Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for juni 2009

leave a comment »

Een niet zo handige donderpreek

Vrijdag 25 juni 2009

Wethouder Ruud Luchtenveld stak afgelopen dinsdag in De Ronde een donderpreek af. Het Eemplein moet er komen, het college gaat er voor, de huidige plannen van Multi zijn een optimaal resultaat, we kunnen iet langer wachten, we moeten zo snel mogelijk tot een bijgestelde overeenkomst komen, enzovoort, enzovoort. Het college gaat dus voor tweehonderd procent voor de Eempleinplannen zoals die er nu liggen. Gemeenteraad, ga nu niet dwarsliggen, we moeten verder, mars en af: dat was de boodschap van de wethouder.

Een beetje dom, deze bijna emotioneel klinkende donderrede. Het gemeentebestuur zit nog zwaar in de onderhandelingen, er is nog een fiks aantal problemen op te lossen, het college is het op een aantal punten nog niet één op één eens met Multi. En dan is het onverstandig om in het openbaar te laten blijken dat je hoe dan ook verder wilt, dat je geen vertraging meer wenst op te lopen en de huidige plannen worden gezien als een eindresultaat.
Een mooie boodschap voor je onderhandelingspartner. Die hoeft alleen maar aan te geven dat hij niet verder wil bewegen, en het gemeentebestuur zit in de tang. Het is weer zoals vanouds (Smink, OBV-partners, noem maar op): wethouders zijn ten opzichte van commerciële partijen niet bij voorbaat de beste onderhandelaars. Bij het overleg met Multi is het zoals vaker: de tegenpartij zet zijn eigen geld in de weegschaal, de overheid werkt met gemeenschapsgeld. En dat zijn twee verschillende uitgangspunten.
Dat was Ruud Luchtenveld in elk geval afgelopen dinsdag even vergeten!

Parkeerproblemen rondom het Eemplein

Donderdag 24 juni 2009

Een van de discussiepunten bij de nieuwe plannen voor het Eemplein is het aantal parkeerplaatsen. Het aantal parkeerplaatsen dat onder het Eemplein moet worden gerealiseerd, heeft al een hele geschiedenis doorlopen. In het coördinatieplan dat in 2000 voor CSG-Noord werd opgesteld, werd een aantal van 1.500 genoemd. Voor het bestemmingsplan werd uitgegaan van 1.425 plaatsen. In het Programma van Eisen dat in 2004 voor het Eemplein werd vastgesteld, werd uitgegaan van een getal tussen de 900 en 1.000. Toen in 2006 de Ontwikkelings- en Realisatieovereenkomst met Multu werd vastgesteld, werd er nog uitgegaan van 850 parkeerplaatsen. De planoptimalisatie die begin deze maand werd gepresenteerd, vermeldde 750 parkeerplaatsen. Wanneer dit jaar de eerste paal zou worden geslagen (maar dat kan ook 2010, 2011 of 2012 worden!), dan wordt een parkeergarage van 625 plaatsen gebouwd. De overige 125 worden pas gerealiseerd als de kantoortoren en de woningen naast Zandfoort aan de Eem aan de beurt zijn, hetgeen nog enige tijd kan duren.

Hoeveel parkeerplaatsen moeten er precies komen. Eigenlijk is dat niet zo moeilijk vast te stellen. De bouwverordening vermeldt duidelijke normen, met een onder- en bovengrens. Deze getallen waren al bekend toen in 2006 de overeenkomst met Multi werd afgesloten, en die zijn nog steeds bekend. De raadsleden vroegen de afgelopen weken aan wethouder Luchtenveld: hoe komt u aan het lage cijfer en hoe zit dat met de voorwaarden zoals die in de Bouwverordening staan omschreven. De wethouder wilde niet meer zeggen dan: aan de hand van de bouwverordening moeten er meer plaatsen komen. Maar met concrete cijfers wilde hij niet over de brug komen.
Dus ben ik zelf maar eens aan het rekenen gegaan. Ik maakte twee berekeningen: op basis van de Bouwverordening uit 2005 en de Bouwverordening van 2009. Daarnaast hanteerde ik alle gegevens over de plannen van Multi en de plannen voor het gemeentelijke Eemhuis, voor zover ik die ter beschikking heb. Het resultaat: op basis van de bouwverordening 2005 moeten 1.314 tot 1.831 plaatsen worden gerealiseerd, op basis van de Bouwverordening 2009 moeten het er 1.286 tot 1.966 zijn.
Die getallen lijken vrij precies, maar zijn het natuurlijk niet. Zo heb ik bij de winkels geen rekening gehouden met personeel, bij de kantoren niet met bezoekers. De cijfers voor het Eemhuis kloppen op enkele punten niet: ik heb voor het popcentrum alleen het aantal plaatsen van de grote zaal, voor zover ik mij die kon herinneren, meegeteld. Het aantal bioscoopstoelen heb ik moeten herleiden vanuit de het oorspronkelijke plan, maar het uiteindelijke aantal kan hoger liggen Dubbelgebruik heb ik buiten beschouwing gelaten, maar dat is beperkt omdat de kantoortoren en de helft van de woningen pas in een later stadium worden gerealiseerd. Ook heb ik geen rekening gehouden met het feit dat het college enkele jaren geleden verklaarde dat het tekort aan openbare parkeerplaatsen in het Gildekwartier moet worden opgevangen in de parkeergarage onder het Eemplein.

Maar eigenlijk gaat het niet om een berekening tot op de parkeerplaats nauwkeurig. Wat uit de gegevens blijkt, is dat het aantal parkeerplaatsen dat het college als voldoende presenteert, honderden plaatsen lager ligt dan datgene dat vereist is. Is dat erg? Ja, want te weinig parkeerplaatsen maakt het Eemplein minder aantrekkelijk. Het leidt tot ongewenste filevorming en tot extra parkeerdruk in de omgeving. Het is weer als vanouds: scoren op korte termijn is belangrijker dan de verantwoording te nemen voor de toekomst. De problemen die het huidige college willens en wetens (je mag er van uitgaan dat de collegeleden niet dom of seniel zijn) produceert, mogen later door anderen worden opgelost.

