Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for april 2004

leave a comment »

Donderdag 29 april 2004

De gemeente zoekt samen met de provincie naar alternatieven voor de baggerstort. Toen een jaar geleden de provincie zich bereid toonde tot deze samenwerking, heerste er een welhaast feestelijke stemming op het stadhuis. Het gebaar werd als een eerste positief teken gezien, nadat de provincie op regenteske wijze Amersfoort had gedwongen een bestemmingsplan voor de baggerstort voor te bereiden. Er gloorde hoop, zo dachten velen op het stadhuis.

Objectief gezien heeft de provincie geen enkel belang bij een alternatieve oplossing. De signalen die in die richting wijzen, nemen toe. Ook deze week bleek dat overduidelijk. Een extern bureau – MMG-Advies – heeft in opdracht van gemeente en provincie een onderzoek verricht. Er is gekeken welke alternatieven er zijn voor de baggerstort bij Vathorst, of de waterschappen hun bagger inderdaad naar deze stort willen laten transporteren en op hoeveel bagger we eigenlijk moeten rekenen. De gemeente en de provincie hebben elk een eigen persbericht over het rapport uitgebracht. De gemeente kopte zijn persbericht met: ‘Alternatief voor baggerstort Zevenhuizen dichterbij’. De kop boven het provinciale persbericht beweert bijna het tegendeel: ‘Zoektocht alternatieven baggerberging biedt nog geen oplossing’. Voor alle duidelijkheid: beide persberichten betreffen hetzelfde onderzoek.

Ik heb het rapport gelezen. Mijn conclusie is: de gemeente trekt de juiste conclusie, de provincie betrekt bij zijn reactie allerlei negatieve ruis die niets met het onderzoek zelf heeft te maken. Uit het onderzoek blijkt dat eigenlijk maar één waterschap zijn bagger misschien naar Zevenhuizen brengt. Misschien, want het houdt verschillende opties open. Uit het onderzoek blijkt dat er geen behoefte is aan zeven miljoen kuub stortcapaciteit, maar hooguit aan drie. En uit het onderzoek blijkt dat er al voldoende alternatieven voorhanden zijn. Drie particuliere firma’s zijn in staat om de komende tien jaren de drie miljoen kuub waarover nog onzekerheid bestaat, te kunnen verwerken.

In het rapport komt MMG Advies tot de conclusie dat nu al duidelijk is dat er een economisch uitvoerbare alternatieve locatie of methode voor de stort of verwerking van zeven miljoen kuub baggerspecie tijdig voorhanden is. Er zullen binnen afzienbare termijn meerdere alternatieve opties beschikbaar zijn, vermeldt het rapport. Maar het rapport bevat nog een andere constatering die aan de oprechtheid van de provincie doet twijfelen. In principe is op 1 mei 2002 de milieuwetgeving dusdanig gewijzigd, dat de provincie haar bagger niet meer binnen de eigen provinciegrenzen hoeft te storten. Deze constatering is niet niks: GS hebben bij hun dictaat steeds het argument gebruikt dat de bagger van de Utrechtse waterschappen en gemeenten binnen de provincie moet worden verwerkt. Maar op het moment van de aanwijzing was dus al bekend dat het belangrijkste argument niet meer valide was. Daarmee heeft de provincie bewezen een onbetrouwbare partner te zijn.

Maar waarom? Waarom houdt de provincie vast aan een achterhaalde noodzaak? Waarom worden in het persbericht van de provincie allerlei argumenten naar voren geschoven die er in feite weinig toe doen? Is dat omdat de provincie de ten onrechte aanwijzing achteraf wil verdedigen? Met zijn opstelling wekt de provincie de indruk dat er meer aan de hand is. Wenst de provincie hoe dan ook vast te houden aan afspraken die zij met de firma Smink heeft gemaakt? Is de provincie bang voor schadeclaims? We moeten niet bang zijn voor de stankoverlast van een mogelijke baggerstort, maar voor de onfrisse lucht die vanuit het provinciehuis richting Amersfoort lijkt te waaien.

Woensdag 28 april 2004

De bewoners in Kattenbroek hebben deze dag ervaren dat de politiek onbetrouwbaar kan zijn en dat de gevestigde partijen het aan zichzelf hebben te wijten dat steeds meer mensen zich van de politiek afwenden en de stembus laten voor wat die is. De bewoners in de Boerderijenkamer zullen hetzelfde gevoel hebben als van waaruit Leefbaar Amersfoort is opgericht, het gevoel dat op het stadhuis introversie, onoprechtheid, amateurisme, eigen belang en prestigedenken de overhand hebben. De komedie die is opgevoerd rondom het zogenaamde snelfietspad naar Vathorst heeft bewezen dat het de traditionele partijen niet gaat om de belangen van bewoners, maar om de belangen van bevriende groeperingen die met oogkleppen op de maatschappij naar hun hand proberen te zetten en daarbij de werkelijkheid ontkennen.

Partijen als de PvdA en Groen Links probeerden deze dag nog de indruk op te houden dat zij rekening houden met de bewoners in de Boerderijenkamer. Maar uit de discussie en uit opmerkingen binnen en buiten de raadszaal bleek dat zoethoudertjes als vervangende groene ruimte, extra politietoezicht en dergelijke van nul en generlei waarde zijn. Dat wisten ook de coalitiepartijen, maar desondanks stemden ze in met een fietspad door de woonstraten van dit stukje Kattenbroek. Zelfs het ontbreken van een financiële onderbouwing van de verschillende alternatieven kon de coalitiepartijen niet deren. Achterkamertjesafspraken tijdens de collegevorming bepaalden de stemming, de bewoners hadden het nakijken.

Een partij als de VVD blijkt, als dank voor de oververtegenwoordiging binnen het college, bereid te zijn de steentijddenkbeelden van PvdA en Groen Links te steunen. Met tegenzin, aldus de fractievoorzitter van de VVD, werd er ingestemd, maar de zogenaamde liberalen lieten hun eerdere beloften aan de bewoners omwille van het collegepluche voor wat het was. Alleen Koos Voogd had de moed om argumenten en beloften op hun waarde te schatten en stemde tegen het collegevoorstel. De stadspartijen en D66 waren de enigen die achter de bewoners bleven staan.

Een overbodig fietspad, weggegooid geld en verloren geloofwaardigheid, dat was wat overbleef. De ongeloofwaardigheid van de coalitiepartijen werd nog het beste getekend door de woordvoerster van Groen Links die met droge ogen voorstelde om ten behoeve van het fietspad de brandweerkazerne af te breken. De gepikeerdheid van de voorzitter over het hoongelach van de bewoners is tekenend voor de afgesloten wereld van waaruit het college het bestuur over onze stad uitoefent.

Written by raphaelsmit

29/04/2004 at 17:34

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Dinsdag 27 april 2004

De gemeenteraadszitting op deze dag geeft een aardige kijk op de gefragmenteerde wijze waarop besluiten vaak tot stand komen. Raadsleden nemen besluiten zonder de gevolgen daarvan steeds te overzien. Bij gecompliceerde zaken die moeilijk kunnen liggen, hanteert het college de salamitactiek: stap voor stap lopen de raadsleden de fuik in, geconfronteerd met de uiteindelijke gevolgen bestaat er geen weg terug.

Het woonwagenkampje De Birkt, aan het uiterste randje van het bedrijvengebied De Isselt, is een goed voorbeeld van salamitactiek en het scheppen van voldongen feiten waardoor voor raadsleden de weg terug wordt afgesloten. Enkele jaren geleden is besloten dat De Isselt moet worden heringericht. In het westelijke deel van het bedrijvengebied moet ruimte komen voor extra hinder veroorzakende activiteiten. De raad realiseerde zich – naar is aan te nemen – dat dit consequenties heeft voor het woonwagenkampje dat er al enkele decennia is gevestigd. Dit feit werd op de koop toe genomen, zonder dat er voldoende inzicht in de consequenties bestond.

Toen de verhuizing van het kampje enkele maanden geleden opnieuw op de agenda belandde, bleek het verhuizen van twaalf wagens 1,1 miljoen euro te kosten. Geen kattenpis, zeker in een tijd waar het college ‘alle hens aan dek’ roept en duizenden Amersfoorters met een smalle beurs de gevolgen van het bezuinigingsbeleid aan de lijve gaan ervaren. Als extra complicatie bleek dat de kampbewoners een verhuizing naar Vathorst, zoals het college voorstelde, absoluut niet zagen zitten. Ze hebben sterke bindingen met het Soesterkwartier, onder meer omdat daar veel familieleden wonen. Jan Pronk zou de gedwongen verhuizing naar de andere kant van de stad ongetwijfeld als ‘deportatie’ hebben betiteld.

