Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for juli 2007

leave a comment »

Particulier opdrachtgeverschap in nieuwbouwgebieden

Maandag 30 juli 2007

In een raadsinformatiebrief (nummer 89) die vandaag aan de raadsleden werd toegestuurd, wordt ingegaan op de mogelijkheden voor particulier opdrachtgeverschap bij nieuwbouwprojecten. Dat hieraan serieus aandacht wordt geschonken, is een winstpunt. Aanleiding hiertoe is een motie die een jaar geleden door zeven fracties (Groen Links hield zich afzijdig, ik weet niet meer waarom) werd ingediend.

Vathorst is op dit moment de belangrijkste uitbreidingslocatie. De realisatie van dit gebied is in handen van het ontwikkelingsbedrijf OBV. De daarbinnen participerende projectontwikkelaars bouwen bij voorkeur zelf, zodat in dit gebied weinig kansen liggen voor particulier opdrachtgeverschap. Het college ziet slechts een mogelijkheid voor ongeveer veertien kavels.
Het college is op dit punt wel erg defensief. De gemeente is voor vijftig procent participant en aandeelhouder binnen het OBV. De afgelopen jaren is al een groot aantal kavels uitgegeven aan ontwikkelaars die niet participeren binnen het OBV. Indien dat mogelijk is, moet het toch ook mogelijk zijn om een groter aantal kavels niet aan ontwikkelaars, maar aan particulieren die zelf willen ontwikkelen uit te geven.

Grote kansen liggen er uiteraard in Vathorst-West. De gemeente is een van de belangrijke grondeigenaren in dit gebied, dus hoe dit gebied ook wordt ontwikkeld, er moeten hier makkelijker afspraken over uitgifte van kavels aan particulieren zijn te maken. Juist in het overgangsgebied tussen meer stedelijke bebouwing en het omringende polderlandschap zou een verkaveling voor particulieren op zijn plaats zijn. Een punt dus voor de komende discussies over dit gebied.

Verdere vertraging bij het Eemplein

Zondag 29 juli 2007

Een nieuwe tegenvaller bij de ontwikkeling van het Eemplein. Dat de bouw hiervan behoorlijke vertraging heeft opgelopen, is geen punt meer van gesprek – de oplevering van het Eemplein in 2009 kon begin dit jaar al van de agenda worden geschrapt. Maar er is deze maand nieuwe vertraging ontstaan doordat de architect voor het Minerva-bioscoopproject en voor de disco aan de Eemoever zich heeft teruggetrokken.

De ins and outs van de problemen zijn mij niet duidelijk, de raadsinformatiebrief (nummer 88) over de nieuwe vertraging geeft op dit punt weinig inzicht. Wat in de raadsinformatiebrief wel opvalt, is dat de problemen zich lijken toe te spitsen op de realisatie van het Minervacomplex. Of er ook rondom de discotheek problemen zijn gerezen, is onduidelijk. De indruk die hierdoor ontstaat, is dat er meer aan de hand is. Maar ja, er is in elk geval een oplossing gevonden.
Toen ik twee jaar geleden verhuisde naar de Grote Koppel verheugde ik mij op het te verwachten zicht op de ontwikkeling van het Eemplein. Of ik nog lang genoeg aan de Grote Koppel blijf wonen om dit avontuur nog mee te maken, begin ik te betwijfelen. Maar elk nadeel heeft zijn voordeel: misschien mis ik nu ook wel het wekenlang intrillen van de damwanden voor de parkeergarage. Voor omwonenden is zoiets in het algemeen geen pretje.

Een regenweekje in een trekkerstentje

Zaterdag 28 juli 2007

Afgelopen week verruilde ik mijn comfortabel appartement voor een één meter dertig hoog trekkerstentje. Standplaats: de oude boomgaard van het kasteel Eerde, in de buurt van Ommen. Elf maanden verblijven hier de studenten van de Internationale School Eerde, drie zomerweken vindt hier (drie keer één week) een folkfestival plaats. Het regende.

In feite was mijn tentje alleen maar slaapplaats. De dagen werden gevuld met workshops voor dans, muziek en zang. Ik concentreerde mij op het dansen. Elke avond vond er een dansfeest plaats in de sporthal achter het kasteel. Naast de sporthal ligt overigens ook een zwembad, maar dat was deze week minder relevant.
Jarenlang zat ik in het bestuur van de stichting die dit festijn organiseert, de langste tijd als penningmeester. Bij mijn afscheid bood het bestuur mij één week gratis deelname – zonder kans op uitloting – aan van een folkkamp aan. Het heeft acht jaar geduurd voordat ik hiervan gebruik kon maken. Intussen waren de ledematen strammer geworden en leek mijn tentje te zijn gekrompen. Ik was nog net niet de oudste van alle deelnemers, dat was een muzikant uit Zwitserland, maar de meeste van de 140 aanwezigen konden mijn zoon, dochter of kleinkind zijn. Ik heb mij aangepast.

Het meeste danswerk tijdens zo’n week betreft dansen uit de Balkan, Israël en Rusland. Dat is maar goed ook, want Hollandse en Engelse dansen zijn mij te tam of oubollig. De grote vraag vooraf was of ik na acht jaar nog een beetje kon meekomen. Kennissen weten dat ik mijn beroepsleven ben begonnen als professioneel danser (zij het in een andere branche), en dat redde mij. Wat ik twintig jaar in allerlei groepen en workshops had geleerd, zat nog in de voeten. Oké, soms moest ik even achter de kring choreografische hoogstandjes ophalen, maar driekwart van het repertoire rende ik mee – soms dacht ik wel: ze moeten me wegdragen, ik ben intussen senior en dat laat zijn sporen na!
Belangrijk tijdens zo’n week zijn de mensen met wie je samenwerkt. Dat zat wel snor, sommige van hen kende ik nog van vroeger maar daarnaast heb ik talloze prettige nieuwe contacten gelegd. Overigens is het verbazingwekkend wat binnen één week kan worden aangeleerd. Niet alleen dansend, maar vrijdag speelde een orkest van ruim dertig mensen (strijkers, blazers, percussie) de prachtigste stukken en zaterdagochtend zong een ongeveer even groot dameskoor meerstemmig en a capella ontroerende muziek.

Het zal duidelijk zijn: de onderstaande notities zijn het resultaat van de meer dan honderd e-mails – spam niet meegeteld – die ik deze middag mocht doornemen. De normaliteit is weer begonnen!

Terecht handhavingsbeleid

Vrijdag 27 juli 2007

Het college heeft deze week een groot aantal schriftelijke vragen beantwoord, een plezierige inhaalslag. Een van de kwesties betrof de vragen die Fethi Killi had gesteld over het gebruik van de manege aan de Bunschoterstraat. In december vorig jaar stelde ik daarover samen met Fethi al vragen. Omdat sinds die tijd niets is gebeurd, is Fethi daar vorige maand nog maar eens op teruggekomen.

Het college bevestigt dat de bestemming van het gebouw, dat in het groene buitengebied van onze stad ligt, nog onveranderd is: een manege. Daarnaast bevestigt het college dat er momenteel een autoleasebedrijf is gevestigd en dat dit niet conform de regels is. Het college heeft het afgelopen jaar gekeken of enkele ‘groene’ afdelingen van de RWA in het pand konden worden gevestigd. Dat blijkt niet mogelijk te zijn. Het gevolg hiervan is dat de gemeente handhavend gaat optreden, wat betekend dat het garagebedrijf binnen de als recreatieve bestemming gedachte locatie niet langer wordt geaccepteerd.
Een juiste beslissing van het college. Ik gun het betreffende bedrijf het beste en voel ook geen vreugde daarover dat het weg moet. Maar van de andere kant: elders in de stad treedt de gemeente – soms tegen het pingelige aan – actief op tegen overtredingen van bestemmingen. Dan mag je als overheid een zo duidelijke overtreding als aan de Bunschoterweg niet over zijn kant laten gaan.

Overlastbestrijding en de communicatie daarover

Donderdag 26 juli 2007

Uit een onderzoek van het tv-programma Eén Vandaag bleek afgelopen maand dat van alle Nederlanders de inwoners van Amersfoort de meeste last ervaren van hangjongeren. Gezien de berichten in de plaatselijke media van de afgelopen jaren kan dat geen verbazing wekken. Ook in de jaarlijkse wijkberichten blijkt dat in vrijwel alle wijken het probleem van de hangjongeren in de top drie van overlast staat, veelal op de eerste plaats.

