Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for juli 2008

leave a comment »

Boter op het hoofd bij PvdA-vertegenwoordiger

Vrijdag 25 juli 2008

Nog één opmerking over het verslag dat gemaakt is over de participatiebijeenkomst die op 22 mei plaatsvond. Veel stadgenoten leverden daar, naast enkele complimenten en nuttige tips, veel gezouten en ongezouten kritiek op de wijze waarop participatie in onze stad wordt georganiseerd en hoe met de resultaten daarvan wordt omgegaan. Een nuttig en openhartig verslag.

Tijdens de bijeenkomst waren ook verschillende raadsleden aanwezig. Ik was deze avond verhinderd, maar enkele fractiegenoten woonden de bijeenkomst bij en het verslag komt overeen met wat zij over de bijeenkomst vertelden. En, wat ook niet meer dan noodzakelijk was, zij stelden zich terughoudend op. Het waren de burgers die aan het woord waren, als raadslid leg je vooral je oor ten luister om er wat van op te steken.
Een partij week daar duidelijk vanaf. Het verslag citeert een deelnemer: ‘In vind dat wij als PvdA beter moeten luisteren naar mensen. Ik schrik wat hier gebeurt en ik wil mensen uitnodigen om contact op te nemen met ons per mail en ons uit te nodigen als iets niet goed gaat. We zullen daar zeker naar luisteren, want er gaat nog veel mis merk ik.’
Dat de PvdA-vertegenwoordiger vond dat zijn partij beter moet luisteren omschrijf ik maar als: laat inzicht en achter de feiten aanlopen. Dat hij schrok vind ik verbazingwekkend: de meeste opmerkingen die gemaakt werden waren in elk geval bij mijn fractie al lang bekend, al hebben wij bij het aan de orde stellen gemerkt dat juist de PvdA zich tegenover dergelijke klachten steeds zeer regentesk opstelt. Hoe heeft de PvdA bijvoorbeeld gestemd na de participatie rondom de opvangvoorzieningen en de Hogeweg, waar procedures tijdens het spel werden veranderd en participatie-uitslagen volkomen werden genegeerd? En welk vertrouwen moeten mensen hebben dat in het vervolg de PvdA wél naar hen luistert, nadat de afgelopen jaren is gebleken dat deze partij als het er op aankomt keurig de door de stadhuisbureaucratie uitgezette lijnen, vertaald door hun collegeleden, vrijwel kritiekloos opvolgt? De gedane oproep was daardoor een gotspe en eigenlijk een belediging voor alle mensen in de stad die door participatie en inspraak werken aan de leefbaarheid van hun omgeving en hun stad.

De nieuwe burgemeester van Maarssen

Donderdag 24 juli 2008

Dus Mirjam van ’t Veld is door de gemeenteraad van Maarssen bovenaan de lijst van kandidaten gezet voor het burgemeesterschap in die gemeente. Persoonlijk gun ik het haar van harte, maar ik heb haar nog niet gefeliciteerd. Dat doe ik pas nadat het Koninklijk Besluit hierover is genomen – een gebruikelijke gang van zaken. Naar ik heb gehoord zijn er in Den Haag ook enkele mensen die verbaasd de wenkbrauwen hebben opgetrokken na de enthousiaste publiciteit die zij zelf op gang heeft gebracht. Zoiets is not-done, zolang er op Haags niveau geen formeel besluit is gevallen. Maar Mirjam is vrouw en lid van de grootste regeringspartij, dus de pas-veux op dit punt zal haar wel worden vergeven.
Toch ben ik wat verbaasd, zeker nadat ik onlangs in de Amersfoortse Courant een schets las van de slangenkuil waarin zij terecht dreigt te komen. Hoe zij binnen ons Amersfoortse college functioneert, weet ik niet, de BPA is geen collegepartij dus veel informatie daarover krijgen wij niet. Des te tekenender was het commentaar van de fractievoorzitter van de VVD die geen hoge pet ophad van de wijze waarop zij binnen het college functioneert. Mijn opmerking, maar die is persoonlijk en meer emotioneel dan rationeel: ik vraag mij af of zij het postuur heeft voor een burgemeesterschap in een middengrote gemeente.

Maar deze opmerking moet ik ook meteen relativeren. Voorbeelden uit de geschiedenis zouden mijn gevoel kunnen loochenstraffen. Neem bijvoorbeeld paus Benedictus XIII. Hij volgde aan het einde van de veertiende eeuw de Avignonse schismapaus Clemens op. Een opmerkelijke keuze want kardinaal De Luna, die na zijn benoeming de naam Benedictus aannam, was geen Fransman, iets dat voor de pausfunctie in Avignon bijna een voorwaarde was. De kardinaal was bekend als een sober levend man (opvallend voor een kerkprelaat in de 14de eeuw!) en hij was een groot tegenstander van het kerkelijke schisma. Van hem werd verwacht dat hij de pauselijke zetel weer naar Rome zou brengen, maar wel onder Franse invloed uiteraard. Een groot aantal verdere anekdotische zaken rondom deze paus laat ik even buiten beschouwing: na zijn benoeming ontpopte hij zich ineens als een eigenwillige bestuurder die zich weinig aantrok van de wensen en verwachtingen die leefden bij de mensen die hem hadden gekozen. Het schisma bedrukte hem ook niet meer zo erg, want hij voelde zich in Avignon uitstekend thuis.
Ik bedoel maar: de raad in Maarssen heeft – binnen de daar heersende politieke constellatie – een politieke keuze gemaakt. Maar mensen functioneren in een nieuwe positie soms verrassend anders. Reden om mijn eigen bedenkingen met een korreltje zout op te dienen.

Participatie: een leerzame bijeenkomst

Woensdag 23 juli 2008

Afgelopen week verscheen het verslag van de Stadsbijeenkomst Participatie die op 22 mei werd gehouden. Het gemeentebestuur had honderden stadgenoten die betrokken zijn geweest bij inspraak- en participatieprocessen uitgenodigd. Doel was om te bezien hoe alles was verlopen, of er klachten waren en of daaruit lering kan worden getrokken.