Onterechte jubel bij nieuw kantoorgebouw

Woensdag 23 juni 2009

Deze week wordt het nieuwe gebouw van de Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed aan het Smallepad geopend. Door onze koningin, dus dat is niet niks. De Rijksgebouwendienst gaf hiervoor een themanummer uit van haar tijdschrift S.M.A.A.K.

Het interieur van het nieuwe gebouw is overweldigend. Dat verrast mij niet. Enkele jaren geleden presenteerde de architect van het gebouw, Juan Navarro Baldeweg, een fraai overzicht van tientallen gebouwen die door hem waren ontworpen. Prachtige gebouwen zijn daarbij, maar het zijn vaak vooral de interieurs die overweldigen. Voor de medewerkers van de Rijksdienst die in dit gebouw moeten werken, zijn prachtige ruimtes ontstaan. Op dat punt dus: chapeau!
Het exterieur daarentegen valt behoorlijk tegen. Eigenlijk moet ik mij als raadslid bij de neus genomen voelen. Toen Baldeweg zijn plannen presenteerde, presenteerde hij een fraai sculptureel gebouw. Oké, het zou op de verkeerde plaats worden gebouwd, maar voor de rest imponeerde het wel. Dat kwam vooral door de grote spiegelwand waarin, aldus het idee van Baldeweg, mooie Hollandse wolkenluchten zouden worden weerspiegeld.
Ik heb begrepen dat kostenoverwegingen een rol hebben gespeeld, maar van de mooie spiegelende wand is weinig terecht gekomen. Een rommelige glaswand, losse stroken die de daar achterliggende constructie en onderhoudsstroken niet weet te verdekken. Een mooi plan, maar een mislukte uitvoering.
Over de achterkant, want anders kan die niet worden genoemd, maak ik geen opmerkingen. Iedereen moet dat zelf maar bekijken. Massaal dus, een aanfluiting voor hert begrip ‘architectuur’. Het is een achterkant geworden, maar voor de tienduizenden treinreizigers die dit punt dagelijks passeren is het een voorkant. Een voorkant van wat? Dat zal voor de meeste treinreizigers een onbeantwoorde vraag blijven.

Een voorzichtige eerste stap

Dinsdag 22 juni 2009

Amersfoort gaat meer aandacht besteden aan particulier opdrachtgeverschap. Daarbij gaat het dus om het beschikbaar stellen van bouwpercelen voor mensen die zelf een huis willen (laten) bouwen. Geen uniek iets, in grote delen van ons land is het heel gewoon dat mensen de kans krijgen een huis naar eigen smaak en behoefte te realiseren. Niet alleen in kleine dorpen, ook in grote gemeenten. Almere bewijst dat bij de juiste bestuurlijke mentaliteit er ongekende mogelijkheden op dit gebied zijn. Sinds enkele jaren is het Rijksbeleid dat dertig procent van de nieuwe woningen in particulier opdrachtgeverschap moeten worden ontwikkeld. Maar ja, dan moet je wel een gemeentebestuur hebben dat daar op anticipeert.

Ons gemeentebestuur is de afgelopen jaren al vaker aangesproken op het feit dat particulier opdrachtgeverschap voor velen in het stadhuis vloeken in de kerk is. En dat moet je, zo aan het randje van de Veluwe, sowieso niet doen. Er werd graag verwezen naar het feit dat vrijwel alle grond in onze stad in het bezit is van projectontwikkelaars. Daarbij werd dan vergeten dat die deze grond hadden verworven met medewerking en instemming van het gemeentebestuur. Dat had in het verleden best voorwaarden kunnen stellen.
Maar nu is het eindelijk zover. Nadat andere raadsleden in het verleden hun handen kapotbeukten op dit punt, heeft Margot Cooijmans van de VVD eindelijk enkele stenen aan het rollen gebracht. In antwoord op haar vragen vermeldt het college trots wat er al op de rail staat op dit punt: totaal zo’n vijftig kavels voor de komende vijf jaren. Nou ja, een begin, zullen we maar zeggen.
Uit de discussie van deze dag blijkt dat zowel de gemeente als woningcorporatie Alliantie een grote voorkeur hebben voor collectief particulier opdrachtgeverschap. Het is natuurlijk gemakkelijker om met een rechtspersoon te overleggen die tientallen wooneenheden wil ontwikkelen, dan tientallen particuliere personen van dienst te zijn. Maar er is hoop: door de economische crisis en de daarbij vrijwel stilvallende bouwmarkt, ziet het en naar uit dat projectontwikkelaars in Vathorst een deel van hun grond wel willen verkavelen en beschikbaar willen stellen voor particulier opdrachtgeverschap. Het zou mooi zijn, en vooral: het wordt tijd.

Een week vol discussie

Maandag 21 juni 2009

Zo vlak voor de vakantie bepalen ineens verschillende ‘zware’ discussiepunten het gesprek binnen de gemeenteraad. Eemplein, het Park Randenbroek, een golfbaan in Hoogland-West, de toekomst van de binnenstad. Punten die op brede belangstelling kunnen rekenen. En op de nodige weerstand.

De middenstand in de binnenstad merkt dat zij aan allerlei regels moet voldoen, maar dat het gemeentebestuur zonder redelijke onderbouwing duizenden vierkante meters winkelruimte toevoegt aan het Eemplein. Aan de uitwerking hiervan op de binnenstad wordt voorbij gegaan of deze wordt gebagatelliseerd. Dat veel bewoners in en buiten Hoogland een golfbaan in het populaire wandel- en fietsgebied van Hoogland-West niet zien zitten, wordt door het gemeentebestuur geïgnoreerd.
Nog erger is het met het Beekdal bij Randenbroek. Op de plaats van het Elisabethziekenhuis zijn driehonderd woningen geprojecteerd. Waarschijnlijk worden die gebouwd in de vorm van vier massale torens van vijftien woonlagen, en anders in een equivalent daarvan in lagere bebouwing. Van een groen Beekdal kan dan nauwelijks nog sprake zijn.
Een ander pijnpunt waarin het college zijn eigen weg gaat, is het Eemplein. In 2004 is er een programma van eisen opgesteld. Dat was er op gericht om een aantrekkelijk plein tot stand te brengen waar omheen een aantal uiteenlopende functies, die elkaar versterken, een plaats moesten krijgen. Onder druk van de ontwikkelaar heeft het college intussen de plannen bijgesteld en het oorspronkelijke concept verkracht.