Verrassend was de uitslag van Eén Vandaag dus niet, hooguit dat we op dit punt nationaal op de eerste plaats staan. Het is het college wederom gelukt om onze stad met succes ‘op de kaart te zetten’, proficiat! Binnen de raad is het probleem al verschillende keren aan de orde geweest, ik denk daarbij aan de problemen in Nieuwland. Opvallend is dat vrijwel alle wijken in de stad met het probleem van overlastjeugd hebben te kampen.
Het onderzoek van Eén Vandaag was voor Roland Offereins reden om schriftelijke vragen te stellen. Deze werden deze week beantwoord. Kort samengevat vroeg Roland: geeft het college prioriteit aan de aanpak van het overlastprobleem en is de uitslag van het onderzoek reden om de tot nog toe gevoerde acties aan te passen.
In de antwoorden merkt het college terecht op dat Amersfoort een van de jongste steden in ons land is en dat de kans op overlast daardoor relatief groot is. Daarnaast wordt terecht opgemerkt dat het grootste deel van de jongeren in onze stad helemaal geen aanleiding tot klachten geeft en dat het slechts een kleine groep is die de overlast veroorzaakt. Deze constatering geldt overigens voor meer problemen: verkeersovertredingen, allerlei vormen van criminaliteit, aso-woongedrag en noem maar op.

Het college geeft in de antwoorden een overzicht van allerlei acties die al worden ontwikkeld. Hoe lang dat al plaatsvindt, is niet duidelijk maar gezien het feit dat er van resultaten nauwelijks sprake is, kan dat nog niet lang zijn. Het college merkt op dat de genomen maatregelen en hun effecten niet altijd voor iedereen zichtbaar zijn. Indien Roland zijn vragen niet had gesteld, hadden we er nog niet veel van geweten.
Naar mijn mening is – er van uitgaande dat het college op dit punt danig actief is – de overlastbestrijding ook een communicatieprobleem. Ik vermoed dat, indien het college aan gestarte acties meer ruchtbaarheid geeft, het vertrouwen in de wijken dat er iets in positieve zin kan veranderen toeneemt. Dit kan op zichzelf al een teruggang van het gevoel van overlast en het aantal klachten hierover verminderen.
Voorwaarde hiervoor is natuurlijk wel dat het beleid op het stadhuis extroverter wordt en de tientallen communicatieadviseurs zich niet alleen zien als bureaucratische aandragers voor het college, maar datgene doen waarvoor vijftig jaar geleden mensen als Jan Mastenbroek in Amsterdam en anderen gemeentelijk communicatiebeleid op de rail hebben gezet: als ambacht en niet als administratief onderdeel binnen een gesloten ambtelijke structuur.

Onbevredigende oplossing scholenprobleem Vathorst

Woensdag 25 juli 2007

Ik heb antwoord gekregen op mijn vragen over de problemen rondom de capaciteit van de scholen in Vathorst. Aanleiding voor de vragen was het tekort aan lokalen voor de basisschool De Marke aan De Brink. Een oplossing werd gezocht in een tijdelijke dependance in De laak, iets waartegen de ouders zich verzetten. Zij zien liever een oplossing door middel van noodlokalen in de onmiddellijke nabijheid van De Marke. De argumenten daarvoor zijn helder, maar de kosten ook.

De gemeente wil een noodgebouw (voor vijftien jaar) van uiteindelijk 32 lokalen neerzetten in de omgeving van het te bouwen hoofdwinkelcentrum in Vathorst. In de praktijk kan dat betekenen dat de komende jaren meerdere scholen in Vathorst hun gebrek aan ruimte moeten compenseren door noodvoorzieningen op aanzienlijke afstand van de eigenlijke schoolvestiging. Ook indien het hierbij om afstanden van hooguit een kilometer gaat (wat lang niet in alle gevallen zo hoeft re zijn), de gevoelsmatige afstand bij ouders, kinderen en leerkrachten zal groter zijn, de organisatorische samenhang van de scholen komt onder druk te staan.
In zijn beantwoording stelt het college onder meer dat capaciteitsproblemen samenhangen met het toelatingsbeleid van de scholen. Met andere woorden: wanneer er niet genoeg lokalen zijn, zou je ook een toelatingsstop kunnen hanteren. Dat is een logische redenering, maar er zit een vlekje aan. Een leerlingenstop is moeilijk te hanteren indien er geen alternatieven zijn. De directie van De Marke zou wel kunnen zeggen: wij hebben geen plaats meer, maar waar moeten de ouders hun kinderen dan onderbrengen. Je kunt van ouders die voor katholiek onderwijs kiezen niet verwachten dat zij hun kinderen dan maar naar een protestants-christelijke of openbare school sturen – ik vermoed dat onze grondwet een dergelijke verplichting ook niet toestaat.

Misschien is de oplossing simpel: maak van de noodschool bij het Vathorstcentrum zelfstandige scholen. Pas dan kan er iets worden gedaan aan het toelatingsbeleid op de bestaande scholen en kan het ontstaan van ongewenste dependances worden voorkomen.

De allure van de Hogewegzone

Dinsdag 24 juli 2007

De discussie die de raad moet voeren over de Hogewegzone is enkele maanden uitgesteld. De oorzaak is helder: één van de twee alternatieven omvat een te gering aantal woningen, zodat er een gat in de financiering ontstaat. Mogelijk moet dit probleem worden opgelost door elders in de Liendert of Schuilenburg méér woningen te bouwen.

Ik heb de uitwerking nog niet gezien, dus ik mag er nog geen mening over hebben. Toch vraag ik mij af of het verstandig is om een probleem in de Hogewegzone op te lossen door het door te schuiven naar een volgende fase in het stadsvernieuwingsproces. Op die manier kom je jezelf toch een keer tegen en moeten de bewoners die bij de laatste onderdelen van het proces zijn betrokken, de prijs betalen voor een doorschuifoplossing in het begin van het proces.
Overigens heb ik enkele maanden geleden de tussenresultaten van het participatieproces voor de Hogewegzone mogen aanschouwen. Twee alternatieven die, naar het zich toen liet aanzien, beide redelijk aan de financiële eisen voldeden. Er moet zich in de tussentijd dus het een en ander hebben voorgedaan, in elk geval voor één van de twee alternatieven. Dat doet niet af van het feit dat de toen gepresenteerde plannen de moeite aard waren: kwaliteit, allure en de moed om een groot gebaar te maken. Ik hoop dat daarop niet te veel is ingeleverd!

Written by raphaelsmit

30/07/2007 at 20:54

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Een misser bij het informeren van de raad

Vrijdag 20 juli 2007

Gewapende jongeren uit andere steden waren op weg naar Amersfoort om de stille tocht voor Babak Hadjipour te verstoren. Dit deelde burgemeester Van Vliet deze week mee. Niet in de raad, maar tijdens een vraaggesprek op RTV Utrecht.

De stille tocht voor Babak leidde in het voorjaar 2006 tot veel, soms heftige discussie. Ook de gemeenteraad besteedde hieraan aandacht. Babak werd op 26 maart 2006 bij de Kamperbinnenpoort neergeschoten. Zijn vader en een groot aantal van zijn vrienden wilden deze zinloze moord, die het gevolg was van een vete tussen groepen jongeren, door middel van een stille tocht herdenken. De gemeente zegde zijn toestemming toe, de burgemeester verleende haar medewerking en een aantal vertegenwoordigers vanuit het college en de raad zouden aan de gedenktocht deelnemen.
Kort voordat de tocht van start zou gaan, trok de burgemeester de toestemming in. Er dreigde een gevaarlijke situatie te ontstaan doordat een of meer personen met geweld het verloop van de tocht wilden verstoren. De openbare orde dreigde in gevaar te komen. De tocht ging toch door, er waren al zoveel mensen verzameld dat dit niet was tegen te houden. Ook enkele raadsleden lieten zich niet door het onverwachte besluit tegenhouden. De houding van het gemeentebestuur wekte echter veel wrevel en protest op.

Binnen de gemeenteraad vroeg men zich vooral af: wat voor verstoringen waren te verwachten die een dergelijke rigoureuze ingreep rechtvaardigden. Hierop kon geen antwoord worden gegeven, ik heb hem althans nooit gehoord. Het is daarom vreemd om nu via de krant te vernemen wat de werkelijke oorzaak was. Het was toch op z’n minst chique geweest wanneer de burgemeester – nu de informatie niet langer geheim hoeft te blijven – de raad via een raadsinformatiebrief of hoe dan ook alsnog had geïnformeerd. Dat de raadsleden deze informatie niet kregen maar de burgemeester het daarentegen geen probleem vond om via de media antwoord te geven op de ruim een jaar geleden gestelde vraag, mag je de burgemeester aanrekenen.

Weren van fietsen, een slecht doordachte maatregel

Donderdag 19 juli 2007

Je moet er maar opkomen: tijdens een van de meest populaire festivals in onze stad wordt de binnenstad afgesloten voor fietsverkeer! Door deze maatregel moeten hulpdiensten ruim baan worden geboden tijdens het festival Dias Latinos op 18 en 19 augustus aanstaande.