Er werd een oplossing gevonden: aan de Middelhoefseweg, waar twintig jaar geleden een groot woonwagenkamp werd gesloten, wordt een plekje vrijgemaakt. Nu moet ik een mededeling uit een besloten vergadering doen, maar omdat de wethouder VRO tijdens de raadsvergadering ook teruggreep op deze vergadering, lijkt mij dat gerechtvaardigd. Tijdens een besloten vergadering stemde de meeste fracties in met de verhuizing en de daarmee gepaard gaande kosten van 1,1 miljoen euro. Leefbaar Amersfoort behoorde tot de minderheid die tegen was: we vonden het een onverantwoorde uitgave voor een door de bewoners ongewenste verhuizing. De meerderheid die instemde committeerde zich voor verdere proces, dat nog enkele onaangename verrassingen bleek te bevatten.

Wat tijdens deze besloten bijeenkomst niet aan de orde kwam, waren de bijkomende gevolgen van de verhuizing. Die kwamen afgelopen maand boven tafel. Om de kosten van de verhuizing te dekken, moeten aan de Middelhoefseweg ook bedrijven worden gevestigd. Een onverwacht voorstel, want tijdens de discussie over Birkhoven-Bokkeduinen had de raad bepaald dat op deze plek géén bedrijven zouden komen en de locatie uitsluitend bestemd zou worden als parkeerterrein voor piekdagen bij de dierentuin of tijdens sportmanifestaties in dit gebied. Maar ja, de partijen die tijdens de besloten vergadering hun instemming hadden gegeven, konden vandaag geen stap terug. Onder het slaken van verkeerde argumenten en in voorbijgaan aan eerdere besluiten werd de judaskus gegeven.

Dat hier van hap-snap-beleid sprake is, is evident. Het CDA bleek zelfs trots te zijn op het feit dat voor de ontwikkeling van het gebied Birkhoven-Bokkeduinen geen integraal beleid wordt ontwikkeld, maar dat door het instemmen met zogenaamde postzegelplannetjes het verregaande gebrek aan politieke kwaliteit binnen deze fractie wordt geëtaleerd. Intussen blijkt dat het bij niet blijft bij de 1,1 miljoen euro, maar dat de totale kosten voor de geforceerde herontwikkeling van het terreintje aan de Middelhoefseweg oploopt naar 2,5 miljoen euro. De verwarring die hierover optrad leverde in elk geval op dat de discussie over de totale inrichting van het gebied wordt uitgesteld tot juni. Maar de verhuizing van het kampje gaat door, dus de 2,5 miljoen euro zijn we kwijt. Dat had twee jaar geleden niemand voorzien!

Written by raphaelsmit

28/04/2004 at 09:52

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Maandag 26 april 2004

Ergens in mijn boekenkast staat het boek van Darrel Huff: Gebruik en misbruik van de statistiek. Daarin wordt, kort samengevat, beschreven hoe cijfers kunnen worden ingezet om recht te praten wat krom is. Het boek stamt uit 1961, maar is heden ten dage nog even actueel. Die conclusie kan je in elk geval trekken als je regelmatig vergaderingen van de gemeenteraad bijwoont. Er bestaat intussen een aantal klassiekers en potentiële klassiekers op dat gebied. Voorbeelden: de kosten voor het muurtje bij de Brouwerstunnel, dat in prijs zakte van 25 miljoen naar enkele tonnen, So What: volgens de kersverse wethouder Van der Weg slechts open te houden voor 110.000 euro per jaar, volgens direct betrokkenen voor 40.000 euro en – hoogst actueel – de snelfietsroute bij de Boerderijenkamer, die volgens het college buitenom zeker 1,9 miljoen kost, terwijl door de bewoners geraadpleegde deskundigen op ongeveer de helft uitkomen – de kosten van de binnenomvariant.

Deze avond was opnieuw een staaltje gebruik en misbruik van getallen te beleven. Ik wil daar niet de gehele avond waarin de Kadernota werd toegelicht onder vatten. Maar op z’n minst een onderdeel viel op: de risico’s voor CSG-Noord. Vorig jaar kwam CSG-Noord ook al eens aan de orde. Ik sprak mijn zorg uit over de trage ontwikkeling en de daardoor oplopende rentekosten. Die zorg was overdreven, aldus wethouder De Wilde. Nagenoeg alle grondstukken waren uitgegeven, dus er was geen vuiltje aan de lucht. Toch bleef bij mij de vraag bestaan of CSG-Noord-directeur Leo overhaast was vertrokken omdat – zoals werd gesuggereerd – de klus grotendeels was geklaard of omdat hij buien zag hangen die raadsleden en wethouders nog niet in het zicht hadden. De discussie deze avond doen het vermoeden ontstaan dat het laatste het geval is.

Bij de toelichting bij de Kadernota blijkt CSG-Noord ineens een risicofactor te zijn. Maar er was toch geen enkel risico meer, vrijwel alle kavels waren aan de man gebracht, werp ik tegen. Dus toch niet, blijkt uit de woorden van de wethouder. Goed, er zijn bankgaranties, maar daar wil de gemeente geen gebruik van maken. En ja, er zijn allerlei vertragingen opgetreden. Het klink weinig overtuigend en de wethouder werd gered door zijn partijgenoot, PvdA-fractievoorzitter Ismail Parmaksiz, die opmerkt dat deze discussie een politiek karakter heeft en dus niet tijdens de informatieavond moet worden gevoerd. Waar hij gelijk in heeft, het is inderdaad een punt voor de openbare raadsvergadering: daar moet de wethouder zich verantwoorden voor zijn zwalkende informatie.

Valt het misschien allemaal mee? Dat valt te bezien. In elk geval wordt er miljoenen gereserveerd voor eventuele risico’s in en rond Puntenburg, het gebied dat nog steeds grotendeels braak ligt. Appels en peren? Dat is nu juist het aardige van getallen: het komt er op aan waar je ze onder brengt. Hoe dan ook, CSG-Noord levert waarschijnlijk meer financiële problemen op dan de wethouder een jaar geleden wilde toegeven. En dan komt het er op aan hoe je je getallen rangschikt. Dat had Darrell Huff in 1961 al door!

Zondag 25 april 2004

Een kostbare vergissing van de politiek. Zo omschrijven planologen en bestuurders volgens NRC-Handelsblad de zeven kilometer lange tunnel voor de HSL-Zuid, tussen Leiderdorp en Hazerswoude. Een kostbare voorziening door een verrommeld gebied, dus totaal overbodig. De kostbare HSL-tunnel werd gebouwd onder druk van enkele milieuorganisaties, die vanuit welhaast hobbyistisch fanatisme een totaal overbodige voorziening op de politieke agenda wisten te krijgen. Zodra one-issue-belangenorganisaties van schijnbaar progressieve signatuur met modegevoelige argumenten zwaaien, blind voor meer objectieve argumenten, krijgen politieke bestuurders al snel zwakke knieën en zijn bereid om grote sommen gemeenschapsgeld in onzinnige projecten te steken.

Dat klinkt zwart-wit, maar het is de enige manier om de onzinnigheid van de ommezwaai van het college bij de discussie over het snelfietspad naar Vathorst te verklaren. Omdat de ENFB het fietspad noodzakelijk vindt, en dan bij voorbaat door een bestaande woonbuurt, ligt er meer dan ’n miljoen euro op tafel die we beter ergens anders aankunnen besteden. Want is het snelfietspad bij de afslag van de A1 echt nodig. Nee dus: er wordt een discussie gevoerd over een onnodige voorziening en een groot aantal raadsleden durft geen ‘nee’ te zeggen, om de ENFB niet tegen het hoofd te stoten. Dat schaadt het progressieve imago.

Het snelfietspad door de Boerderijenkamer is nodig, dagelijks zullen zo’n zesduizend fietsers gebruik maken van deze kostbare voorziening, is de stelling. Aan een onderbouwing hiervan ontbreekt het. Het gezonde verstand zegt dat dit onzin is. Wie naar de concentratie van woningen, scholen, werk en dergelijke kijkt, ziet in één oogopslag dat het omstreden fietspad niet eens de drukste zal worden. Volgens de huidige plannen komen er vijf fietsverbindingen tussen Vathorst en de bestaande stad. Vijf maal zesduizend fietsers levert 30.000 fietsbewegingen per dag op.

Dat is meer dan het aantal inwoners dat Vathorst uiteindelijk zal tellen. Er van uitgaande dat wie héén fietst, ook weer terug gaat, zal dus vijftig procent van alle Vathorstbewoners dagelijks op de fiets naar de andere kant van de snelweg moeten fietsen. Oké, er zullen nog wat tegenbewegingen uit de bestaande stad zijn, maar dan nog moet er vanuit Vathorst heel wat worden gefietst. Het onderzoekbureau Goudappel Coffeng, dat het materiaal voor de verkeersstructuur heeft geleverd, gaat er van uit dat ongeveer eenderde van de verkeersbewegingen van en naar Vathorst per fiets wordt afgelegd. Dit getal is gebaseerd op waarnemingen in referentiegemeenten. Daar ligt meteen ook het probleem, de situatie in de referentiegemeenten is niet te vergelijken met Vathorst: een wereld van verschil. De schaal is anders, de vergeleken stadsdelen zijn minder zelfverzorgend, barrières zoals de A1 zijn er niet en noem maar op.

