Politiek Dagboek

Beschouwingen van Raphael Smit over Politiek Amersfoort en Omstreken

Archive for mei 2006

leave a comment »

Markt op Eemplein verdient meer aandacht

Zaterdag 27 mei 2006

De marktkooplui hebben gelijk. De alternatieve plek in het Eemkwartier, waarnaar zij moeten uitwijken in verband met Proef Amersfoort, vertoont een desolate indruk. Ruimte is er genoeg, daar ligt het niet aan. Het ontbreekt echter aan sfeer, zowel door de kale omgeving als door het ontbreken van allerlei randverschijnselen, zoals terrasjes en winkels. Oké, het weer speelde deze dagen ook niet mee, maar dat lijkt mij niet de grootste boosdoener.

Toch zou er best wat kunnen worden gedaan om de markt op het Eemplein iets meer aanloop te bezorgen. De gemeente, samen met de markthandel, zou meer moeten doen dan het plaatsen van driehoeksborden waarop de tijdelijke verplaatsing staat vermeld. Geef bijvoorbeeld meer ruchtbaarheid aan het feit dat er voldoende parkeerruimte is, en nog wel gratis! Dat zou dan moeten worden gecombineerd met een betere bewegwijzering, bijvoorbeeld met spandoeken bij het kruispunt Stadsring-Molenstraat, tegen het hek van het viaduct Smallepad en boven de afslag naar de markt op het Eemplein. Voor fietsers en voetgangers zou een uitnodigende bewegwijzering vanuit de binnenstad via Kleine Spui en Kleine Haag moeten worden aangebracht.
Ook enkele extra activiteiten, waarbij de gemeente best in de beurs mag tasten, zouden meer bezoekers aan de markt kunnen genereren. Elk half uur een kort optreden van een zanger, een band of een koor kan de ontheemde sfeer op het Eemplein verbeteren en extra mensen aantrekken. De kooplieden zelf zouden een actie ‘Proef de markt’ kunnen organiseren, met proeverijen en aanbiedingen. Met enige creativiteit is er best wat van te maken. Voorwaarde is dat op het stadhuis niet alle aandacht is gericht op Proef Amersfoort, maar enkele mensen zich ook bezighouden met het promoten op de markt op het Eemplein.
Tot 2010 uiteraard, want dat is het echte Eemplein waarschijnlijk gereed en wordt alles anders!

Het noodlot van een USA-bekeerling

Vrijdag 26 mei 2006

Het conflict tussen Charles Groenhuijsen, voormalig NOS-correspondent in de Verenigde Staten, en zijn hoofdredacteur Hans Laroes, heeft enkele maanden geleden ruime aandacht gekregen. Tegen dat licht is het dankwoord aan het einde van het boekje ‘Amerikanen zijn niet gek’, dat Charles Groenhuijsen vorig jaar schreef, wel wat bijzonder: het begint met een dankwoord aan Laroes omdat die de schrijver tussen twee banen door enkele maanden de rust gunde om het boekje te schrijven.

Wie het boekje tot aan het dankwoord heeft uitgelezen, kan zich wel iets voorstellen bij het conflict. Charles Groenhuijsen, die jaren lang met zijn vrouw en kinderen in de USA heeft gewoond, is één geworden met de stroom van miljoenen immigranten die zich door de Way of Live in hun nieuwe vaderland voelden aangetrokken. Charles Groenhuijsen had er beter aan gedaan om tegen het eind van zijn correspondentschap in Maryland te blijven. Oké, dat wilde hij feitelijk ook, maar zijn wens om af en toe op kosten van de NOS naar Nederland te komen om hier het nieuws voor te lezen, was in behoorlijke mate absurd.
Zijn boekje is een soort geloofsbekentenis, te vergelijken met de geschriften van heiligen uit vroegere tijden, die na een zondig leven het licht hadden gezien en zich voor 200 procent voor de Roomse moederkerk en zijn hele menagerie gingen inzetten. Naarmate je vordert in het boekje, hoor je steeds minder de journalist en steeds meer de bekeerling.

Typerend is het als Charles Groenhuijsen tegen het einde van zijn boekje schrijft (hij quote daarbij geen ander, het zijn zijn eigen woorden): ‘De president heeft zijn politiek succes wel aan God te danken. Tot zijn veertigste leidde hij een losbandig leven. Billy Graham, de dominee die al heel lang waakt over het zielenheil van Amerika’s leiders, haalde Bush ertoe over zijn hart voor Jezus open te stellen.’ Enzovoort. Dat zijn geen woorden van een onafhankelijke NOS-correspondent, maar van een bekeerde, Republikaanse USA-immigrant.

Een punt voor Ariën Kruijt

Donderdag 25 mei

Onze nieuwe wethouder Cultuur en Sport, Ariën Kruijt, heeft een eigen website, te bereiken via de site van de PvdA. Een goed initiatief, waarvoor hij lof verdient. Ariën Kruyt gebruikt dit communicatiemiddel op een wijze die past bij het fenomeen, weblog. Uiteraard schrijft hij anders dan raadsleden zoals Ruud Schulten, Kees Kraanen en ikzelf, maar dat brengt zijn functie met zich mee.
Op het gebied van een betere communicatie heeft Ariën Kruyt de eerste slag gewonnen. Uiteraard, uiteindelijk beoordelen wij hem op de inhoud van zijn beleid. Maar hij zet zich er wel voor in om hierin transparant te zijn. Daarmee is hij een voorbeeld voor zijn collega’s.
Heel anders ligt dat natuurlijk met zijn partijgenote, Fleur Imming. Zij heeft al lange tijd een eigen weblog, maar doet hier nauwelijks iets mee (daarin is zij overigens niet de enige). Per mail heb ik haar gevraagd om eens wat meer van zich te laten horen. Zij is gekozen tot vice-voorzitter van de raad, een functie waar zij grote waarde aan hecht. Dat mag best gepaard gaan met een wat grotere transperantie. Haar partijgenoot-wethouder begrijpt dat beter!

Written by raphaelsmit

28/05/2006 at 08:14

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Provincie vergroot de druk om meer te bouwen

Woensdag 24 mei 2006

Hoeveel woningen moeten er in Amersfoort nog worden gebouwd? Voor de gemeenteraad en een groot aantal belangengroepen in onze stad is dat geen moeilijke discussie. De woningbouw in onze stad concentreert zich op Vathorst en op de binnenstedelijke vernieuwing, en daarmee basta! De juiste omvang van de netto-toename bij de binnenstedelijke vernieuwing is nog niet vast te stellen, daarover moet nog een uitgebreide discussie plaatsvinden. Indien de thans bekende plannen worden gerealiseerd, levert de binnenstedelijke vernieuwing uiteindelijk enkele duizenden woningen extra op. Daarnaast is er nog enige reserve in de vorm van geheel nieuwe locaties, zoals het in de toekomst vrijkomende spoorwegemplacement. Wat Vathorst betreft stevent het college aan op 2.000 woningen extra in Vathorst-West.

