijkheden er zijn voor een andere aanpak die de overlast voor de burgers in onze stad tot het minimum beperkt. Ik ben nieuwsgierig of de wethouder de moed heeft om een dergelijke opdracht te (laten) verstrekken!

Written by raphaelsmit

19/10/2007 at 19:24

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Terecht protest tegen een mislukte zoektocht

Dinsdag 16 oktober 2007

De raad vergaderde deze avond over de zoektocht naar locaties voor de opvang van dak- en thuislozen, voor alcoholverslaafden, voor een hostelruimte voor harddrugsverslaafden en voor wooncontainers ten behoeve van moeilijk plaatsbare huurders (de zogenaamde asohutten). Eindelijk weer eens een heftig politiek debat, al zal het velen onduidelijk zijn wat de uitkomst van het geheel is.
De asohutten lijken voorlopig van de baan, al vermoed ik dat de bureaucratie moeilijk van de geopperde plannen afstand kan nemen en ze wel weer een keer zal presenteren. De verschillende coalitiefracties waren kritisch over een aantal voorgestelde locaties, maar PvdA, VVD, Groen Links en Christen Unie durfden geen echte afstand te nemen van het collegevoorstel. De talloze onduidelijkheden en vragen komen op 27 november weer een keer in De Ronde, waarna nog een raadsbesluit moet worden genomen. Voor de bewoners uit de omgeving van de locaties blijft gelden: wees waakzaam, leer van de ervaringen rondom de Kleine Haag en weet in elk geval dat de stadhuisbureaucratie niet zo makkelijk afscheid neemt van plannen, hoe groot de maatschappelijke weestand ook is.

De zoektocht is het resultaat van een motie die René van den Borch, toen nog fractievoorzitter van de VVD, en ik ooit indienden. We deden dat naar aanleiding van de ongelukkig verlopen procedure rondom de Kleine Haag. Het gegeven dat de raad onze motie aannam, was in feite een terechtwijzing voor het college, en dan met name voor wethouder Van ’t Veld en de burgemeester. Nu de motie in de praktijk is gebracht, is er ook een aantal onvolkomenheden aan het licht gekomen. Dat was te verwachten en is ook niet erg, mits de raad en het college bereid zijn daarvan te leren. Dat is overigens nog maar de vraag.
Er zijn via de mail ongeveer tachtig reacties van bewoners binnengekomen, waaronder één positieve. Sommige van mijn raadscollega’s beschuldigen de omwonenden van de beoogde locaties van nimby-gedrag. Zelfs als dat zo is, dan vind ik dat je de opmerkingen serieus moet nemen. Waarom zou een klacht minder waard zijn omdat iemand zich er tegen verzet dat naast of achter zijn woning een kampje voor a-socialen wordt gepland?

Voor mij is de noodzaak van de asohutten nog niet bewezen. De aanpak die het college heeft gekozen, klopt ook niet. Dat er een probleem met een kleine groep maatschappelijk ontspoorde huurders is, weten we. Maar indien je daar als college iets mee wil doen, moet je eerst beleid formuleren. Dus eerst een notitie voor de raad waarin het probleem wordt geschetst, de omvang, de tot nog toe gekozen maatregelen, de effecten daarvan, alternatieven om blijvende problemen aan te pakken en een goede onderbouwing van de mogelijke oplossingen. Het is nog maar de vraag of de oplossing gezocht moet worden in het plaatsen van asohutten. En indien, dan in elk geval niet op de nu voorgestelde plekken!

De zoektocht naar de overige locaties heeft een resultaat opgeleverd waarbij heel wat vraagtekens kunnen worden gezet. Er kwamen er deze avond verschillende aan de orde, een nog groter aantal is terug te vinden in de vele reacties die vanuit de buurten zijn gekomen. Aan die rij kan er nog wel enkele toevoegen. Hoe kan je bijvoorbeeld het GGD-gebouw aan de Zonnehof opvoeren terwijl de raad juist bezig is om een visie op dit gebied te ontwikkelen. Bij de uitvoering van nieuwe plannen in dit gebied moeten investeerders een belangrijke rol spelen, de animo onder hen zal met de locatiesuggestie van het college niet toenemen.
En wat te denken van de locatie aan de Snouckaertlaan, op de hoek van de Stationstraat. Na jaren van aandringen vanuit het gemeentebestuur wordt aan de Stationstraat eindelijk een hotel gebouwd. De bouwkraan staat er net, waarop het college voorstelt om recht tegenover de ingang van dit hotel een hostel voor harddrugsverslaafden in te richten. Van consistent beleid kan op deze manier geen sprake zijn.
De enige locatie die naar mijn mening zonder veel maatschappelijke weerstand kan worden ingevuld, is het Smallepad 6. Hier is al een ontmoetingspunt voor dak- en thuislozen gecreëerd, dus moeten hier de eenvoudige openluchtvoorzieningen worden vervangen door een gebouwde oplossing. Staat die er, dan kan eindelijk de dagopvang aan de Stovestraat worden gesloten. Naar mijn mening hoeft met de uitvoering van de plannen op deze locatie niet lang te worden gewacht: we hebben toezeggingen gedaan aan de bewoners in de omgeving van de Stovestraat, dus laten we die zo spoedig mogelijk uitvoeren.

Voor mij zouden de overige locaties van tafel moeten. Natuurlijk hebben we een plicht tegenover stadgenoten die, al dan niet door eigen schuld, aan de zelfkant van onze maatschappij terecht zijn gekomen. Maar het oplossen van hun probleem mag nooit en te nimmer ten laste gaan van het welzijn van de bewoners in onze stad die zich als normale burger gedragen, bereid zijn zich maatschappelijk aan te passen en die – al is het maar via hun belastingcenten – een positieve bijdrage leveren aan ons maatschappelijk verkeer.
Indien we geen maatschappelijk aanvaardbare locaties vinden voor de kleine groep sociaal ontspoorden in onze stad, dan is dat zo. We kunnen hun problemen niet oplossen door deze bij andere mensen, die tot nog toe prettig wonen, voor de deur te kiepen. Burgers in onze stad moeten kunnen rekenen op een betrouwbare overheid, en niet op een overheid die er geen moeite mee lijkt te hebben om op ingrijpende wijze inbreuk te doen op het bestaande welzijn van mensen. Daar werk ik in elk geval niet aan mee!

Written by raphaelsmit

17/10/2007 at 14:27

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Waar laten we de golfbaan?

Maandag 15 oktober 2007

Vandaag werd ik gebeld door een van de leden van de GUS, de actiegroep die zich verzette tegen de uitbreiding van de vuilstortlocatie van Smink en tegen de aanleg van een baggerdepot naast Vathorst door dezelfde ondernemer, die daarbij zwaar werd gestimuleerd door ons provinciaal bestuur. Met de baggerstort hoeft de GUS niet ontevreden te zijn, met de stortlocatie lijken de provincie en de firma Smink de langere adem te hebben. Hoe dan ook: de GUS verdient best een prijs voor de goed georganiseerde en rijkelijk gedocumenteerde acties die deze groep de afgelopen jaren heeft gevoerd.