Hoe dan ook: de noodzaak van het fietspad bij de Boerderijenkamer is meer dan aanvechtbaar. Ten opzichte van de studies van Goudappel Coffeng heeft de nu voorgestelde route – buiten- of binnenom – ook het nadeel dat het geen rechte lijn vormt tussen twee stadsdelen. Gebruikers moeten voor hun gevoel altijd omrijden, en doen dat in feite ook. Andere routes zullen als sneller worden ervaren, en zijn dat in het algemeen ook. Het snelfietspad waar deze week over wordt gesproken is een onnodig gedrocht. Zakelijk gezien net zo overbodig als de zeven kilometer lange HSL-tunnel onder een rommelige uithoek van het Groene Hart. Maar er is politieke moed voor nodig om toe te geven dat objectieve argumenten zwaarder kunnen wegen dan het honoreren van een deelbelang. De financiële rekening wordt neergelegd bij de inwoners van onze stad.

Written by raphaelsmit

27/04/2004 at 08:46

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Zaterdag 24 april 2004

Om het vooraf duidelijk te stellen: Leefbaar Amersfoort vindt het gebruik van drugs een schadelijke zaak. Dit geldt vooral voor harddrugs, waarvan het gebruik tot grote fysieke en maatschappelijke schade kan leiden. Een belangrijk deel van de verstoring van de openbare orde is een direct of indirect gevolg van drugsgebruik. Maar er kan een duidelijk verschil worden gemaakt tussen het gebruik van softdrugs en harddrugs. Het gebruik van softdrugs is wijdverbreid en in belangrijke mate gelijk te stellen aan alcoholgebruik – voor beide geldt: overdaad schaadt, drugs- of alcoholverslaving kan mensen in de goot helpen.

Alcoholgebruik wordt maatschappelijk geaccepteerd, uiteraard binnen de grenzen van het betamelijke. Het gebruik van softdrugs wordt maatschappelijk getolereerd, hoewel deze tolerantie smal en broos is. In elk geval staat onze maatschappij in meerderheid toe dat de distributie van softdrugs – onder strikte voorwaarden – via een gedoogd circuit plaatsvindt: de coffeeshops. Net als in de meeste andere gemeenten heeft Amersfoort een aantal voorwaarden opgesteld waaraan coffeeshops in onze stad moeten voldoen. Eén daarvan betreft de vestiging in de omgeving van scholen voor basis- en voortgezet onderwijs. Vestiging van een coffeeshop mag niet plaatsvinden binnen een straal, hemelsbreed gemeten, van 250 meter van een basis- of vo-school.

Ook aan het aantal coffeeshops in onze stad is een grens gesteld. Het aantal is gefixeerd en mag niet worden uitgebreid. Inkrimping van het aantal mag uiteraard wel en zal door zeer velen zelfs worden toegejuicht. Je moet je echter afvragen of dat echt een goede zaak zou zijn. Vermindering van het aantal coffeeshops leidt niet automatisch tot minder gebruikers van softdrugs. Minder vestigingen levert eerder een hoger bezoek aan de overblijvende coffeeshops op, met het gevaar van toenemende overlast. Overigens: verbod van coffeeshops leidt eveneens niet tot beëindiging van softdruggebruik. Het drijft gebruikers het criminele circuit in, waardoor de drempel voor de overstap naar harddrugs wordt verlaagd.

Op dit moment zijn er problemen met de coffeeshop in de Pothstraat. De gemeente wenst vertrek van de coffeeshop op deze plek. De eigenaar wil hieraan meewerken, maar verbindt hieraan de wens om elders in onze stad zijn bedrijf voort te zetten. En daar beginnen dus de problemen: niemand heeft graag een coffeeshop in de buurt. Het belangrijkste bezwaar betreft de overlast. Je zou daarom de coffeeshop in elk geval niet in een rustige woonbuurt moeten vestigen, of op een andere plaats waar objectief gezien een coffeeshop het woongenot in de omgeving dreigt te verstoren. Wat niet afdoet van de legitimiteit van de zoektocht van de coffeeshopeigenaar om zijn vertrek uit de Pothstraat te compenseren.

Het gemeentebestuur moet alle activiteiten rondom deze zoektocht uiterst behoedzaam beoordelen. Dat geldt voor eventuele protesten van mogelijke toekomstige omwonenden even zo goed als voor de vestigingswensen van de eigenaar. Potentiële omwonenden kunnen op steun in de gemeenteraad rekenen, in elk geval van Leefbaar Amersfoort. Dat is onder meer gebleken bij de vorig jaar gevoerde acties in de omgeving van de Van Westreenenstraat.

Dat ontslaat het gemeentebestuur echter niet van de verplichting om aanvragen van de coffeeshopeigenaar serieus te nemen en eventuele afwijzingen goed en gedegen te motiveren. Bezwaarschriften van zijn kant moeten serieus worden afgedaan. Doet het gemeentebestuur dat niet, dan creëert het een rechtsgang waarvan de uitslag de belangen van potentiële omwonenden extra in gevaar brengt. En ook de belangen van de tienduizenden sofdrugsgebruikers in onze stad moeten serieus worden genomen, wat bij de hele discussie nauwelijks aan de orde komt.

Written by raphaelsmit

25/04/2004 at 08:05

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Vrijdag 23 april 2004

Op verzoek van de gemeente heeft de ontwikkelingsmaatschappij Latei, die nauwe relaties heeft met sociale verhuurders en hun doelstellingen, onderzocht of het ombouwen van kantoren tot woonruimte in onze stad mogelijk is. Kort gezegd: het antwoord was ‘’neen’. Natuurlijk, alles is mogelijk, maar financieel gezien is het verbouwen van leegstaande kantoorpanden tot woonruimte een onhaalbare zaak, aldus Latei. En daarmee lijkt de discussie in onze stad gesloten.

Directe aanleiding voor het onderzoek was de constatering bij enkele raadsleden dat er zoveel kantoorruimte leeg staat, terwijl we nog steeds hebben te maken met een grote behoefte naar woonruimte voor jongeren, studenten en starters in de woningmarkt. Beide constateringen zijn juist, maar bij de opvattingen over de leegstand in de kantorenmarkt speelt de kortzichtigheid die politiek vaak eigen is (de geestelijke horizont ligt bij de eerstkomende verkiezingen) een rol. Kantoren staan leeg, maar dat is een situatie die zich in het verleden vaker heeft voorgedaan. Zo goed als er ook perioden zijn geweest waarin kantoorruimte niet is aan te slepen. ‘Varkenscyclus’ wordt dit verschijnsel genoemd, waarbij de bouwproductie altijd de behoefte volgt met een vertraging van circa twee jaar, overeenkomstig de voorbereidingstijd voor de bouw. Hierover is veel op te merken, maar in elk geval kan worden gezegd: wie in paniek raakt door leegstaande kantoren, die ontkent de werkelijkheid.

En toch is de discussie over het verbouwen van kantoren tot woningen zinvol. Een enkel onderzoek van Latei is daarbij een te zwakke basis. Het is daarom interessant dat de SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) zich met dit fenomeen – weer – gaat bezighouden. Er wordt gezocht naar tien leegstaande kantoorpanden voor een proefproject. Op initiatief van de SEV werd 2 april, tijdens de BouwRai, hieraan aandacht aan besteed. Opmerkelijk was de nuance in de titel van het aan dit onderwerp gewijde seminar: ‘(Tijdelijk) Wonen in kantoren’.

Waarom zou je veel aandacht besteden aan dit onderwerp, als je gelooft in de zogenaamde Varkenscyclus en dus uitgaat van de tijdelijkheid van de leegstand. Die aandacht kan ontstaan doordat de kantorenmarkt niet alleen wordt bepaald door de leegstand, uitgedrukt in vierkante meters. We hebben, ook in Amersfoort, te maken met de structuur van de kantorenmarkt. Een deel van de kantoren staat niet alleen leeg omdat de markt wat tegenzit, maar ook omdat ze niet meer van deze tijd zijn. Er hebben zich de afgelopen decennia nogal wat wijzigingen voorgedaan in de eisen die worden gesteld aan kantoorruimte. Technische ontwikkelingen, de organisatie van het werk en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen zijn er debet aan dat een deel van kantoorruimten dat nu leegstaat, eigenlijk nooit meer aan de man kunnen worden gebracht – hetzij dat de markt over vier of vijf jaar weer zo krap is dat bedrijven hun wensen moeten aanpassen om überhaupt nog per ommegaande vierkante meters te bemachtigen.