Maar als het aan de provincie ligt, levert Amersfoort nog een flinke extra bijdrage aan het oplossen van het provinciale woningtekort. Dat werd vorige jaar al duidelijk bij de presentatie van de ontwikkelingsvisie van de NV Utrecht. Na 2015 zouden nog tot 15.000 woningen extra moeten worden gebouwd in het Eemland, inclusief Nijkerk. Amersfoort zou daarvan een belangrijk deel voor zijn rekening moeten nemen. In dit aantal was ook de woningbouw in Vathorst-West al opgenomen.
De Amersfoortse gemeenteraad heeft intussen laten blijken deze provinciale ambitie vooralsnog niet te willen steunen. De raad blijft bij zijn standpunt dat na Vathorst de uitbreiding van onze stad ten einde is. Dat klonk en klinkt stoer, maar het is de vraag of onder provinciale druk deze opvatting overeind blijft. Het gemak waarmee, via de omweg van Smink, de meerderheid in de raad overstag lijkt te gaan voor 2.000 woningen extra in Vathorst-West, biedt weinig vertrouwen op de toekomst.
De weerstand binnen Amersfoort zal nog meer onder druk komen te staan nadat een provinciale commissie de extra bouwbehoefte binnen de provincie tot aan het jaar 2015 heeft laten berekenen. Vandaag presenteerde deze commissie zijn ‘Eindrapport Commissie Onderzoek Bouwstagnatie’. Om het woningtekort binnen de provincie tot 2015 te beperken, zouden meer dan 10.000 woningen extra moeten worden gebouwd, boven de 73.000 die al gepland waren in het streekplan. Op 12 juni bespreekt Provinciale Staten het eindrapport. In de commissie waren alle partijen uit de Staten vertegenwoordigd, de commissie is unaniem in zijn conclusies.

In het rapport wordt onder meer gepleit voor het versnellen van de plannen voor woningbouw. Vathorst-West zou daardoor nog vóór 2015 gerealiseerd moeten worden, en niet in de periode ná 2015, zoals door NV Utrecht gepland. Omdat het hierbij om extra woningbouw gaat, houdt dit in dat voor de uitvoering van de ambities van de NV Utrecht nieuwe locaties moeten worden gevonden. Een vingerwijzing daartoe ligt onder meer besloten in de ‘Actualisering Ruimtelijke Visie Eemland 2015-2030’, een notitie die binnen gewestelijk verband door het Amersfoortse college in elk geval niet is weggeschoten. Volgens de gewestelijke visie, waarin bebouwingscontouren voor Amersfoort zijn opgenomen, behoren Vathorst-Noord en het gebied tussen Stoutenburg en Hoevelaken, ten noorden van de Barneveldse Beek, tot de gewenste potentiële bouwlocaties.

De huidige gemeenteraad voelt weinig voor nog meer bouwplannen na Vathorst, eventueel inclusief Vathorst-West. Maar de provincie kan daar hele andere gedachten over hebben en ook binnen ons stadhuis lopen genoeg mensen rond die de ruimtelijke visie van het gewest wel zien zitten. Binnen de kring van beleidsvoorbereiders in ons stadhuis is de gedachte dat omstreeks 2015 het nieuwbouwproces van Amersfoort vrijwel tot stilstand komt, een gruwel. De politieke massage zal de komende jaren wel beginnen. Hoe een volgende generatie van raadsleden daarop reageert, is niet te voorspellen, waakzaamheid blijft in elk geval geboden!

Enkele kanttekeningen bij een goede startnotitie

Dinsdag 23 mei 2006

Vandaag werd binnen de Raadsronde de Startnotitie Hogewegzone besproken. Samen met de startnotities voor Schuilenburg en Rustenburg vormt deze notitie een belangrijk markeringspunt binnen de plannen voor de stedelijke vernieuwing in onze stad. In grote lijnen is de startnotitie voor de Hogewegzone, het overgangsgebied tussen Liendert en Schuilenburg, een goed document. Positief is de brede aandacht die er in wordt besteed aan de participatie en communicatie. Op dit punt lijkt er een nieuwe wind te gaan waaien in onze stad. Dat was ook wel nodig, na de kritiek die eerder op onderdelen van de plannen voor de stadsvernieuwing waren geuit.

Het gaat bij de startnotitie niet om de concrete invulling van het gebied. Maar er worden wel enkele belangrijke uitgangspunten opgesomd. In het gebied rond de Hogeweg moet een plek worden gevonden voor de bouw van het nieuwe zwembad, eventueel gecombineerd met een nieuwe sporthal. Deze sporthal zou de bestaande sporthal Schuilenburg moeten vervangen. Er zijn overigens veel mensen die zich afvragen wat er mis is met de bestaande sporthal in Schuilenburg, een aardig onderwerp dus voor de aangekondigde participatie.
Voor de rest valt de startnotitie op door zijn ambities. De Hogeweg moet een opvallende entree voor onze stad worden, een visitekaartje voor iedereen die vanaf de A28 naar ons stadscentrum of in de richting van de Ringweg rijdt. Extra woningbouw van opvallende kwaliteit moet het smoelwerk worden voor de Hogeweg nieuwe stijl. Daarnaast moet ook ruimte vrij blijven voor een ecologische verbinding tussen het Valleikanaal en het waterwingebied tussen Liendert en Rustenburg.

In het algemeen kon ik mij wel in de startnotitie vinden. Toch had ik er wel enkele opmerkingen over. Bij de nieuwe plannen zou extra aandacht moeten worden besteed aan het verbeteren van de relatie tussen Liendert en Schuilenburg. De huidige Hogeweg is een regelrechte barrière tussen deze twee stadsdelen, dit moet niet zo blijven. Ook zou het goed zijn als het college zijn aandacht niet alleen richt op de Hogeweg tussen de A28 en het Valleikanaal, maar ook een visie geeft op het gedeelte tussen het Valleikanaal en de Flierbeeksingel. Niet dat ik op dat deel van de Hogeweg grote ingrepen bepleit, maar enige samenhang tussen de twee delen van de Hogeweg, die samen één doorgaande route vormen, lijkt mij niet overbodig.
In de startnotitie wordt aandacht besteed aan de functie die de nieuwe woningen langs de Hogeweg dienen te vervullen. De nieuwbouw moet het mogelijk maken om mensen in onze stad die wegens stadsvernieuwingsplannen hun bestaande woning moeten verlaten, een aantrekkelijk alternatief te bieden. Dit vereist dat de nieuwe woningen van meer dan goede kwaliteit zijn, een wens die bij het college ook lijkt te leven. Maar daarnaast mogen deze woningen ook niet te duur worden, want anders worden ze onbereikbaar voor een groot deel van de bewoners in de voor stadsvernieuwing bestemde wijken. Om de huren en koopprijzen op een bereikbaar niveau te houden, zullen de woningbouwcorporaties uit hun reserve moeten putten – iets waartoe zij ook bereid lijken te zijn.
Van een aantal andere kanttekeningen en opmerkingen bij de startnotitie noem ik er nog één: het zou goed zijn de nieuwe woningen strak nabij de vernieuwde Hogeweg te bouwen, zodat woningen en weg samen een aantrekkelijke boulevard vormen. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om achter de nieuwe woningen, op het grensgebied met Liendert, een ruime groene zone aan te leggen. Niet alleen als ecologische verbindingszone, maar ook als rustig, door de bebouwing van het verkeer op de Hogeweg afgeschermd, recreatiegebied.

Een bestuurlijke boete: hoera en eindelijk!

Maandag 22 mei 2006

Een van de meest aantrekkelijke voorstellen die deze week in de Ronde wordt besproken, vind ik het voorstel van de SP voor het instellen van boetes bij bestuurlijke traagheid. In de Tweede Kamer is hierover ook al gesproken, maar wat weerhoud ons daarvan om – als de landelijke discussie te lang gaat duren – de bestuurlijke boete in Amersfoort zo spoedig mogelijk in te voeren.