Maar daarover wed ik niet gebeld. ‘Is het,’ zo vroeg de GUS-vertegenwoordiger mij, ‘misschien een goed idee om Vathorst-West te bestemmen voor een golfbaan?’ Die opmerking kwam niet zomaar uit de heldere hemel vallen, mijn gesprekspartner anticipeerde op de discussie die deze week in De Ronde wordt gevoerd over de aanleg van een golfbaan in Hoogland-West. Een plan dat voor- en tegenstanders heeft, waarbij vooral de tegenstanders zich intussen zwaar hebben bewapend.
Wie kan zich er over verbazen dat de mensen rond de Zevenhuizerstraat, die zich steeds hebben ingezet voor het behoud van het groen tussen Vathorst en Bunschoten, Vathorst-West liever bestemd zien voor een groene golfbaan dan voor zo’n drieduizend woningen. Een goede gedachte. Dat kan ik met enig recht zeggen, want ik heb de afgelopen jaren bij de discussie over Vathorst-West dit idee al enige keren geopperd. Maar de meerderheid van de raad zag hier weinig in en volgde liever het collegevoorstel om de uitkoop van de baggerlocatie te bekostigen door het volbouwen van het omstreden gebied met nog meer woningen.

Opvallend was de mededeling van de GUS-vertegenwoordiger dat enkele andere partijen die ook door hem waren benaderd, zijn voorstel een verrassende, nieuwe gedachte vonden, goed genoeg om er over na te denken. Dan hebben die partijen enkele jaren geleden zitten slapen, want toen hebben zij een soortgelijke gedachte weggeschoten. Maar indien enkele coalitiepartijen nu tot andere gedachten komen, dan is dat alleen maar toe te juichen. Ik ga daar verder niet over mekkeren.
Helemaal verbazen doet mij de wat veranderde opstelling niet. In de Amersfoortse Courant van afgelopen vrijdag kon ik lezen dat het aantal partijen dat zich tegen een golfbaan in Hoogland-West verzet of er nog eens over wil nadenken, is toegenomen. Mogelijkerwijze wordt naar een escape gezocht of wordt een discussie op gang gebracht die eindigt met de constatering dat alternatieven voor een golfbaan in Hoogland-West uiteindelijk niet haalbaar blijken te zijn.
En ik wacht natuurlijk de reactie van mijn fractiegenoten af. Die waren de afgelopen maanden fel vóór een golfbaan in Hoogland-West. Op verzoek van een fractiegenoot wijdde ik zelfs op deze site aandacht aan dit onderwerp. Er waren overigens goede argumenten aan te voeren voor dit standpunt, dus ik zie geen directe aanleiding om het ingenomen standpunt bij te sturen. Maar het is mijn dossier niet, dus ik wacht maar even af!

Een prachtige brochure

Zaterdag 13 oktober 2007

Afgelopen week ontving ik een prachtige brochure, aangeboden door onze sportwethouder Arriën Kruyt. ‘Bereidt u voor op een nieuwe (kunst)ijstijd’ luidde de titel van het goed verzorgde drukwerk, rijkelijk voorzien van prachtige foto’s en kaartjes en met weinig tekst – lekker leesbaar dus. Een wervende productie om het draagvlak voor de te bouwen kunstijsbaan in Vathorst te verbreden.

Wat ik miste waren wat schetsen van de beoogde kunstijsbaan en wat concrete gegevens. Maar dat is natuurlijk ook te veel gevraagd: er wordt weliswaar al enkele jaren gepraat over en gepleit voor de kunstijsbaan, maar er zijn nog weinig concrete gedachten of gegevens. De start is kleurrijk, de bedoeling is duidelijk en de support is indrukwekkend.
Toch nog een punt van verbazing. In de brochure wordt – evenals in een eerder persbericht – een comité van aanbeveling voorgesteld. Klinkende namen, overtuigende intenties. Het uiteindelijke besluit valt natuurlijk binnen het gemeentehuis, ik neem dus aan dat het comité van aanbeveling zich vooral richt tot de meest verantwoordelijke bestuurder, in dit geval de wethouder voor de Sport. Nou dat zit wel goed, de wethouder is namelijk zelf voorzitter van het comité van aanbeveling!

Vaarwel, goede voornemens!

Vrijdag 12 oktober 2007

Elke raadsperiode begint met de beste voornemens. Vorig jaar riep een groot aantal partijen in de raad dat er minder op het stadhuis moet worden vergaderd en de raadsleden meer de buurten in moet trekken. Vier jaar daarvoor, toen het duale stelsel werd ingevoerd, werd dat ook geroepen, dus aan continuïteit in goede intenties ontbreekt het niet. Ik vind dat altijd wat geforceerd: ik zou sowieso niet kunnen functioneren zonder de dagelijkse contacten met een groot aantal stadgenoten. Daar hoef ik geen nieuw voornemen voor te organiseren, het hoort bij het raadswerk en de rol die je hebt als volksvertegenwoordiger.

Dat van al die goede voornemens vaak minder dan gewenst terecht komt, mag je in veel gevallen de raadsleden niet verwijten. Het raadswerk vreet tijd, een onontkoombaar deel daarvan in het raadhuis. De meeste raadsleden zijn in deze rol gestapt omdat ze al maatschappelijk actief waren, dus vaak is alleen daardoor de tijd al redelijk gevuld. Maar de stadhuisorganisatie maakt het ons ook niet altijd gemakkelijk.
In het verleden bezocht ik heel wat inspraakavonden. In het algemeen werden die door de gemeente georganiseerd naar aanleiding van plannen die in wijken en buurten moesten worden uitgevoerd. In het verleden, moet ik opmerken. De laatste jaren bespeur ik steeds vaker dat inspraakavonden parallel aan raads- en fractievergaderingen worden gepland. Of je ontvangt de uitnodiging ter kennisname op een dusdanig laat tijdstip, dat je er geen tijd meer voor kunt vrijmaken.
Dat gebeurde dus ook weer de afgelopen dagen. Bij de raadspost die ik donderdagochtend uit de bus haalde (ik had het ook woensdagavond laat kunnen doen) zaten twee Stadsberichten Extra. Bewoners werden hierin geïnformeerd over werkzaamheden in hun buurt. Het ging over de Frederik van Blankenheymstraat en omgeving en over de Hobbemastraat en omgeving. Voor beide buurten werden informatieavonden aangekondigd. Een mooie kans dus om als raadslid kennis te nemen van de werkzaamheden en te horen of hieruit problemen ontstaan voor de bewoners. Jawel: raadsleden hebben een controlerende taak!