Het was een pittige bijeenkomst. Dat hoorde ik al van fractiegenoten die aanwezig waren (ikzelf was tot mijn spijt verhinderd). Het verslag zou ik het predikaat ‘openhartig’ willen geven. Ik heb niet de indruk dat vanuit het stadhuis is getracht het mooier voor te stellen dan het was, waarvoor hulde. Deze openhartigheid vind ik vooral zeer nuttig omdat je altijd veel kan leren van klachten. De spiegel die stadgenoten het bestuurlijk apparaat in onze stad voorhielden, was leerzaam.
Het klinkt misschien een beetje ‘überheblich’ en zo is het niet bedoeld, maar heel veel van de geuite klachten kwamen mij bekend voor. De problemen die veel stadgenoten met hun bestuur hebben, zijn voor mij steeds het belangrijkste motief geweest om het grootste deel van mijn vrije tijd in het gemeenteraadswerk te steken. Uit het stemgedrag van mijn partij moge ook blijken dat wij veel van de geuite klachten kennen, het feit dat wij veelal in een minderheidspositie verkeren hangt nauw samen met de vele opmerkingen die op 22 mei werden gemaakt. Overigens, er klonken op 22 mei ook wel positieve opmerkingen en er werden nuttige tips gegeven.
Ik ga niet op de inhoud in, maar één punt wil ik toch wel noemen: de Kersenbaan. Daar hebben wij als raad een fout gemaakt waaruit we zeker lering moeten trekken. We waren blij toen er zich een bewonersplatform formeerde dat een compromis ging zoeken voor het ‘Roethof-kruispunt’ in de Kersenbaan. Dat is dan in goede handen, dachten we. Waar we geen, of in elk geval onvoldoende, aandacht aan hebben besteed was de representativiteit van dit platform. Ook is onvoldoende rekening gehouden met specifieke belangen van deelnemers, waar op zichzelf niets op tegen is, maar waar je wel rekening mee moet kunnen houden.
Nu de plannen zijn gepresenteerd en een uit participatie gegroeid compromis blijkt te zijn gevonden, lijkt het er op dat de deelname aan de participatie misschien toch te smal is geweest. Dat moeten wij ons als raad aantrekken, maar de mensen die de afgelopen maanden veel tijd hebben gestoken in het nadenken over een oplossing, voelen zich nu in zekere mate gefrustreerd. Dat hadden wij als raad moeten voorkomen, de oorzaak is dat we in het begin van het proces onvoldoende na alle facetten bij dit participatieproces hebben gekeken.

Het college is bezig alle aangedragen aandachtspunten uit de bijeenkomst van 22 mei te vertalen in verbeteracties. Een juist – en ook logisch – besluit. Er is al gestart met het ontwikkelen van een opleidings- en trainingsaanbod voor ambtenaren. Ik vind dat je dat niet tot de ambtenaren moet beperken, maar dat juist collegeleden meer bij zichzelf ten rade moeten gaan. Zij zijn het die de ambtenaren aansturen (dat mag je aannemen), wanneer je de aansturing niet verbetert, verandert er bij de ambtenaren ook niet veel. En het is misschien ook nuttig om opmerkingen die vanuit de oppositie binnen de raad komen, wat serieuzer te nemen!

Kosten handhaving blijven onduidelijk

Dinsdag 22 juli 2008

In een procedure die de gemeente had aangespannen tegen een bewoner van het Midland Parc, heeft het gemeentebestuur aan het kortste eind moeten trekken. Tot de hoogste rechter toe werd de gemeente in het ongelijk gesteld. Een lang proces door vele instanties, een kostbare lijdensweg voor de betreffende bewoner die echter niet wilde opgeven. Terecht, zoals uiteindelijk is gebleken.
Ik ga nu niet in op de marges in het handhavingsbeleid. Uiteraard stelt de raad hierin de kaders, maar in samenspraak tussen college en raad mag zo af en toe ook wel eens naar de marges in het handhavingsbeleid worden gekeken. Maatschappelijk effect en de zwaarte van belangen mogen daarbij best worden afgewogen tegen formele regels. Uiteraard dient dat ook consequenties te hebben voor geldende regels.

Begin juni stelde ik vragen over de kosten en het nut van het verloren proces zoals tegen de bewoner van het Midland Parc gevoerd. In zijn beantwoording is het college voor zijn ambtelijke medewerkers gaan staan en heeft gesteld dat elke stap in het proces door het college is afgetikt. Daar zullen we de collegeleden in de toekomst dus op aanspreken.
Een van mijn vragen betrof de uiteindelijke kosten die de gemeente in dit verloren proces heeft moeten maken. Voor mij een relevante vraag omdat je als bestuur elke keer wanneer je door de rechter in het ongelijk bent gesteld, je ook een afweging zou moeten maken of de gemaakte en nog te maken kosten opwegen tegen het opnieuw voor de rechter brengen van een zaak waarin je al een of meer keren in het zand hebt moeten bijten. Handhaven is een maatschappelijke opdracht, maar het op verantwoorde wijze omgaan met de door de burgers beschikbaar gestelde gemeenschapsgelden is evenzeer een maatschappelijke opgave.
Het college heeft op de vraag over de kosten niet willen antwoorden. Wel wordt gesteld dat er kosten zijn gemaakt voor externe deskundigen, de ambtelijke inzet, het voeren van procedures en dergelijke. Dat wist ik wel, voor die kennis heb ik het college niet nodig. Ik wil concrete bedragen zien. Dat is nuttig voor een controlerend raadslid, verhelderend voor de burger die op welke wijze dan ook bij het handhavingsbeleid is betrokken en zinvol voor de besluitvorming binnen het college. Want met de gebrekkige informatie die het mij op dat punt verschaft, laadt het in elk geval de verdenking op zich, het zelf ook niet te weten. En indien die kennis er wel is, dan is het niet meer dan normaal om een raadslid die daarnaar vraagt ook adequaat te antwoorden. Toch?

Written by raphaelsmit

26/07/2008 at 11:34

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Voor een dubbeltje zit je niet op de eerste rij

Maandag 22 juli 2008

Het ziet er naar uit dat de Dutch Open Amersfoort gaat verlaten. Dat is jammer, onze stad zou zuinig moeten zijn op nationale evenementen die binnen haar grenzen worden gehouden en die veel publiciteit genereren. Met de Dutch Open zet Amersfoort zich bij veel sportliefhebbers in ons land op de kaart, en dat was toch een heilig streven van ons gemeentebestuur?

Ik hoor vaak dat onze stad dé tennisstad in het land is. Deze constatering is gebaseerd op het feit dat de tennissport in onze stad de meeste georganiseerde leden heeft. Het aantal van elf verenigingen, waarvan de meeste redelijk groot mogen worden genoemd, is daarvan een bewijs. Het feit dat zoveel stadgenoten graag een balletje slaan, past ook prima in het streven van de gemeenteraad die vindt dat onze stad de fitste of sportiefste stad onder de grote gemeenten in ons land moet zijn.
Maar daar moet je dan ook wel iets voor over hebben. Geen van de elf tennisverenigingen beschikt over indoorvoorzieningen voor het winterseizoen, iets dat in de praktijk nauwelijks zonder gemeentelijke hulp is te realiseren. En hoewel de stad de afgelopen twintig jaar in inwonersaantal bijna is verdubbeld, is het aantal overdekte tennisbanen niet meegegroeid. In tegendeel: de hal in Kruiskamp is gesloopt en het tenniscomplex in Bokkeduinen is verkocht aan een van de ROC’s.
Het initiatief om in onze stad een groot tenniscomplex neer te zetten, inclusief een multi-stadion dat ook geschikt zou zijn voor de Dutch Open, is gestrand. Er was geen plek voor te vinden! Mijn opvatting is: waar een wil is, is een weg – onwil staat resultaten in de weg. Ik heb het idee dat de ambtelijke organisatie die de uitgifte van bedrijfsterreinen stuurt, meer prestige ziet in het overleg met een groot aantal kleinere bedrijven dan in het zich dienstbaar opstellen voor een aansprekend particulier initiatief.