Wat in Amersfoort dreigt is een aantrekkende kantorenmarkt, waarbij echter veel verouderde ruimte niet kan worden ondergebracht omdat het niet aan de moderne eisen voldoet. De daardoor structureel lijkende leegstand kan een rem vormen op noodzakelijke nieuwe initiatieven. En omdat de gemeente zich – op domme wijze – zelf ook tot aanbiedende partij op de markt heeft ontwikkeld (Podium in Vathorst), is het een goede zaak om als gemeentelijke overheid de herontwikkeling van kantoren tot woonruimte te stimuleren. Er zijn goede voorbeelden elders (Rotterdam, Utrecht) en een lijntje naar de SEV kan beslist geen kwaad.

Donderdag 22 april 2004

Een blik over de schutting kan nooit kwaad. Integendeel, ervaringen die anderen opdoen kunnen leerzaam zijn voor het eigen handelen. Zelfs het inzicht dat wat elders gebeurt zich moeilijk laat vergelijken met de eigen situatie, kan leerzaam zijn: het analyseren van de verschillen is even nuttig als het constateren van de overeenkomsten. Dat geldt ook voor de gemeenteraad, haar lokale cultuur en de visies en inzichten die er leven.

Dus toog ik deze avond naar Leusden, waar de gemeenteraad van deze buurgemeente een debat over de toekomst van dit dorp had georganiseerd. Ik zeg met opzet ‘dorp’, want het behoud van de positieve kanten van dit begrip speelt bij de Leusdense discussie een grote rol. De discussie was vanuit de raad zelf georganiseerd, er lagen geen nota’s van het college of van ambtelijke medewerkers. Integendeel: de collegeleden namen aan de discussie deel, zonder hierbij een prominente rol te spelen. Een open discussie, waaraan ook de ruimschoots aanwezige ‘dorpelingen’ deel konden nemen. (‘dorpelingen’ omdat in mijn ogen Leusden eigenlijk helemaal geen dorp is, maar een fikse gemeente met enkele dorpse herinneringen).

Ik was zo ongeveer de enige niet-Leusdenaar, dus was het logisch dat enkele raadsleden en een van de wethouders mij vroegen wat ik van de discussie vond. Een ding was in elk geval opmerkelijk: naarmate de thema’s meer in de buurt van de zogenaamde heilige huisjes terecht kwamen (en dan ging het vooral om bouwplannen rondom het dorp), werd de discussie heftiger en voor een buitenstaander echt boeiend.

Maar al liggen bouwplannen in Leusden liggen misschien net zo emotioneel als bouwplannen in Amersfoort, ze bepaalden in mindere mate de discussie. Die ging vooral over de kwaliteit van de samenleving. En dan valt een Amersfoorter meteen een belangrijk element op: onze zorgen zijn hun zorgen niet. Als wij in Amersfoort over de samenleving praten, gaat het veelal om werk en inkomen – met de gevolgen voor de sociaal minder draagkrachtige -, over minderhedenbeleid, onderwijs en cultuur. En dat is logisch: je hoeft maar naar de statische gegevens van beide gemeenten te kijken en de verschillen dringen zich op. En als het Amersfoortse college onder druk komt te staan, heeft dat te maken met de groeistuipen in onze stad: CSG, baggerstort, verkeer en noem maar op.

Toch is de discussie in Leusden leerzaam. De thema’s die in onze buurgemeente worden gesproken zijn in onze stad minder actueel, maar komen in de toekomst net zo goed ook in Amersfoort aan de orde. Het gaat daarbij om de gevolgen van de demografische ontwikkeling: vergrijzing, daarmee samenhangend minder deelnemers aan het vrijwilligerswerk, andere wensen op het gebied van voorzieningen en noem maar op. Zolang Amersfoort groeit en een relatief jonge bevolking heeft, kan de gemeenteraad een aantal toekomstige problemen nog ignoreren, maar de discussie die nu in Leusden wordt gevoerd, gaat over twee decennia ook onze discussie bepalen.

Een van de thema’s in de Leusdense discussie betrof de grens van de gemeente, zowel de buitengrens als de contouren van de bebouwing. Het grootste deel van het Leusdense grondgebied heeft een landelijk karakter. Binnen de regio Eemland zou Leusden zijn expertise als landelijke gemeente kunnen inzetten. Interessant in dit kader was de opmerking van een van de raadsleden die een herstel van de oude gemeentegrens bepleitte. Het landelijke Stoutenburg zou weer aan Leusden moeten worden toegevoegd. Opmerkelijk: wethouder Jan de Wilde is juist naar Stoutenburg verhuisd. Met het vervullen van de Leusdense wens zou Amersfoort meteen afscheid moeten nemen van zijn wethouder Financiën. Zo kan je natuurlijk ook oppositie voeren tegen het financiële beleid in onze gemeente!

Woensdag 21 april 2004

‘Alle hens aan dek!’ is de titel van de Kadernota. Een eigenaardige titel, want de teneur van de nota is: we hebben vorig jaar al voldoende maatregelen genomen, daarom hoeven we in de Kadernota 2004 geen ingrijpende bezuinigingen voor te stellen. Dus waarom wordt iedereen nu ineens uit de kooien geroepen om in vliegende storm de zeilen binnen te halen en de lading vast te zetten. Het Alle hens aan dek kan natuurlijk ook betrekking hebben op de bezuinigingsmaatregelen die het college het komende halve jaar nog verwacht. Maar in de nota wordt geen enkele hint gegeven in welke richting daarbij wordt gedacht, laat staan dat concrete maatregelen voor eventueel opkomend slecht weer worden genoemd.

Over de inhoud van de nota wil ik nog niet veel zeggen, er komt maandag nog een uitvoerige toelichting voor de raad en één keer vluchtig doornemen is net genoeg voor het formuleren van een algemene indruk. De algemene indruk is: vrijwel alle rijksbezuinigingen worden één op één doorgesluisd naar onze stadgenoten. Waar dat niet gebeurt, moet een extra verhoging van de OZB uitkomst bieden, dus ook dan moeten de stadgenoten bloeden.

Op de gemeentelijke ambities wordt niet gekort. Het Rijk kondigt allerlei bezuinigingen aan. ‘Toch hebben wij nadrukkelijk het voornemen om desondanks zoveel mogelijk van onze voornemens te realiseren,’ schrijft het college. Uitgangspunt voor het college is: ‘Het wegvallen van Rijksmiddelen op beleidsterreinen niet te compenseren door een extra inzet van gemeentelijke middelen op het betreffende beleidsterrein.’ De Amersfoortse bevolking mag bloeden, op het stadhuis blijven ambtenaren en bestuur ijverig doorwerken aan mooie, ambitieuze plannen die in financieel betere tijden zijn ontwikkeld. Dat is jammer, want als het gemeentebestuur onze medeburgers echt zou willen ontzien, zou dat tot personeelsbesparingen op het stadhuis kunnen leiden. Maar bezuinigen binnen eigen huis is het laatste waaraan het college denkt!

Toch twee opvallende punten. Het college wil het experiment voor de twaalf-plus-kinderopvang in So What niet voortzetten. Voor deze opvang werden rijksmiddelen beschikbaar gesteld, maar ook hier is de bijl van de rijksbezuinigingen gevallen. Maar gelukkig wordt op dit punt een oplossing gesuggereerd. Het college merkt op dat, als de raad voortzetting van het tienerwerk in So What op prijs stelt, er voor twee jaren incidenteel geld beschikbaar komt, mits het Rijk de eindafrekening Tieneropvang volledig goedkeurt. Indien het college zelf deze mogelijkheid ziet, is het natuurlijk onzin om nog vóór 1 juli het tienerwerk in Zielhorst te ontmantelen.

En bewoners in Vathorst wezen mij op een absurde situatie. Het college erkent het belang van een buslijn tussen Vathorst en het overige stadsgebied, maar wil desondanks de bestaande busverbinding opheffen. Het potje is leeg en de belangstelling voor het busvervoer valt tegen, aldus het college. Een vreemde maatregel, aldus de Vathorster bewoners. Juist nu het aantal inwoners toenemend en een stijging van buspassagiers is te verwachten, wordt deze openbare vervoersverbinding om zeep geholpen. Zij vinden dat in schrille tegenstelling staan tot de 1,3 miljoen euro die het college beschikbaar stelt voor een fietsverbinding waarvan het nut bij de meeste bewoners in Vathorst wordt betwijfeld.

!

Written by raphaelsmit

24/04/2004 at 10:19

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Dinsdag 20 april 2004

Staatssecretaris Van der Laan (OCW) heeft het groene licht gegeven voor de bouw van de Rijksdiensten aan het Smallepad. Het gebouw, ontworpen door Juan Navarro Baldeweg, behoort tot de tien grote architectuurprojecten van het Rijk. Dat is mooi, maar zoals het er nu uit ziet zullen de tienduizenden treinreizigers die dagelijks de beoogde locatie passeren, van het hoogstandje van architectuur weinig zien. Hoe laat je je als stad bij de neus nemen!