Jammer was alleen dat de bijeenkomst voor de Frederik van Blankenheymstraat op 10 oktober plaatsvond en al bijna was afgelopen toen de raadspost werd rondgebracht. De bewoners voor de Hobbemastraat en omgeving werden voor donderdag 11 oktober uitgenodigd. Je moet geluk hebben als je als raadslid op zo’n korte termijn nog wat kunt plannen – meestal betekent dit dat je iets anders moet laten lopen. Mij lukte dat niet. Jammer, want inspraakavonden zijn voor raadsleden vaak een informatiebron die ik niet graag mis.

Klarendal en de prachtwijken van Vogelaar

Donderdag 11 oktober 2007

Deze dag vond weer een van de stadsvernieuwingsexcursies plaats van het Nirov (Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting). Doel deze dag: Klarendal in Arnhem. Een interessant gebied, achter de Velperweg, ten noorden van station Velperpoort. Een gebied van zo’n vierduizend woningen waar al bijna twintig jaar wordt gewerkt aan het verbeteren van het woningbestand dat voor een belangrijk deel voor tot ver voor de Tweede Wereldoorlog is gebouwd.

Een opvallend iets: er waren vrijwel geen bouwkranen te zien. Er is in Klarendal gedurende de jaren zeventig en tachtig veel vernieuwd, rond 2000 is op een voormalig kazerneterrein nog een aantrekkelijk buurtje gerealiseerd. De enige actuele bouwplannen hebben betrekking op de nieuwbouw voor een brede school en te renoveren ruimten voor de creatieve sector, met name in de modebranche. Ook wordt in het nieuwe ‘modecentrum’ het oude 19de-eeuwse stationspostkantoor opnieuw opgetrokken, bestemd voor horeca en kleine, creatieve bedrijfjes.
Toch behoort Klarendal tot de veertig ‘prachtwijken’van minister Vogelaar en ontvangt het de komende tien jaar 2,6 miljoen euro per jaar – een vergelijkbaar bedrag als voor het Amersfoortse Kruiskamp. Het stadsvernieuwingswerk in Klarendal ligt vooral ‘achter de deur’, zoals de mensen uit Arnhem toelichten. Speelplekken voor de jeugd, de aanpak van drugsoverlast, verbetering van de (al vrij redelijke) communicatie binnen de buurt en imagoverbetering. Onder de imagoverbetering valt vooral het stimuleren van de creatieve sector in de wijk, waarbij wordt ingespeeld op het feit dat in Arnhem, met verschillende creatieve opleidingen, kunstenaars graag in een oude volkswijk als Klarendal wonen en werken.

De aandacht die minister Vogelaar schenkt aan Klarendal laat bij mij een vermoeden groeien dat mij bij de aanwijzing en royale bekostiging van Kruiskamp al overviel – en dat door VROM-ambtenaren uiteraard wordt ontkend. Vogelaar verschuift naar mijn mening de aandacht bij de stadsvernieuwing van het fysieke (bouwen) naar het sociale. Mijn gedachte daarbij is: op sociaal gebied kan je, zeker als PvdA-minister, makkelijker scoren, resultaten zijn moeilijker meetbaar (geen achterstand bij het voorgenomen aantal te bouwen woningen) en je kunt op kortere termijn, in elk geval nog tijdens deze kabinetsperiode, scoren.
Dat gevoel wordt bij mij versterkt door het feit dat in Amersfoort bijvoorbeeld de wijken Liendert-Rustenburg en Randenbroek-Schuilenburg, net zoals de Hogewegzone, geen bijzondere Vogelaar-status hebben gekregen. En dat terwijl bij vorige ministers deze wijken in het kader van de 56-wijkenaanpak nog wel in de prijzen vielen. In deze wijken, waar de planvorming en inspraak vrijwel zijn afgerond, moet de komende jaren aanmerkelijk meer worden verspijkerd dan in Kruiskamp. Maar er ligt daar een groot accent op het fysieke: renovatie en sloop-nieuwbouw. Dat moet, anders dan in kruiskamp, nog op gang komen en daar is voor de minister dus minder eer te behalen – ook al moeten gemeente en corporaties van Liendert tot Rustenburg aanmerkelijk meer investeren dan voor de resterende plannen in Kruiskamp.

Zigzaggend op weg naar een visie over 2030

Woensdag 10 oktober 207

Amersfoort praat over een stadsvisie voor 2030. Of in elk geval: de raad praat over een mogelijke visie, in de stad merk je er niet veel van. Natuurlijk: de projectgroep die de discussie over de visie 2030 min of meer begeleid, heeft een ‘hoofdkwartier’ ingericht in een van de leegstaande winkelruimte van Amicitia. En er is – uiteraard – een website. Maar terwijl de raadsleden van de ene huiskamer naar het andere panel van deskundigen worden gesleept, gaat de discussie aan 99 procent van de Amersfoortse bevolking voorbij. Da’s jammer, want op de begroting is wel 200.000 euro voor de visieontwikkeling uitgetrokken!

Dinsdagavond praatte de raad een uur lang over de voortgang van de visiediscussie. Tekenend: nog niet de helft van de raadsleden kwam opdagen. Onder de wél aanwezigen was er tenminste één die de aanpak en resultaten tot nog toe ver beneden peil vindt en zich afvraagt of je zoveel kostbaar geld voor een wazige, slecht georganiseerde maatschappelijke discussie moet spenderen. Dat ene raadslid ben ik, maar ik heb het gevoel dat ik in deze opvatting niet alleen sta. Een week eerder stond de opzet van de visiediscussie, die wordt gevoerd onder de welluidende naam ‘GA2030’, ter goedkeuring op de raadsagenda – nota bene als hamerstuk. Op verzoek van de voorzitter van de begeleidingsgroep werd het punt van de agenda afgevoerd. Terecht.
Deze week werd de discussie gevoerd onder leiding van het ingehuurde bureau. Wat mij vooral is blijven hangen (en ook daarin was ik niet de enige), is het gevoel dat het ingehuurde marketingbureau ook niet precies weet wat ze er mee aanmoet. Oké, er is een hoofdkwartier. En er zijn drie themabijeenkomsten geweest waarbij zelfs met enkele, vooraf geselecteerde, bewoners is gesproken. Maar de op papier gezette uitkomsten van al deze activiteiten waren rondweg bedroevend: algemeenheden en banale ideeën wisselden elkaar af. De samenvattingen van de bijeenkomsten over Wonen en Ruimte waren op één velletje A-vier samengevat (gezien de kwaliteit van de tekst was dat al te veel), over het onderwerp Macht waren bijna drie pagina’s volgeschreven. Deze verhouding geeft te denken. Maar ja, het stelt allemaal niets voor, dus wat zal je je druk maken!