Ik heb de afgelopen jaren nooit gehoord dat er tijdens Dias Latinos bedreigende situaties zijn ontstaan. Ik kan mij best voorstellen dat politie en brandweer tijdens de festivals wel eens met een zorgelijk blik smalle stegen in ogenschouw hebben genomen, waar wild geparkeerde fietsen bij nood de doorgang versperden. Indien die knelpunten bekend zijn, neem dan maatregelen ter plaatse. Maar om de hele binnenstad af te sluiten, dat lijkt mij schieten met een kanon op een mug.
Afgelopen jaren bezochten zo’n 100.000 bezoekers het festival. Uiteraard verspreid over twee dagen, zodat er op het meest drukke moment waarschijnlijk hooguit zo’n 50.000 bezoekers aanwezig waren. Wanneer daarvan twintig procent op de fiets komt – wat mij aannemelijk lijkt – dan moeten toch nog zo’n 10.000 fietsen een plaats krijgen in en om de binnenstad. De door het gemeentebestuur genoemde fietsenstallingen die bij afsluiting buiten de binnenstad het alternatief vormen, kunnen zo’n aantal niet aan. De stallingen staan op een normale zaterdag al goed vol.

Laat de binnenstad zich zo makkelijk afsluiten? De eerste ochtenduren na de krantenpublicatie over de afsluiting kreeg ik al een tiental telefonische reacties, de meeste van tot dat moment voor mij onbekende mensen. Alle bellers toonden zich verbaasd en geïrriteerd door de aangekondigde maatregel. En vrijwel allen verklaarden zich van het verbod niets te willen aantrekken. Hekken blijken agressie op te wekken, gepaard gaande met de neiging ze opzij te zetten! Ik heb medelijden met de functionarissen die bij de hekken fietsers de toegang tot de binnenstad moeten gaan ontzeggen.
En wat vrijwel alle bellers ook naar voren brachten: is dit de manier waarop het gemeentebestuur het fietsverkeer wil stimuleren. Het gepubliceerde besluit wekte op dit punt verbazing op.
Ik vraag mij af of hier weer sprake is van een besluit dat achter een stadhuisbureau is bedacht. Op z’n minst zou je door middel van concrete voorbeelden en opgedane ervaringen in voorafgaande jaren de noodzaak moeten onderbouwen. Dan ontstaat er begrip en win je als gemeentebestuur aan geloofwaardigheid. Zoals het nu is gegaan, bereik je het tegendeel.

Onderwijs en rekenen: tegenstrijdige begrippen

Woensdag 18 juli 2007

Al jaren weten we hoeveel woningen er in Vathorst worden gebouwd. Over de bevolkingsontwikkeling is een zee aan cijfers bekend, wanneer niet in Amersfoort, dan in elk geval landelijk. In alle nieuwe wijken, met name Kattenbroek en Nieuwland, moesten cijfers over aantal schoolgaande kinderen worden gecorrigeerd. Acties van ouders en ongewenste noodmaatregelen waren noodzakelijk om in Kattenbroek en Nieuwland fouten in de scholenplanning te corrigeren.

Daar moet je van kunnen leren. Oké, je kunt niet alles voorspellen en enige marge in berekeningen is op zijn plaats. Maar door verkeerde berekeningen blijkt nu in Vathorst een tijdelijk schoolgebouw nodig te zijn van 32 klaslokalen. Dat komt overeen met de omvang van vier complete basisscholen.
Een deel van de 32 lokalen wordt tijdelijk gereserveerd voor het Vathorst College, de school voor voortgezet onderwijs die nog moet worden gebouwd! In 2009 betrekt het Vathorst College zijn vestiging in de zogenaamde ICO-cluster in het nieuwe Vathorstcentrum. Ik wed dat ook dat nieuwe gebouw voor het voortgezet onderwijs te klein zal blijken te zijn.

Links en rechts hoor ik verwonderde geluiden. Heeft het gemeentebestuur helemaal niets geleerd van Kattenbroek en Nieuwland? Kunnen ze bij de afdeling onderwijs niet goed rekenen? En onze wethouder Onderwijs, zelf afkomstig uit het voortgezet onderwijs, stelt die met de geplande noodschool dus onder bewijs dat het met de rekenvaardigheden bij het vo-onderwijspersoneel niet zo bijster goed is gesteld? Dat er wel eens een knelpuntje kan ontstaan, dat wordt algemeen erkend. Maar tweeëndertig lokalen…..!
Enige bijspijkerlessen op het gebied van rekenen zou onze afdeling onderwijs op het stadhuis niet misstaan!

Written by raphaelsmit

22/07/2007 at 09:13

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Voor een dubbeltje op de eerste rij gaat niet

Zaterdag 14 juli 2007

Dit weekend gaat het Dutch Open weer van start. Vorig jaar werden rond deze tijd de plannen gepresenteerd voor een nieuw tennisstadion in onze stad. Een zoektocht naar een geschikte locatie heeft weinig opgeleverd. De gewenste plek in de oksel van het knooppunt Hoevelaken stuitte bestemmingstechnisch op problemen. Kort voor de start van de Dutch Open van dit jaar hebben de initiatiefnemers voor het tennisstadion meegedeeld dat zij de plannen aanpassen, zodat realisatie op de tot nog toe beoogde plek wel mogelijk wordt.

Ik hoop dat de aanpassing slaagt en het tennisstadion zo spoedig mogelijk kan worden gebouwd. Na de presentatie, vorig jaar, waren er direct enkele fracties binnen de gemeenteraad die heel zuinigjes verklaarden dat ze het initiatief wel interessant vonden. Maar wat er ook ging gebeuren, aldus deze fracties, de ontwikkeling van de plannen mocht de gemeente geen cent kosten.
Het is misschien door dat laatste dat we bijna een jaar niets over de stadionplannen hoorden. Ik vind dat het gemeentebestuur, nu de initiatiefnemers de plannen hebben aangepast, best wat actiever mag zijn. Dat dit geld kost, is evident. Alleen al de ambtelijke begeleiding kost geld, maar er mag wel iets meer gebeuren dan alleen maar ambtelijk begeleiden. Gebrek aan gemeentelijke medewerking kan er toe voeren dat de initiatiefnemers hun plannen elders gaan realiseren. Er zijn verschillende gemeenten die de mogelijkheid daartoe met meer dan beide handen zullen aangrijpen.

Ik vermoed dat, indien door gebrek aan voldoende gemeentelijke medewerking de stadionplannen in Amsterdam, Almere of waar dan ook worden gerealiseerd, er in de gemeenteraad talloze stemmen zullen opgaan in de zin van: waarom heeft Amersfoort zich niet wat meer ingespannen. Waarschijnlijk zullen de raadsleden die het hardst hebben geroepen dat het ons geen stuiver mag kosten, de meeste kabaal zullen maken.
Het zou toch een schande zijn wanneer door bekrompen, provinciaal denken een mooi initiatief binnen onze gemeente niet tot stand kan komen. Niet alleen dat we een mooi tennisstadion, dat ook voor andere activiteiten kan worden gebruikt, mislopen. We zullen dan ook een prominent nationaal sportgebeuren vaarwel moeten zeggen. Daarnaast zal de bouw van een tennisstadion elders vrijwel zeker de verhuizing van het hoofdkantoor van de KNLTB, de op één na grootste sportbond in ons land, tot gevolg hebben. En de goedgelovige Keientrekkers zullen voor velen in ons land, in elk geval binnen de sportwereld, wederom als het risee de geschiedenis ingaan.

Onbegrijpelijke ambtelijke traagheid

Vrijdag 13 juli 2007

Vandaag hoorde ik van verschillende kanten dat het beroep dat de gemeenteraad tegen het besluit van het Commissariaat voor de Media zou aantekenen, nog steeds niet is verzonden. Intussen zullen na het weekend al bijna drie weken zijn vergaan en is de griffie nog steeds bezig het bezwaar van de gemeenteraad te formuleren.
Dat is verbazingwekkend, want bij het initiatiefvoorstel dat al meer dan twee weken geleden door de raad werd aangenomen, was het concept voor het bezwaarschrift toegevoegd. In feite maakte het concept onderdeel uit van de besluitvorming, dus je kunt je afvragen wat de griffie nog aan deze tekst denkt te moeten vertimmeren. Formeel zou een bezwaarschrift dat sterk afwijkt van de tekst die op 26 juni op tafel lag, eerst opnieuw door de raad moeten worden besproken.
Ik ben benieuwd!

Behoedzame ontwikkeling van Vathorst-Noord

Donderdag 12 juli 2007

Tijdens de bijeenkomst ‘Stad zoekt Boer’, deze week in de Eemhoeve in Bunschoten, kwam ik met verschillende mensen in gesprek over de inrichting van Vathorst-Noord. Velen van hen waren het met mij eens dat het eigenlijk onduidelijk is waarom de planvorming voor Vathorst-West en Vathorst-Noord gekoppeld moet worden. Waarschijnlijk past dit binnen de belangen die enkele projectontwikkelaars, die in beide gebieden grondposities hebben ingenomen, hebben. Maar het besluit is genomen, dus we moeten de koppeling maar als een overbodig gegeven accepteren.