Het gebouw van de Rijksdiensten is bij velen al omstreden. Aan het Smallepad komt een gebouw te staan van zo’n tweehonderd meter lengte, zeven verdiepingen hoog, een grote uniforme bouwmassa. De Spaanse architect presenteerde enkele jaren geleden een ontwerp voor een geheel uit glas bestaand, spiegelend gebouw. Daarin zouden de Hollandse wolken, die op deze zonverwende Spaanse architect grote indruk maken, zich spiegelen. De wolkenpartijen van de 17-eeuwse meesters in de landschapschilderkunst zouden het Amersfoortse beeld verrijken: bij weer en wind, zon, regen en sneeuw. Een mislukte metafoor, maar Haagse OCW-ambtenaren houden zich regelmatig bezig met de kleren van de keizer, dus waarom zou onze stad niet daarin mogen delen.

Dat gaat dus niet door. Ook de Rijksgebouwendienst moet een tandje lager zetten: al dat spiegelglas is kostbaar en duur in het onderhoud – je blijft poetsen! Het gebouw wordt nu overwegend in rood baksteen gebouwd, alleen aan de frontzijde zal het glas nog een overwegende rol spelen. Ook onze Hollandse meesters uit de 17de eeuw hadden wel eens een slechte dag.

Een van de opvallende veranderingen bevindt zich aan de kant van het spoorwegtracé, de plek waar dagelijks de tienduizenden treinreizigers kennis maken met onze stad. De twee Rijksdiensten die in het nieuwe gebouw worden ondergebracht – voor oudheidkundig bodemonderzoek en voor de monumentenzorg – herbergen heel wat materiaal dat tot ons culturele erfgoed kan worden gerekend. Het gebouw is niet alleen een centrum voor administratie en onderzoek, er wordt ook heel wat kostbaar archiefmateriaal ondergebracht.

Voor gebouwen met een archieffunctie bestaan speciale regels, ongetwijfeld verzonnen binnen de Kafkaiaanse Europese bureaucratie. Het gebouw ligt aan een spoorlijn, het moet beschermd worden voor eventuele spoorwegrampen. Een ontploffende goederentrein kan tientallen meters hoge vlammen opleveren. Dus moet er aan de kant van de spoorbaan een wand worden geplaatst tussen de spoorbaan en het nieuwe Rijksgebouw. Omdat de ruimte beperkt is, komt de wand op minder dan twee meter voor de gevel van het nieuwe gebouw te staan.

Dus in plaats van een van de tien maatgevende architectuurprojecten van OCW zien de treinreizigers tussen de Amersfoortse Verzekeringen en onze Koppelpoort een tweehonderd meter lange, gesloten wand, zo’n vijftien meter hoog. Met wat geluk zien ze boven de wand nog de bovenste verdieping van het gebouw van Baldeweg, maar dan moet het wel een trein op het noordelijkste spoor zijn. Gelukkig hebben we nog onze graffitispuiters, die deze wand langs de drukke spoorlijn als een uitdaging zullen aanvaarden. Maar of dat het visitekaartje is dat we als stad willen afgeven, waag ik te betwijfelen!

Maandag 19 april 2004

Wie regelmatig over de Stationsstraat rijdt of deze weg als voetganger passeert, kent de situatie wel. Veel automobilisten die van de Vlasakkerweg richting station willen rijden en dit punt niet dagelijks passeren, maken een ruime bocht om keurig op de vrije busbaan te belanden. Soms merken ze halfweg dat ze fout rijden, wat de meest opmerkelijke capriolen, niet altijd vrij van gevaar, oplevert. En menig automobilist die vanaf het station naar het Smallepad wil rijden, slaat tegen de regels in linksaf de Wijersstraat in. Omdat bussen en fietsers die rechtdoor rijden eveneens groen licht hebben gekregen, levert ook dit regelmatig gevaarlijke situaties op.

Om deze verkeerstechnische blunder op te lossen, is eind vorig jaar een oplossing gelanceerd. Bussen vanaf het station naar de Stadsring gaan vanaf het stationsplein op het wegvlak rijden dat nu voor auto’s vanaf de Stadsring is bestemd. Die auto’s mogen vanaf de Brouwersstraat op de baan gaan rijden waar nu nog de bussen naar het centrum verkeren. Twee keren stuivertje wisselen. Het komt de overzichtelijkheid niet ten goede, zelfs op papier ziet het er niet logisch uit en een kleine storing bij de stoplichten kan levensgevaarlijke gevolgen hebben. De hele ingreep kost 800.000 euro – althans, daar beginnen we mee, meestal valt het uiteindelijk wat duurder uit.

In december kwam het spaghettiplan in de commissie aan de orde, toen zag ik het al niet zitten. Een alternatief had ik ook niet, voor mij mocht alles net zo goed blijven als het nu is. Maar de gang van zaken bleef knagen en als je je maar lang genoeg blijft ergeren en afvragen, kan zelfs iemand zonder verkeersopleiding een ingeving krijgen. Een blik op een kaartje dat ik heb getekend maakt alles duidelijk, omschrijven is een poging. Kort en goed komt het er op neer dat de Wijersstraat éénrichtingsverkeer wordt (bijna de huidige situatie) en dat het verkeer vanuit de Wijersstraat niet meer haaks de busbaan oversteekt, maar in een hoek van 45 graden. Daardoor ontstaat recht tegenover de Vlasakkerweg ruimte om een hek neer te zetten, zodat auto’s niet meer de busbaan op kunnen rijden.

De oplossing voorkomt alle gevaarlijke autobewegingen die nu nog mogelijk zijn. Ten opzichte van het alternatief dat in december werd besproken is het niet alleen simpeler en veiliger, het is ook veel goedkoper en is in minder tijd te realiseren. Er zijn nog heel wat detailopmerkingen over te maken, maar die laat ik hier achterwege.

Een idee is één, maar hoe stel je het ter discussie? De gemeenteraad heeft de maand mei gereserveerd voor de behandeling van de Kadernota, het voorportaal voor de begroting 2005-2008. De eerstvolgende commissievergadering vindt in juni plaats. In die twee maanden die dan zijn verstreken, kan er al heel wat voorbereidend werk zijn verricht voor de plannen die in het afgelopen najaar zijn ontwikkeld, er kan zelfs al een aanbesteding hebben plaatsgevonden. Haast is dus geboden. Dus heb ik deze dag een initiatiefvoorstel voor de komende raadsvergadering ingediend. Formeel enkele dagen te laat, maar ik gok er op dat mijn raadscollega’s het met mij eens zijn dat een besluit over het voorgestelde alternatief moeilijk twee maanden kan worden uitgesteld.

Lezers die het kaartje willen ontvangen, kunnen dat via de reactieknop op deze site bestellen. Zij krijgen het dan per e-mail toegezonden.

Zondag 18 april 2004

Een van de grootste problemen bij de ontwikkeling van plannen voor de stad is het stimuleren van de betrokkenheid. Zolang plannen alleen maar op papier staan, is er sprake van een hoog abstractieniveau: er zijn maar weinig mensen die al in een vroege fase van het ontwikkelen van een plan zich betrokken voelen. Grotere betrokkenheid manifesteert zich pas op het moment dat de bouwkranen worden opgericht of als mensen ineens merken dat ze hun uitzicht kwijt raken of andere overlast ervaren. Maar dan is het vaak te laat, zijn er al besluiten genomen en contracten getekend en is vrijwel elke tegenactie zinloos. Het enige waarop protesterende stadgenoten op zo’n moment nog mogen hopen, is een procedurefout van de gemeente waardoor een rechter een werk stil kan leggen. Dat is in onze stad geen unieke situatie, maar uiteindelijk lost het meestal ook niet veel op.

Het Eemcentrum is een plan dat, als alles volgens plan gaat, grote invloed kan hebben op de ontwikkeling van de stad of in elk geval van het stadscentrum. Er wordt al jarenlang over gesproken, maar afgelopen jaar zijn er plannen gepresenteerd die grote kans van slagen hebben (mits enkele financi?le problemen worden opgelost!). Aan te nemen is dat informatie over dit plan heel wat mensen op de been brengt, maar niets is minder waar. De cynicus zal misschien zeggen: er wordt al zolang over gepraat en er zijn al zoveel plannen ontwikkeld, de mensen geloven het niet meer en blijven dus thuis. Die redenering lijkt mij echter te simpel en onjuist.