Opvallend was dat de externe adviseurs gedurende de discussie zwalkten en van opvattingen veranderden. Dan luisterden ze dus goed, zou de optimist kunnen zeggen. Ze weten het zelf niet, hoewel ze zich als deskundigen presenteren, zou de pessimist kunnen tegenwerpen. Hoe dan ook: een verloren uur. De laatste tien minuten kon er worden gereageerd op drie stellingen met een dusdanige importantie, dat mij de inhoud is ontgaan. Hoewel ook een slechte stelling natuurlijk een boeiende discussie kan opleveren, maar dat was in dit geval niet aan de orde omdat de raadsleden alleen maar werden uitgenodigd om – zonder enige voorafgaande, inhoudelijke discussie – op enkele flayers hun vragen of opmerkingen bij de stellingen op te schrijven. Wat daarmee wordt gedaan, is niemand duidelijk.
‘Ophouden, ophouden!’ Dat is feitelijk het enige dat je na zo’n avond nog kan uitroepen. Maar ja, de trein is gestart, het bureau is gecontracteerd en het geld staat op de begroting. Dus, alle zinloosheid ten spijt: we gaan door om te praten over Amersfoort in 2030. In elk geval hebben de ingehuurde deskundigen aangekondigd dat er de komende tijd ‘Rumoer’ op gang gaat komen. Of ze daarmee bedoelen dat de eerste facturen de deur uitgaan, is me niet duidelijk geworden.

De begroting gepresenteerd

Dinsdag 9 oktober 2007

Laat ik eerlijk zijn: de begroting die wethouder Jelle Hekman voor 2008-2011 heeft aangeboden, ziet er optimistisch uit. Tien jaar lang hebben we bijna constant bezuinigd en konden er weinig wensen vanuit de raad worden gehonoreerd. Maar nu lijkt de sky de limit te zijn en kan er de komende jaren krachtig worden geïnvesteerd. Geen prijsschieten meer voor de oppositie, al blijft nog best het een en ander op te merken.

Het meest kenmerkende vind ik dat de financiële ruimte die er is, ook wordt benut. In het verleden werd er binnen de begroting veel opgepot. Bijna voorspelbare meevallers werden later gepresenteerd, voorzien van bestedingsvoorstellen van het college waarbij de raad weinig ruimte werd gelaten om met eigen initiatieven te komen. In de begroting 2008 wordt de volle financiële ruimte benut, waardoor een groot aantal wensen uit het verleden alsnog kunnen worden gehonoreerd.
Een van de positieve onderdelen van de begroting is dat de lasten voor de burgers in de stad nauwelijks stijgen, zeker indien je rekening houdt met de te verwachten inflatie. Ook krijgen sectoren waarop in het verleden flink is bezuinigd of in elk geval te weinig is geïnvesteerd, meer ruimte, met als duidelijk voorbeeld het sportleven. Hoewel dat eigenlijk normaal is in een snelgroeiende stad: gezien het verleden mag je dat zonder meer opvallend noemen.

Onduidelijkheid is er over de wijze waarop in de toekomst grote investeringen worden gefinancierd en wie uiteindelijk over deze bestedingen gaat beslissen. Op dat punt zal er nog wel een pittige discussie in de raad gaan plaatsvinden. En we moeten bij alle mooie voornemens natuurlijk in de gaten houden dat deze zijn gebaseerd op optimistische verwachtingen ten aanzien van de economie. Indien er op dat punt grote tegenvallers gaan optreden, dan staan de plannen in deze van de begroting ook onder druk. Maar op dat punt heeft Jelle Hekman wel een punt: je kunt bij het begroten niet uitgaan van mogelijke tegenvallers die zich nog niet aftekenen. Laten we er maar het beste van hopen!

Written by raphaelsmit

15/10/2007 at 16:10

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Werken aan de tunnel moét sneller

Maandag 8 oktober 2007

Ik heb pech. Ik woon net ten noorden van de spoorlijn, vlak bij de Amsterdamseweg. De meeste activiteiten die ik uitvoer vinden echter plaats ten zuiden van de spoorlijn. De spoortunnel tussen de Amsterdamseweg en de Stadsring is een voor mij noodzakelijk te nemen schakel. Daar is niets mis mee, totdat er een aantal weken geleden werd begonnen met het onderhoud aan de oostelijke buis van de spoorwegtunnel.

Sindsdien kan ik in de lange rij van mensen aansluiten die dagelijks met verkeersopstoppingen rondom de spoorwegtunnel worden geconfronteerd. Een groot deel van de dag geldt: een kwartier in de file staan is vrijwel onoverkomelijk. Ik heb het geluk dat ik kort voor de tunnel de Amsterdamseweg opdraai, de file vanuit de richting Soest is ’s ochtends nog veel en veel langer.
Uiteraard zocht ik een alternatief: via De Koppel naar de ringweg en via de Van Randwijcklaan naar de stadsring. Maar die weg hebben intussen velen weten te vinden, dus staat er ’s morgens op de Ringweg Koppel en de Ringweg Kruiskamp een file die aanmerkelijk langer is dan normaal. Kort en goed: het werk aan de spoorwegtunnel leidt tot een ernstig verkeersprobleem.

Met vele, vele anderen verbaas ik mij dat het werk aan de tunnelbuis zolang moet duren. Er werken maar weinig mensen aan het werk, en doorwerken buiten de normale werktijd is er helemaal niet bij. Het kan niet anders, verklaarde twee weken geleden een gemeentelijke woordvoerder tegenover de Amersfoortse Courant, want het beton moet uitharden.
Sindsdien let ik op de wijze waarop wordt gewerkt. En ja hoor: op de bouwplaats wordt het betonijzer gevlochten, wordt de bekisting gesteld en wordt op ouderwets ambachtelijke wijze gewerkt aan de opvangbakken voor het hemelwater. Verbazingwekkend: Rijkswaterstaat en de spoorwegen werken altijd met prefab buizen, bakken en noem maar op. Daardoor wordt verkeershinder tot het minimale beperkt. Dat zou voor de nieuwe betondelen voor de spoorwegtunnel net zo kunnen – niks geen draadjes buigen, wanden stellen en beton laten harden terwijl het geplaagde verkeer traag langs de bouwplaats kruipt.

Het kan anders, het kan sneller. Prefab, meer mensen op het werk, eventueel ’s nachts doorwerken: volgens kenners kan het werk in zes tot acht werkdagen worden gepiept. Misschien kost dat iets meer, maar tienduizenden automobilisten weten dan in elk geval waarvoor hun belastingcenten worden ingezet.
Voor Kees Kraanen van de BPA en mij reden genoeg om via een motie, bestemd voor De Raad van 16 oktober, er op aan te dringen dat bij het werken aan de westelijke tunnelbuis voor een andere aanpak wordt gekozen. Anders hebben we van april tot juni weer dezelfde problemen. En we vragen de raad een voorwaarde te stellen: er mag niet eerder aan de westelijke buis worden gewerkt voordat alle maatregelen zijn genomen om de tijdsduur van het werk tot het minimale te beperken.