Groenste stad

Vrijdag 18 juni 2009

Amersfoort was een jaar lang de groenste stad van ons land en van Europa. Waarom, dat was niet iedereen even duidelijk, maar je kon er in elk geval trots op zijn. Vreemd was het wel: in prachtige brochures werden groene hoekjes in onze stad in het voetlicht gerukt. Intussen moesten honderden bomen in Kruiskamp en het Bergkwartier het ontgelden, werden zonder actuele noodzaak mooie groensingels in Laak 2 met de grond gelijk gemaakt en zagen de bewoners in Hooglanderveen de hen toegezegde groengordel verschrompelen tot een verzameling van sportvelden, privé-tuinen, een begraafplaats en heel veel stenen verharding.

Ik moest deze dag denken aan die titel: groenste stad van ons land. Dat deed ik na een bezoek aan het Scheringamuseum in Spanbroek. Spanbroek ligt vlak bij Hoorn, dus moest op de terugweg dit oude Zuiderzeestadje worden bezocht. Wie de afslag Hoorn-Noord benut, rijdt kilometers lang door de nieuwbouwwijken die in de Overloopperiode zijn gerealiseerd. Veel zie je er echter niet van, want de wegen naar het Hoornse centrum worden omzoomd door groene bomensingels. Een lust voor het oog.
En de groenste stad van Europa? Rijdt eens binnen via een van de vele toegangswegen en zoek het groen. Alleen de Arnhemseweg en de Utrechtseweg stralen groene allure uit. Maar dan moet je wel uitkijken, want als er in het Bergkwartier ook maar een paar meter leidingen moet worden aangelegd, staat als eerste de man met de grote zaag klaar. Groen is wel mooi voor de folders, maar het mag niet in de weg staan. Dan gaat alle creativiteit verloren.

Dansen of een gokje wagen

Donderdag 17 juni 2009

Al meer dan een generatie praten we in Amersfoort over een dansgelegenheid. We kunnen veel in onze stad, bijna dagelijks trekken onze collegeleden er op uit om weer eens een eerste paal te slaan, een park in gebruik te nemen of de deur van een relevant gebouw te openen. Maar er toe bijdragen dat er een danshuis – disco noemde men dat vroeger – wordt geopend, dat is een brug te ver.

Zelfs aan het Eemplein zijn de plannen voor een danshuis in het Eemwater weggevloeid. Gebrek aan particulier initiatief, wordt er geroepen. Nou ja, als je de hele dag achter je stadhuisbureau blijft zitten, dan kom je ook weinig particulier initiatief tegen. Dan wordt elke kans op een idee van buiten het stadhuis een gok. Een gok? Daar moesten onze beleidsmakers ineens aan het Eemplein denken. Niet alleen omdat na al het gedoe rondom dit plein het slagen van het project een gok wordt, maar omdat er misschien wel een plekje vrijgemaakt kan worden om met een gokje het plein aantrekkelijker te maken.
Ik zou dit idee niet meteen bij de ROVA willen afgeven. Oké, de twee gokhallen in de binnenstad zijn velen een doorn in het oog. Maar het beeld van deze donkere holen des verderf moet je heden ten dage loslaten. In een groot aantal steden in ons land zijn de afgelopen jaren amusementhallen neergezet waar je ook een gokje kunt wagen, maar die in niets lijken op de gokhallen die onze stad – ze zijn bijna van museale waarde – telt. Het gekke is dat in veel van die steden in eerste instantie fikse weerstand tegen de amusementshallen bestond. Tot dat ze waren gebouwd!

Ben ik er voor om het gokken, ook als dat binnen een flitsende amusementshal gebeurd, te faciliteren. Zo op het eerste gevoel: nee. Maar dan ben ik net zo hypocriet als de andere tegenstanders die niet eens de moeite hebben genomen om een amusementshal in een van de andere steden te bezichtigen. Waarom hypocriet? Je kunt de hele stad wat gokgelegenheden betreft ‘droogleggen’, maar daarmee voorkom je niet dat mensen een gokje wagen (ik koop elke maand een staatslot, dus eigenlijk ben ik ook besmet!). Wie niet de kans krijgt legaal te gokken, kan tegenwoordig met alle gemak uitwijken naar het gokken via internet. En wie dat niet onder ogen ziet, die is niet van deze wereld.
Als ik de balans opmaak, dan meen ik dat het beter is om het gokken, binnen de wettelijke regels, in een open, onbedompte ruimte te laten plaatsvinden. Onder toezicht, met regels ten aanzien van gedrag en in het zicht van mensen die in elk geval ongewenste verslaving herkennen en daar maatregelen tegen nemen – al is het maar om het eigen imago niet te grabbel te gooien.
Kortweg: gokken gebeurt sowieso, linksom of rechtsom. Ik wil op geen enkele wijze daar zelf een stimulerende rol bij vervullen. Maar als het dan toch gebeurt, dan liever in een verantwoorde omgeving en niet in de illegaliteit, want daar zijn de risico’s veel groter. Of er een amusementshal met gokautomaten op het Eemplein moet komen, is natuurlijk een heel ander verhaal. Maar een oordeel hierover moet je vanuit de nuchtere realiteit en niet vanuit emoties vellen.

Written by raphaelsmit

28/06/2009 at 18:22

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Park Randenbroek: wees zuinig op het groen

Maandag 15 juni 2009

Deze week bespreekt de gemeenteraad in De Ronde de structuurvisie voor het park Randenbroek. Een gesprek dat meer dan vijf jaar discussie moet gaan afronden. Rode lijn in de discussie: maak het beekdal groener. Inzet van het college: de bouw van woningen om daarmee de aankoop van het Elisabethterrein en de sloop van het Sportfondsenbad te bekostigen. Het ijsbaanterrein moet verhard worden zodat er buiten het ijsseizoen kan worden geskeelerd.