Van 1 februari tot 5 maart, vijf weken lang, was er inspraak mogelijk op de plannen. Er was in die tijd een expositie geopend in De Observant en via de gemeentelijke website was alle informatie van de expositie op het scherm in te zien. Hoeveel mensen er precies zijn langsgekomen, weet ik niet. De keren dat ik er langsliep, waren er enkele mensen aanwezig, soms niemand. Er is een aantal – breed aangekondigde – inloopmiddagen en avonden gehouden waarop deskundigen aanwezig waren voor toelichting en waar ongeveer zestig mensen op af zijn gekomen. Er was een speciale avond voor ondernemers, waar acht bezoekers op af kwamen. Opmerkelijk, want het nieuwe Eemcentrum kan grote invloed gaan uitoefenen op de bedrijvigheid in de rest van het centrum.

Onder de bezoekers werd een enquête gehouden die door 51 mensen is ingevuld, het gastenboek bevatte 34 reacties. De enquête leverde een aantal nuttige opmerkingen op. De belangrijkste was het verzoek om ook een inloopmiddag met deskundige toelichting te organiseren op zaterdag.

Succesvoller was de internetpagina. De hoofdpagina werd 2.259 keer bezocht. De aantallen downloads van de verschillende paginas was eveneens hoog. Het aantal zegt echter niet genoeg over de impact van deze informatievorm. Er waren slechts negen mensen die via het scherm de enquête invulden. Toch verdient deze vorm van communicatie alle aandacht. De organisatoren van de inspraakinformatie hebben enkele houtsnijdende conclusies getrokken. De informatie via internet moet ook op dit medium worden toegesneden. Nu bestond de informatie uit de tentoonstellingspanelen die één-op-één werden getoond. En het enquêteformulier kan beter.

Hoe dan ook: een tentoonstelling is en blijft onmisbaar, maar de informatie via internet is van grote betekenis. Al is het maar omdat iemand uit Amersfoort-Noord niet spontaan naar het centrum rijdt en zich liever informeert via het scherm, thuis op een zelfgekozen tijdstip – zoals uit de enquête bleek.

Written by raphaelsmit

20/04/2004 at 20:07

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Zaterdag 17 april 2004

Ben je nu Vathorster of Amersfoorter’?’ Die vraag hoort Jannet Krikke regelmatig. Zij is een van de eerste bewoonsters in het nieuwe Vathorst. Daarnaast is ze bestuurslid van de Bewoners Vereniging Vathorst en dus betrokken bij de ontwikkeling van Amersfoorts nieuwste wijk. Een wijk die over zo’n tien jaar bijna 30.000 inwoners zal tellen. Met de vraag Amersfoorter of Vathorster, opent zij deze dag haar bijdrage in de serie ‘Amersfoort, wat nu??’ in de Amersfoortse Courant. Ze is een van de tien stadgenoten die op zaterdag in deze krant een visie geeft over de toekomst van onze stad.

Met de vraag die Jannet Krikke regelmatig hoort, zijn de afgelopen jaren ook de nieuwe bewoners in Kattenbroek en Nieuwland geconfronteerd. Onze stad groeit en heeft de afgelopen tien jaar al lang haar verstoft imago van provinciestadje aan de rand van de Veluwe verloren. Daardoor is er ook een ander soort Amersfoorter ontstaan: nieuwe stadgenoten die gekozen hebben voor een nieuwe woning in een nieuwe wijk. En hoewel je vanaf Kattenbroek niet meer kunt zeggen dat de nieuwbouwwijken in onze stad uitwisselbaar zijn met elke gemiddelde vinexlocatie elders in ons land: bij de keuze om in Kattenbroek, Nieuwland of Vathorst te gaan wonen heeft de nabijheid van een prachtige binnenstad vaak geen doorslaggevende rol gespeeld.

Jannet Krikke haalt in haar bijdrage de woorden van burgemeester Van Vliet aan, die in de eerste bijdrage van ‘Amersfoort, wat nu?’ schreef over onverschilligheid bij veel bewoners en zich afvroeg of de groeiende groep inwoners in Amersfoort-Noord zich nog verbonden voelt bij de stad. Het stellen van de vraag geeft tevens de mening weer. De zorg bij onze burgemeester uit zich in de vele pogingen die vanuit het stadhuis worden gedaan om nieuwe bewoners zoveel mogelijk bij de het stadsgebeuren te betrekken.

Jannet Krikke maakt in haar bijdrage duidelijk dat die zorg onterecht is en dat er andere zaken spelen. In de nieuwe wijken kijken mensen vooral vooruit. Hun verbondenheid van de stad ontwikkelt zich parallel aan de acceptatie bij de ‘oude’ Amersfoorters van de snelle groei van de stad, en dat vindt niet in één dag plaats.

‘Laat Vathorst aan een eigen identiteit bouwen,’ schrijft Jannet Krikke. En daarmee slaat zij de spijker op de kop. Mensen moeten zich eerst in hun eigen omgeving thuis voelen, voordat zij de stad gaan waarderen waarin zij leven. Het gemeentebestuur moet niet in overbodige verbindingen met het centrum van stad investeren, maar zijn aandacht richten op de kwaliteit van het nieuwe stadsdeel. Niet alleen stedenbouwkundig, maar vooral sociaal-cultureel. ‘Geef Vathorst de gelegenheid te groeien naar een hechte wijk, met een eigen geschiedenis, een eigen hart. Uiteraard heeft dat tijd nodig.’

Tijd en ruimte. Het Amersfoortse gemeentebestuur heeft in het verleden de fout gemaakt de nieuwe wijken tot in het laatste hoekje te plannen. Daarbij speelde financiën (de grondexploitatie) een rol. Het gevolg hiervan is steeds dat aanvullende wensen van bewoners financieel niet mogelijk zijn of dat er veel extra geld moet worden geïnvesteerd om de doorgeplande situatie te wijzigen. Terecht vraagt Jannet Krikke om in de nieuwe wijk ruimte te creëren en niet alles bij voorbaat en tot in elk hoek in te vullen. Naarmate de wijk groeit en de nieuwe bewoners hun eigen omgeving leren kennen en waarderen, ontstaan er extra wensen. De echte afronding van de wijk zou aan de bewoners moeten worden overgelaten, waarbij de gemeente alleen maar faciliteert.

Jannet Krikke verdedigt terecht de opvatting dat je de bewoners ruimte moet geven om hun eigen omgeving te bepalen. Dat is geen taak voor ambtenaren achter een tekentafel, ergens op het stadhuis. Pas wanneer mensen zich prettig gaan voelen in hun nieuwe wijk, is de vraag: ben je Vathorster of Amersfoorter, niet meer relevant en kan Jannet Krikke het antwoord geven: beide, al naar gelang de omstandigheden. Een stad is geen museum en ontleent haar identiteit vooral aan sterke wijken waar mensen graag wonen.

Vrijdag 16 april 2004

De gemeente heeft een verschil van mening met de bewoners van het woonwagenkampje achter in De Isselt. De gemeente wilt dit kampje opheffen en heeft als alternatief een plek aan de Middelhoefseweg aangewezen. Een kostbare verhuizing waar de bewoners in het kampje niet om hebben gevraagd: zij voelen zich in hun huidige omgeving senang en zijn daar niemand tot last.

Woonwagenbewoners en ‘burgers’: het zijn twee werelden die elkaar vaak niet begrijpen. Toch heeft de gemeente de afgelopen twintig jaar een beleid ontwikkeld waar iedereen zich in het algemeen wel kan vinden. Het grote kamp aan de Middelhoefseweg is meer dan tien jaar geleden opgeheven, in de stad verspreid bevindt zich een tiental kleine kampjes, ingepast in de stedelijke bebouwing. Natuurlijk, het aanwijzen van de nieuwe plekken ging niet altijd zonder pijn en enkele keren moesten de plannen worden aangepast. Maar van echte problemen is geen sprake, een situatie als in Maastricht – waar een groot kamp zijn eigen regels heeft ontwikkeld – is binnen de Keistad onmogelijk.

Toch voelen de kampers die van De Isselt naar de Middelhoefseweg moeten verhuizen, zich in deze tijd onprettig. De problemen in Maastricht en de fiscale wantoestanden die rondom een groot aantal grote kampen zijn ontstaan, zien zij als een bedreiging voor hun eigen positie. En dat vertalen zij in de plek die de gemeente hen heeft aangewezen: in het uiterste hoekje van een terrein, tussen hoge geluidswallen, achter een gordel van bedrijven, een parkeerplaats en een paardenwei.

Deze combinatie die aan de Middelhoefseweg ontstaat is inderdaad een vreemde situatie. Zij duidt op paniekvoetbal binnen het stadhuis en in elk geval op gebrek aan visie. De combinatie aan de Middelhoefseweg is net zo onlogisch als de situatie zoals het gemeentebestuur die nu ziet achter in De Isselt. Anders gezegd: er wordt getracht een schijnbaar probleem op te lossen door elders nieuwe problemen voor de toekomst te creëren. En dat alles voor erg veel geld: de verhuizing kost zo’n miljoen euro, geld dat net zo goed ergens anders voor gebruikt had kunnen worden.