De bestuurlijke boete zal aan de orde komen als het college of andere gemeentelijke bestuursorganen niet binnen de wettelijke termijn een beslissing neemt. De trage besluitvorming binnen het stadhuis – niet standaard, maar wel vaak voorkomend – kan burgers en bedrijven in onze stad in de problemen brengen. Dus waarom geen boete opleggen aan het gemeentebestuur wanneer die zich niet aan wettelijke termijnen houdt. De overheid zelf is vaak al te streng indien een burger de termijnen niet in acht neemt, dus over en weer, zal ik maar zeggen.
De boete valt in zijn omvang wel mee: 25 euro per dag. Ik vermoed echter dat over een heel jaar gerekend het boetebedrag voor de gemeente nog een flinke som geld kan vormen. Op zich al een reden om wat beter op de termijnen te letten. Daarnaast verschaft de bestuurlijke boete aan de gemeenteraad meer inzicht in problemen binnen de gemeentelijke organisatie. Uit het jaarverslag kan blijken welke onderdelen van de gemeente opvallend vaak een bestuurlijke boete moeten betalen. Dat kan tot consequenties leiden. Hopelijk is dat een goede stok achter de deur om de dienstverlening binnen het stadhuis verder te verbeteren.

Written by raphaelsmit

26/05/2006 at 07:05

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

BPA-voorstel bij overschot klinkt redelijk

Zondag 21 mei 2006

De gemeente heeft in 2005 een overschot van bijna zestien miljoen euro geboekt. Dat houdt in dat het positieve verschil tussen inkomsten en uitgaven behoorlijk veel groter is dan oorspronkelijk begroot. Een deel van de meevaller is het gevolg van ontwikkelingen waarop de gemeente nauwelijks invloed had, bijvoorbeeld hogere uitkeringen van het Rijk. Dat doet niets af van het feit dat de gemeenteraad, toen deze eind 2004 een sluitende begroting voor het jaar 2005 opstelde, een aantal maatregelen heeft genomen om, op basis van de toen bij de raad bekende gegevens, tot een sluitende begroting te komen. Het belastingpeil is daarop aangepast en er is geknepen in een groot aantal uitgaven.

De BPA heeft deze week gepleit een deel van de bijna zestien miljoen euro weer terug te geven aan de inwoners van onze stad. Ik weet zeker dat het college en de coalitie daarvan geen voorstander zijn. Integendeel: er zullen weer allerlei voorstellen komen om het overgebleven geld uit te geven aan leuke dingen. Het voorstel van de BPA zal door veel andere partijen worden afgedaan als goedkoop populisme. Het is in elk geval een verstoring van het feestje.
Toch is het voorstel van de BPA zo gek nog niet. De meevaller is geen éénmalige zaak, de afgelopen vier jaren werd de raad aan het einde van het begrotingsjaar steeds weer geconfronteerd met overschotten. En elk jaar weer werd met dat geld een aantal zaken gefinancierd die in andere omstandigheden niet aan de orde zouden zijn geweest. De ervaringen over vele jaren wekken – terecht of onterecht – de indruk dat er steeds zeer ruim wordt begroot. De inwoners van onze stad worden daardoor, via belastingen of bezuinigingen extra aangeslagen. En de ruimte die zo in de begroting ontstaat, wordt vervolgens ‘vrij besteed’.

In het gewone leven is het heel normaal dat een opdrachtgever (in ditgeval de burger) na het uitvoeren van een opdracht en het opmaken van de rekening het teveel begrote terugontvangt. Ik kan mij niet herinneren ooit tegen een aannemer te hebben gezegd: uw stelposten waren te ruim bemeten, maar u mag het teveel begrote in uw eigen zak steken. Waarom zouden de burgers in onze stad iets soortgelijks wel tegen het door hen gekozen bestuur moeten zeggen?

Het spel was belangrijker dan de winst

Zaterdag 20 mei 2006

De Gehandicapten Sport Vereniging Amersfoort e.o. (GSVA) bestaat dit jaar 25 jaar. Het traditionele rolstoelbasketbal-bedrijventoernooi van deze vereniging stond dus in een bijzonder teken. Acht teams streden dit jaar in de sporthal Zielhorst om de Rustenburgbeker. Voor het eerst sinds vele jaren nam ook een team van raadsleden deel aan het toernooi. Zes fracties waren in het team vertegenwoordigd, alleen de VVD en het CDA waren in verband met landelijke congressen dit keer absent. Oud-raadslid Joop de Keijzer vulde daarom het team aan.

Voor de raadsleden was meedoen belangrijker dan winnen. En dat hebben we ook waargemaakt, we belandden na zeven spannende wedstrijden in de eindpot voor de zevende en achtste plaats. En daarin werden we tweede. Maar ja, we namen voor de eerste keer deel aan het toernooi en enkele teamleden konden de twee trainingsavonden met geen mogelijkheid bijwonen. Desondanks weerden ook zij zich kranig.
Belangrijker vond ik eigenlijk de praktische kennismaking met de gehandicaptensport. Tijdens de open dag van de GSVA op 1 april vond al een eerste kennismaking plaats en lieten wij ons strikken tot deelname aan het bedrijventoernooi. Vooral tijdens de trainingsavonden hebben we kunnen ervaren hoe belangrijk voor onze gehandicapte stadsgenoten het bedrijven van sport is. Hun mogelijkheden in het maatschappelijke verkeer zijn beperkt, sportavonden zijn daardoor belangrijke, wekelijks terugkerende gelegenheden tot ontspanning. Alleen al om deze reden verdient het bestuur van GSVA alle steun en aandacht van de gemeenteraad.

Impliciete besluitvorming voor de Westtangent

Vrijdag 19 mei 2006

De gemeenteraad wordt gevraagd in te stemmen met een subsidieaanvraag voor een vierbaans tunnel die gebouwd moet worden ter vervanging van de gelijkvloerse spoorwegovergang in de Barchman Wuytierslaan. Regeren is vooruitzien, is een bekende stelregel. Dat doet niet af van het feit dat je dan moet weten wat de zin is van een vroegtijdige maatregel.

Voor alle duidelijkheid: de bestaande spoorwegovergang telt twee rijbanen, de door velen gewenste Westtangent (ik doe niet mee aan de verdoezeling van een heet hangijzer door het een andere naam te geven) is gepland met vier rijbanen. De tunnel waarvoor het college de subsidie bij het Rijk wil aanvragen kan, gezien haar breedte en de gedachte plaats, westelijk van de bestaande overgang, slechts worden gezien als een vooruitlopen op een aan te leggen Westtangent. Een klein probleempje is echter dat de gemeenteraad nog steeds geen uitspraak heeft gedaan over deze Westtangent.
Dat er aan de westkant van de stad iets moet gebeuren voor het verkeer is evident. Elke dag staat de B.W.-laan vol met auto’s die niet meer voor- en achteruit kunnen. Die situatie doet zich in hoofdzaak voor tijdens de spitsuren, wanneer het autoaanbod het grootst is en de spoorwegovergang bij de dierentuin het langst is gesloten. De meest voor de hand liggende oplossing ligt dus in de vervanging van de ongelijkvloerse spoorwegovergang door een tunnel of brug voor het autoverkeer. Met een ongelijkvloerse kruising zal het fileprobleem grotendeels zijn opgelost, daar is geen dure Westtangent voor nodig.