Op de plek van het Elisabethziekenhuis moeten 300 woningen worden gebouwd. Er liggen twee alternatieven op tafel: vier woontorens, elk met vijftien woonlagen, of vijf appartementsgebouwen, haaks op de Heiligerbergerweg met een hoogte van vier tot acht lagen.
Voor de beeldvorming: de vier torens krijgen gemiddeld elk 75 woningen, wat neerkomt op vijf woningen per bouwlaag. Een aardig referentiepunt zijn de vier woontorens in Vathorst-Laak, vlak bij het station. Twee zijn er opgeleverd, twee zijn nog in bouw. De torens tellen zestien bouwlagen, wat vrijwel overeenkomt met de geplande torens in het Randenbroeker park. Het verschil is dat drie torens in Laak (waaronder de al opgeleverde Bascule) twee appartementen per verdieping hebben, de vierde (de Pyloon) telt grotendeels drie appartementen per bouwlaag.
In park Randenbroek krijgen de torens dus een twee keer zo groot grondoppervlakte en zijn dus overheersender dan de Laaker torens. Op de begane grond komen natuurlijk nog de nodige ontsluitingswegen en bezoekersparkeerplaatsen, zodat voor het groen weinig plaats overblijft. Voor de actievoerders tegen woningbouw op deze plek moet dat een schrikbeeld zijn. Uiteraard laten appartementgebouwen van vier tot acht bouwlagen nog minder ruimte over voor enig groen.

Toen vijf jaar geleden de discussie over het groene beekdal tussen Randenbroek en het Vermeerkwartier losbarstte, bleek het ijsbaanterrein een van de twistpunten te zijn. Nu is het nog een groen gebied met een speelfunctie voor de jeugd uit het Vermeerkwartier. Dat die hiervan graag gebruik maakt is logisch, de straatjes aan beide kanten van de Vermeerstraat zijn smal en staan vol met geparkeerde auto’s. Veel speelruimte is daar niet.
Vijf jaar geleden heb ik met enkele van mijn toenmalige fractiegenoten de skeelerbanen in Doorn en Ede bezocht. In Doorn aan de rand van een woongebied, in Ede op een industrieterrein. Logisch, want de skeelerbanen bestaan uit behoorlijke lappen onaantrekkelijk asfalt. Opvallend was dat beide terreinen omgeven waren door grote hekken. Dat zal in het park Randenbroek ook moeten gebeuren. Indien niet, dan nodigt de geasfalteerde piste uit om er met brommertjes wedstrijden te draaien, wat de nodige geluidsoverlast zal opleveren.
Het was zaterdagmiddag, toen wij de skeelerbanen bezochten. Skeelers hebben we niet gezien. Die maken liever tochtjes dan alleen maar stomme rondjes op een afgesloten baan te draaien. Dankzij de zorg die onze stad de afgelopen jaren heeft besteed aan het aanleggen van een goed fietspadennet, zal dat in onze stad niet veel anders zijn. Weggegooid geld dus, zo een skeelerbaan – en dat ten koste van een aantrekkelijk speelveld voor de jeugd in de buurt.

Weer terug in Rome

Vanaf 10 juni 2009

Eindelijk tijd om weer eens enkele dagen naar Rome te gaan, een stad die blijft boeien. Na een korte nacht slapen landt woensdagochtend om negen uur het vliegtuig op het vliegveld Fiumicino. Kort voor de landing wordt vanuit de cockpit meegedeeld: zon, wolkenloze hemel en temperatuur 23 graden. De warmte neemt in de loop van de dag verder toe, zeker in de stad. Donderdag zie ik een officiële thermometer op 31 graden staan, op zaterdag zelfs 34 graden. Maar juist deze warmte maakt de stad voor mij aantrekkelijk.

Er zijn er meer die Rome bezoeken, onder hen de Libische president Khadafi. Dat heb ik geweten! Mijn hotel ligt aan de Piazza di Montecitorio, naast het gelijknamige Pallazo. In Palazzo Montecitorio zetelt het Italiaanse parlement. De officiële toegang tot het parlement ligt aan het Piazza del Parlemento, maar daar heb ik de deuren nog nooit open gezien. De in gebruik zijnde ingang ligt vijftig meter van mijn hotel. Om het nog spannender te maken: de Piazza di Montecitorio gaat naadloos over in de Piazza Colonna een de Via del Corso (ik verblijf dus in het hartje van de stad) en aan dit plein ligt Palazzo Chigi, het werkpaleis van Silvio Berlusconi.
Naast de vele camera’s die vier dagen op het plein staan, wordt het beeld vooral overheerst door honderden me-ers en militairen. De pleinen vormen een welhaast onneembaar fort, mijn hotel op woensdag (Khadafi bij Berlusconi) en vrijdag (Khadafi op bezoek bij het parlement, maar hij kwam niet opdagen!) ook. Naast een aantal toeristen en een opvallend groot aantal vliegtuigcrew’s, zijn het vooral parlementariërs die mijn hotel bevolken.. Door gewoon met hen mee te lopen en de ‘verdedigingsposten’ mee te delen ‘hotel Nationale’, weet ik gelukkig steeds mijn hotelkamer te bereiken.

In het najaar was het nog zo: iedereen kon zo het Foro Romano oplopen en op dit uitgestrekte archeologisch terrein in het hartje van Rome de tweeduizend jaar oude resten van tempels, paleizen en andere overheidsgebouwen bewonderen. Moeizaam soms, want er zwierven duizenden mensen rond, waaronder vele tientallen reisgroepen. Rustig kijken was er niet bij.
Verbaasd was ik daarom toen ik vrijdagochtend over het door Michaelangelo ontworpen Piazza di Campidogio liep om van bovenaf even een blik te werpen op het Foro Romano. Er liepen slechts enkele tientallen mensen rond. Eindelijk rustig kijken, dacht ik, maar de gebruikelijke toegang van gesloten, de ingang was verplaatst.
Bij de nieuwe ingang zag ik het: kassa’s, suppoosten, draaihekjes. Toegang tegen betaling, zo’n acht euro. De juiste prijs is mij ontschoten, want als 65-plusser had ik natuurlijk gratis toegang, zoals in de meeste Romeinse musea. Eigenlijk wel slim van die Romeinen, om geld te vragen voor de toegang tot een van de meest opmerkelijke terreinen op ons continent. Het – volgens mij oneigenlijke – motief was ook zichtbaar. Over het terrein verspreid staat een achttal metersgrote, eigentijdse kunstprojecten. En voor een expositie moet je natuurlijk betalen. De kunstwerken stonden stevig verankerd op de bodem, de kassa’s maakte een permanente indruk evenals de afsluitende hekken en tournets. De expositie zal dus wel lange tijd zijn plaats hebben.