De gesprekken die ik had, draaiden vooral om de vraag: hoe moet Vathorst-Noord worden ingericht. Tot mijn vreugde waren mijn meeste gesprekspartners – onder hen ook enkele ambtenaren – het met mij eens (of ik met hen) dat Vathorst-Noord niet als één groot landschapproject op de schop moet. Behoedzaamheid, geduld en inspelen op nu nog niet bekende wensen zouden voorop moeten staan.
Ik pleit er voor dat in Vathorst-Noord de eerste jaren zo min mogelijk gebeurt. Initiatieven moeten vooral worden gericht op het toegankelijk maken van het gebied voor de bewoners in Vathorst. Dat kan gebeuren door het creëren van struinpaden, het aanleggen van fietspaden en het herbestemmen van een aantal boerderijen. Bestaande boerderijen, voor zover al in bezit van de gemeente of andere niet-agrarische bedrijven, kunnen recreatieve functies krijgen. Daarbij kan worden gedacht aan horecavoorzieningen, een kinderboerderij, een winkel voor agrarische streekproducten, een exploitabel te maken paardenmanege en dergelijke.
Al aangekochte grond mag zijn agrarische bestemming verliezen. Door deze percelen aan de natuur over te laten, ontstaat er de komende jaren een nieuw stukje natuur. Agrariërs die in Vathorst-Noord nog een bedrijf hebben, zouden hun weilanden kunnen veranderen in boomgaarden of bospercelen om deze later te herbestemmen tot boerderijcampings of andere vormen van recreatie op het land.

Ik weet dat er op het stadhuis zeer kundige landschapontwerpers zitten die het hele gebied ten noorden van Vathorst graag op de tekentafel willen zetten. Maar laat de ontwikkeling van Vathorst-Noord maar op een beetje anarchistische wijze plaatsvinden, kleinschalig, met veel ruimte voor particuliere initiatieven en zo min mogelijk ‘aangeharkt’. Door wat meer geduld te tonen, kan ook beter worden ingespeeld op toekomstige wensen van Vathorstbewoners. Indien die liever volkstuintjes hebben dan een Engels landschap of een moerassengebied, dan is dat ook prachtig. Mensen die een kloostertuin of iets dergelijks zouden willen aanleggen, moeten serieus worden genomen – mits dat niet gepaard gaat met te veel ‘gebouwde’ omgeving.
Kort en goed: verplaats het initiatief vanuit het stadhuis naar de mensen voor wie het gebied uiteindelijk is bestemd.

De potentie van ons ommeland

Woensdag 11 juli 2007

Vandaag stond ‘Stad zoekt Boer’ op de agenda. Bijna 150 mensen kwamen bijeen in de Eemlandhoeve. Ondernemers, ambtenaren, agrariërs, vertegenwoordigers van allerlei natuurorganisaties en bestuurders wisselden plannen uit over de toekomst van het groene buitengebied rondom Amersfoort. Voorop staat dat het landschap kostbaar is en dat de agrarische omgeving van de stad talloze mogelijkheden biedt om stedelingen kennis te laten maken met de natuur.

Een geslaagd initiatief. Er werden talloze concrete afspraken gemaakt tussen bezoekers die er op waren gericht om nieuwe banden te smeden tussen stad en land, tussen stedelingen en boeren. Voorafgaand aan de bijeenkomst was een reeks van sessies georganiseerd, tijdens welke bijna honderd mensen hadden nagedacht over de functie die het groene ommeland voor Amersfoort en de andere Eemlandgemeenten kan vervullen. Natuurvriendelijke oevers, kanoroutes, kroos als veevoer, een gebiedseigene schaapskudde, gebiedspromotie, een landschaphuis en noem maar op: er was een zee van ideeën boven tafel gekomen.
Wat mij in elk geval duidelijk werd, was dat we bij het denken over het landschap rondom onze stad gemeentegrenzen moeten vergeten. Een voorbeeld daarvan was de plaats van samenkomst: de Eemlandhoeve. Deze hoeve is een aanlooppunt voor de schooljeugd uit Bunschoten, die er kennis kan maken met het boerenbedrijf. Een prima aanvulling op het centrum voor natuur- en milieueducatie in het park Schothorst. Echter: de hoeve ligt in Bunschoten, het centrum in Amersfoort. Samenwerking tussen gemeenten, en via deze tussen onderwijsinstellingen, zou de horizont van onze schooljeugd aanzienlijk kunnen verbreden. Mits je over je eigen gemeentegrenzen heenkijkt!

Irritatie binnen de PvdA-fractie

Dinsdag 10 juli 2007

Binnen de PvdA-fractie is enige irritatie ontstaan. Ik kan mij dat voorstellen en kan er zelfs begrip voor opbrengen. De oorzaak: een publicatie in het blad ‘Lokaal Bestuur’. Dit blad is een uitgave van de WBS, het landelijk wetenschappelijk bureau van de PvdA. Lokaal Bestuur is bestemd voor alle PvdA-raadsleden in ons land, die het blad vrijwel allemaal ontvangen.
Een vaste rubriek in Lokaal Bestuur is ‘De Estafette’.

Ik ben geen abonnee van het blad, dus ik ken deze rubriek verder niet. Maar ik maakte er kennis mee nadat mijn fractiegenote Mirjam Barendregt door de redactie van Lokaal Bestuur werd uitgenodigd om een column te schrijven over de PvdA-fractie binnen onze raad. Anderen zouden misschien voor de eer hebben bedankt, maar Mirjam heeft deze uitnodiging met enthousiasme aangenomen en genoteerd hoe zij tegen de Amersfoortse PvdA-fractie aankijkt.
Om het uiterst kort samen te vatten: er gaat volgens haar nogal wat mis binnen de PvdA-fractie, die geplaagd werd door een roerige periode. Tien dagen geleden verscheen de publicatie en één ding staat in elk geval vast: de PvdA-fractie kan zich niet vinden in de door Mirjam geschetste toestand. Ik ga hier niet in op de vraag wie er gelijk heeft, een aantal van constateringen van Mirjam zijn correct. Voor de PvdA-fractie zijn de door Mirjam geschetste feiten echter geen bewijs dat het er met de sociaal-democraten in onze stad zo somber voor staat als je uit het artikel zou kunnen opmaken. Genoeg discussiestof dus voor Mirjam en haar PvdA-collega’s in de raad.

Naast dit verschil van inzicht irriteert de PvdA-fractie zich ook – en ik kan mij dat voorstellen – over het feit dat de analyse van Mirjam onaangekondigd in het clubblad van de PvdA verscheen. Het viel de mensen rauw op het dak. Niemand had het artikel aangekondigd, ook de redactie van Lokaal Bestuur of medewerkers van de WBS niet. Ik kan mij voorstellen dat verschillende organen binnen een partij anders met elkaar omgaan.

Written by raphaelsmit

15/07/2007 at 21:05

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Lokalenoplossing college is vragen om nieuwe problemen

Maandag 9 juli 2007

Op 5 juli verstuurde het college een raadsinformatiebrief, gewijd aan de problemen rondom de RK-basisschool De Marke in Vathorst. Deze school, oorspronkelijk gepland voor 600 tot 700 leerlingen, stevent af naar een leerlingenaantal van zo’n duizend leerlingen. Een deel van de kinderen zou na de vakantie moeten uitwijken naar schoollokalen in De Laak. Ouders protesteren hiertegen: jonge kinderen moeten een behoorlijk stuk fietsen en daarbij de steeds drukkere Boulevard van Vathorst oversteken..
Het college kwam, zo bleek uit de raadsinformatiebrief, niet tot een voor de ouders acceptabele oplossing. Maar intussen lijkt het er op dat het management van deze school, na gesprekken met de ouders, tot een voorlopige oplossing is gekomen – dat was in elk geval op te maken uit een bericht in de Amersfoortse Courant van vandaag.

In de laatste Kwartaalrapportage van het ontwikkelingsbedrijf Vathorst OBV. werd gemeld dat de gemeente voor de komende vijftien jaren een groei van het aantal leerlingen in Vathorst voorziet die hoger is dan destijds in Nieuwland. In verband hiermee heeft het college aan het OBV gevraagd bij het geplande hoofdwinkelcentrum een locatie beschikbaar te stellen voor een scholencluster van 30, mogelijk uit te breiden naar 40, lokalen. ‘Deze centraal gelegen locatie moet de tekorten van de (nog te realiseren) scholen uit de verschillende deelgebieden opvangen’, aldus het OBV in zijn kwartaalrapportage.
Uit dit verzoek kan je concluderen dat B en W een tekort aan lokalen bij de scholen in Vathorst niet in de omgeving van de betreffende scholen wil oplossen, maar dit wil doen door middel van extra lokalen op één centraal punt, voor een periode van maximaal vijftien jaren. Daarmee lijkt het college er voor te kiezen om voor scholen in Vathorst die met een huisvestingsprobleem krijgen te kampen, oplossingen te bieden die in wezen overeenkomen met de door de ouders van De Marke gehekelde oplossing waarbij noodlokalen op grote afstand van de school komen te liggen.
Het te verwachten gevolg van een dergelijke keuze is dat een continu stroom van protesten van boze ouders in stand wordt gehouden. De schoolbesturen mogen dan steeds weer naar door de ouders geaccepteerde oplossingen zoeken voor een niet adequate scholenplanning door het gemeentebestuur.