Amersfoort Sportstad. Het klinkt mooi, maar dan moet het gemeentebestuur zich daarvoor ook actief opstellen, eventuele problemen met enthousiasme oplossen en dan zal het ook de beurs eens open moeten trekken. Wanneer je ambities alleen maar met de mond belijdt, kun je er beter het zwijgen aan toe doen en genoegen nemen met gemiste kansen.

De stookkosten in Vathorst

Vrijdag 18 juli 2008

Een deel van Vathorst is niet op het gasnet aangesloten. Het verwarmen van de woningen en het leveren van warm water vindt plaats via stadsverwarming. Oorspronkelijk zou de stadsverwarming worden gestookt door middel van een biomassacentrale. De bouw van een biomassacentrale bleek echter niet mogelijk te zijn. Dat bleek geen aanleiding te zijn om van het plan voor stadsverwarming af te stappen, maar leidde er toe dat er een gasgestookte centrale werd gebouwd. Naar mijn mening een vorm van verkeerde flexibiliteit bij het niet kunnen realiseren van oorspronkelijke ambities.

Veel bewoners in Vathorst die hun warmte via de centrale warmtelevering in huis krijgen, hebben het afgelopen jaar geklaagd over de exceptioneel hoge rekeningen. Voor Eneco, die de stadsverwarming exploiteert en daarin een monopoliepositie bezit, was dat aanleiding om in het afgelopen voorjaar een bewonersbijeenkomst te organiseren. Het was een emotionele avond.
Een van de directieleden van Eneco probeerde de aanwezige bewoners gerust te stellen. Indien er al hogere stookkosten waren, dan was dat van tijdelijke aard. Voor de rest ging Eneco bij de warmtelevering via het stadsnet uit van het ‘Niet-Meer-Dan-Anders’-principe. Hoe de tarieven precies tot stand komen, was aan het einde van de avond nog niemand duidelijk, daarvoor zou Eneco zijn boeken moeten openen. Dat bleek niet mogelijk te zijn.

Vorige maand ben ik verhuist. Ik woon nu in een appartement dat de warmtelevering via Eneco krijgt. Dus was ik nieuwsgierig welke termijnbedragen ik zou moeten gaan betalen. Het interessante daarbij is dat mijn vorige appartement aan de Grote Koppel in oppervlakte en technische uitrusting vrijwel overeen komt met mijn nieuwe appartement aan de Genemuidengracht. Dus: wat is dat, het ‘Niet-Meer-Dan-Anders’-principe?
Mijn eindafrekening van Eneco over 2007 kwam uit op 1347 euro, wat gelijk staat aan 112 euro per maand. Ik kreeg geld terug. Het nieuwe maandbedrag voor 2008 werd vastgesteld op 147 euro. daar was mee te leven. Deze week ontving ik een brief van Eneco met een opgave van de maandtermijn voor mijn met stadsverwarming bediende Vathorster appartement: ruim 270 euro! De toezegging van de Enecodirecteur over het ‘Niet-Meer-Dan-Anders’-tarief kwam daarmee wel in een schril licht te staan. Overigens, mijn buren kregen soortgelijke aanslagen. Zelfs mijn exgenote die een royale maar minder goed geïsoleerde woning in het Bergkwartier bewoont, betaalt minder!
Uiteraard heb ik gereclameerd en ben ik overeen gekomen dat we maar eens starten met 170 euro per maand. Maar, zo deelde een vriendelijke medewerker van Eneco mij mee, indien aan het einde van het jaar blijkt dat u te weinig hebt betaald, dan kunt u het resterende bedrag niet in termijnen voldoen maar moet u in één keer betalen. Hij waarschuwde mij dus voor een probleem. Ik geloof echter dat Eneco in zo’n geval een probleem heeft!

College neemt de tijd met antwoorden

Donderdag 17 juli 2008

Op 20 september van het vorige jaar stelden mijn fractiegenoten Kees Kraanen, Ruud Schulten en Hans van Wegen vragen over de gedeeltelijke afsluiting van de tunnel in de Amsterdamseweg in verband met werkzaamheden. Op 17 juni van dit jaar, negen maanden later, kregen zij antwoord.
De antwoorden werden vooraf gegaan met de mededeling: ‘Vooraf hechten wij er aan onze verontschuldigingen aan te bieden voor de late beantwoording van deze vragen. Wij streven er altijd na (taalfoutje, moet kunnen! RS) de beantwoording binnen de gegeven termijn te beantwoorden. In dit geval is dat tot onze spijt niet gelukt.’ Ter informatie: de termijn is twintig dagen, indien dat niet mogelijk is moet dat tijdig worden meegedeeld.

Nadat de vragen waren gesteld, gaf de verantwoordelijke wethouder al toelichtende antwoorden tegenover de media. De schriftelijke antwoorden weken daar niet van af dus zo moeilijk was het niet om de termijn aan te houden. Ik heb mijn fractiegenoten gevraagd of zij al eerder waren geïnformeerd over de vertraging van meer dan acht maanden – dat was niet het geval. Ik vind dat het college zich er met de zuinige verontschuldigende zin aan het begin van de beantwoording met een Jantje van Leiden van afmaakt. Hoe serieus moet je een college van B en W nemen, indien die laten blijken dat zij leden van de gemeenteraad niet serieus nemen?

Kleine man de dupe van niet nagekomen beloften

Woensdag 16 juli 2008

Op 12 maart stelde Sylvia Kesler (we zullen haar missen nadat zij de raad heeft verlaten) vragen over het aandeel sociale woningbouw in het CSG-gebied. Ze memoreerde daarbij dat in de oorspronkelijke CSG-plannen sprake was van 15 procent sociale woningbouw, maar dat de raad in 1992 in een motie het college opdracht had gegeven zich er voor in te spannen dat het aandeel van de sociale woningbouw binnen de CSG-plannen zou worden verhoogd tot 25 procent. Anno 2008 blijkt het echter toch maar 15 procent te zijn. Sylvia schreef – terecht – bij de toelichting op haar vragen: ‘Het is te gemakkelijk om op het eind te zeggen: het was een complex project en we hebben het geprobeerd, maar het is niet gelukt.’