De fractie van Leefbaar Amersfoort heeft er in het verleden voor gepleit om de Daam Fockemalaan, op het punt waar die nu aansluit op de B.W.-laan, te verlengen en met een brug over de spoorlijn naar Utrecht te voeren. Op die plek ligt de spoorlijn, ten opzichte van de bestaande autoweg, al verdiept, zodat het hoogteverschil makkelijk is te overwinnen. Aan de noordzijde van deze brug kan de weg met een bocht worden aangesloten op de bestaande B.W.-laan bij het Pannenkoekenhuis, of via een nieuw tracé tussen de NS-opstelsporen en het groengebied Bokkeduinen worden doorgetrokken richting Amsterdamseweg.
Zo’n oplossing is goedkoper dan de bouw van een vierbaans tunnel. Het knelpunt van de spoorwegovergang is daarmee opgeheven en je hoeft geen bedrijven te verplaatsen of woningen af te breken. De hele discussie over de Westtangent kan daarmee worden afgesloten. Door het tweebaansprofiel van de Daam Fockemalaan en de B.W.-laan te handhaven, trek je geen nieuw verkeer aan, wat bij een vierbaans Westtangent ongetwijfeld wel het geval zal zijn. En zo’n vierbaans Westtangent sluit altijd ergens weer aan op een bestaand tweebaanstracé, zodat de aanleg van zo’n dure, brede Westtangent uitloopt in het verplaatsen van een verkeersprobleem.

Het voorstel van het college roept overigens nog best enkele vragen op. In het voorstel wordt de indruk gewekt dat de subsidieaanvraag niets te maken heeft met de Westtangent. Gezien de vorm en plaats kan zoiets niet met helblauwe ogen worden beweerd. Onduidelijk is of aan de eventuele toekenning van een subsidie door het Rijk ook speciale eisen zijn verbonden, bijvoorbeeld de realisatie binnen een daartoe opgedragen tijd. Ook is niet duidelijk welke toezeggingen het college al heeft gedaan in de richting van de Provincie en het Rijk. Het college roert met geen woord over de eventueel vertragende werking die het voorstel heeft op de behandeling van de aansluitende bestemmingsplannen: je kunt geen nieuwe bestemmingsplan opstellen met een vierbaanstunnel, indien je niet ook iets opneemt over de aansluitende wegen.
Het lijkt weer te zijn als vaker: een subsidiepot gaat de discussie binnen de raad bepalen. Al met al: omdat de raad nog steeds geen duidelijke uitspraak heeft gedaan over de Westtangent en velen om de hete brei heenlopen, worden we opnieuw geconfronteerd met impliciete besluitvorming. En goedkopere oplossingen, zoals bijvoorbeeld een brug aan het einde van de Daam Fockemalaan, kunnen niet eens meer ter discussie komen.

Optreden (ex)bestuurders kan integriteitgevoel schaden

Donderdag 18 mei 2006

Over de kwestie Rita Verdonk versus mevrouw Ali is al veel geschreven. Dat de minister geheel overeenkomstig de wet heeft gehandeld, is een aanvaardbaar argument. De wijze waarop zij daaraan uitleg heeft gegeven en de wijze waarop zij haar standpunt tegenover mevrouw Ali heeft kenbaar gemaakt, is ronduit dom. De recht-toe-recht-aan en ‘ik kijk niet naar opzij’-methode van de minister is niet nieuw, dus alle opwinding bij de leden van de Tweede Kamer is niet geheel vrij van hypocrisie.

Met haar ‘regel is regel’-opvatting doet de minister wat iedere burger in ons land van een ambtenaar, om het even op welk niveau, mag verwachten. Maar de minister is geen ambtenaar, althans, ze pretendeert het dat niet te zijn. Als bestuurder heeft ze de taak om niet alleen naar de wet te kijken, maar ook het maatschappelijke belang af te wegen tegenover de ruimte die de wet biedt. Indien de gewenste ruimte structureel niet voorhandel is, is het de minister die een voorstel kan doen de wet aan te passen aan maatschappelijke opvattingen. Dat alles laat Rita Verdonk na; ze kan daarom beter weer naar haar oude beroep terug keren, bij de inlichtingendienst of in het gevangeniswezen.
Maar de Tweede Kamer – en zeker de VVD-fractie – maakt zich bij de hele discussie over mevrouw Ali ook ongeloofwaardig. Het is niet de eerste keer dat Rita Verdonk onder het draaien van de mantra ‘regel is regel’ buiten de Kamer tot maatschappelijke weerstand heeft bijgedragen. De Kamer heeft daaraan relatief weinig aandacht besteed – totdat het dus een van haar eigen leden betreft. Dan is ons land ineens te klein en wordt een leugentje van mevrouw Ali, gedaan toen ze nog geen kamerlid was, onder de dekmantel der liefde bedekt. Leden van de oppositie roepen nu om het hardst dat de coulantie die tegenover mevrouw Ali wordt gehanteerd, ook tegenover anderen moet worden getoond. Maar, dames en heren, waar was u de afgelopen jaren tijdens soortgelijke situaties?

De dames en heren in Den Haag moet dus niet verbaasd zijn indien wordt geconstateerd dat er een groeiende kloof is tussen het volkje op het Binnenhof en de overige burgers in ons land. Situaties waarbij politici zichzelf bedienen of pas op draf komen wanneer binnen eigen kring een belang geschaad wordt, dragen er niet toe bij om het vertrouwen in het openbaar bestuur te versterken.
Daaraan dacht ik dus ook toen ik deze week een e-mail ontving dat aanving met: ‘Hey Raphaël, kijk en huiver naar dit sprookjesachtige verhaal.’ en eindigde met: ‘Dit gaat allemaal met gemeenschapsgeld. Kijk maar eens!’ De mail was ondertekend.
Het verhaal betreft oud-wethouder Jan de Wilde. Deze bestuurder – die als wethouder zeker niet tot de slechtste behoorde – bewoog zich de afgelopen jaren al vaker tegen de grens aan van de door burgers in deze stad ervaren opvattingen over integriteit. Het feit dat hij een half jaar wethouder bleef, terwijl hij al een morele relatie had met een belangrijke projectontwikkelaars in onze stad, getuigde niet van een fijngevoelige antenne voor de wijze waarop mensen buiten het stadhuis tegen de bestuurscultuur aankijken.
Dat de dienstverhouding bij zijn nieuwe werkgever uiteindelijk maar van korte duur was, werd al door velen voorspeld – hoewel, zó kort! Toch betreur ik dat voor Jan de Wilde. Bij het voorafgaande kan je vraagtekens zetten, maar nu het zover was kon je hem alleen maar een prettige nieuwe werkkring toewensen. En, zoals hij zelf ook opmerkte, het scheelde de gemeente aan wachtgeld.

Mijn mailschrijver deelde mij echter mee dat Jan de Wilde niet bij de pakken hoeft neer te zetten – althans, dat is mijn conclusie indien zijn informatie op juistheid berust. Ik kan dat niet meteen natrekken, maar constateer wel dat het aansluit op geruchten die ik al eerde heb gehoord. Daarom, en omdat het gerucht zich via de golfbaan (mijn mailschrijver golft niet!) en andere plekken snel verspreid, wil ik op dit punt toch wel als doorgeefluik dienen en mijn commentaar geven. De mare: van verschillende kanten wordt opgemerkt dat Jan de Wilde directeur wordt bij Amfors. Het is hetzelfde bedrijf waarin de gemeente grote belangen heeft en ook als belangrijke opdrachtgever functioneert, en waar Jan de Wilde tot voor kort namens de gemeente in de Raad van Commissarissen zat.
Jan de Wilde zal bij Amfors de functie overnemen van de huidige directeur Cees Krul. Deze zou al eerder met pensioen zijn gegaan, aldus mijn informant, maar onverwacht bleef hij toch nog enkele jaren in dienst, tot verbazing van diens omgeving. Oké, Jan de Wilde is niet rechtstreeks vanuit zijn wethoudersstoel naar Amfors gegaan. Maar met het in tijd wel uiterst korte intermezzo, en gezien de geruchten die al dateren uit de tijd toen hij nog wethouder was, bewijst Jan de Wilde wederom dat hij graag dicht tegen de grens aanschurkt bij de gevoelens van integriteit die buiten het stadhuis opgang doen.
Hetzij dat Jan de Wilde onder bewijs stelt dat er nooit sprake is geweest van een overstap naar Amfors, nu noch in het verleden.