In schriftelijke vragen heb ik B en W gevraagd of het college bereid is om, door middel van noodlokalen bij de scholen of door middel van meer permanente uitbreiding van bestaande of geplande schoolgebouwen in Vathorst, capaciteitsproblemen in de onmiddellijke nabijheid van deze scholen op te lossen. Daardoor kunnen in elk geval problemen zoals die zich nu bij De Marke hebben voorgedaan in elk geval worden voorkomen.

Een slechte visie voor het stadhuisgebied

Zondag 8 juli 2007

In De Ronde van twee weken geleden hebben raadsleden hun eerste mening mogen geven over de stedenbouwkundige visie voor het stadhuisgebied en omgeving. Deze visie is actueel geworden doordat volgend jaar het Sint Pieters- en Blokland Gasthuis, gelegen tussen het stadhuis en de Kleine Spui, verhuist naar De Laak. Daarnaast loopt in 2009 het huurcontract af dat de gemeente heeft voor de oude polikliniek aan het Helleplein. In dit gebouw is een aantal afdelingen van de gemeentelijke organisatie gehuisvest.

Op verzoek van het gemeentebestuur heeft Hans Ruijssenaars een visie voor het gebied rondom het stadhuis opgesteld. Hans Ruijssenaars is een bekende architect, maar geen stedenbouwkundige. Dat is te merken. Zijn plannen maken een rommelige indruk, zowel ondergronds als bovengronds. Om in het geheel nog enige lijn aan te brengen, stelt hij voor om rond een deel van de stadhuisbebouwing een transparant scherm van zo’n acht meter hoog neer te zetten. Niet zo erg origineel: enkele maanden geleden presenteerde hij een soortgelijk scherm voor zijn plannen voor De Zonnehof. Zo heeft elke architect zijn hobby’s.
In de bundel voor De Ronde van 19 juni was een notitie opgenomen ter peiling van de visie van Hans Ruijssenaars. Drie pagina’s tekst en een niet al te duidelijk kaartje vormden de toelichting op plannen die het aanzien van een belangrijk onderdeel van het centrum van de stad behoorlijk overhoop gaan halen. Deze beknopte tekst vormde een samenvatting van het boek dat Hans Ruijssenaars heeft opgesteld en dat ik nog steeds niet heb gezien. Wat ik intussen wel heb gezien is de notitie over de visie van Hans Ruijssenaars zoals die binnen het college is besproken. Een nota van 21 pagina’s die heel wat meer informatie bevatte dan aan de raadsleden ter hand was gesteld.

Door het vermaledijde systeem van parallel vergaderen – waar zowel raadsleden als geïnteresseerde burgers veel last van ondervinden – heb ik de discussie in De Ronde niet bijgewoond. Ik heb begrepen dat er wel een aantal opmerkingen is gemaakt, met name over de acht meter hoge stalen schermen. Het verslag van de bijeenkomst doet het ergste vermoeden: ‘De visie stadhuisgebied en omgeving is voor nu voldoende besproken. De meeste fracties vinden dat delen van de visie (Pieters en Blokland en het zuidelijke deel) de inspraak in kunnen. Het middengebied roept meer vagen op bij de raad. Ook vanuit diverse fracties opmerkingen over de benodigde vierkante meters voor het stadhuis.’
Wie de cultuur in het stadhuis een beetje kent en weet hoe de gemeentelijke bureaucratie met opmerkingen uit de raad omgaat, weet wat dit verslag betekent. De visie wordt verder uitgewerkt, de opvattingen van Hans Ruijssenaars worden in grote lijnen omarmd en na de vakantie en het inspraakproces kan de raad nog nauwelijks ingrijpen.
Rond het stadhuis komen dus nieuwe kantoorkolossen te staan om in de ambtelijke ruimtebehoefte te kunnen voorzien. Onder de grond ontstaat een wirwar aan parkeerkelders waar automobilisten onderaardse zoektochten mogen ondernemen. Een deel van het oude kerkhof achter het stadhuis wordt opgeofferd voor een nieuwe ontsluitingsweg en een adequate oplossing voor de regelmatige verkeersproblemen in de Molenstraat blijft achterwege.

Het mislukte vergadermodel

Zaterdag 7 juli 2007

Door toeval moest ik deze dag een groot aantal notulen van de raad en de commissie doorlezen, opgesteld in de periode 2002 tot 2005. Er werd toen nog ‘ouderwets’ vergadert, zonder De Ronde en Het Besluit. In notulen zag ik dat rond 2005 ik namens Leefbaar Amersfoort nogal wat kritiek had op de nieuwe vergaderwijze. Wat in Almere een succes is, hoeft dat in Amersfoort bij lange niet te zijn, betoogde ik. Bij de besluitvorming stemde Leefbaar Amersfoort – met de nodige kanttekeningen – toch voor. De voorzitter van de commissie die alles had voorbereid, was tevens fractievoorzitter van de partij waarmee Leefbaar Amersfoort ging samenwerken. En dan doe je soms domme dingen.

In de oude vergaderorde (het nieuwe systeem startte 20 september 2005) vergaderde de commissies op verschillende tijdstippen. Raadsleden die meerdere dossiers beheerden, hoefde zich niet te splitsen en burgers die het gemeentelijke gebeuren wilden volgen, kwamen niet voor onprettige keuzen te staan. Beraadslagingen over belangrijke onderwerpen vonden in twee ronden plaats, zodat raadsleden in elk geval adequaat op antwoorden van het college konden reageren. En er was geen voorzitter die na dertig minuten – ongeacht het verloop van de vergadering en het belang van het onderwerp – opmerkte: sorry, we moeten stoppen met de behandeling van dit punt, het is tijd.
Er werd vijf keer per maand vergaderd: één keer raad, vier avonden commissie. Het nieuwe model zou tijdsbesparing opleveren. In de praktijk is gebleken dat we alleen maar méér vergaderen, en dat dan ook nog op vaak inadequate wijze. De raadsleden zouden ook minder papier krijgen omdat De Ronde op beknopte wijze zou worden voorbereid. Dat met het papier klopt, maar het gevolg is dat raadsleden vaak onvoldoende zijn geïnformeerd over onderwerpen die aan de orde komen. Samengevat kan je stellen: de luiheid heeft gewonnen, ten laste van de kwaliteit van de besluitvorming.

Er wordt de komende tijd geëvalueerd. Ik heb daar niet veel vertrouwen in. Het zal voor diegenen die in 2004 met veel elan het nieuwe systeem hebben bepleit, moeilijk zijn om hun ongelijk te erkennen – zowel onder raadsleden als bij de griffier. Daardoor ontstaat ongetwijfeld een wat eigenaardige situatie: elke dinsdagavond hoor je mensen klagen, raadsleden en collegeleden, maar niemand heeft schijnbaar de moed om daar conclusies uit te trekken. Het lijkt mij daarom op zijn plaats om – met anderen die klachten hebben – in september met een initiatiefvoorstel te komen. Prestiges moeten maar aan de kant worden gezet!

Een klacht bij de minister Binnenlandse Zaken

Vrijdag 6 juli 2007

Vandaag stond in de Amersfoortse Courant een ingezonden brief van Mr. H. Bril. De redactie gaf de brief het predikaat ‘Brief van de dag’, wat ik een terechte keuze vond. Onderwerp van de brief was de te veel betaalde afvalstoffenheffing door de inwoners van Amersfoort. Dat de heer Bril jurist is, bleek uit de redactie van zijn brief die ronduit formeel was. Maar dat doet niets af van de juistheid van de inhoud.

De heer Bril constateert aan de hand van de Wet Milieubeheer dat de gemeente met de te hoge heffingen de wet heeft overtreden. Hij besluit zijn brief met: ‘Aangezien het beleid van de gemeente Amersfoort in strijd is met het democratisch handelen en de centrale overheid, in casu de minister van Binnenlandse Zaken, toezicht houdt op de gemeente, verzoek ik langs deze weg het gemeentebestuur van Amersfoort te wijzen op haar onjuist handelen.’
Nogmaals, een correcte brief, maar wel met een schoonheidsfoutje. De heer Bril roept de minister via zijn ingezonden brief om op te treden. Dat zal de minister nooit doen, op deze wijze communiceren juristen niet. De heer Bril zal toch echt een officiële klacht moeten indienen. Het lijkt mij dat hij daartoe best in staat is, dus waarom zal hij die stap niet zetten!