Leefbaar Amersfoort ziet – samen met de VVD – de kostbare verhuizing van het kampje naar de Middelhoefseweg helemaal niet zitten. Nu de plannen voor de totale inrichting van het vroegere supergrote woonwagengebied bekend zijn, met bedrijven, parkeerplaatsen voor de dierentuin, een partycentrum en een paardenwei, kun je je slechts afvragen wat de winst is ten opzichte van de oude situatie. Financiële winst is er in elk geval niet, de verhuizing kost de stad alleen maar geld.

Wij zijn het eens met de bewoners van het huidige kampje achter in De Isselt. Laat de mensen zitten waar ze zitten, voorkom onnodig hoge verhuiskosten en voorkom ook toekomstige problemen door het ondoordachte plan voor de Middelhoefseweg. We kunnen onze energie wel beter gebruiken.

Donderdag 15 april 2004

De plannen voor een ziekenhuis aan de Maatweg gaan de inspraak in, zoals dat zo mooi heet. Nou ja, niet de plannen voor het ziekenhuis zelf, dat komt nog, maar voor het zogenaamde structuurplan. Bewoners en andere belanghebbenden mogen hun zegje doen. De uitkomst hiervan is al bekend, er is al eerder een mogelijkheid geweest om meningen en bezwaren kenbaar te maken, de resultaten hiervan staan op papier.

Wat nog niet op papier staat is een overzicht van de kosten die de gemeente wil maken. Bij de ontwikkeling van het ziekenhuis heeft het gemeentebestuur gekozen voor zogenaamde actieve grondpolitiek. De gemeente koopt de grond aan de Maatweg van Defensie. Ook koopt ze de ziekenhuisterreinen in het Bergkwartier en Randenbroek, nadat de bestaande ziekenhuizen zijn vertrokken naar de nieuwe plek. De bestaande ziekenhuisterreinen worden dan herontwikkeld overeenkomstig de gemeentelijke visie op de ontwikkeling van de stad. Als die operatie is voltooid, moet de teller op nul staan, misschien hoopt de gemeente er zelfs nog wat geld aan over te houden.

Kan het anders? Jazeker. Je kunt de directie van het Meanderziekenhuis zelf het overleg met Defensie laten voeren over de aankoop van de nieuwe locatie aan de Maatweg. En daarna kan de ziekenhuisdirectie zelf naar een of meer kopers zoeken voor de twee overbodig geworden ziekenhuisterreinen. De gemeente zou zich kunnen beperken tot het maken van goede bestemmingsplannen voor de drie gebieden, zodat ongewenste ontwikkelingen kunnen worden voorkomen. Deze weg bewandelen levert drie dingen op: minder invloed van het gemeentebestuur, minder werk voor ambtenaren en minder financieel risico.

En om dat laatste draait het uiteindelijk. De gemeenteraad heeft nog steeds geen sluitend financieel plaatje voor de transactie met de drie ziekenhuisterreinen gepresenteerd gekregen. Dat is er waarschijnlijk ook niet. En desondanks gaat het structuurplan voor de Maatweg de inspraak in. De gevolgen laten zich raden: er komen talloze wensen en bezwaren naar voren, waarvan een groot deel financiële consequenties zal hebben. Welke financiële ruimte er is, weet echter nog niemand. De kans is dus groot dat er een ‘roept u maar, we kunnen het toch niet betalen’-situatie ontstaat. De frustraties die dat oplevert kunnen fors zijn, niet alleen binnen de gemeenteraad maar vooral bij al de stadgenoten en organisaties die van de inspraak gebruik maken en hun mening op papier zetten.

De gang van zaken rondom het ziekenhuis aan de Maatweg is kenmerkend voor de cultuur op het Amersfoortse stadhuis. De keuze van de plek is al aanvechtbaar: bij het afwegen van de verschillende alternatieven heeft vooral de tijd – het moment waarop de bouw zou kunnen beginnen – een rol gespeeld. Het tijdschema is intussen al lang overschreden. Dat was te voorzien, zo gaat het altijd, dus de onderbouwing van de keuze is al zwak. Nog meer aanvechtbaar is de wens om actieve grondpolitiek te bedrijven. Dat kan je als overheid doen als het financiële risico nihil is. Je moet als gemeentebestuur geen onnodige risico’s lopen die met gemeenschapsgeld moeten worden afgedekt. Maar overdreven ambities en onnodige bemoeizucht hebben uiteindelijk de doorslag gegeven.

Ondanks de welvaart gedurende de afgelopen jaren heeft Amersfoort nauwelijks een cent om uit te geven. Beschikbaar geld is al vastgelegd in ambitieuze plannen, opgesteld in een tijd dat the sky the limit leek te zijn. Naast enkele andere tegenvallers, van kantoren in Vathorst, het strand tussen Eem en station, Vathorst, nieuwe bedrijfsterreinen en noem maar op, krijgen we misschien ook nog een forse tegenvaller rondom de Maatweg te verwerken. Misschien, want een helder financieel overzicht is er nog niet. Maar alleen dat al geeft te denken.

Written by raphaelsmit

18/04/2004 at 08:30

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Woensdag 14 april 2004

In Vathorst neemt het OBV, het Ontwikkelings Bedrijf Vathorst, een belangrijke positie in. Het OBV is in 1997 opgericht door de gemeente en een zestal projectontwikkelaars, aannemers en de woningbouwcorporatie SCW. De samenstelling aan ondernemerszijde is intussen door fusies en dergelijke wat veranderd, maar dit doet aan de verhoudingen binnen de OBV weinig af. In de aandeelhoudersvergadering zijn de gemeente en de bedrijven gelijk vertegenwoordigd, wat overigens niet zonder meer betekent dat de gemeente over gelijke informatie en invloed beschikt als haar zakelijke partners.

De directie is tweehoofdig: één lid voorgedragen door de gemeente, één door de zakelijke partners. De ‘gemeentelijke’ directeur was vóór de oprichting van het OBV een van de belangrijkste ambtelijke gesprekspartners met de Vathorster ontwikkelaars, zijn benoeming heeft bij een aantal mensen de wenkbrauwen laten fronsen. Overigens zijn de directeuren wettelijk verplicht het belang van hun firma op de eerste plaats te zetten en naar maximaal rendement en continuïteit te streven. De zakelijke belangen van het OBV kunnen soms anders zijn dan die van de gemeente. Als de gemeenteraad een financiële wens heeft ten aanzien van de ontwikkelingen in Vathorst, is dat nog niet a-priori de wens van de zakelijke deelgenoot.

Zolang Vathorst nog een grote gras- en zandvlakte was waarin shovels en bouwkranen het beeld bepaalden en de enige bewoners de uitgekochte agrariërs waren, viel de bijzondere positie van het OBV nauwelijks op. Natuurlijk: de gemeenteraad werd minder geïnformeerd over lopende zaken binnen het nieuwbouwgebied dan in andere bouwgebieden. De informatie die het OBV naar buiten brengt, is vooral gericht op de marketing, de positionering van het gebied in de richting van toekomstige bewoners en potentiële bedrijfsvestigers. De raad had het toekijken – de indruk bestaat dat veel raadsleden dat zo ook wel goedvinden.

Het OBV treedt zo ongeveer op als de Oostindische Compagnie in onze vroegere koloniale gebieden. Onze zakelijk ingestelde voorouders hadden daar overigens wel vrede mee, zolang schepen uit de oost met kostbare lading welvaart brachten in ons land. Die schepen met kostbare lading missen we bij Vathorst. Wat typisch voor onze tijd is: de nieuwe inwoners van Vathorst wensen zich niet te gedragen als inboorlingen in een koloniaal bestuurd gebied.

De afgelopen tijd hebben zich enkele incidenten voorgedaan die een signaal kunnen vormen voor de situatie die in Vathorst dreigt te ontstaan. Bewoners in Vathorst die klachten hebben, bijvoorbeeld over de verkeersveiligheid, moeten met hun klachten of opmerkingen naar de directie van het OBV. Omdat de exploitatie van Vathorst onder druk staat, beoordeelt de OBV-directie kritische kanttekeningen van de nieuwe bewoners in belangrijke mate op hun financiële merites. Wat niets kost, kan worden opgelost: kosten oplossingen geld, dan is de toeschietelijkheid gering.

Een bijzondere plaats neemt Hooglanderveen in. In dit dorp begint het besef te groeien dat de afgelopen jaren veel overleg is gevoerd, maar dat dit maar weinig heeft opgeleverd. Een bestemmingsplan ligt nog steeds niet op de tafel. De groene zoom rondom het dorp wordt stapje voor stapje kleiner en komt steeds minder overeen met wat de bewoners in Hooglanderveen zich er van hadden gedacht. De schetsen die er liggen, beloven niet veel goeds. En ook hier is het het OBV dat de regie voert, dat er op is gericht zoveel mogelijk ruimte in de beloofde groene zone exploitabel te maken of er functies onder te brengen waarvoor elders in Vathorst geen ruimte is.