Written by raphaelsmit

21/05/2006 at 08:51

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

‘Rotterdamwet’ lost de verpaupering niet op

Woensdag 17 mei 2006

Moet de zogenaamde ‘Rotterdamwet’ in Amersfoort worden ingevoerd? De nieuwe wethouder Wonen, VVD-er Ruud Luchtenveld, vindt dit het overwegen waard. Volgens de door hem ter discussie gestelde regeling worden aan mensen die zich in een probleemwijk willen vestigen, inkomenseisen gesteld. Mensen met een te laag inkomen mogen zich daarbij niet in een als probleemwijk bestempelde buurt vestigen. Daarmee moet verdergaande verpaupering worden voorkomen.

Laat ik voorop stellen: Amersfoort heeft geen echte probleemwijken, zoals die in grote steden als Amsterdam of Rotterdam, maar ook in provinciesteden als Almelo en Tilburg zijn te vinden. We hebben wel wijken waar zich problemen voordoen; de onlangs gesloopte woningen aan de Willem Barendsstraat in Kruiskamp waren daarvan een voorbeeld. En een aantal vroegnaoorlogse wijken in onze stad is nodig aan een opknapbeurt toe, zowel voor de woningen zelf als voor de woonomgeving.

Ik heb er problemen mee om een wijk waar veel allochtonen wonen, in algemene zin tot een probleemwijk te bestempelen, zoals ook in Amersfoort door velen maar al te gemakkelijk wordt gedaan. Er wordt vaak overdreven paniekerig gereageerd op de concentratie van allochtonen, zonder daarbij te nuanceren. Een wijk met veel allochtonen hoeft niet a-priori en juist daarom een verpauperde wijk te zijn. Integendeel, zou ik willen zeggen. Ik stel mij voor dat in een dergelijke wijk, waar allochtonen met elkaar optrekken, de sfeer onder bewoners uitstekend kan zijn, sociale controle uitwassen voorkomt en kleine zelfstandigen voor een levendig klimaat zorgen.
Daar staat natuurlijk tegenover dat concentratie van allochtonen integratie binnen onze samenleving in de weg staat. Ook zou een minderheid van autochtonen zich minder thuis kunnen voelen in de wijk waar zij al vele tientallen jaren hebben gewoond. En het is de vraag of elke allochtoon, wanneer hij over voldoende inkomen zou beschikken, het leven in een door allochtonen beheerste wijk de voorkeur blijft geven. Maar dit alles los je niet op met inkomenseisen.

Indien we vinden dat in bepaalden buurten verpaupering dreigt toe te slaan, dan zijn er hele andere middelen mogelijk en noodzakelijk om een dergelijke trend tegen te gaan. Omdat verpaupering vaak het gevolg is van verwaarlozing en veroudering, zou er in dergelijke wijken moeten worden geïnvesteerd – in woningen, in de woonomgeving en in voorzieningen. Met het stellen van een inkomenseis los je de fysieke verpaupering van een wijk niet op.
Het pleiten voor het invoeren van de zogenaamde ‘Rotterdamwet’ duidt eerder op bestuurlijke gemakzucht, zeker als je deze regeling op de Amersfoortse situatie loslaat. En niet alleen dat. Door een dergelijke regeling maak je het mensen met een krappe beurs nog moeilijker om betaalbare woonruimte te vinden. Eigenlijk jaag je mensen de stad uit, zonder hen een alternatief te bieden.

Een andere oorzaak van verpaupering, zoals in de discussie naar voren gebracht, is de overlast en vormen van criminaliteit die veroorzaakt worden door jongeren. Uit de statistieken blijkt dat allochtone jongeren hierbij zijn oververtegenwoordigd. Maar ook hierbij stel ik: met een inkomenstoets volgens de ‘Rotterdamwet’ los dit probleem ook niet op.
De overlast die jongeren veroorzaken, heeft in de meeste gevallen algemeen bekende oorzaken: gebrek aan passend werk, te weinig voorzieningen voor jongeren in de wijk, prioriteitstelling bij het handhavingsbeleid door de politie. Dit zijn allemaal zaken die om een politieke oplossing vragen en om een aangepaste prioriteitstellingbij het beschikbaar stellen van middelen. Daar liggen de oplossingen, en niet in het stellen van inkomenseisen aan de ouders van deze jongeren.

Onderzoek naar vestiging coffeeshops is nuttig

Dinsdag 16 mei 2006

De fractie van Jouw Amersfoort behoorde tot de grote meerderheid in de raad die instemde met de motie over de coffeeshop Alem in de Schimmelpanninckstraat. Niet omdat we, zoals sommige van de steunende fracties, ons verzetten tegen het fenomeen ‘coffeeshop’ – hoe jammer ook, maar het bestaan van coffeeshops is een gegeven waarvan, uit het oogpunt van overlastbeheersing, de noodzaak herkenbaar is. Wat voor ons geldt is het grote aantal bezwaren tegen verlenging van de vergunningen voor deze coffeeshop, die nota bene recht tegenover een school is gevestigd. En mijn eigen waarneming is dat er in de tunnel om de hoek van Alem, buiten het zicht van toezichthouders, regelmatig jongeren staan te blowen die bij de supermarkt nog geen alcoholische dranken mogen kopen en dat er nogal eens agressief rijgedrag plaatsvindt door runners.

De oorspronkelijke motie, zoals opgesteld door Roland Offereins van de CDA-fractie, kwam nog het meest aan deze punten tegemoet. Sommige overwegingen waren wel wat kort door de bocht, maar die kwamen in de uiteindelijk tekst niet voor en het gaat tenslotte om de opdracht die aan het einde van een motie staat. Daar staat tegenover dat in de uiteindelijke tekst van de motie, die deze dag dus brede steun kreeg, een aantal nieuwe punten stond die onder druk van enkele coalitiepartijen waren toegevoegd. De meest in het oog springende was wel het gevraagde onderzoek om Alem, en andere coffeeshops die in de buurt van scholen liggen, te verplaatsen naar bedrijfsterrein.
Daaraan kleven voor- en nadelen. Het voordeel is in elk geval dat overlast in woonwijken wordt voorkomen. Er zijn positieve ervaringen met dergelijke verplaatsingen opgedaan, denk maar aan Venlo waar tientallen coffeeshops in het centrum zijn gesloten en zijn verplaatst naar een voormalige grensovergang buiten de stad. Maar daar gelden specifieke plaatselijke omstandigheden, het zou daarom zinvol zijn om de gang van zaken in Venlo – en misschien ook in andere steden met soortgelijke ervaringen – nader te bestuderen.

Groen Links wees ook op enkele nadelen die er kleven aan het verplaatsen van coffeeshops naar een bedrijvengebied. Een aantal van de argumenten van Groen Links tégen verplaatsen naar een bedrijfsterrein, sneden best hout. Maar de motie is op dit punt boterzacht: er moet een onderzoek plaatsvinden naar verplaatsing van Alem en andere coffeeshops, mogelijk naar een bedrijventerrein. Bij dat onderzoek zullen de bezwaren van Groen Links ongetwijfeld ook aandacht krijgen. Dus laten we dat onderzoek eerst maar eens afwachten. Stilzitten en niets doen is ook geen alternatief.