Moeilijke vragen, en het college had dan ook ruim drie maanden nodig om een antwoord op te stellen. In zijn antwoord stelt het college dat het allemaal maar moeilijk was. Oorzaak was onder meer de inzakkende kantorenmarkt als gevolg van ’11 september’. Interessant, omdat Sylvia niets over de geplande kantoren in het CSG-gebied had gevraagd. Dat de 25 procent niet wordt gehaald had het college overigens al in 2005 en 2006 gemeld, wordt op wat snibbige wijze opgemerkt. Ja, en? Juist die meldingen zouden als aanleiding voor de schriftelijke vragen kunnen worden gezien. Wat precies de oorzaak is, wordt uit de beantwoording nog steeds niet duidelijk.
Het college had bijvoorbeeld kunnen meedelen dat de projectontwikkelaars niet bereid waren in het goedkopere segment te bouwen. Overigens: in dat geval heeft de gemeente zelf boter op het hoofd, want er moest een optimale opbrengst uit de door de gemeente vastgestelde grondprijzen komen. Waar het college niet op ingaat is de uitdrukkelijke, al 15 jaar oude, wens van de raad dat ontwikkelaars die binnen het CSG-gebied goede rendementen halen uit de woningen in de duurdere sector, het eventuele tekort aan goedkope woningen elders in de stad zouden compenseren. In de beantwoording wordt geen woord gerept over de inspanningen die in die richting zijn verricht.
Het resultaat is in elk geval dat in het CSG-gebied, dat door zijn locatie een populair woongebied kan worden, de mensen met de kleine beurs slechts mondjesmaat worden bediend. Eigenlijk had de karige beantwoording van de vragen die Sylvia stelde, de PvdA-fractie – die zegt op te komen voor de kleine man – op de barricade moeten drijven. Niets van gehoord.

Een voorzitter die geen voorzitter had moeten zijn

Dinsdag 15 juli 2008

Tijdens haar laatste vergadering voor het zomerreces besprak de gemeenteraad enkele wijzigingen in haar reglement van orde. Het zal 99 procent van de inwoners van onze stad niet in vervoering hebben gebracht, maar voor het intern functioneren waren het noodzakelijke besluiten.
De BPA bracht verschillende amendementen in op de door het Presidium gepresenteerde voorstellen. Het was niet meer dan logisch dat de voorzitter van het Presidium de oorspronkelijke voorstellen verdedigde, zo gaat dat in een democratie. Net zo goed als in een democratie vervolgens de raad besluiten neemt. En zo werden er dus twee amendementen van de BPA met krappe meerderheid (19 vóór, 18 tegen) aangenomen.

Daar leg je je dan als democratisch bestuurder bij neer, zelfs indien je voorzitter van het Presidium bent. Maar dat geldt niet voor Fleur Imming, die de volgende dag per mail aan de raad aankondigde haar voorzittersfunctie neer te leggen. Dat gebeurde met een simpele tekst: ‘Naar aanleiding van de uitkomst over het Reglement van Orde van de raad gisterenavond heb ik moeten concluderen dat er te weinig draagvak is voor de manier waarop het presidium functioneerde. Om die reden leg ik dan ook per direct mijn functie als presidiumvoorzitter neer. ‘ Even sidderde het land, maar het was maar even.
Ik vind de argumenten van Fleur Imming zwak. Uit de discussie heb ik niet kunnen opmaken dat er te weinig draagvlak voor het functioneren van het Presidium was. Of meent Fleur Imming dat er geen draagvlak is wanneer de raad niet bereid is om met ogen en oren dicht elk voorstel dat onder haar voorzitterschap tot stand is gekomen te aanvaarden. Dat zou een vreemde opvatting zijn over de democratische spelregels binnen een openbaar bestuursorgaan.
Eigenlijk zou ik er verder niet op willen reageren. Maar één opmerking moet mij toch van het hart: iemand die op dergelijke wijze reageert op een raadsbesluit, is het ook niet waard om voorzitter van het Presidium te zijn!

Zwaargewichten helpen ons aan een visie

Maandag 14 juli 2008

Amersfoort gaat bloeiende tijden tegemoet. De stad wordt het heftig kloppend hart van economisch Nederland. We krijgen een economische visie, aldus het college, die daarmee impliciet erkent dat we die tot nog toe nauwelijks hadden. Daarbij ga ik er van uit dat een visie meer is dan het benoemen van al bekende ontwikkelingen uit het verleden en de lijn daarin doortrekken naar de toekomst.

Waarom mijn vreugde? Het college heeft de Commissie Economische Visie Amersfoort geïnstalleerd. Ik wist niet eens dat we die zouden krijgen, maar ik zal wel wat hebben gemist. Mijn vreugde wordt vooral gevoed door de samenstelling van de commissie. Naast de namen van enkele ondernemers die hun sporen in onze stad al hebben verdiend, ontwaar ik een rij van namen van het crème-de-la-crème uit het economische leven in ons land. Een oud-voorzitter van MKB-Nederland, iemand van Berenschot, een voormalige secretaris-generaal van VROM, iemand die aan de HU Utrecht is verbonden en nog iemand uit Utrecht, maar dan van de Universiteit. Met zoveel power kan het niet mis gaan, toch!?
Wat is het toch jammer dat wij in Amersfoort zo weinig eigen ondernemers hebben die ook landelijk actief zijn. Oké, de paar die ik ken hebben het natuurlijk te druk, al is het maar omdat zij naast hun bestuurlijke activiteiten met beide benen binnen het Amersfoortse bedrijfsleven staan. En wat is er mooier om eens een visie gepresenteerd te krijgen die niet wordt belast door een overmaat van lokale kennis – met excuses aan de twee commissieleden die ondernemer en ex-ondernemer in onze stad zijn resp. waren. Op hun schouders rust een zware taak.

Written by raphaelsmit

22/07/2008 at 20:30

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Rijnenburg kan les zijn voor Amersfoort

Donderdag 10 juli 2008

De nieuwe wet Ruimtelijke Ordening is vorige week in kracht getreden. De provincie heeft nu minder te maken met het goedkeuren van bestemmingsplannen, wat hopelijk tot tijdwinst en minder frustraties aanleiding geeft. Daarentegen staat dat de provincie wel mag interveniëren, indien zij dat nodig vindt voor het realiseren van het provinciaal ruimtelijk beleid. Interveniëren betekent in dit geval: zelf een bestemmingsplan opstellen en de grondexploitatie voeren, indien de gemeente niet aan provinciale voornemens wil meewerken. Feitelijk een stap verder dan de mogelijkheid tot een aanwijzing die de provincie de afgelopen jaren had, denk aan het aanleggen van een baggerstort bij Vathorst.