Zoektocht opvanglocaties dreigt een flop te worden

Vrijdag 5 oktober 2007

Nog steeds stromen de brieven en e-mails over de zoektocht naar de opvanglocaties binnen. Ik ben intussen wel overtuigd, maar ik vind het een goede zaak dat zoveel mogelijk mensen in de stad hun mening geven over de voorgestelde twaalf locaties voor de opvang van drank- en drugsverslaafden en de huisvesting van sociaal-maatschappelijk onaanvaardbare huurders.

Voor mij zijn elf van de twaalf locaties feitelijk ongeschikt. Omwonenden worden te veel belast of de locaties bevinden zich op een punt waar we de kwaliteit van de stad juist willen verbeteren. De locatie die in mijn ogen geschikt zou kunnen zijn – en die ook nog geen aanleiding heeft gegeven voor protest – kan in mijn ogen maar één bestemming hebben: het opvangen van dak- en thuislozen, ter vervanging van de dagopvang in de Stovestraat.
Uiteraard is de behoefte aan opvang groter. Ik heb er ook geen enkel bezwaar tegen dat de overheid zich inzet om de levenskwaliteit van mensen die aan de onderkant van onze samenleving zijn beland, te verbeteren. Maar je kunt het niet maken de problemen van de ene groep min of meer op te lossen door andere groepen, normaal functionerende burgers in de stad ernstig in hun woonkwaliteit te benadelen.

Over de moeilijk plaatsbare huurders heb ik een simpele opvattingen. Het is in mijn ogen ongehoord dat mensen die in hun huurwoning tot overlast voor hun omgeving zijn en die niet de bereidheid tonen zich socialer op te stellen, worden ‘beloond’ met een grondgebonden woning op een van de mooiste plekjes in onze stad. Daar zouden ze dan – op probleemcumulerende wijze bijeen gebracht – hun a-sociaal gedrag verder kunnen voeren, tot overlast van hun nieuwe ‘buren’ die op geen enkele wijze uit zijn op contact met dit voor hen totaal andere leefmilieu.
Zoiets kan mijn steun nooit hebben!

Written by raphaelsmit

09/10/2007 at 14:50

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Dan maar de hoogte in

Donderdag 4 oktober 2007

Zo’n acht jaar geleden vond binnen de gemeenteraad een heftige discussie plaats over de hoogte van de woontoren aan het puntje van onze stad, op de hoek van de Bunschoterstraat en de A1. Er werd geredetwist over meters. Uiteindelijk werd een compromis bereikt en werd goedkeuring gegeven aan een toren die ettelijke verdiepingen minder telde dan de ontwerpers voor ogen stond. Jammer. Een van de belangrijke elementen in de discussie was: de nieuwe woontoren mocht in hoogte niet concurreren met de Onze Lieve Vrouwen Toren. Iedereen die het gerealiseerde torengebouw nu beziet, kan zich afvragen hoe die concurrentie ooit tot stand had moeten komen.
Hoe anders gaat dat nu! Op een ander uiterste puntje van de stad, aan de Nijkerkse kant van Vathorst, worden vier woontorens gebouwd van gelijke hoogte als aan de Bunschoterstraat. Is er enig woord van protest binnen de raad naar voren gekomen? Nee dus! Bij de vaststelling van het bestemmingsplan is er door de SGLA verzet aangetekend, tot de Raad van State toe. Maar de gemeenteraad heeft het bestemmingsplan zonder noemenswaardige discussie vastgesteld, de hoogte van de vier woontorens speelde daarbij geen enkele rol.

Vandaag kwam ik in gesprek met een aantal Amersfoorters, waarbij het bouwen van woon- of werktorens het thema was. Moet Amersfoort verder de hoogte in? Eigenlijk vonden alle aanwezigen – zo’n dertig mensen die zich in het openbare leven bewegen – dat hoog bouwen moet kunnen, waarbij natuurlijk wel verschillende restricties naar voren kwamen. Hoogbouw binnen de Stadsring bijvoorbeeld is uit den boze!
Er is – ik geef het toe – een tijd geweest dat ik zo mijn bedenkingen had bij de woontorens in Vathorst. Ik ben in opvatting veranderd. Ten eerste omdat in ons land verschillende steden hebben laten zien dat hoogbouw gewoon mooi kan zijn. Denk maar aan de onlangs prijsgekroonde Vestedatoren in Eindhoven, ontworpen door Jo Coenen. Of de hoogbouw ten westen van het Tilburgse station. Rotterdam begint door hoogbouw steeds meer karakter te krijgen. Soms gaat het ook mis, de sombere hoge toren bij het centrum van Leeuwarden oogt gewoon niet.

In onze stad lijkt hoogbouw steeds meer te worden geaccepteerd. De twee woontorens langs het Valleikanaal zijn niet meer uit het stadsbeeld weg te denken. Dat geldt intussen ook voor de ronde toren in het centrum van Nieuwland. Zelfs aan de toren bij de Bunschoterstraat begin ik al te wennen – rijd ik vanuit de richting Baarn over de A1 dan vind ik het eigenlijk wel een mooi uitzicht, in elk geval een moment van herkenning. Eigenlijk verheug ik mij al op de torens die in de Hogewegzone zijn gepland.
Groeistad- en vinexopgave hebben er toe geleid dat Amersfoort als een grote pannenkoek over het omringende landschap is uitgerold. Als inwoner van de stad – maar dat geldt natuurlijk nog extra voor bezoekers – mis ik het gevoel van de schaal waarin onze stad zich heeft ontwikkeld. Een aantal hoge gebouwen aan de punten van de stad zijn duidelijke markeringspunten: ‘Hier eindigt de stad!’ De torens zijn de grenspalen van een stad die zich voor de rest kenmerkt door vlakheid, zeker in de stadsuitbreidingen.

Ik hoorde vandaag verschillende suggesties voor plekken waar Amersfoort de hoogte in zou kunnen gaan. Langs het Valleikanaal, langs de Eem, in de stadsvernieuwingswijken. Gedeeltelijk gebeurt dat al. Door de hoogte te zoeken, kan er extra openbare ruimte worden gewonnen, iets waaraan het met name in de nieuwste wijken van onze stad nog wel eens wil ontbreken. Voorwaarde is wel dat de compactheid van de bouw wordt gecompenseerd door kwaliteit, zowel in architectonische als in woontechnische zin. Je kunt heel mooi bouwen, ook al is het wat hoger. Hoog bouwen mits met kwaliteit: van mij mag het!

Jouw Amersfoort, een mislukt experiment?