Written by raphaelsmit

09/07/2007 at 18:22

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

De betrouwbaarheid van Hans van Wegen

Donderdag 5 juli 2007

De Amersfoortse Courant meldde vandaag dat het bestuur van Omroep Amersfoort Hans van Wegen als lid heeft geroyeerd. Mij verbaasde dit bericht. Niet om het royement, de argumenten daarvoor spreken voor zich en zijn niet meer dan logisch. De verwondering ligt vooral in het feit dat Hans van Wegen nog lid was. Ik had, gezien zijn opstelling de afgelopen maanden, verwacht dat hij al lang had bedankt. Dat was niet meer dan logisch geweest, zeker gezien zijn dubbelrol van raadslid en (intussen ex)lid van Omroep Amersfoort.

Hans van Wegen heeft rond het dossier van de omroep sowieso een vreemde rol gespeeld. En dan hoef ik mij alleen maar te beperken tot de discussie vorige week, over het voorstel van Koos Voogd om beroep aan te tekenen tegen het besluit van het Commissariaat voor de Media. Gerard van Vliet, lid van de Burgerpartijfractie, zette in een helder en logisch betoog neer waarom het voorstel voor het beroep onzin was. Vanuit de raad werd gevraagd of Gerard voor zijn hele fractie sprak.
Geïrriteerd beende Hans van Wegen naar de microfoon en deelde mee dat, indien geen andere mededeling werd gedaan, Gerard uiteraard namens de hele fractie van de Burgerpartij sprak. De verbazing was alom toen tijdens de hoofdelijke stemming bleek dat Hans van Wegen en Ruud Schulten vóór het voorstel stemden en daarmee hun fractiegenoot – en feitelijk de meerderheid van de BPA-fractie – voor schut zette. Hoe groot is de betrouwbaarheid van Hans van Wegen?

Op deze wijze is het wel heel goedkoop om mooie praatjes te houden over het al dan niet democratische gehalte van het Commissariaat – terwijl de meerderheid van de fractie van Hans dus een andere mening lijkt te zijn toegedaan. Ik vermoed dat Hans van Wegen binnen zijn fractie nog wel iets heeft uit te leggen. Maar dat maakte ik vorige week al op uit de lichaamstaal bij verschillende van zijn fractiegenoten, korte na de onverwachte en onberekenbare opstelling bij de stemming door de BPA-voorzitter.

Het eigenaardige gedoogbeleid van de gemeente

Woensdag 4 juli 2007

De afgelopen maanden hebben zich op het gebied van de handhaving in onze stad de meest kinderachtige zaken voorgedaan. Ik hoef alleen maar te wijzen op de broodjeszaak in de Hellestraat, waar de eigenaar was aangeschreven enkele vlaggen aan zijn gevel binnen te halen. Nadat hij aan deze eis had voldaan, kreeg hij alsnog een dwangsom opgelegd omdat hij de vlaggenhouders (je moet goed kijken om deze dingen überhaupt te zien) niet had weggehaald. En zo zijn er nog talloze ondernemers in de binnenstad die een lied kunnen zingen over de vaak kinderachtige wijze waarop de gemeente ondernemers op hun vingers tikt, indien die een regel overtreden, ook al gaat het daarbij om een bagatel.

Niet echter wanneer je Smink heet en ergens in Hoogland-West een pand hebt gekocht dat eigenlijk als manege was gebouwd. Deze manegebestemming past nog net binnen het bestemmingsplan, nieuwe bedrijfsvestigingen, niet corresponderend met het agrarisch karakter van dit gebied, zijn echter uit de boze. Dat geldt schijnbaar niet voor de familie Smink, die het omvangrijke manegegebouw heeft verhuurd aan een garagebedrijf.
Heel kort de story: in Vathorst moest een manege verdwijnen in verband met de nieuwbouwplannen. De gemeente werkte mee aan het verplaatsen van de manege naar het perceel Bunschoterstraat 23. Binnen het bestemmingsplan werd een recreatieve voorziening op deze plek mogelijk gemaakt. De exploitant van de manege trok echter een te grote broek aan: hij gebruikte de verhuizing om een manegegebouw neer te zetten dat nogal forser was dan de vestiging in Vathorst. Op zich is daar niets op tegen: de stad groeit en specifieke sportvoorzieningen mogen wat mij betreft best meegroeien. Maar de exploitant had iets te hoog gegrepen en kon het niet langer bolwerken.
De familie Smink wierp zich op als redder in de nood en nam het manegegebouw over. Op zich een nobel gebaar, indien het de bedoeling was geweest om vanuit een economisch sterkere achtergrond het manegebedrijf te continueren. Niets was minder waar. Rondom het gebouw vonden allerlei ondoorzichtige activiteiten plaats. Toen het er naar uitzag dat de zandbodem in de manege zou worden afgedekt met beton, protesteerden enkele raadsleden. Het college zegde toe hiertegen op te treden.

In december van het vorige jaar spraken Fethi Killi en ik het college aan op de ondoorzichtige activiteiten die rondom de manege plaatsvonden. Wie langs reed kon constateren dat er bedrijvigheid was, maar dat dit niets met paardensport had te maken was evident. Daarna werd het weer stil, van de zijde van het college was weinig of geen actie te bespeuren.
Afgelopen maand heeft Fethi Killi eens foto’s gemaakt van de actuele situatie. Uit de rijen geparkeerde auto’s was op te maken dat er economische activiteiten plaatsvinden, iets dat volgens het bestemmingsplan expliciet is verboden. Fethi heeft daarop schriftelijke vragen gesteld, zodat het college binnen drie weken duidelijk moet maken wat er aan de hand is en op welke wijze er wordt gehandhaafd – iets dat elders in de stad met vaak pijnlijke nauwkeurigheid wordt gecelebreerd.
Vandaag bleek uit een artikel in De Stad Amersfoort dat zich in de manege een soort van automobielbedrijf (ACM) heeft gevestigd. Volgens de eigenaar van dit bedrijf is de gemeente regelmatig op visite geweest en weet ook precies wat er in het manegegebouw plaatsvindt. Voor alle duidelijkheid: ik gun elke ondernemer een passende en aantrekkelijke bedrijfsruimte. Maar voor mij geldt dan wel: gelijke monniken, gelijke kappen. En gezien de pingeligheid elders, is er maar een oplossing: handhaven!

Antwoorden van college slaan de plank mis

Dinsdag 3 juli 2007

Afgelopen dagen ontving ik antwoord op schriftelijke vragen die ik op 27 maart had gesteld. De beantwoording heeft drie maanden in beslag genomen, vier keer de tijd die in de spelregels is vastgelegd. Dat vragen met enige vertraging worden beantwoord, komt meer voor. Maar in vrijwel alle gevallen ontvang je dan als raadslid een e-mail van de behandelende ambtenaar dat vertraging is opgetreden, meestal ook met de oorzaak hiervan. Dat is correct en maakt de vertraging ook acceptabel. In dit geval niets van dit al. Op de toegezonden antwoorden is overigens wel de ontvangstdatum van de vragen gemeld, maar tegen de gebruiken in niet de datum van het antwoord. De besluitenlijst van B en W verstrekt hierover duidelijkheid: 26 juni. Zoals opgemerkt: drie maanden later!

Waar ging het over. In 1992 presenteerde de SCW – thans De Alliantie Eemvallei – een opvallend bouwplan met de naam ‘La Venus du Canal’. Het gebouw voldeed ruimschoots aan een veel gehanteerde wens binnen het college: Amersfoort op de kaart zetten. In februari 1994 ontving de SCW een brief van het college dat het gebouw niet op de gewenste plaats (aan het Valleikanaal) kon worden gebouwd in verband met geluidshindernormen. ‘Wij zullen er naar streven een geschikte locatie te vinden voor het Venus-concept.’ schreef het college, dat daarover overleg toezegde. Sindsdien heeft de SCW, noch De Alliantie iets vernomen.
Voor mij dus reden om schriftelijke vragen te stellen. De antwoorden zijn feitelijk schandalig. Inderdaad was een geschikte locatie toegezegd, zo stelt het college. Maar het ontwerp stamt uit 1993 en toen golden andere opvattingen over architectuur dan nu. ‘Bovendien heeft de Alliantie desgevraagd medegedeeld nu geen behoefte te hebben het ontwerp te realiseren.’. aldus het college. Een bewering die enkele regels verder nog eens wordt herhaald. ‘De toenmalige toezegging is in de vergetelheid geraakt, de SCW en haar rechtsopvolger hebben geen reden gevonden om ons aan de toenmalige toezegging te houden.’ Aldus het college.