De afgelopen maanden heeft het provinciaal bestuur bezworen dat het zo min mogelijk gebruik zal maken van zijn recht tot interventie. Dat kan het ook alleen maar doen indien de ingreep van de provincie overeen komt met het provinciaal structuurplan. Wat dat betreft heeft Amersfoort de eerste jaren niet zoveel te vrezen.
Anders ligt dat bij de stad Utrecht, zoals de afgelopen dagen is gebleken. De provincie heeft een zwaar woningbouwprogramma. Een van de locaties, opgenomen in het streekplan van 2005, is de locatie Rijnenburg, ten zuiden van Leidsche Rijn. Een prachtig, typisch Hollands landschap waarvan je eigenlijk alleen maar kunt zeggen: jammer als dat moet wijken voor woningbouw. Maar volgens de provincie is in dit gebied ruimte voor 15.000 tot 20.000 woningen, een aantal dat nodig is om de provinciale woningbouwplannen te kunnen realiseren. De gemeente Utrecht, waar wat meer eerbied lijkt te leven voor het bestaande landschap, wil er niet meer dan ongeveer 5.000 woningen bouwen (overigens: ook niet niks!).
Op initiatief van de PvdA-fractie in de staten moest Provinciale Staten zich uitspreken over een motie waarin GS werden opgedragen maximale druk op de stad Utrecht uit de voeren, eventueel door middel van een interventie. Het CDA, van oudsher meer betrokken bij het agrarische landschap, verzette zich tegen een dergelijke harde lijn. Dus zegden PvdA en VVD, minder bevreesd voor verdere verstening in de provincie, het CDA buiten het college van GS.

Dat is een veeg teken voor Amersfoort. Uit recente onderzoeken blijkt dat ook na 2015 er een behoorlijke behoefte blijft bestaan aan nieuwe woningen in de provincie. In 2015 moet het nieuwe structuurplan voor de provincie worden vastgesteld. Wat daarin aan bouwlocaties wordt opgenomen, is uiteraard nog niet bekend, ter voorbereiding op het nieuwe structuurplan moet binnen enkele jaren de discussie daarover van start gaan.
Tot 2015 is Amersfoort nog behoorlijk aan het bouwen: Vathorst-West, misschien het spoorgebied achter het Soesterkwartier en een aantal nog open plekken zoals de omgeving van de Hogeweg. Maar na 2015 staan er geen grote plannen meer op stapel, althans niet bij het Amersfoortse bestuur. Dat kan anders liggen bij het provinciale bestuur, dat de komende jaren wordt geconfronteerd met een toenemend tekort aan potentiële woningbouwlocaties. Op dat punt liggen er nog enkele oude afspraken tussen de gemeente, de provincie en Den Haag, gemaakt in de tijd van burgemeester Brouwer en wethouder De Man.
En daarin schuilt het gevaar voor het landschap rondom Amersfoort. Voorbeeld: Stoutenburg, maar zelfs Vathorst-Noord – in een laag bouwprofiel – valt daaronder. Daarom is het voor de Amersfoortse gemeenteraad van groot belang om zo spoedig mogelijk een eigen structuurplan op te zetten. Hierdoor kan vanuit een stevige positie een eventuele discussie met de provincie worden aangegaan. Zonder een tijdig vastgesteld en duidelijk structuurplan hebben we geen poot om op te staan wanneer de provincie het Eemland intensiever wil betrekken bij het oplossen van de provinciale bouwwensen. Laat op dat punt de discussie rondom het Utrechtse Rijnenburg een les zijn!

Nadenken over het Midland Parc

Woensdag 9 juli 2008

Het bestemmingsplan Birkhoven-Bokkeduinen is, na zo’n tien jaar discussie, vastgesteld. Een conserverend plan: allerlei wilde gedachten, zoals Birkhoven-Noord, liggen achter ons en zelfs de Westtangent (of hoe je die ook wil noemen) is buiten het bestemmingsplan gehouden. Een beetje hypocriet,want iedereen weet dat er ooit een ontsluiting aan de westkant van de stad moet komen, maar dat terzijde.
De discussie de afgelopen jaren was soms heftig. Organisaties zoals de VBBBB (Vereniging Behoud Bos Birkhoven-Bokkeduinen) en de SGLA hebben heel wat tijd in deze discussie gestoken, net zo goed als de Kamer van Koophandel, de intussen niet meer bestaande belangengroep voor de Daam Fockemalaan en noem maar op. Dat na zo’n lange tijd van discussie het stiller wordt, is logisch, er zijn ook wel enkele resultaten geboekt, zoals het beperken van de uitbreiding van de dierentuin, de problemen rondom de Middelhoefseweg en de golfactiviteiten in Birkhoven-Noord.

Een van de discussiepunten uit het verleden betrof Midland Parc, de vroegere campingplaats waar intussen zo’n honderd recreatiewoningen zijn gebouwd. Uit rekenkameronderzoek is gebleken dat de gemeente rondom Midland Parc heel wat steken heeft laten vallen, maar de belangrijkste boosdoener is natuurlijk de projectontwikkelaar voor dit park en zijn zetbaas-compaan. Wat in elk geval is vastgelegd, is dat er niet permanent mag worden gewoond.
Nu, vele jaren na de heftige discussies over Midland Parc, mag je vaststellen dat er feitelijk drie soorten mensen een bungalowtje op Midland Parc hebben gekocht: mensen die bij voorbaat wisten dat permanente bewoning clandestien was maar zich daarvan weinig hebben aangetrokken, mensen die dat niet of te laat wisten (nadat ze al tot koop hadden besloten) en mensen die wel de woonbeperking kenden, maar aan wie door de verkopende partij nadrukkelijk is meegedeeld dat deze beperkende maatregel van tijdelijke aard was. Die laatste groep is wel de grootste.
Vanuit welke kennis dan ook, de bewoners van Midland Parc hebben intussen heel wat doorstaan. Procedures van de gemeente die soms op willekeur leken, een ontwikkelaar die zijn verplichtingen ten aanzien van collectieve voorzieningen niet is nagekomen en een kampeerweide voor de deur die grotendeels in beslag wordt genomen door buitenlandse werknemers, grotendeels Oost-Europeanen. Voor deze mensen lijkt de beperking ten aanzien van permanente bewoning niet te gelden, ze maken daarentegen gebruik van het park op een wijze die meer dan hinderlijk is voor de eigenaren van de bungalows.

Intussen is landelijk de discussie over het al dan niet permanent bewonen van vakantiewoningen voortgeschreden. De opvattingen hierover gaan in de richting van een vergaande versoepeling. Ook kan je zeggen: of ze nu wel of niet permanent worden bewoond, de huisjes in Midland Parc staan er. Alle acties tegen mogelijke permanente bewoning beginnen steeds meer het karakter te krijgen van ‘burgertje pesten’.
Het optreden tegen mogelijke permanente bewoning of het plaatsen van een opberghok is echter het gevolg van een besluit van de gemeenteraad. Alle kritiek die je kunt hebben op de juridische fijnslijperij mist natuurlijk grond: de raad heeft daar ooit toe besloten. Het gevolg is wel dat zo’n honderd eigenaren het leven zuur wordt gemaakt, zo zuur zelfs dat de hoge bestuursrechter in ons land de gemeente Amersfoort op de vingers heeft getikt.
De Burger Partij Amersfoort vindt dat elke burger in de stad – ook de bewoners in het Midland Parc – recht hebben op een behandeling waarbij particulier belang en gemeentelijk belang tegen elkaar worden afgewogen en waarbij eventueel gemeentelijk belang evident moet zijn. De BPA heeft op dit punt zo zijn twijfels. Na de zomervakantie zal de BPA eventueel met een initiatiefvoorstel op dit punt komen. Er moet ooit eens een punt achter deze zaak worden gezet, waarbij ook het belang van burgers een rol mag spelen.