Provincie blijft zeuren over woningtoewijzing

Maandag 15 mei 2006

De provincie blijft bij haar plannen om bij de woningtoewijzing binnen onze provincie de bindingseis te versoepelen. Hierdoor zouden woningzoekenden uit de hele provincie kunnen meedingen naar vrijkomende woonruimte in de sociale sector. Terecht blijft het gewest Eemland zich hiertegen verzetten. Amersfoort blijkt een populaire vestigingsplaats te zijn. Met de plannen van de provincie zou de druk op de woningmarkt in onze stad alleen maar toenemen. Woningzoekenden uit onze eigen gemeente zouden hiervan de dupe worden, temeer omdat gemeenten als Utrecht, Zeist en Veenendaal voor de meeste woningzoekenden in Amersfoort nauwelijks een alternatief vormen.
Uiteraard, door de regels voor de woningtoewijzing op een provinciaal niveau te brengen, versterk je de invloed van de provincie op het plaatselijke volkshuisvestingsbeleid. Voor een bestuursorgaan met ernstige identiteitsproblemen is dit een welkome aanvulling op haar magere profilering. Maar om dit over de ruggen van onze woningzoekenden te doen, gaat mij toch echt een stap te ver!

Written by raphaelsmit

18/05/2006 at 06:18

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Wat zijn de politieke gevolgen van een pijndossier?

Zondag 14 mei 2006

Tijdens de vorming van het nieuwe college heeft zich een opmerkelijke verschuiving in de taakverdeling voorgedaan. Tijdens het overleg verklaarde het CDA dat haar kandidaat, Mirjam van ’t Veld, beschikbaar was voor een gecontinueerd takenpakket, maar minus het pijndossier van het zorgcentrum. En zo is dat ook gebeurd, de portefeuille Volksgezondheid en Zorg is uit haar takenpakket verdwenen en behoort nu tot de verantwoordelijkheid van wethouder Hans van Daalen van de Christen Unie.

De speciale wens van Mirjam van ’t Veld heeft de afgelopen weken een bijzondere lading gekregen, nu blijkt dat het met het voorkomen van overlast door de opening van het zorgcentrum aan de Kleine Haag minder rooskleurig gaat dan het afgelopen jaar door Mirjam van ’t Veld was beloofd. Zoals door bewoners in de binnenstad en vanuit de oppositie voorspeld: het dreigt uit de hand te lopen.
Gezien de wens bij de collegevorming dient zich de vraag op of de CDA-wethouder dit, tegen al haar gedane beloften in, al had voorzien? Heeft zij tijdig de benen genomen en de verantwoordelijkheid voor door haar verwachte moeilijkheden op elegante wijze doorgeschoven naar een nieuwe collega? Heeft zij zich aan de verantwoordelijkheid onttrokken voor een door haar zelf, misschien tegen beter weten in, veroorzaakt probleem?

Dat Hans van Daalen nu eerst verantwoordelijke wethouder is voor het wel en wee rondom het zorgcentrum aan de Kleine Haag, is een bijzondere speling van het noodlot. Zijn partij heeft zich – net als alle fracties in de gemeenteraad, coalitie en oppositie – verantwoordelijk gevoeld voor het verbeteren van de toestand waarin daklozen harddrugsverslaafden zijn komen te verkeren.
Maar van alle coalitiepartijen had de Christen Unie de meeste reserves bij de wijze waarop de keuze werd gemaakt voor de vestiging van het zorgcentrum aan de Kleine Haag. Ook bleek de Christen Unie bij het oplossen van het harddrugsprobleem een nuanceverschil in de aanpak voor te staan. Niet alleen opvangen volgens de methode van de Stichting Maliebaan, maar ook meer preventieve zorg en het zoeken naar mogelijkheden tot afkikken stonden in het vaandel van de Christen Unie. Nu mag Hans van Daalen de gevolgen oplossen van een ongenuanceerd en vooral op de korte termijn gericht beleid.

Nu de pessimistische voorspellingen rondom het zorgcentrum aan de Kleine Haag niet geheel uit de lucht blijken te zijn gegrepen, verwacht ik overigens ook een initiatief van de VVD. Deze partij liep – met uitzondering van enkele fractieleden – een jaar lang keurig aan de leiband van de dames Van Vliet en Van ’t Veld. Pas tegen de verkiezingen ontstond er enige bewegingen binnen de kringen van deze volkspartij. Ineens kwam de beoogde lijsttrekker René van der Borch – even onverwacht, emotioneel en weinig afgewogen zoals wij dat van hem gewend zijn – met een voorstel om in geval van mogelijke problemen naar een alternatief voor de Kleine Haag te zoeken.
Oké, toen de toenmalige VVD-fractievoorzitter Ruud Luchtenveld merkte dat met een dergelijke opstelling diens kansen voor een wethoudersschap wel eens op de tocht zouden komen te staan. Dus verschoof de VVD het accent voor de zoektocht haastig naar de problemen in de Stovestraat, maar toch.
Er ontstond toen een aardige complicatie. Om een meerderheid voor het VVD-voorstel te bewerkstelligen, was ook steun van buiten de coalitie noodzakelijk. Ik heb daar toen aan meegewerkt, maar wel onder de voorwaarde dat de motie van de VVD gecombineerd zou worden met een procesvoorstel voor het zoeken naar alternatieve vestigingen voor de opvang van dak- en thuislose alcohol en harddrugsverslaafden.
De door mij opgestelde notitie, waarin een geheel andere procedure was voorgesteld dan het college had gevolgd bij het vinden van de locatie Kleine Haag, was feitelijk een tik op de vingers ten aanzien van het tot dan toe gevoerde zoekbeleid van het college. René van den Borch accepteerde dat omdat anders zijn motie bij voorbaat kansloos was en het VVD-gebaar midden in de verkiezingstijd zou zijn gestrand.

Mijn vraag in de richting van de VVD is nu: de openbare veiligheid rondom de Kleine Haag staat onder druk. Vóór de verkiezingen was de VVD ineens zeer bezorgd. Wanneer krijgen we nu een voorstel van de VVD om hoe dan ook in elk geval met grote spoed een alternatieve locatie te zoeken, overeenkomstig de door mij geformuleerde en door de raad vastgesteld procedure. Kom op, René, laat wat van je horen!

Het veiligheidsbeleid: we staan weer op de kaart!

Zaterdag 13 mei 2006

O, wat glommen ze van genoegen, ons college inclusief zijn secretaris/projectleider, toen in het afgelopen najaar de kostbare veiligheidsactie met een honderdduizend euro kostend feest in de Flint werd afgesloten. Daar had Amersfoort zich toch maar weer mooi op de kaart gezet. Met meer dan één miljoen extra geld was de veiligheid in onze stad maar mooi even verbeterd. Niet door dat geld in te zetten voor meer blauw of verbeteringen op het gebied van de afdoening van aangiften en dergelijke. Nee, het geld was grotendeels besteed aan pr-activiteiten waarbij vooral de collegeleden in de stad hun kwaliteiten ten toon konden stellen. Gebakken lucht, noemden velen het, een kwalificatie die door de luchtig spenderende collegeleden met verontwaardiging van de hand werd gewezen.