De ambtenaar die de tekst voor de beantwoording heeft opgesteld (via de collegebesluiten was zijn naam makkelijk te achterhalen, maar dat doet verder niet ter zake), heeft zich er met een Jantje van Leiden vanaf gemaakt, ongetwijfeld om verwijtbaar gedrag van de gemeente weg te praten. Misschien ook omdat hij dacht: ‘De oud-voorzitter van de SCW heeft zijn archief opgeruimd en is nog iets tegengekomen.’ Maar in 1994 was ik geen SCW-voorzitter meer, de brief van het college was mij tot dit voorjaar niet bekend.
De aanleiding tot het stellen van de vragen lag in het feit dat de Alliantietop, alsmede de toenmalige SCW-directeur, mij aanspraken over de nog steeds open kwestie en zich er over verbaasde dat de gemeente nog steeds niets van zich had laten horen. Bij de Alliantie is nog steeds de bereidheid aanwezig om ‘La Venus de Canal’ te realiseren, zo werd mij meegedeeld.
Naar aanleiding van de beantwoording van de vragen heb ik ook bij de Amersfoortse directie van de Alliantie geïnformeerd. Het management van de Alliantie Eemvallei is de afgelopen maanden in elk geval niet gevraagd of er nog bouwbehoefte bestaat, zoals in de antwoorden van het college gesuggereerd. Het plan is bekend, de bereidheid tot realisatie is ook binnen de Amersfoortse burelen nog aanwezig: er is de afgelopen maanden zelfs nagedacht of het plan misschien in de Hogewegzone kan worden gerealiseerd. Wat iedereen wel duidelijk is, is dat het plan van 1993 op enkele onderdelen moet worden geactualiseerd, maar dat zal niemand verbazen.

Het is reces, dus de kwestie in de gemeenteraad aansnijden is gecompliceerd. Desondanks zal ik er de komende dagen de verantwoordelijke wethouder op aanspreken. Niet dat hij schuld treft aan de inhoud van de antwoorden: daar moet hij de betreffende ambtenaar op aanspreken. Maar hij draagt wel de eindverantwoordelijkheid, ook voor de onjuiste en de in de toon denigrerende informatie die via de antwoorden is verstrekt.

Written by raphaelsmit

05/07/2007 at 20:27

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Een geriefelijk bustochtje met een verwerpelijk doel

Maandag 2 juli 2007

Rond 2010 opent het nieuwe Meanderziekenhuis aan de Maatweg zijn deuren en wordt het ziekenhuis De Lichtenberg gesloten. De gemeente wordt de nieuwe eigenaar van het ziekenhuisterrein aan de Utrechtseweg, inclusief de dan overbodige gebouwen. De gemeenteraad heeft een aantal jaren geleden al beslist dat op dit terrein woningbouw moet komen, aansluitend bij de omgeving. De ontwikkeling van deze woningbouwlocatie moet zoveel geld opbrengen dat daarmee de aankoop van het oude ziekenhuis met ondergrond wordt gedekt.

Zo’n vier jaar geleden, nadat de gemeenteraad zijn besluit had genomen, zijn omwonenden van De Lichtenberg zich gaan verdiepen in de nieuwbouwplannen in hun buurt. De eerste plannen van de gemeente riepen protest op, mede omdat er nauwelijks rekening werd gehouden met groene zichtlijnen en de mogelijkheden die het gearceerde terrein biedt. Een grote groep bewoners schakelde zelf stedenbouwkundigen en architecten in en presenteerde een eigen plan.
Het kostte nogal wat discussie, maar uiteindelijk werd een compromis bereikt waarin de bewoners veel van hun opvattingen konden terugvinden. Voor de gemeente was belangrijk dat de grondopbrengst was gegarandeerd. Het bewonersinitiatief was goed doortimmerd wat er toe bijdroeg dat de bewoners vanaf het begin op royale steun vanuit de gemeenteraad konden rekenen – zonder deze steun had het bewonersplan het ongetwijfeld niet gehaald.

Het bewonersplan voldoet in elk geval aan de eis dat de bebouwing aansluit bij de omgeving. De aanvankelijke wens die bij een deel van de gemeenteraad leefde, namelijk dat een deel van de woningen in de sociale sector zou worden gebouwd, was niet te realiseren. Dit deed het uitgangspunt van de sluitende exploitatie te veel geweld aan, de raad had en heeft zijn handen al vol met de discussie over de sluitende grondexploitatie voor het tweede ziekenhuisterrein dat in 2010 door de gemeente wordt aangekocht: de Elisabethlocatie in het Heiligerbergerbeekdal.
Bij de plannen zoals door de bewoners ingediend, was ook rekening gehouden met de bouw van een appartementencomplex op het topje van het terrein, waar nu het beddenhuis van het ziekenhuis staat. Uiteraard zou het appartementengebouw minder massaal zijn dan het huidige beddenhuis, maar het wordt wel een markant herkenningspunt voor het nieuwe woongebied. De wens om een appartementengebouw in de plannen op te nemen had niet alleen een financieel motief. De appartementen kunnen nieuwe woonruimte bieden aan oudere bewoners in het omliggende Berggebied voor wie de huidige woningen en tuinen niet meer zijn te onderhouden en die toch graag in hun vertrouwde woonomgeving willen blijven wonen.

Enkele maanden geleden werd het resultaat van het jarenlange overleg tussen bewoners en de gemeente gepresenteerd. Iedereen was tevreden, de honderden bezoekers tijdens deze informatieavond spraken hun waardering uit over het resultaat, het proces en de bereidheid van de gemeente om samen met de bewoners tot een goede oplossing te komen.
Een onverwachte dissonant deze avond vormde een vertegenwoordiger van Humanitas. Deze leurde met een nieuw plan: in plaats van de na veel gesprekken geplande appartementen pleitte hij voor het bouwen van een (veel massaler)verzorgingstehuis van Humanitas op deze plek. Niet alleen doorkruiste hij daarmee de na veel overleg tot stand gekomen plannen, hij ging ook voorbij aan de wens van veel oudere bergbewoners uit het omliggende Berggebied om in hun eigen omgeving bij hun leeftijd passende woonruimte te vinden.
Humanitas leverde als voorbeeld van het door deze stichting gewenste gebouw een plan dat eerder al in Rotterdam is ontwikkeld. Dit voorstel kon niemand overtuigen, ook niet de deze avond aanwezige raadsleden. Om bij de politiek toch draagvlak te verwerven, waren enkele leden van Humanitas, intussen verenigd in de ‘Vrienden Akropolis Amersfoort’, op 26 juni in het stadhuis aanwezig. Akropolis is overigens de naam van het Rotterdamse voorbeeld. Eén ding kan in elk geval worden vastgesteld: Humanitas komt zo’n drie tot vier jaar te laat en trekt zich niets aan van het na uitgebreide discussie tot stand gekomen plan dat door de buurt wordt gesteund. Arrogant, zou je dat kunnen noemen.

Om de raadsleden toch over de lijn te trekken, viel er afgelopen dagen bij het college en de leden van de raad een uitnodiging op tafel. De raad wordt uitgenodigd om op zaterdag 14 juli het Akropolis-project in Rotterdam te bezoeken. Om 10.00 uur, zo meldt de uitnodiging, zal er bij het stadhuis ‘een geriefelijke Humanitasbus’ klaarstaan, die ons in een uurtje naar Rotterdam vervoerd. Omstreeks twee uur in de middag zijn we met dezelfde geriefelijke bus weer teug in de Keistad.
Ik pas voor dit soort uitnodigingen. Ik heb best sympathie voor Humanitas. Wanneer deze stichting in Amersfoort een nieuwe vestiging wil bouwen heeft dat mijn steun. Maar geen zo’n vijftien verdiepingen hoog gebouw op het topje van de Amersfoortse Berg, waarbij een subtiel proces van samenwerking tussen de gemeente en bewoners met een penneveeg terzijde wordt geschoven. Zo’n excursie naar Rotterdam zie ik als een vorm van ongewenste beïnvloeding, waarvan ik niet ben gediend.
Waarmee ik natuurlijk niet wil zeggen dat ik Akropolis in Rotterdam nooit wil bezoeken. Maar niet in het kader van een bruskeringsoperatie.

Vijf tips uit onopvallende hoek

Zondag 1 juli 2007

Het zomerreces is aangebroken, dus is het tijd om minder urgente zaken ter hand te nemen. Een daarvan was het boekje met de titel ‘Amersfoort is nooit af, ze blijft bewegen’ Het is geschreven door Sjaak Kruis en uitgereikt bij diens afscheid van de gemeente Amersfoort. Sjaak heeft zestien jaar onze stad gediend, eerst bij de afdeling Volkshuisvesting waarvan hij uiteindelijk hoofd werd, de laatste jaren als belangrijkste ambtenaar binnen het stadhuis voor de ontwikkeling van Vathorst.