Vathorst-West: het kan nog alle kanten op

Dinsdag 8 juli 2008

Hoe Vathorst-West en –Noord er in de toekomst uit gaan zien, staat nog in de sterren. Vast staat wel dat in Vathorst-West 3.000 woningen moeten worden gebouwd. Het college, speculerend op het korte geheugen van mensen, doet de afgelopen maanden voorkomen of deze bouwopgave het resultaat is van een provinciale overeenkomst, maar uiteindelijk is de bebouwing van dit agrarisch gebied tussen Amersfoort en Bunschoten het gevolg van het feit dat de gemeente zich heeft laten opzadelen met een aankoop- en schadeclaim van de firma Smink met een omvang van twintig miljoen euro – ten onrechte volgens velen. Zonder de zaak Smink had de gemeenteraad nooit besloten om in Vathorst-West 3.000 woningen te bouwen. Integendeel, er bestonden juist tegenovergestelde raadsuitspraken uit het verleden.

Maar ja, bestaande zaken nemen geen keer. Dus moet er nu worden gekeken hoe achter de vuilberg van Smink een woongebied kan worden ontwikkeld dat aantrekkelijk is en in de behoefte van toekomstige woningzoekenden voorziet. Toekomstige, want eerder dan 2012 zal er niet worden gebouwd. De raad heeft daarnaast een relatie gelegd tussen de ontwikkeling van Vathorst-West en Vathorst-Noord. Een nauwelijks logische relatie, maar het zijn de grondposities van bevriende projectontwikkelaars in beide gebieden die het college daartoe heeft gedreven.
Om tot een aantrekkelijke invulling van Vathorst-West en –Noord te komen, is er een creatief proces op gang gebracht in de vorm van een drietal werkateliers. Hieraan neemt een breed gezelschap deel, zo’n zestig personen in het totaal. Zij representeren talloze belangenorganisaties, daarnaast neemt ook een aantal geïnteresseerde bewoners van Vathorst aan de ateliers deel. Het eerste atelier heeft plaatsgevonden, wat een aantal mogelijke scenario’s heeft opgeleverd.
Ik vind het prachtig wat er gebeurd, maar de eerste resultaten zijn nog zeer prematuur: het kan nog alle kanten op! Deze avond vond in de Ronde een eerste peiling plaats naar de mening van raadsleden (voor zover de tijd daar ruimte toe gaf). Ik vind dat je een broedende kip niet te veel moet storen, zeker niet als dat broeden op uitdrukkelijk verzoek van de raad plaatsvindt. Dus heb ik mij beperkt tot enkele opmerkingen: houd Vathorst-Noord zo veel mogelijk in zijn oorspronkelijke staat (geef toekomstige generaties de ruimte hún ideeën vorm te geven), maak een geleidelijke overgang tussen Vathorst-West en het groene , deels beschermde aangrenzende weidelandschap en houd er rekening mee dat we over 3.000 woningen praten, zodat allerlei lonken naar leuke, maar kleine ecowijkjes elders in het land al snel luchtfietserij wordt.
Een bijzonder punt is de vuilstort van Smink. Uit de opmerkingen vanuit het werkatelier maak ik op dat de deelnemers dit als een aardig bergje zien dat je over twintig jaar mooi kan inpassen als stadspark. We kennen de firma Smink en weten dat dit een kundig geleid bedrijf is dat goed voor zijn belangen weet op te komen. Ik ga er van uit dat Smink, net als in de achter ons liggende decennia, gericht is op rendement en continuïteit. Voor mij staat het helemaal niet vast dat Smink over tien tot vijftien jaar zijn bedrijfsterrein sluit. En als de gemeente dat graag wil, dan zal daar een prijskaartje aanhangen van een behoorlijke omvang. Hopelijk ontwikkelen de deelnemers aan het atelier een realistische kijk op de berg van Smink, realistischer dan tot nog toe blijkt.

Verkeerde informatie van minister Vogelaar

Maandag 7 juli 2008

Twee maanden geleden stuurde minister Vogelaar een brief aan de Tweede Kamer waarin zij een stand van zaken gaf rondom de afspraken – de zogenaamde ‘Charters’ – voor haar veertig ‘prachtwijken’. Over Amersfoort schreef zij dat de gemeenteraad de Charter nog niet had vastgesteld omdat zij niet akkoord ging met het bereikte resultaat en vond dat er opnieuw overleg moest plaatsvinden met de corporaties.
Met deze opmerking richting Tweede Kamer wekte de minister de indruk dat de onwil van de raad om het Charter goed te keuren het gevolg was van problemen met de corporaties. Maar niets was minder waar. De raad weigerde groen licht te geven omdat zij niet kon instemmen met de geringe inspanningen die minister Vogelaar had toegezegd. Die toezeggingen stelden nauwelijks iets voor, het weinige geld dat beschikbaar kwam zou vrijwel geheel besteed moeten worden om aan alle bureaucratische verplichtingen van de minister te kunnen voldoen. De samenwerking met de corporaties is eigenlijk uitstekend: zij steken vele miljoenen in de Prachtwijk van Vogelaar, zodat de minister voorafgaand aan de volgende verkiezingen in Kruiskamp de nodige linten mag doorknippen.

Mij irriteerde dit optreden van de minister, die sowieso met haar Prachtwijken vooral een politieke brekebeen blijkt te zijn en over de ruggen van gemeenten en corporaties haar eigen profiel tracht op te poetsen. Voor mij aanleiding om schriftelijke vragen aan het college te stellen.
De vragen zijn intussen beantwoord. Het college is uiterst beknopt in zijn antwoorden: het is het met mij eens dat de voorstelling van de minister niet overeenkomstig de werkelijkheid is. Daarbij merkt het college op dat de informatie vanuit Amersfoort overeenkomstig de realiteit was en dat het op de inhoud van de brief aan de leden van de Tweede Kamer geen invloed heeft gehad.
Op mijn verzoek de minister of de leden van de Tweede kamer te wijzen op de discrepantie tussen haar informatie en de werkelijkheid, wilde het college niet ingaan. Enerzijds kan ik mij daar iets bij voorstellen: onze verantwoordelijke wethouder en de minister zijn partijgenoten en zullen elkaar in de toekomst misschien nog wel vaker nodig hebben. Maar het door het college opgevoerde argument vond ik wel doorslaggevend: intussen heeft de minister extra geld beschikbaar gesteld en dan win je er niets meer aan om de minister nog eens te wijzen op haar onjuiste informatieverstrekking.