Wat doe ik tijdens zo’n kort bezoek aan Rome? Een aantal gewenste dingen niet: De resten van de Romeinse haven Ostia schieten er weer bij in evenals een bezoek aan keizerlijke paleizen in Frascati en de Pinacotheek in het Vaticaans museum, maar daar was ik al eens. In elk geval bezoek ik een groot aantal musea en exposities: Palazzo de Venezia, Galleria Doria Pamphilj, Villa Borghese, Galleria Nazionale d’Arte Moderna, Palazzo Ruspoli, Macro (Galleria Comunale d’Arte Moderna Comtemporanea), Palazzo Barberini, Musea Carlo Bilotti, Palazzo delle Esposizione, Villa Medici en de romeinse fundamenten onder de Basilica San Clemente. En kerken, veel kerken.
Had ik deze musea en galeries al eens eerder bezocht? Ja, maar van mooie dingen wil je zo vaak als mogelijk genieten, net als bij muziek. Kost mij dat kapitalen? Neen, want vrijwel alles is voor 65-plussers gratis of sterk gereduceerd. Past alles in de tijd? Ja, want de musea in Rome zijn in het algemeen tot acht uur ’s avonds open. Loop ik scheef van de gekochte catalogi? Neen, van wat ik wil kopen schrijf ik het ISBN-nummer op, die bestel ik bij de Algemene Boekhandel zodat mijn handbagage draagbaar blijft. Heb ik de hele week de muziek van Radio 4 gemist? Ja, maar dat werd gecompenseerd door een prachtig concert in de wondermooie kerk van Sint Ignasius.

Wat heb ik gemist? Een aantal festiviteiten rond Amersfoort 750! Maar ja, onze stad is nog maar een jonkie ten opzichte van de drieduizend jaar oude Romeinse hoofdstad, Amersfoort in C legt het af tegenover alle verzamelde cultuur in Rome en het weer is er ook veel beter. Dus: heb ik echt iets gemist?

Written by raphaelsmit

15/06/2009 at 06:08

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Het college lijdt aan een tunnelvisie

Dinsdag 9 juni 2009

Het college lijdt weer eens aan een tunnelvisie. Dit college wil, hoe dan ook, de start van het Eemhuis op zijn conto aantekenen. Daarvoor moet alles wijken en is het college bereid om de beoogde ontwikkelaar ‘am Arsch zu lecken’, zoals onze oosterburen dat zo plastisch weten uit te drukken. Het college jubelt: er is een overeenkomst met projectontwikkelaar Multi. Jawel, en die overeenkomst houdt in dat de stad minder krijgt dan was afgesproken en daarom nog ettelijke miljoenen moet toeleggen. Zijn ze daar nog goed bij hun verstand, in de collegekamer van Amersfoortse stadhuis? Nee dus!

Multi wil meer winkels bouwen, en niet zo ’n klein beetje meer ook. De Amersfoortse Courant gaf vandaag de mening weer van ondernemers uit de binnenstad, de Kamer van Koophandel en de firma Vahstal. Vernietigend. En terecht. Wat voor autisten hebben zijn het die namens onze stad met Multi zitten te overleggen. Tunnelvisie dus, vergeten wat er in de rest van de stad plaatsvindt, alleen maar opkomen voor het eigen speeltje. Klaar ben je daarmee, als inwoner van onze mooie stad.
Minder parkeerplaatsen, dicteerde Multi. Ja baas roept ons college, waarschijnlijk zonder kennis van enige onderbouwing. Multimedia, AH in xxxl-formaat en nog duizenden vierkante meters overige winkelruimte. Het aantal van oorspronkelijk geplande 900 parkeerplaatsen (waar Multi dus enige honderden vanaf wil snoepen) zou bij zoveel extra winkelruimte eerder verhoogt moeten worden.
En terwijl in de binnenstad ondernemers moeite hebben de crisis te overwinnen, jubelt het college het toe dat er aan de rand van de binnenstad nog eens een compleet winkelcentrum bijkomt. Hoe groter, hoe beter. Nadenken en afwegen is schijnbaar niet de sterkste gave waarmee ons college is behept. Hopelijk raken we ze over negen maanden allemaal kwijt, slechter kan het nooit worden.

Handhaven moet overmatige overlast voorkomen

Maandag 8 juni 2009

Drie jaar geleden werd voor motorcrossvereniging SALZ een nieuw onderkomen gevonden
aan de Kolonel van Royenweg, deels op Amersfoorts, deels op Leusder grondgebied. De omwonenden aan de Utrechtseweg en de Amersfoortseweg, net zo goed als de directie van Zon en Schild, stonden niet te jubelen, in tegendeel. Wat voor SALZ een uitkomst was, werd voor de omwonenden een plaag.

Om de overlast van de ronkende crossmotoren te beperken, werd een milieubeschikking afgegeven waarin een aantal beperkingen was opgenomen. Heel globaal gesteld: op zaterdagen mag gedurende een beperkte tijd worden getraind en er mogen gedurende een beperkt aantal dagen per jaar wedstrijden worden georganiseerd. Omdat er nogal wat bomen gekapt moesten worden, werd SALZ opgedragen om binnen drie jaren na het aanvragen van de kapvergunning 1,3 ha nieuw bos te planten. Die termijn is intussen verstreken.
Weliswaar niet van harte, maar uiteindelijk hebben de omwonenden zich neergelegd bij de nieuwe vestiging van SALZ. De beperkingen garandeerden dat er voldoende momenten waren waarop de omwonenden van de snerpende geluidsoverlast die crossmotoren weten te veroorzaken, verschoond blijven.
Toch leeft bij de omwonenden het gevoel dat het met die beperkingen niet geheel gaat zoals is afgesproken. Hoe is het toezicht daarop, vragen zij zich af. En wordt er wel gehandhaafd? En hoe staat het met het herplanten van bijna anderhalve hectare bos?. Voor de Burgerpartij, die hierover werd benaderd, reden genoeg om eens bij het college aan de bel te trekken. De leden van SALZ moeten hun sport kunnen uitoefenen, maar de omwonenden moeten daarbij niet overmatig in hun woongenot worden beperkt. Daar zijn regels voor en het is de overheid die er op moet toezien dat die regels ook in acht worden genomen.