Laat ik voorop stellen: ik vond Sjaak Kruis altijd een sympathieke ambtenaar. Een tikkeltje eigenwijs, dat wel, maar zo lopen er wel meer rond op het stadhuis. En het boekje dat hij bij zijn afscheid heeft geschreven getuigt in elk geval van een grote belangstelling voor de stad waar hij werkte. Gewoond heeft hij er overigens nooit, maar dat is nu eenmaal ook geen arbeidsvoorwaarde voor ons ambtenarencorps.
Ik vind zo’n opstel bij het beëindigen van een taak vaak wel interessant, vooral wanneer het wordt geschreven door iemand die door spraakmakende publicaties en een eigenzinnige visie met regelmaat de gemoederen in beweging heeft gebracht. Oké, dat zou ik over Sjaak niet willen beweren, maar ik neem aan dat hij zijn boekje vooral heeft geschreven voor zijn collega’s van wie hij afscheid nam en voor een aantal mensen die hem in elk geval dusdanig waardeerden dat zij bij zijn afscheidsbijeenkomst aanwezig waren. Ik ontving het boekje dus ook.
Het boekje zelf gaf een goede indruk van de taken waarmee Sjaak Kruis zich heeft beziggehouden en die hij, al dan niet samen met anderen, tot een voor hem aanvaardbaar einde heeft gebracht. Eerlijk gezegd: ik kon daar niet zoveel mee, maar ik was ook geen collega van Sjaak. Ik kan hooguit constateren dat iedereen over algemeen bekende processen zijn eigen historie schrijft. In dat licht is zo’n boekje interessant voor mensen die een studie willen maken over de wijze waarop ambtenaren hun omgeving ervaren, en voor psychologen. Bleef dus over: de tips.

Ik vermoed dat ook de tips niet voor een eenvoudig raadslid waren bestemd, maar vooral voor de vroegere collega’s van Sjaak en voor allen die de komende jaren als nieuwe werknemer ons stadhuis betreden.
Tip 1 was eigenlijk geen tip maar vooral een constatering: ambtenaren binnen ons stadhuis krijgen voldoende ruimte om bijzondere projecten tot stand te brengen, en dat moet vooral zo blijven, aldus Sjaak Kruis. Tip 2 luidt kort en krachtig: ‘Weet wat je wilt’. Een helder blik op wat je wil bereiken is de sleutel tot succes. Tip 3: ‘Herwaardeer inhoudelijk vakmanschap’. Volgens Sjaak Kruis zijn we van een vertegenwoordigende democratie overgegaan naar een ‘draagvlakdemocratie’. Dat leidt te vaak tot compromissen en tot kortetermijndenken. Door inhoudelijk vakmanschap ontstaat meer ruimte voor het denken op lange termijn.
Tip 4: ‘Laat plannen meeveranderen’. Als voorbeeld waar dat, met schadelijke gevolgen, achterwege is gebleven noemt Sjaak Kruis het Amicitiaproject. Terecht, maar in de tijd dat ik (met anderen) tegen dit plan protesteerde was er geen ambtenaar die daar oor voor had. Tip 5: ‘Vergroot de externe gerichtheid’. Amersfoort staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een veel ruimer netwerk – met alle consequenties van dien. Een tip die de spijker op z’n kop slaat.

Mallotige milieu-ideetjes

Zaterdag 30 juni 2007

Tijdens een feestje ontmoet ik deze avond iemand die ik gemakshalve tot de groep van linkse intellectuelen zal rekenen. Groen Links, D66 of misschien de PvdA dus, al weet ik niet of D66 nog links genoemd mag worden zoals ten tijden van Van Mierlo en Den Uyl, iets dat overigens net zo goed voor de PvdA geldt. Maar hoe dan ook: hemelbestormend vanuit een min of meer bevoorrechte positie dus. Dat maakte het gesprek gemakkelijker en verleende mij de mogelijkheid om gelijktijdig te genieten van de schoonheid die de Schepper sommige mensen heeft toebedeeld.

Het gesprek belandde, na vele omzwervingen, bij de nieuwe PvdA-minister voor Milieu. We kwamen bij haar door de wens van minister Cramer om binnen drie jaar alle onze energieslurpende peertjes te vervangen door spaarlampen. Die zijn misschien niet zo gezellig, maar geven wel politiek correct licht. Als het aan de minister ligt, is er over enkele jaren geen gloeilamp meer te koop. Voorwaarde is uiteraard dat de Tweede Kamer daar in meerderheid mee instemt, en daar voorzie ik een probleem.
Ik adviseerde mijn bevlogen gesprekspartner om, in plaats van de Haagse Post, eens De Groene Amsterdammer te lezen. Uiteraard verstrekte ik mijn advies op charmant ingepakte wijze want ik wilde het gesprek geen abrupt einde laten nemen – zoveel charmante dames waren er nu ook weer niet aanwezig, dus moet je je woorden voorzichtig kiezen. Het lukte mij de nieuwsgierigheid op te wekken.

Begin deze maand schreef Groene-hoofdredacteur Aart Brouwer, zoals gebruikelijk, een wat ironisch commentaar. Daarin ging hij in op de verboden peertjes van minister Cramer. Ik ga hem niet uitvoerig citeren, ik vermoed dat belangstellende via ‘groene.nl’ de tekst kunnen herlezen. Hij ging in op een reeks van milieubesparende maatregelen die weliswaar uiterst politiek correct waren of zijn, maar in feite niets van de beoogde effecten opleveren. Dat varieert van de plastic bakken voor afvalscheiding, de fietslessen voor ouderen en de verboden chocoladesigaretten. De meeste van deze maatregelen leveren nieuwe, maar feitelijk overbodige bedrijfstakken op, bestrijden problemen niet aan de wortel en leveren alleen maar extra bedilzucht van overheidswege op.
‘Hoe milieuvriendelijk zijn die honderden miljoenen spaarlampen die intussen verkocht zijn?’, vroeg Aart Brouwer zich af. Echt onderzoek hierover heeft nog niet plaatsgevonden. Wel weten we dat spaarlampen na gebruik bij het chemisch afval moeten worden gedumpt. Het zijn in feite kleine tl-buisjes die, net als gewone tl-buizen, een geringe hoeveelheid kwikdamp bevatten. Over een jaar of twintig ontdekken we wellicht dat we een kwikprobleem van formaat hebben, aldus Aart Brouwer. Maar intussen zitten we opgescheept met ongezellig grijs licht!

We zijn halfweg, dus nieuwe coalitieproblemen

Vrijdag 29 juni 2007

Een aardige analyse, deze week in de Amersfoortse Courant. Richard Hoving en Leo de Vries keken nog eens terug op de discussie die de raad voerde over het bezwaarschrift tegen het besluit van het Commissariaat van de Media. ‘Al snauwt de wethouder nog zo hard, de raad deelt de lakens uit.’, zo constateerde zij. En zo is het dus ook.

Maar als hun analyse juist is – alle ingrediënten daartoe waren correct – dan doet zich toch een opmerkelijk feit voor. Het was dinsdag een meerderheid van de coalitieleden die bijna een wethouder naar huis stuurde. En met hem misschien het voltallige college. Zo’n jaar geleden schreef ik al eens dat ik als lid van een oppositiepartij met verbazing aanschouwde hoe de coalitiepartijen elkaar onderling het leven zuur maakten. Ik kon gemakkelijk achterover gaan zitten en hoefde de destructie alleen maar te aanschouwen. Overigens: gelukkig maar want vergeleken met vier jaar geleden heeft de oppositie binnen de raad behoorlijk aan scherpte verloren.
Maar afgelopen dinsdag ging het dus bijna fout, althans vanuit het gezichtspunt van de coalitie gezien. Hoewel ik mij dat steeds meer begin af te vragen. Willen de vijf coalitiepartijen nog wel samen verder? Zijn zij nog steeds bereid om hun wederzijdse vertegenwoordigers binnen het college te steunen? Ik heb zo mijn twijfels. Misschien dat het simpele feit dat na de gemeenteraadsverkiezingen partijen als de PvdA en de VVD behoorlijk hebben moeten inleveren en met een leiderschapprobleem zitten, zijn uitwerking op lokaal niveau heeft. Wie zal het zeggen.

Vast staat dat de raad het tijdstip begint te naderen waarop het binnen de vorige raadsperiode fout ging. Oké, je mag de situatie van toen niet vergelijken met die van nu. In 2003 zat er een uiterst zwak college met een aantal wethouders die elke steun, ook binnen eigen kring, wisten te verspelen. Maar die kant lijkt het nu ook op te gaan.
Vier jaar geleden stelde ik al vast: een college valt nooit door een actie vanuit de oppositie, ook al draagt deze alle munitie daartoe aan. Het zijn de coalitiepartijen die een uiteindelijke breuk veroorzaken. Ik heb het idee dat we weer hard op weg zijn in die richting. Zo zie je maar: een gebrek aan kwaliteit kan een college noodlottig worden, maar een schijnbare voldoende aan kwaliteit is ook geen garantie voor bestendigheid.

Written by raphaelsmit

02/07/2007 at 18:24

Geplaatst in Uncategorized