Written by raphaelsmit

10/07/2008 at 20:05

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Met charme en doortastendheid voor de leeuwen gegooid

Zondag 6 juli 2008

Indien wethouder Mirjam van ’t Veld burgemeester wordt in Maarssen, dan stelt de CDA-fractie haar voorzitter Gert Boeve kandidaat om de vrijvallende wethouderspost op te vullen. Zijn enthousiasme is groot, zoals ook dit weekend bleek in een bijdrage in de Amersfoortse Courant. Tegenover de redactie verklaarde hij het wethoudersschap niet anders te willen invullen dan Mirjam van ’t Veld. ‘Haar charme en doortastendheid spreken mij aan,’ aldus Gert Boeve.
Bij eerste kennismaking maakt Bert Boeve een wat 19-eeuwse indruk. Een notabel iemand uit een van de boeken van Couperus of een romanfiguur die uit de pen van Hildebrand is gevloeid. Gelukkig valt dat in de praktijk nog wel mee, maar om nou te zeggen dat hij een flamboyante, eigentijdse indruk maakt: daarvoor is zijn optreden net iets te formeel. Ik wacht dus af waar hij de charme van Mirjam van ’t Veld vandaan gaat halen. Over doortastendheid wil ik nog geen mening geven, maar dat geldt voor beiden: Mirjam én Gert.

Overigens: in dezelfde uitgave van de AC vroeg hoofdredacteur Arjeh Kalmann zich af: ‘Wie zet er nou een groentje neer in ’t wilde Maarssen.’ Uit zijn informatie, gestoeld op kennis over de plaatselijke omstandigheden in deze ‘Vecht’gemeente, is op te maken dat de charme en doortastendheid waarvan Mirjam van ’t Veld in Amersfoort heeft getuigd, in Maarssen best wel eens ontoereikend zou kunnen zijn.
Ik heb uit verschillende publicaties begrepen dat onze burgemeester Albertine van Vliet een beduidende rol heeft gespeeld de sollicitatie van haar collegelid voor de post in Maarssen. Wat, zo vraag ik mij af, heeft Mirjam onze burgemeester aangedaan waardoor deze haar heeft laten wegpromoveren naar een bestuurlijk Goelaggebied?

Vathorst: een wereld van verschil

Zaterdag 5 juli 2008

Met grote regelmaat brengen collegeleden vanuit het Amersfoortse stadhuis een bezoek aan Vathorst – is het om een beeld te onthullen, de bouw van het een en ander te starten of een feestelijke oplevering glans te geven. Ik kan mij voorstellen dat veel bewoners in Vathorst daarbij denken: wat doen al die snoeshanen in ons Vathorst. Je kunt, in fysieke zin, met recht spreken over ‘een wereld van verschil’ tussen de oorspronkelijke stad en het nieuwe woongebied aan de andere kant van de A1. Ik vermoed dat veel Vathorsters een zelfde afstandelijke relatie met Amersfoort gaan ontwikkelen als bij de Hooglanders en de Veeners aanwezig is.
In fysieke zin, want juist die relatie tussen moederstad en nieuwe dochter is niet zo gemakkelijk. Daarbij gaat het niet alleen om de afstand en tijd die te overbruggen zijn om van Vathorst in het centrum te komen. Wat vooral funest is, is dat er geen stedenbouwkundige of verkeerstechnische relatie is tussen de stadsdelen aan weerzijden van de A1 aanwezig is. Een tocht vanuit Vathorst naar het centrum is een onderneming die van elke logica en samenhang is gespeend. Gedurende mijn Berlijnse jaren was het logischer om van Marzahn naar Mitte te rijden dan vanuit mijn Foortse toren naar het stadhuis. En hoewel ik vanuit mijn huiskamer de antennetoren tegenover het Berghotel zie staan, omvat de – in tijd gemeten – snelste route vanaf mijn vroegere adres aan de Emmalaan een rit van 17 kilometer. Zeventien kilometer! En dat in een stadje waar de provinciale geur nog op menig straathoek (en binnen vele kamers op het stadhuis) is op te snuiven!

De communicatie komt weer op gang

Vrijdag 4 juli 2008

Dit is de dag dat ik via de KPN-lijnen weer het net op kan. Het duurde lang, de oorzaken zijn mij nog niet duidelijk. Het gaat daarbij om aannemers, protocollen, overdrachten en het oplossen van een technisch euvel. Maar niet langer geklaagd, elke verhuizing gaat met verrassingen gepaard, zeker indien het nieuwe adres nog nauwelijks is ingeburgerd en de omgeving nog ruikt naar verf en cement.
Niet dat ik te laat was met mijn adreswijziging, op 4 juni ontving ik al een bevestiging dat op de dag van mijn verhuizing de verbinding van het oude naar het nieuwe adres zou worden omgezet. Dat was iets te optimistisch, maar de mensen van KPN waren steeds vriendelijk, deden hun best en voelde mee.
Hoe anders was dat met Casema, sorry, Ziggo. Dat ik mijn adreswijziging al begin mei – toen de verhuisdatum bekend was – had doorgegeven, maakte weinig indruk. Twee weken geleden was die nog steeds niet verwerkt en werd mijn blik op de wereld verstoord door de mededeling op mij tv-scherm dat er geen beeld voorhanden was. En de radio leverde een imposante ruis op. Het moet worden gezegd, nadat ik bij Ziggo aan de bel had getrokken (wat, gezien de storm van klachten over de nieuwe kabelgigant, een waagstuk was), was de verhuizing snel verwerkt – dat hoop ik althans. Maar ik moet nog wel enige tijd geduld hebben voordat het signaal ook technisch is geregeld. Ik weet gelukkig niet wat ik mis!

Verouderd verkeersconcept in Vathorst

Donderdag 3 juli 2008

Er wordt door veel mensen die in Vathorst wonen of er een bestemming hebben, geklaagd over de stroperige werkzaamheden aan de ringboulevard. Gezien de vele keren dat daaraan wordt gewerkt, moeten er al heel wat lagen asfalt op deze verkeersroute liggen. Maar oké, het oponthoud is maar tijdelijk en de boulevard ziet er steeds beter uit.
Je kunt de tijd niet meer terugdraaien, maar toch had het anders gekund. Toen omstreeks 1997 het Masterplan voor Vathorst werd gepresenteerd, was er sprake van een speciale openbaar vervoersverbinding. ‘Het Verhicel’, zo noemde de stedenbouwers de opvallende verbinding die het nieuwe stadsdeel voor een isolement moest behoeden. Een snelle busachtige verbinding waarin je zelfs je fiets zou kunnen meenemen.
Voor het Verhicel was een speciale, vrije baan nodig: royaal aangelegd met een eigen, door stoplichten beveiligde, doorsteek bij de rotondes. Het autoverkeer (wie zou er bij zo’n Verhicel nog met de eigen auto rijden!) kreeg links en rechts van de pompeuze ov-baan een bescheiden rijbaan toegemeten. Een wereld van verschil dus.