Toch blijf ik er bij dat vorig jaar ruim een miljoen euro is uitgegeven voor gebakken lucht, ter meerdere eer en glorie van de collegeleden en van de projectleider. Ik stel dat, nu ik vandaag in de Amersfoortse Courant kennis heb kunnen nemen van de AD-Misdaadmeter. En zie, al het verplaatsen van vlaggen door de stad, het introduceren van een logo met een gejat hondje en het organiseren van smakelijke bijeenkomsten met jan en alleman, heeft feitelijk niets opgeleverd. Sterker nog: Amersfoort is op de schaal van regionale misdaadscore fors gestegen. Dit in tegenstelling tot een groot aantal andere grote gemeenten in onze provincie, zoals Utrecht en Zeist.
Op de AD-Misdaadmeter staat Amersfoort nu in de top-twintig van de meest criminele gemeenten in ons land. Zoals gezegd: we staan weer op de kaart!

Er zijn grotere waarden dan de Amersfoortse politiek

Vrijdag 12 mei 2006

Deze dag had ik eens niet over Amersfoort willen schrijven, maar over een boek dat ik de afgelopen dagen in een ruk heb uitgelezen. Het gaat om het boek ‘Een schrijver in oorlog’ van Vasali Grossman. Maar nadat ik vannacht de laatste pagina’s kon dichtslaan en nog enige uren de slaap niet kon vatten door de diepingrijpende beschrijving van Vasili Grossman, stuitte ik deze ochtend in de Volkskrant op een bijna paginagrote recensie van hetzelfde boek. Is dat toeval?

Vasili Grossman was een, in 1905 geboren, romanschrijver. Afkomstig uit de Oekraïne en joods. Vooral dat laatste bracht hem in de jaren voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog in grote problemen en kostte hem bijna het leven. Stalin voerde een antisemitisch beleid dat nauwelijks onderdeed voor de ontwikkelingen in Duitsland. De joden waren naar de mening van de sovjetdictator schuld aan de Russische burgeroorlog die na de revolutie in 1917 het nieuwe, communistische bewind bijna wegvaagde, een burgeroorlog ook die miljoenen Russen direct en indirect het leven kostte.
Desondanks meldde Vasili Grossman zich als vrijwilliger, nadat in 1941 de Duitse fascisten Rusland binnenvielen. De geschiedenis heeft overigens weinig aandacht besteed aan het feit dat honderdduizenden joden deel uitmaakten van het Rode Leger en daarbinnen vaak de moeilijkste en vrijwel altijd fatale taken uitvoerden. Vasili Grossman was echter een typische intellectueel en fysiek totaal ongeschikt voor de dienst aan het front. Het lukte hem om een functie te krijgen als oorlogsverslaggever. In die functie trok hij mee met het Rode Leger, veelal in het voorste front en aanwezig bij beruchte veldslagen zoals Stalingrad, Koersk, Charkov, Rostov en uiteindelijk Berlijn.

In vier jaar tijd schreef hij honderden kleine schriftjes vol met korte, bondige waarnemingen. De meeste hiervan moest hij verborgen houden, want de ontluisterende beelden die hij schetste over de oorlogsvelden tussen Moskou en Berlijn, zouden door de politieke politie van Stalin met de doodstraf zijn afgestraft. De waarnemingen pasten niet in het beeld van de communistische propaganda zoals Stalin die bedreef en legden daarnaast ook een aantal strategische fouten van de Sowjetleider bloot, fouten die miljoenen mensen extra het leven kostten.
Vasili Grossman schreef voor het belangrijkste dagblad van het leger, de Rode Ster. In zijn berichten werd Stalin vrijwel nooit genoemd – wat hem na de oorlog door het regime werd verweten en hem tot de bedelstaf bracht -, maar hij beschreef vooral de dagelijkse verschrikkingen die de eenvoudige soldaten in het Rode leger meemaakten. In legerkringen was hij daardoor populair en hij werd door de soldaten aan het front op handen gedragen. Naast het slopende werk van oorlogsverslaggever wist hij gedurende de oorlogsjaren ook enkele romans te schrijven, waarin de verschrikkingen die de oorlog teweeg brachten op indringende wijze werden beschreven. Ook deze romans maakten hem tot een van de bekende schrijvers in oorlogstijd.

Heel veel van zijn notities bleven onder het Stalinregime ongepubliceerd. Ze verdwenen in een archief en zijn pas onlangs weer bekend geworden. Deze notities, die een indringend beeld geven van de oorlogsverschrikkingen, zijn samengevat in het boek ‘Een schrijver in Oorlog’. Zonder zich daarbij op de voorgrond te dringen, hebben Antony Beevor en Loeba Vinogradova verbindende teksten en toelichtingen geschreven, waardoor de aantekeningen een doorlopend, fascinerend en adembenemend relaas zijn geworden.

Het meest indrukwekkende deel van het boek – en dat deel kostte mij mijn nachtrust – is de beschrijving van het vernietigingskamp Treblinka. Vasili Grossman bereikte als een van de eerste oorlogsverslaggevers de resten van dit kamp waar miljoenen joden op beestachtige wijze zijn vernietigd. Hij sprak boeren uit de omgeving, vluchtelingen en enkele gevangenen die zich in de bossen rondom het kamp een heenkomen hadden gezocht.
Beevor en Vinogradova hebben dit verhaal vrijwel integraal in het boek opgenomen. Het was dit verhaal dat tijdens het proces van Neurenberg is voorgelezen en bij de rechters, journalisten en bezoekers aan het proces een verpletterende indruk heeft achtergelaten. Een verhaal dat nauwelijks met droge ogen is te lezen en dat indringend duidelijk maakt op wat voor onvoorstelbare wijze mensen leed kan worden aangedaan. Toen, maar nu nog steeds, vrees ik. De berichten uit Azië en Afrika, maar niet zo lang geleden ook uit de Balkan, die we daar al te vaak over lezen, bewijzen dit.

Written by raphaelsmit

14/05/2006 at 08:06

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

De Eemhaven: de planning van domme keientrekkers

Donderdag 11 mei 2006

Het is al vaker opgemerkt: wanneer in Amersfoort een groot openbaar werk wordt uitgevoerd, is het altijd maar afwachten of de oplevering op de afgesproken datum plaatsvindt. Al te vaak dus niet, voorbeelden te over. Wie kan zich er dus over verbazen dat ons college deze week een persbericht heeft laten uitgaan met de mededeling dat de oplevering van de nieuwe Eemhaven opnieuw wordt uitgesteld. Als bewoner aan de Grote Koppel mag ik dagelijks waarnemen met welk een razend tempo werkzaamheden worden uitgevoerd en daarmee de overlast voor omwonenden tot het uiterste wordt beperkt.

Het werk aan de Grote Koppel ging bijna een jaar geleden van start. Aangenomen mag worden dat op dat moment alle noodzakelijke voorbereidingen waren getroffen: de aannemers waren onder contract gesteld, afspraken met leveranciers waren gemaakt en het benodigde personeel was ingeroosterd. Maar plannen is een kunst, en die wordt blijkbaar niet door elke verantwoordelijke op het stadhuis beheerst. Dat is in elk geval de conclusie die je na een jaar observatie kunt trekken.
Voor de goede orde: aan de Grote Koppel concentreert het werk zich op de nieuwe oever en op het vernieuwen van het wegdek, inclusief nieuw straatmeubilair. Rioleringswerken waren niet aan de orde en het verleggen van de kabels en leidingen beperkte zich tot het aansluiten van de nieuwe straatverlichting en het aanbrengen van enkele nieuwe kolken. Over de plek van Het Spijkertje zeg ik niets, daar ligt nog steeds geen wegdek en moeten voetgangers en fietsers zich al ongeveer een half jaar door zand en modder voortbewegen.