Woensdag 3 oktober 2007

‘Namens wie zit jij eigenlijk in de raad?’ Een vraag die mij dit jaar meermaals is gesteld. Meestal zonder dubbele achtergrond, gewoon uit belangstelling. ‘Namens onze kiezers!’ is het meest simpele antwoord dat ik daarop kan geven. Maar daar neemt lang niet iedereen genoegen mee. ‘Oké, de kiezers.Maar wie vormen jouw achterban. Bij wie verantwoord jij je voor jullie optreden? Er zal toch wel een partij zijn die jullie voedt met nieuwe ideeën? Je komt toch wel regelmatig een groep partijgenoten tegen die zijn wensen naar voren brengt en beoordeelt of jullie je werk naar behoren uitvoeren?’

Nee dus. Zelf ben ik partijloos. Dat mag je misschien ook kenmerkend noemen voor het ‘Experiment Jouw Amersfoort’: een deel van de kandidaten is als partijloze burger op de lijst beland. Ik niet, ik kwam uit Leefbaar Amersfoort, maar die partij bestaat niet meer. Ben ik gelukkig met mijn partijloze status? Eigenlijk niet. Ik was ruim dertig jaar actief lid van de PvdA, functionerend dus binnen een redelijk goed georganiseerde organisatie: met een soms zeer kritische partijafdeling (maar juist die critici waren mij lief), werkgroepen die onderwerpen uitdiepten en de raadsleden van inhoudelijke munitie voorzagen, opleidingsmogelijkheden, uitwisseling van ervaringen, noem maar op. Dergelijke elementen hoeven in een plaatselijke partij niet te ontbreken, ze kunnen bepalend zijn voor de kwaliteit van een fractie.
‘Ja, maar er is toch een Jouw Amersfoort? Hoe gaan jou collega’s er dan mee om?’ Bij een dergelijke vraag sta ik met een mond vol tanden. Is er een Jouw Amersfoort? Feitelijk niet. Er is een bestuur van vijf leden, waaronder mijn twee fractiegenoten. Dat zijn ook precies alle leden, meer niet. En dat bestuur is sinds de verkiezingen niet meer bijeen geweest. Voor zover het de bedoeling is geweest om van Jouw Amersfoort een stedelijke stroming te maken, mag je dus stellen dat daar weinig of niets van terecht is gekomen. Erger nog, ik bespeur bij niemand enige drang om het begrip ‘Jouw Amersfoort’ inhoud te geven. Verder dan: we zouden weer eens bij elkaar moeten komen, komt men niet.

Is het experiment Jouw Amersfoort mislukt? Ik zou zeggen: ja! Er zitten drie burgers van onze stad in de raad voor wie het begrip ‘zonder last of ruggespraak’ zeer serieus van toepassing is. Wettelijk is er geen enkel probleem. Organisatorisch wel. We beschikken alle drie over een redelijk goed netwerk. Uit dat netwerk ontvang ik input, verantwoording hoef ik echter niet af te leggen. En dat geldt voor de hele fractie. De belangrijkste kracht van de fractie ligt in de samenwerking onder één naam van drie individuele politici. Het gebrek aan structuur impliceert overigens dat we geen verplichtingen tegenover elkaar hebben. In de praktijk blijkt dat te functioneren.

En toch is dit alles een ongezonde situatie – die in de praktijk ook moeilijk bespreekbaar blijkt te zijn. Blijf ik tot 2010 partijloos? Er lijkt mij weinig anders mogelijk. In elk geval heb ik een verkiezingsprogramma dat mij tot leidraad dient, ook al realiseer ik mij dat veel van onze kiezers daar nauwelijks kennis van hebben genomen – wat overigens voor vrijwel elke partij geldt. Maar of ik tot 2010 partijloos wil blijven, dat is de vraag. Een min of meer gestructureerde vorm van politieke legitimiteit is toch wel het minste dat mijn kiezers van mij mogen verwachten!

Written by raphaelsmit

05/10/2007 at 06:01

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

De shortlist voor opvanglocaties moet van tafel!

Dinsdag 2 oktober 2007

Een van de meest in het ooglopende onderwerpen deze avond vormde de zoektocht naar opvanglocaties. Het college heeft twaalf mogelijke locaties geselecteerd voor de opvang van harddrugsverslaafden, alcoholverslaafden, dak- en thuislozen en voor een vijftal woningen voor moeilijk plaatsbare huurders (ook wel genoemd asowoningen of hufterhutten). De twaalf locaties betreffen een shortlist, opgesteld vanuit een longlist van meer dan honderd gesuggereerde plekken. In de Ronde moeten de fracties meedelen of zij instemmen met de opgestelde shortlist.

Er had zich een groot aantal insprekers gemeld, zodat alle tijd werd besteed aan het horen van belanghebbenden. Het ontbrak daardoor aan tijd voor een bespreking door de raadsleden, zodat de behandeling van het onderwerp is verschoven naar dinsdag 16 oktober. Dat beloofd dus weer een drukbezochte bijeenkomst te worden.
Los van de rij van insprekers: binnen onze fractie hebben we ons maandagavond over de shortlist gebogen – we hebben tenslotte ook wel een eigen mening. Over de procedure hebben we niet veel opmerkingen, wethouder Van Daalen heeft zich ingespannen en de raadsmotie over het organiseren van een zoektocht zo goed mogelijk uitgevoerd. Opmerkingen zijn te maken over de communicatie. Lang niet iedereen is tijdig bereikt, mede omdat de bezorging van Amersfoort Nu, waarin de gemeentelijke pagina’s zijn opgenomen, niet in alle gevallen optimaal is. Daarnaast hebben veel mensen de impact van de mededelingen over de zoektocht niet direct begrepen. Maar op dit punt is de wethouder niet veel te verwijten.

De procedure was dus goed, maar met het resultaat zijn we rondweg ontevreden. Binnen de fractie werden maximaal vier aanvaardbare locaties gevonden, ikzelf zie er nauwelijks één. En ik heb ook wel een mening over het resultaat van de zoektocht: wanneer deze geen locaties oplevert die aanvaardbaar zijn, dan moet je dat als gemeenteraad accepteren. We willen wel vaker iets dat in de praktijk niet realiseerbaar blijkt te zijn. Ik vind wel dat er in elk geval één locatie moet worden gevonden, want de dagopvang in de Stovestraat moet daar weg.
Erg veel kanttekeningen heb ik bij de zoektocht naar de woningen voor moeilijk plaatsbare huurders. Deze zoektocht moeten we gewoon staken. Uit de documentatie die we hebben ontvangen is mij in elk geval één ding duidelijk geworden: wanneer je de moeilijke weg van zo’n zoektocht inslaat, moet je als gemeente eerst je algemene beleid ten aanzien moeilijk plaatsbare huurders goed formuleren.
Dat laatste is al met al extra moeilijk geworden. Nu bewoners in de stad hebben gezien wat de uiteindelijke gevolgen van het formuleren van goed beleid op dit punt kan zijn (er zouden overigens ook nog andere oplossingen uit kunnen rollen), zal de discussie over dit onderdeel van het volkshuisvestingsbeleid alleen maar moeilijker worden. Noodzakelijk is het echter wel. In elk geval is een zoektocht naar de plek voor vijf containerwoningen op dit moment meer dan voorbarig.