De wethoudersvacature en onze krappe kas

Vrijdag 5 juni 2009

Dat wethouder Eerdmans na zeven jaar de kans aangrijpt en een nieuwe baan aanvaard, daar is niets tegen in te brengen. Sterker nog: ik vind haar meer het type voor een schooldirecteur dan voor een wethouder, maar dat terzijde.
Met haar vertrek valt er natuurlijk een gat binnen het college. Niet zozeer beleidsmatig, maar vooral fysiek: er zit één persoon minder aan de collegetafel. Over haar opvolging wordt gesproken. Eigenlijk een gekke zaak, zo kort voor de verkiezingen. Wil een wethouder zijn werk goed doen (ik weet niet of dat binnen Amersfoort een criterium is), dan heeft hij toch wel een half jaar nodig om zich in te werken. En wat voor half jaar: we krijgen binnenkort het zomerreces en de laatste maanden voor de verkiezingen wordt er meer aan de verkiezingscampagne gedacht dan aan het dagelijkse werk op het stadhuis. Zo ging het vroeger en zo zal het nog steeds wel zijn.

Wat te doen? De stad zit momenteel wat krapjes bij kas. En zo’n wethouder, die dus nauwelijks aan effectief functioneren toekomt, kost de stad toch al snel een tonnetje, overheadkosten inbegrepen. Goed bekeken eigenlijk zonde van het geld: je moet overal bezuinigen en gaat dan veel geld uitgeven voor iemand die feitelijk pas in de periode na de verkiezingen een beetje op gang begint te komen. Komt Groen Links dan niet terug in het college? Geen idee, voor mij hoeft het niet en dan is het dus weggegooid geld.
Laat ik eerlijk zijn: ik heb wethouder Eerdmans nooit als het meest overbelaste collegelid gezien. Wat mij betreft nemen de andere vijf wethouders haar taken over – ik weet bijna zeker dat niemand dat echt merkt. Dus laten we die honderdduizend euro of meer maar in de pocket houden of uitgeven aan dingen in de stad die er echt toe doen.

Geld uitgeven met twee maten

Donderdag 4 juni 2009

Tien miljoen euro moet de stad bezuinigen. Dat geld moet in 2010 en 2011 bij elkaar worden gesprokkeld. Voor mij is nog lang niet bewezen dat we uiteindelijk voor een dergelijk bedrag op de begroting tekort komen, maar de meerderheid van de raad heeft deze boodschap van het college voor zoete koek geslikt.
De burgers in onze stad moeten dus voor tien miljoen inleveren op de kwaliteit van hun stedelijk leven.Hoe verbazingwekkend is het dan dat allerlei organisaties waarbinnen de stad samenwerkt, hun begroting onversneden opstellen en de rekening daarvoor bij ons college deponeren – die zonder meer bereid is daarvoor te betalen.
De Veiligheidsregio Utrecht, GGD Midden-Nederland en het Recreatieschap trekken lustig aan de bel en ons gemeentebestuur betaalt. Terwijl we in de stad zelf op veiligheidsbeleid moeten bezuinigen, allerlei kosten voor de geestelijke en lichamelijke welzijn onder druk staan en er op recreatieve voorzieningen in onze stad wordt gekort.
Het is een beetje als een gezin dat fors de broekriem moet aanhalen, terwijl de familieleden verwachten dat zij tijdens feesten en andere uitjes de grote jongen blijven uithangen. Waardoor het thuis aan tafel nog meer schraalhans wordt. Logisch dus dat de BPA tegen de besluiten over al die bijdragen buiten de stad heeft gestemd. Als enige.

Groen moet wijken voor geld
Woensdag 3 juni 2009

De structuurvisie voor het Park Randenbroek en omgeving werd dinsdag gepresenteerd. De presentatie was niet verrassend: het college wil op de plaats van het Sint Elisabethziekenhuis en het Sportfondsenbad huizen bouwen, veel huizen, en als het eventjes kan hoog!
Duizenden mensen hebben de afgelopen tien jaar gepleit voor een groen park Randenbroek. Het slopen van een ziekenhuis en een zwembad zou moeten worden benut om de groene long, die vanaf de stadsgrens tot aan het centrum van de stad kan lopen, echt body te geven. Maar zoals altijd, er worden geen plannen ontwikkeld vanuit een visie maar vanuit een grondexploitatie. En dan is de natuur altijd het slachtoffer. De voordelen die een groene, gezonde stad aan de burgers oplevert, zijn niet in geld uit te drukken. Dus wordt er geen rekening mee gehouden. Althans, niet door de coalitiepartijen die het college trouw volgen in zijn bouwwoede.

Ambtenaren hebben hun eigen beleid
Dinsdag 2 juni 2009

Vanaf 1 juli moet de stad een structuurvisie hebben. Dat schrijft de nieuwe wet WRO voor: zonder structuurvisie geen nieuwe bestemmingsplannen en zonder nieuwe bestemmingsplannen geen extra inkomsten uit bouwleges en dergelijke. Overigens: ook zonder deze financiële knuppel achter de deur zou het opstellen van een structuurvisie meer dan zinvol zijn. Ik heb er, vanuit verschillende posities, al jaren voor gepleit, maar het college legde zich liever niet vast. Nu moet het.