Bewoners uit Vathorst kloppen nu ook aan bij gemeenteraadsleden. En die moeten constateren dat hun invloed bij het oplossen van problemen beperkt is. Willen de gemeenteraadsleden in Vathorst hun rol als volksvertegenwoordiger waar kunnen maken, dan zal er iets moeten veranderen in de cultuur zoals die zich tot nog toe heeft ontwikkeld. In de huidige verhoudingen staat de gemeenteraad met vrijwel lege handen tegenover het snel groeiende aantal nieuwe inwoners in Vathorst.

Dinsdag 13 april 2004

De discussie in de raadscommissie van deze avond over het fietspad bij Kattenbroek, levert een groot aantal kanttekeningen op. De meeste daarvan zullen op 28 april aan de orde komen in de raadsvergadering. Het politieke demasqué van partijen als de VVD en de dogmatische, maar op weinig feiten gestoelde opstellingen van partijen als Groen Links, zullen tijdens de komende raadsvergadering nog duidelijker dan in de commissievergadering aan de orde komen.

Eigenlijk is de discussie die wordt gevoerd een overbodige zaak. De bewoners in Kattenbroek willen het fietspad niet door hun buurt hebben, voor de bewoners in Vathorst hoeft het fietspad eigenlijk niet. Duik je in de stukken en bestudeer je de verschillende verkeersstudies die in de afgelopen jaren negentig zijn uitgevoerd, dan springt de noodzaak van het omstreden fietspad ook niet direct in het oog. De onderzoekers vonden een fietstunnel- of viaduct in het verlengde van de Laan naar Emiclaer de meest voor de hand liggende oplossing. Deze oplossing, die in onderzoeken prominent scoort, wordt door het college afgewezen. Doorslaggevend is daarbij het kostenaspect, dat van grotere betekenis is als de maatschappelijke waarde.

Goed beschouwd heeft de bewonersvereniging uit Vathorst gelijk: het omstreden fietspad is overbodig, er zijn voldoende alternatieven en het aantal te verwachten gebruikers kan wel eens tegenvallen. De bewonersvereniging verwijst terecht naar onderzoeken waaruit blijkt dat bij een afstand van meer dan vijf kilometer de fiets het aflegt ten opzichte van de auto en – zo aanwezig – het openbare vervoer. Een van die onderzoeken waaruit dit blijkt is bijvoorbeeld in Delft uitgevoerd, een van de meest bekende fietssteden in ons land. Die 5-kilometergrens was ook bij de Amersfoortse onderzoekers bekend. Toch hebben zij bij hun onderbouwing voor het snelfietspad tussen Vathorst en het Amersfoorter centrum een 6-kilometergrens als factor toegepast, daarbij uitgaande van een hemelsbrede afstand – fietspaden hebben nogal wat bochten, zodat de werkelijke afstand aanzienlijk groter is.

Wat de onderzoekers ook niet hebben meegenomen (en nog niet konden overzien) is het feit dat Vathorst een eigen centrum krijgt dat qua opzet, omvang en voorzieningen aantrekkelijker zal zijn dan Emiclaer en dat een tocht naar het Amersfoortse centrum ook niet direct noodzakelijk maakt. Vathorst wordt meer zelfvoorzienend dan we zes jaar geleden dachten. Dit slaat de bodem weg onder de noodzaak van het omstreden fietspad, naast de al aanwezige en nog geplande andere fietsverbindingen tussen Vathorst en de rest van de stad.

Uitgangspunt was overigens steeds dat er sprake was van een ‘snelfietspad’. De voorstanders van de fietsroute door de straten van Kattenbroek spreken nu al over ‘fietspad’ en laten de toevoeging ‘snel’ vallen. Niet ten onrechte als je het kronkelende tracé beziet waarvoor een raadsmeerderheid nu lijkt te gaan kiezen. Het is opvallend hoe gemakkelijk argumenten worden gemodificeerd om doorgeschoten hobbyisme te honoreren.

We gaan dus meer dan een miljoen euro uitgeven voor een overbodige en omstreden voorziening. Als we dat geld toch over hebben, laten we dat dan reserveren voor andere verkeersvoorzieningen ten behoeve van de bewoners in Vathorst. Ik zou er voor pleiten om het te reserveren voor de verkeersveiligheid in Vathorst zelf. Op dat punt openbaren zich de eerste problemen al, voor het oplossen daarvan blijkt geen geld beschikbaar te zijn. Ik weet wel een potje!

Written by raphaelsmit

15/04/2004 at 06:16

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Maandag 12 april 2004

Afgelopen dag verscheen onder deze datum een dagboekaantekening over het hek rondom het sportveld aan de Abraham Kuijperlaan. Dit veld wordt overdag gebruikt als sportveld voor het nabijgelegen gymnasium. Buiten schooltijd wordt het veld gebruikt door jeugd uit de buurt, volwassenen die er oefenen op hun golfvaardigheid, recreatieve voetbalwedstrijden en noem maar op. Onlangs is om het sportveld een nieuw hek gezet, merk Heras, dus niet niks. Maar ook nadat het hek is geplaatst, wordt buiten schooltijd op gelijke wijze van het sportveld gebruik gemaakt. Je kunt dus zonder meer spreken van weggegooid geld. Hiernaar vroeg ik tijdens een commissievergadering. De wethouder kon niet direct antwoorden, enkele dagen kreeg ik vanuit de afdeling Openbare Ruimte op het stadhuis de onderstaande reactie:

‘Geachte heer Smit,

Tijdens de raadscommissie SOC van 16 maart jl. heeft u opgemerkt dat er een hek rond het sportveld aan de A. Kuijperlaan is geplaatst. U vroeg zich af waarom dit is gebeurd omdat het veld intensief door de buurtbewoners werd gebruikt.

Op verzoek van wethouder Jonkman beantwoord ik uw vraag. Het betreffende sportveld wordt gebruikt voor onderwijsdoeleinden en is in beheer bij SRO. SRO heeft het hek geplaatst. Het sportveld is dus geen openbaar terrein.

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

met vriendelijke groet,’ enzovoort.

Dat nodigde uit voor een reactie. Immers: afgelopen november is er een pittige discussie gevoerd over de bezuinigingen bij SRO die werden afgewenteld op de Amersfoortse sportverenigingen. Als SRO echter onzinnige investeringen pleegt zoals bij de Abraham Kuijperlaan, dan hebben we volgende maand, bij de bespreking van de kadernota, een gesprekspunt. Dat deelde ik ook de ambtenaar mee die mij informeerde.

Voor mij was dat aanleiding om op deze plaats deze zaak aan de kaak te stellen. Binnen het stadhuis is dit waarschijnlijk gelezen. Dinsdag rond lunchtijd ontving ik de volgende reactie:

‘Geachte heer Smit,

Naar aanleiding van uw mail heb ik nog wat dieper gegraven naar de situatie aan de A. Kuijperlaan. Mijn informatie dat het terrein beheerd wordt door SRO, blijkt onjuist te zijn. Het sportterrein is eigendom van het (bestuur van het) gymnasium. Die onderhoudt het ook zelf, niet de SRO. Het hek is geplaatst omdat de school hinder ondervond van de buurt. De buurt gebruikt het veld als uitlaatgebied voor honden en met name in de weekeinden wordt er door de buurt gevoetbald. De onderhoudskosten worden gedragen door het gymnasium. Er is geen sprake van een openbaar terrein. Het oorspronkelijke hek was versleten/door de buurt kapotgemaakt. Er is dus sprake van vervanging. Of het hier gaat om een onnodige uitgave, zoals u schrijft, is ter beoordeling van het schoolbestuur.

Kortom, wij gaan niet over (de kwaliteit van) het hek en hebben daar ook geen kosten voor gemaakt. Dat geldt eveneens voor de SRO. Het spijt me dat ik u in eerste instantie verkeerd geïnformeerd heb.

Met vriendelijke groet,’ enzovoort.

Daarmee was mijn kritische kanttekening aan het verkeerde adres gericht en heb ik deze verwijderd. Blijft natuurlijk de vraag: hoe komt de school aan zijn geld, en: is het voor de subsidiërende instantie niet eens nuttig om naar de doelmatige uitgave van de beschikbare middelen te kijken. Want hoe je het ook wend of keert: het gaat bij dit alles om gemeenschapsgeld. Dan is het niet zo gek indien het betreffende schoolbestuur zich over deze onzinnige uitgave verantwoordt.

Written by raphaelsmit

13/04/2004 at 12:28

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

<

Written by raphaelsmit

13/04/2004 at 08:38

Geplaatst in Uncategorized