Een klein incident deze avond: van de tientallen insprekers was er één die niet zozeer over de locaties maar vooral over de op te vangen verslaafden, daklozen en a-socialen sprak. Niet onbelangrijk natuurlijk. Daarbij memoreerde hij dat we in het verleden veel discussie hebben gevoerd over de opvang aan de Kleine Haag, maar dat hier uiteindelijk nauwelijks van overlast sprake is. Raadsleden weten beter, maar hij werd ook meteen vanaf de publieke tribune gecorrigeerd door een van de omwonenden. Dit pleidooi had dus een averechts effect.
Hoe dan ook, de hoorzitting van deze avond heeft mijn mening alleen maar versterkt: de shortlist moet van tafel. Van de gepresenteerde alternatieven op de shortlist mogen er wat mij betreft elf in de prullenbak verdwijnen!

De inrichting van het Eemplein

Maandag 1 oktober 2007

Er lijkt enige schot te zitten in de ontwikkeling van het Eemplein. De afgelopen weken vernam ik dat de eerste paal waarschijnlijk het komende voorjaar (2008) wordt geslagen. Dat is één jaar later dan de meest actuele planning die ik op het prikbord boven mijn bureau heb hangen, maar laten we vooral onze zegeningen tellen en alle tegenvallers in de planning zo spoedig mogelijk vergeten. Overigens blijf ik enig reserve houden: in het komende voorjaar kunnen alle bouwvergunningen wel gereed zijn, maar dat is nog geen garantie dat de geselecteerde aannemer(s) ook direct van start gaan. Er heersen op dit moment grote capaciteitsproblemen in de bouw, wat bij het Eemplein wel eens kan gaan opbreken.

De afgelopen week ontvingen de raadsleden een brief van een groep organisaties die het hele jaar door in het centrum van de stad festivals en andere activiteiten organiseren, zoals Etcetera, Dias Latinos, Proef Amersfoort en de Keistadfeesten. Verschillende organisaties zouden het nieuwe Eemplein graag tot nieuw terrein voor hun evenementen maken. Een voordeel zou in elk geval zijn dat de regelmatig terugkerende discussie met de marktkooplui daarmee tot het verleden zouden behoren. Een goede gedachte.
De festivalorganisatoren schrijven echter dat de tot nog toe gepresenteerde inrichting van het Eemplein het organiseren van festivals op deze plaats bemoeilijkt. Er komen brede boombakken te staan, fietsenrekken en ander straatmeubilair wordt verankerd aangebracht en het ontbreekt aan aansluitingen voor allerlei nutsvoorzieningen. Er worden ook vraagtekens gezet bij de draagkracht van het dek van de parkeergarage die onder het Eemplein is gepland. Hierdoor kan het moeilijk worden om zware podia te plaatsen en kan de aan- en afvoer met zwaar materieel worden bemoeilijkt. Daar zit wel wat in.

Toch vind ik dat de plannen zoals die nu op tafel liggen voor het plein, optimaal moeten worden gerealiseerd. We willen een mooi plein en geen kale vlakte. Desondanks zou het nuttig zijn indien de ontwikkelaar van het Eemplein samen met de festivalorganisatoren rond de tafel gaat zitten. Straatmeubilair hoeft misschien helemaal niet te worden verankerd en het aanleggen van aansluitingen voor nutsvoorzieningen is goedkoper tijdens de bouw dan wanneer je dat achteraf nog eens een keer moet doen. Het is goed om problemen te constateren, het is nog beter wanneer alle betrokken partijen bereid zijn om over oplossingen te praten. In de Ronde zal ik daarnaar vragen.

Written by raphaelsmit

03/10/2007 at 13:40

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Over sprookjes en fata morgana’s

Zaterdag 29 september 2007

Ik heb grote bewondering voor Ashok Bhalotra. Deze bewondering is gebaseerd op het feit dat hij ruim twintig jaar geleden de discussie over de ontwikkeling van Kattenbroek een geheel eigen spoor heeft gegeven. Met zijn ideeën en overredingskracht wist hij ontwikkelaars, ambtenaren, corporatiebestuurders, collegeleden en bouwers zo ver te brengen dat zij enthousiast gingen werken aan een nieuwe wijk die vele jaren als voorbeeld voor nieuwe vormen van stedenbouw ging gelden. Ook al heb ik nu soms wat kritiek op zijn wijze van werken, dat doet er niets af dat Ashok Bhalotra steeds weer mensen achter zich weet te krijgen en hij zijn ideeën weet te presenteren met een verve waarbij veel toehoorders in droomwerelden worden meegevoerd.

Het eerste moment waarop ik dacht: dit is weer typisch Ashok Bhalotra, het is goed om eens met grote nuchterheid naar zijn verhaal te kijken, was zijn presentatie van het winkelcentrum in Nieuwland. Er zou een Italiaans plein ontstaan: intiem, met ideale maten en als aantrekkelijk punt midden in de nieuwe wijk. Bij zijn verhalen voelden velen als het waren de Italiaanse zon al op hun hoofd branden – Ashok Bhalotra is een goed verteller. Ik ging toen al twijfelen aan zijn presentatie. Italiaanse pleinen worden gekenmerkt door zon, door mensen die op een extroverte wijze met elkaar omgaan, een klimaat dat uitnodigt om buiten te verblijven en elkaar informeel te ontmoeten. Kortweg: iets heel anders dan het winderige, lege en weinig aansprekende winkelpleintje in Nieuwland – zeker als je het vergelijkt met de sprookjes van Ashok Bhalotra.
Ik luisterde afgelopen dinsdag met gemengde gevoelens naar het verhaal dat Ashok Bhalotra afstak. Hij deed dat tijdens de presentatie van het gebied De Bron, in het centrum van Vathorst. Ik heb de afgelopen decennia geleerd om toelichtingen van architecten en stedenbouwkundigen met balen zout tot mij te nemen. Hoe enthousiaster de verhalen, hoe groter mijn bedenkingen. En Ashok Bhalotra was dinsdag weer zeer enthousiast. Mijn reserve werd bevestigd toen ik vandaag in de Amersfoortse Courant een bijdrage las over de presentatie van de plannen voor De Bron.

In De Bron komt een eiland met een strand. Da’s mooi! Bij dat strand moeten eethuisjes en galerietjes komen. Niet één of twee, neen: dertig tot veertig toko’s moeten er een plaats krijgen. Niet van die grote winkels, ‘Met hooguit twee tafeltjes waar zeer verfijnde hapjes worden geserveerd.’ Een kleinschalige maar permanente Proef Amersfoort, aldus Ashok Bhalotra.
Zeepbellen, noem ik het maar. Ik kan mij voorstellen dat langs een winkelstraat in een ver, warm land talloze kleine stalletjes enigszins floreren. Maar vindt eens dertig tot veertig kleine ondernemers die alle vestigingseisen, investeringslasten en noem maar op trotseren om aan hooguit twee tafeltjes hun liflafjes aan de man te brengen. Ashok Bhalotra schetste en fata morgana dat, naarmate de tijd verstrijkt, in het luchtledige zal opgaan.