Het opstellen van een structuurvisie vergt nogal wat tijd. Oké, het college wist meer dan een jaar geleden al dat deze verplichting er aan zat te komen – maar deed niets. Nu moet een nieuw college de structuurvisie presenteren, dat zal niet voor het einde van 2010 worden, zo is de verwachting. Om toch aan de wettelijke verplichtingen te voldoen, is er een voorlopige visie gepresenteerd. Eigenlijk is het een opsomming van het bestaande, al eerder vastgelegd beleid, neergelegd in bestemmingsplannen en beleidsnota’s.
Daar moeten we het dus even mee doen, het kan niet anders. Toch wordt er stilletjes nog wat nieuws aan toegevoegd. Bijvoorbeeld wordt het rapport van de commissie Van Ek enthousiast omarmd. Vreemd, want de raad heeft de nota en de daarin opgenomen aanbevelingen nog steeds niet besproken, laat staan dat er beleid op dit punt is vastgelegd.
En ja hoor, onze gemeentelijke stedenbouwkundigen konden het weer niet laten: Vathorst Noord staat ingekleurd als een stedelijk park. Een park met het karakter als het park Randenbroek of Schothorst. Of we dat willen, daarover is nog geen besluit genomen. Met een ander kleurtje in het voorlopige structuurplan had Vathorst-Noord het karakter gekregen van Hoogland-West. Zat mensen die dat graag willen, maar dat levert natuurlijk weinig werk op voor onze stedelijke beleidsambtenaren. En ook voor hen geldt: er moet brood op de plank komen. Dat de raad daarover nog lang geen besluit heeft genomen, doet in zo’n geval weinig ter zake. Zo zijn onze gebruiken!

Written by raphaelsmit

09/06/2009 at 14:40

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Onbeantwoorde vragen over een moeilijk project

Vrijdag 29 mei 2009

Het was verrassend. In de raad, tijdens De Ronde, wierp ik enkele vragen op rondom het kantorenpark Podium. De ontwikkeling hiervan stagneert van alle kanten, de gemeente loopt grote financiële risico’s bij dit project. Een dossier dus dat bij de wethouder voor economische zaken boven op de stapel hoort te liggen, of nog beter: dat hij uit zijn hoofd moet kennen. Een wethouder moet, lijkt mij, in elk geval de kwesties die over Podium in de Kadernota zijn genoemd, van binnen en van buiten kennen. Niet dus, de wethouder moest het antwoord schuldig blijven, tot meer dan enkele gestuntelde zinnen was hij niet in staat. Voldoende aanleiding dus om de vragen nog eens schriftelijk naar voren te brengen.

Eén van de punten die ik naar voren bracht, betreft de samenwerking binnen de v.o.f. Podium, een vennootschap onder firma dus. De gemeente is deze rechtsvorm aangegaan samen met Heijmans als bouwer en ING als financier. Gedrieën wordt gewerkt aan de ontwikkeling van het kantorenpark Podium. Gelijke inbreng, gelijke profit. Oftewel: samen uit, samen thuis.
Uit de Kadernota blijkt dat de twee private partijen binnen de v.o.f. op eigen risico in Podium kantoren willen ontwikkelen. Kennelijk met de bedoeling om de rusthofstilte in dit gebied bij Vathorst te doorbreken en de teller van oplopende kosten, intussen al zo’n 18 miljoen euro, tot staan te brengen. In de Kadernota schrijft het college dat de gemeente hieraan niet deelneemt omdat de risico’s te groot zijn.
Dat laatste klopt, maar geldt hier niet ‘samen uit, samen thuis’? Hoe kan het dat twee partners aan de slag gaan en dat de gemeente daarbij een afwachtende houding aanneemt. Zijn de contracten, die eerde werden afgesloten, gewijzigd? Is de gemeente niet meer een gelijkwaardige partner? Zijn we aan een afrekening toe? De wethouder wist het allemaal niet. Hij heeft een herkansing gekregen.

Amersfoort weer braafste jongetje in de klas

Donderdag 28 mei 2007

De gemeente moet in 2010 en 2011 tien miljoen euro bezuinigen. En in de jaren daarna misschien nog vijf of tien miljoen euro. Dat is de verwachting van het college die daarvoor in de Kadernota een aantal berekeningen presenteert. Maar kloppen die berekeningen wel?

In 1995 stond de gemeente ook een grote bezuinigingsronde te wachten: 25 miljoen gulden. Er werd in de stad heel wat pijn geleden, vrijwel iedereen moest de broekriem aanhalen. SRO en De Flint werden verzelfstandigd, het groen- en wegenonderhoud werd uitbesteed aan Amfors, de camping aan de B.W.laan werd afgestoten (op een wijze die later door de rekenkamer heftig werd bekritiseerd) en noem maar op. Groot alarm, alle hens aan dek! College en ambtenaren konden in den lande verkondigen: wij in Amersfoort hebben tijdig onze maatregelen genomen. Anderhalf jaar later bleek dat de voorspelde tegenvallers die de basis voor de bezuinigingswoede vormden, wel meevielen. Het heeft jaren geduurd voordat onnodige, ingrijpende maatregelen konden worden hersteld.
Een gelijke gevoel van overpower vat bij mij post als ik de huidige voorspellingen van het college hoor. Hoe zijn al die hiobboodschappen bijvoorbeeld te rijmen met het bestuursakkoord dat de VNG en het Kabinet onlangs hebben afgesloten? En zijn wij echt wel zo arm dat een eerste vlaag van tegenwind al tot een ingrijpende bezuinigingsronde aanleiding geeft? Waarom kunnen andere gemeenten, bij voorbeeld Leusden, de economische klappen vooreerst wel opvangen zonder tot bezuinigingsmaatregelen over te gaan?
Ik vrees dat duizenden en duizenden stadgenoten het slachtoffer worden van overijver of van verkeerd financieel beleid uit de afgelopen jaren. In elk geval klopt er iets niet bij het paniekvoetbal waarop we de afgelopen maanden zijn geconfronteerd..