Het Verhicel is er nooit gekomen. Maar dat heeft niet geleid tot een aanpassing van het profiel van de Boulevard. Oké, de doorsteek van de rotonden voor het openbaar vervoer zijn er niet gekomen, wat in elk geval de aanleg van stoplichten overbodig maakte. Maar de realiteit is nu dat er een brede weg ligt waar elk uur enkele bussen over rijden. De smalle rijbanen voor het autoverkeer zijn onveranderd gebleven, zodat elke boerenkar of oma-auto tot opstoppingen leidt. Er zijn geen uitwijkmogelijkheden, iets dat bij het toenemende verkeer in het snel groeiende stadsdeel behoorlijk kan gaan opbreken.
Beter zou het zijn geweest om na het afscheid van het Verhicel het wegprofiel aan te passen. Vier banen aanleggen was goedkoper geweest, had ruimte bespaard en de capaciteit vergroot. Zelfs indien de twee buitenstroken voor het openbaar vervoer zouden worden bestemd, zou een vierbaans weg, eventueel met een scheiding tussen de rijrichtingen, het beter hebben gedaan. Er zouden dan in elk geval uitwijkmogelijkheden zijn geweest. Werkzaamheden aan de weg zouden bij een eenvoudiger profiel minder problemen hebben opgeleverd.
Maar ja, dat had wel vereist dat er formeel afscheid was genomen van een idee-fixe en het bestemmingsplan zou zijn aangepast. En ja, Mirjam van ’t Veld was toen nog geen wethouder voor Vathorst, dus we mistte haar doortastendheid. En nu zitten we met de problemen!

Een schandalige, maar kostbare vertoning

Woensdag 2 juli

Laten we alles eens op een rij zetten. De raad besluit een toekomstvisie te ontwikkelen. Hoera, kan geen kwaad. Er wordt zo’n 200.000 euro beschikbaar gesteld en een projectgroep onder leiding van de voorzitter van de grootste fractie gaat aan de slag. Na veel wikken en wegen wordt een marketingbureau of iets dergelijks, ik dacht uit Den Haag, aan het werk gezet.
In de koopgoot van Amicitia– waar vrijwel elk initiatief op een misser is uitgelopen – wordt een ‘hoofdkwartier’ ingericht, er wordt een website ontwikkeld en alles wat verder in deze tijd nog noodzakelijk is om lucht te bakken. Tientallen deskundigen mogen samen met raadsleden in kringgesprekken hun zegje doen, honderden burgers in de stad mogen meepraten en raadsleden mogen tijdens verschillende bijeenkomsten gele stickertjes op borden plakken – niet origineel, maar verzin maar eens zo gauw iets nieuws!

Dan verschijnt er een opstel, nota, rapport of hoe het ook genoemd mag worden. Elke algemeenheid die is te bedenken, is er in terug te vinden, kennis die elders was te vergaren en in dikke rapporten is terug te vinden, lijkt geen enkele rol te hebben gespeeld. Het belangrijkste voor onze stad in de toekomst, waar we als gemeenteraad de meeste invloed op hebben, komt in de visienota nauwelijks aan de orde: de fysieke stad. Waar willen we bouwen, wat doen we met het verkeer, wat is de toekomst van de stadsvernieuwing, hoe gaan wij om met onze buurgemeenten en met de provincie: het blijft allemaal vaag en grotendeels onbenoemd.
Het rapport is geschreven voor een groep bevoorrechten, mensen die leven van het onderhouden van netwerken, die thuis kunnen werken, creatief zijn en vooral jong. Dat de economie geen constante is, mensen ouder worden en veel mensen gewoon een doorsnee baan hebben met een inkomen waarmee ze redelijk maar niet overdadig kunnen rondkomen, komt in het rapport niet of nauwelijks aan de orde. Zaken als het omgaan met minderheden, het oplossen van problemen binnen allochtonen groepen, het huisvesten van mensen met lage inkomens en het in stand houden van werkgelegenheid voor Jan Splinter spelen voor een toekomstvisie schijnbaar geen rol.

De Burger Partij Amersfoort heeft zijn kritiek niet achter de kaken gehouden. Er is een tegenrapport gemaakt (niet compleet, maar voor nul euro in twee dagen geschreven) en gevraagde kanttekeningen zijn geleverd. De BPA stond in zijn kritiek kennelijk niet alleen, want het visierapport dat intussen dus 200.000 euro waard is, is uiteindelijk niet ter besluitvorming aan de raad aangeboden. Het ligt ergens in een kast en krijgt hooguit het predikaat ‘achtergrondinformatie’. Maar zelfs daarvoor ontbreekt het aan kwaliteit.

Wat te doen. Moet je als raad naar je burgers gaan en zeggen: we hebben twee ton uitgegeven aan bagger! Dat is wel eerlijk, maar er staan ook prestiges op het spel. Het ei van Columbus werd aangedragen: we maken stellingen en maken daarover een boekje! Columbus is al lang dood, zijn ei intussen stink aan alle kanten en dat geldt ook voor het alternatieve idee.
In Zandvoort aan de Eem werden vorige week enkele zeepkisten neergezet, raadsleden mochten met elkaar praten over tien stellingen. Gelukkig was de relatie met het mislukte rapport onherkenbaar, maar dat is dan ook net het enige positieve wat over deze bijeenkomst was te melden.
En zo besloot de raad gisteren over tien stellingen. Enige ruimte voor discussie over het proces, het weggegooide geld, de mislukte ambities en de blamabele noodoplossing was niet toegestaan: de voorzitter van de raad heeft steeds meer moeite met kritiek (het is toch allemaal zo gezellig en we doen het toch zo goed!), dus er ontstond een poppenkast waarvoor zelfs elk lid van een jeugdparlement zich oprecht zou hebben geschaamd.
Dat was niet het geval met driekwart van de raadsleden, slechts de BPA en de SP wensten niet aan het genante vertoon mee te doen. De SP bleef eenvoudig weg (ook geen gek idee, maar de motieven daarbij worden dan niet opgenomen in de notulen en dus weet later niemand meer waarom), de BPA heeft in een algemene stemverklaring aangegeven dat ze aan dit schandalige maar kostbare circus niet wenste deel te nemen en stemde tegen. Ons alternatief hadden we al eerder ingeleverd.

Written by raphaelsmit

06/07/2008 at 16:47

Geplaatst in Uncategorized