Wat ik vervelend vind is dat Ashok Bhalotra, als zijn geschetste beelden geen werkelijkheid worden, de schuld wat al te gemakkelijk bij de overheid of anderen neergelegd. Dat bewees hij aan het eind van zijn presentatie toen een raadslid hem vroeg hoe het zat met het openbaar vervoer in De Bron. De praktijk in Vathorst op dit moment is dat een groot deel van de woningen veel te ver verwijderd ligt van de via de ringboulevard geplande buslijn.
Dat lag dus niet aan Ashok Bhalotra, zoals hij opmerkte. Nee, er zouden kleine busjes door de hele wijk moeten rijden. Kleinschalig vervoer, maar de gemeente heeft op dat punt een steek laten vallen! Helemaal niet, zou ik willen zeggen. Toen Ashoh Bhalotra, met hetzelfde enthousiasme als nu bij De Bron, het Masterplan voor Vathorst presenteerde, sprak hij van een ‘Vathorster Verhicel’, een soort snelbus die via de Boulevard de nieuwe wijk met de rest van de stad zou verbinden. Zoiets dus als Einhoven bij zijn vinexwijk heeft gerealiseerd, of de buslijn tussen Haarlem en de Bijlmer via Schiphol.
Een leuk idee van de stedenbouwkundigen, die daarmee elke discussie over het openbaar vervoer naar en in Vathorst wisten te voorkomen. Jammer alleen dat een dergelijke hoogwaardige buslijn in de praktijk niet haalbaar is. Luchtfietserij van een stedenbouwkundige, door die domme stadsbestuurders dus niet begrepen.

Een shortlist voor opvanglocaties

Vrijdag 28 september 2007

De reacties op de shortlist voor de locaties ten behoeve van opvanglocaties stromen binnen. Een discussie die was te voorzien. Een compliment voor wethouder Van Daalen die het desondanks heeft aangedurfd om de discussie aan te gaan. Uiteraard, hij kon niet anders na het debacle rondom de Kleine Haag en de motie die de raad daarna had aangenomen over de procedure voor toekomstige vestigingen van allerhande opvangcentra. Maar toch waardering voor de getoonde moed!

De raad wordt gevraagd om op 2 oktober in te stemmen met de shortlist. Dat kan nog een pittige discussie worden. Je kunt als raadslid twee dingen doen:
de ene mogelijkheid is de instemming. De wethouder heeft zijn best gedaan, de inhoud van de motie is uitgevoerd, er ligt nu een shortlist dus laat de maatschappelijke discussie maar komen. Links om of rechts om, er moeten vier nieuwe opvanglocaties beschikbaar komen., dat is de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de raad.
de andere mogelijkheid is afwijzing. De wethouder is niet veel te verwijten, hij heeft de procedure keurig afgewerkt. Hooguit is er op de communicatie wat aan te merken, maar helemaal sluitend is die nooit te krijgen. Maar als raadslid kan je nu al kritisch naar de shortlist kijken en tot de conclusie komen dat er een aanmerkelijk aantal locaties is genoemd die moeilijk zijn te verdedigen. De weerstand die binnen enkele dagen is losgebarsten, bewijst dat en zal alleen maar toenemen. Als gemeenteraadslid ben je ook volksvertegenwoordiger en kan je de vele gefundeerde bezwaren niet zo maar naast je neer leggen.

Ik neig naar het tweede. Als er niet voldoende locaties zijn te vinden met redelijke maatschappelijke steun, dan zijn die er dus niet. Voor mij is draagvlak uit de omgeving, na wegstrepen van overdreven nimby-gevoelens – een even belangrijk criterium als alle andere toegepaste criteria. En ook zonder de tot nog toe geuite protesten zie ik enkele locaties in de shortlist waarvan ik denk: hoe komen ze er op!?
Eigenlijk geldt voor mij maar één hard gegeven. Er moet een alternatief komen voor de Stovestraat. Dat is toegezegd, je kunt de omwonenden van de huidige dagopvang niet nog langer met de overlast laten zitten.

Praten over de toekomst

Donderdag 27 september 2007

Er staat voor aanstaande dinsdag een hamerstuk op de concept-besluitenlijst voor de raad. Het gaat om de aanpak van het visietraject GA 2030. Achter deze code is een praatcircuit verborgen dat een idee moet opleveren hoe Amersfoort er in 2030 uit zou kunnen zien.

Tot nog toe heb ik twee bijeenkomsten in het kader van GA 2030 mogen bijwonen. Vóór het zomerreces kregen de raadsleden een presentatie van een voor het praattraject aangetrokken bureau. Appelgeflap, dat is het vriendelijkste woord dat ik er voor kon bedenken. Twee weken geleden mocht ik meedoen aan de eerste gespreksronde (er komen er tien!), in dit geval over het onderwerp wonen. Kosten noch moeite werden gespaard, we werden zelfs ontvangen in een serieus ‘hoofdkwartier’, gevestigd in een van de lege ruimten in de koopgoot van Amicitia. Nouja, deze ruimte kan in elk geval inspireren voor de gedachte hoe je iets niét moet doen.
Op 11 september was er nog een bijeenkomst voor raadsleden, die ik door omstandigheden moest missen. Blij toe, kan ik zeggen na de verschillende verhalen over deze bijeenkomst te hebben gehoord. Oké, er zijn altijd wel enkele raadsleden die overal enthousiast over zijn, als er maar kan worden gepalaverd. Dat wil natuurlijk nog niet zeggen dat ik ook enthousiast moet zijn – ik heb weinig behoefte aan vrijblijvende, maar zeer kostbare gesprekken. Want dat het hele proces rondom GA 2030 niet met een paar stuivers is te betalen, dat moge duidelijk zijn.

Het besluit dat dinsdagavond wordt gevraagd, is gebaseerd op het gesprek van 11 september. Ik kijk echter ook naar alles wat ik tot nog er over heb gelezen en gehoord en naar wat ik zelf heb meegemaakt. En dan rest er voor mij maar één conclusie: Ohne Mich!
Ik hoop dat meer raadsleden zich niet laten indutten door handige spreekstalmeesters, maar vooral kijken hoe we gemeenschapsgeld op een beetje verantwoordelijke wijze kunnen uitgeven. Om maar eens een voorbeeld te noemen: voor het geld dat GA 2030 ons kost, hadden we volgens mij de hele Hof twee maanden lang van een prachtige en gezellige ijsbaan kunnen voorzien. Het is maar een ideetje!

Written by raphaelsmit

01/10/2007 at 14:36

Geplaatst in Uncategorized