Na afloop van de bezuinigingsdiscussie

Woensdag 27 mei 2009

De fractie van de Burger Partij Amersfoort heeft tegen de Kadernota gestemd. Wij vonden de bezuinigingsregels veel te ver gaan en, wat ons betreft, grotendeels overbodig. En als er dan toch bezuinigd moet worden, dan heeft de gemeenteraad in elk geval talloze kansen laten liggen. Er is beleid ontwikkeld vanuit oude, vastgeroeste denkpatronen, terwijl mogelijke financiële tegenvallers juist een uitdaging hadden moeten zijn om jarenlang gebezigde gewoonten en structuren eens tegen het licht te houden.

Wordt al het geld dat de gemeente jaar in, jaar uit uitgeeft, wel doelmatig uitgegeven? Uiteraard, de boekhouding klopt wel, de financiële verantwoording zal cijfermatig wel juist zijn. Maar kan het geld op veel plekken niet beter worden besteed, of helemaal niet? En waarom moeten duizenden bewoners en organisaties in onze stad het bezuinigingsgeld opbrengen, terwijl er op het stadhuis relatief weinig gebeurt. En als er in de organisatie wordt ingegrepen, dan kost dat ineens vele miljoenen. Er is dus de afgelopen jaren binnen het stadhuis geen moment rekening gehouden met het feit dat economische voorspoed ook zijn grenzen heeft. En van echte creativiteit bij het vinden van oplossingen is weinig te speuren.
Al met al: de wijze waarop het college de komende jaren tegemoet wil treden, getuigt van weinig creativiteit en van onwil om in het eigen vlees te snijden. Voor de BPA genoeg reden om ‘neen’ te zeggen tegen de gepresenteerde bezuinigingsnota.

Moeilijk om de oppositie gelijk te geven

Dinsdag 26 mei 2009

De afkeer binnen het college om tegen een voorstel vanuit de oppositie ‘ja’ te zeggen, zit diep. Dat bleek deze avond maar weer eens overduidelijk.
Namens mijn fractie vroeg ik het college om inzicht te geven in de strategische grondposities van de gemeente. Het gemeentebestuur heeft voor 52 miljoen euro grond in bezit waarvoor geen directe plannen bestaan maar die is aangekocht om toekomstige ontwikkelingen te kunnen beïnvloeden. Waar die grond ligt, over hoeveel grond we praten en of alle oorspronkelijke motieven om tot strategische aankoop over te gaan nog steeds actueel zijn, is niet duidelijk.

Geef de raad inzicht in deze materie, was mijn vraag, vorm gegeven in een motie. Het collega raadde de motie af. De grond is in goede handen, het college gaat er op een verantwoorde wijze mee om en de raad moet daar maar vertrouwen in hebben, was de boodschap. Op het feit dat de raad op elk moment het recht heeft om inzicht te vragen in het handelen van het college, zeker als het daarbij om een totaal bedrag van 52 miljoen euro gaat, was het college even ontgaan.
Verschillende fracties waren het er mee eens dat je in een tijd van mogelijke bezuinigingen, eens moet kijken wat je zelf nog in de beurs hebt. Dat node de wethouder er toe om toe te zeggen dat hij een overzicht zou verschaffen aan de commissie B en V, een interne raadscommissie die zich met de begroting en de controle daarop bezig houdt. Daar konden andere fracties wel mee instemmen, zodat de motie werd verworpen.

Wethouder Hekman reageerden als door een bij gestoken, toen ik de conclusie trok dat mijn motie dus feitelijk was overgenomen. Immers, of de informatie in een besloten bijeenkomst van de Ronde of in de commissie B en V wordt verstrekt, is mij om het even. Doel van de motie was dat de raad inzicht zou krijgen in de strategische grondposities, en dat is nu dus het geval.
Tegen alle regels in – de raad zat midden in de stemmingen – nam de wethouder opgewonden het woord. Nee, er was geen sprake van dat de motie feitelijk was overgenomen want hij was toch al van plan de commissie B en V te informeren. Vreemd: want in de schriftelijke reactie op de moties had het college geen enkele hint in die richting gegeven. Terwijl nu juist dit feit, als de wethouder dat vooraf had gemeld, de motie bij voorbaat overbodig had gemaakt. Maar ja, een leugentje om bestwil is beter dan toegeven dat de oppositie in feite had binnen gehaald wat zij wilde. Dat zou ongehoord zijn!

Klein leed van een wethouder

Maandag 25 mei 2009

‘Wat is het toch boeiend om er bij te mogen zijn, bij de opening van een snelwegaansluiting. Wat zijn hier veel mensen met statuur, jammer dat ik ze niet allemaal ken. Niemand die mij aanschiet, behalve wat Amersfoortse raadsleden. Daar heb ik niet zoveel aan.’
‘Gelukkig, minister Eurling is gearriveerd. Vorige week was hij nog in Vathorst, misschien kan hij zich mij nog herinneren. Dan komt hij naar me toe en schudt mij de hand. Misschien praten we nog wat. Ziet in elk geval iedereen dat de minister mij kent. Persoonlijk, jawel!’
‘Maar hoe kom ik zo dicht mogelijk bij hem. Dat moet ik een beetje ongemerkt doen, alles moet natuurlijk volkomen toevallig lijken. Laat ik voorzichtig wat stappen naar voren doen. Oef, daar staat die kwal van de BPA ook. Nou ja, die heeft niets met de minister te maken, dat zou helemaal te gek zijn, toch!’
‘Zo ik ben weer enkele meters verder. Wat nu, sta ik ineens achter een partytafel. Ja, zo schiet ik natuurlijk niet op. En de minister staat daar maar en is niet bereid mijn kant op te kijken. Hoe kan ik enige aandacht bij hem trekken. Als ik rechts om deze verschrikkelijke tafel loop, dan kom ik niet verder dan de gedeputeerd en moet ik aansluiten bij mijn collega Luchterveld. Die staat daar maar mooi belangrijk te doen met zijn oud-collega uit de Kamer. Stond ik maar op zijn plaats.’
‘Hoera, de minister loopt nu mijn kant op. Snel nog een stapje naar links, dan kan ik hem zo aanspreken. Shit (sorry), hij kijkt de andere kant op. Hij ziet mij niet eens. Alsof ik volkomen onbelangrijk ben. Jakkes! Straks nog maar eens proberen!’

Written by raphaelsmit

01/06/2009 at 17:04

Geplaatst in Uncategorized