Nadat er al eerder kritiek was geuit op de trage voortgang van het werk aan de Eemhaven, kwam een maand geleden eindelijk het grote nieuws: vrijdag 30 juni zou de nieuwe Eemhaven worden feestelijk worden geopend, vanaf 1 juli zouden voetgangers langs de haven kunnen flaneren, zouden bootjes kunnen aanleggen en zou de voetgangers- en fietsersbrug de horeca aan beide waloevers verbinden. Dat niet alle horecaschepen op tijd aanmeren, werd pas later duidelijk: de vergave van ligplaatsen was zo laat van start gegaan dat potentiële exploitanten hun schepen niet op tijd klaar kunnen hebben.
Maar nu blijkt er een veel groter malheur te zijn: er is niet voldoende hout voor de steigers en voor de brug. Het hout is nog onderweg uit Zuid-Amerika! Schijnbaar is de leverancier te laat ingeschakeld en bestaan er geen andere leveranciers, waar dan ook op het Europese vasteland.

Het zal wel weer zoals vaker zijn: contracten met aannemers en leveranciers lijken boterzacht te zijn opgesteld, het ontbreekt schijnbaar aan forse boetebepalingen voor tijdige levering van werk en materiaal. Ik ga er van uit dat je met aannemers contracten kunt opstellen waardoor deze verplicht zijn om in elk geval zoveel personeel in te zetten dat eenvoudig straatwerk binnen een bewonersvriendelijk tijdsverloop kan worden afgerond. Of zijn de contacten tussen de gemeente en de firma Heijmans zo vriendelijk dat ons gemeentebestuur zijn tanden niet durft te tonen?
Een veronderstelling: bij goede boetbepalingen ten aanzien van het tijdig opleveren van werk, en tegen de achtergrond van de vertragingen die je bij opleveringen van openbare werken regelmatig kunt waarnemen, zou de financiële positie van onze stad er in elk geval iets beter uitzien!

Worden boze verwachtingen werkelijkheid?

Woensdag 10 mei 2006

Gisteren ontving ik een verontrustende mail over de toestand rond de Kleine Haag. Niet van een bewoner uit de onmiddellijke nabijheid van het nieuwe zorgcentrum of uit de omgeving van de Stovestraat; gewoon een nog steeds positief denkende binnenstadbewoners die zich betrokken voel bij het wel en wee in onze stad. Iemand die op constructieve wijze deelneemt aan allerlei activiteiten, bekend is bij velen en velen kent en die zijn ogen en oren steeds goed te kost geeft.
Ik zie steeds meer ‘nieuwe zwervers’ op straat, dames en heren, zo mailde hij mij. In het Zocherplantsoen liggen sommigen hun roes uit te slapen, een tiental zwervers is met aluminiumfolie aan de gang (inderdaad, schrijver, dat is heroïne!) en bijna zichtbaar doet ieder zijn behoefte tussen de struiken, mannen en vrouwen! Aldus de schrijver. Van het Meldpunt Binnenstad heeft hij begrepen dat van daaruit weinig is te doen. Wat kan je als burger nog doen, vraagt hij mij vertwijfeld in zijn mail.

Ik nam mij voor vandaag zelf weer eens te gaan kijken. Maar toen ik deze ochtend de Amersfoortse Courant opensloeg, zag ik al dat de verontrusting die per mail tot mij kwam, meer dan waar is. Verslaafden, dealers en daklozen hebben de afgelopen tijd een reeks van incidenten veroorzaakt, zo meldt de redactie. De politie erkent dat sinds de opening van het zorgcentrum de overlast is toegenomen en doet er, door nog meer extra inzet van personeel, alles aan om het probleem de baas te worden. De ernstige voorvallen spelen zich vooral af buiten het bereik van de bewakingscamera’s van het zorgcentrum, aldus de krant.
Ik hoor het de dames Van Vliet en Van ’t Veld de afgelopen wintermaanden nog zeggen: er is geen enkele aanleiding tot zorg, het toezicht zal optimaal zijn en het zorgcentrum zal geen enkele aanzuigende werking hebben. Alle problemen waren in kaart gebracht, met de opening van het zorgcentrum zou eindelijk een einde komen aan de overlast op straat. Bezorgde omwonenden werden als paria’s behandeld en zodra een inwoners van onze stad met een iets te luide stem riep dat het ook anders zou kunnen lopen, kermden beide dames: help, we worden bedreigd!

Het gaat er steeds mee naar uitzien dat de pessimisten gelijk krijgen. Zo verbazingwekkend is dat overigens niet. Iedereen die zich een beetje heeft verdiept in de problemen van dakloze harddrugsverslaafden weet dat deze patiëntengroep, waar ook in ons land, zich in beweging zet zodra bekend is dat ergens in ons land een nieuwe vorm van zorg wordt geboden. Vanuit hun uiterst belabberde situatie is hen dat ook niet kwalijk te nemen, hun vaak uitzichtloze positie dwingt hen er toe om zich aan elke strohalm, hoe zwak dan ook, vast te klampen. Dus is het niet meer dan logisch dat berichten over de opening van een nieuw zorgcentrum niet zonder gevolgen kan blijven. Daaraan helpt ook geen pasjesregeling.
Het zorgcentrum is er nu. Voor de geaccordeerde gebruikers is het een uitkomst. Maar gezien de gevolgen die dit blijkt te hebben op de omgeving (buiten cameratoezicht), is er een probleem opgelost met een nieuw probleem. Ons stadsbestuur zal hier meer dan adequaat op moeten reageren. Dat is het sowieso verplicht tegenover de binnenstadbewoners. Maar dat is ook noodzakelijk omdat anders de geloofwaardigheid van een groot aantal bestuurders in onze stad behoorlijk op de tocht komt te staan.

Meer wil ik er niet over schrijven, maar ik vind wel dat een gevoel van schaamte en de plicht tot het uiten van excuses tegenover een aantal bewoners in de binnenstad het minste is dat de eerstverantwoordelijken op dit dossier mag overkomen.

De Groene Droom van Hooglanderveen

Dinsdag 9 mei 2006

‘De groene droom’. Met deze opmerking wordt in het jaarverslag van de Belangenvereniging Hooglanderveen de Groene Zoom omschreven die de bewoners in dit dorp was toegezegd. Een groene barrière tussen hun dorp en de oprukkende nieuwbouw van Vathorst. Over de invulling van de beloofde Groene Zoom blijken de meeste bewoners in Hooglanderveen niet echt gelukkig te zijn. ‘Het enige stukje groen in en rond Hooglanderveen is het biljartlaken in het nieuwe dorpshuis’, is een aangehaald citaat in het jaarverslag. Tegenover deze cynische constatering stelt het bestuur van de belangenvereniging een wat genuanceerder beeld, al klinkt hierin wel de teleurstelling over de uitvoering die aan gemeentelijke beloften is gegeven.

Tijdens de behandeling vorig jaar van het bestemmingsplan Hooglanderveen is binnen de raad, ook door mij, al het een en ander gezegd over de toegezegde Groene Zoom. Voor het OBV, het Vathorster ontwikkelingsbedrijf, geldt uiteraard dat elk stuk grond dat niet kan worden bebouwd, de grondexploitatie nog verder onder druk zet. Het OBV is nog steeds niet bereid om het toe te geven, maar uit een onderzoek dat op initiatief van een landelijk dagblad is uitgevoerd, blijkt dat er al wat kunstgrepen zijn uitgehaald om een dreigend tekort te voorkomen. Kunstgrepen die de kwaliteit van de openbare ruimte niet ten goede zijn gekomen.
De toezegging van de Groene Zoom moet het OBV daarbij als een steen om de hals hangen. Veertig hectare een groene bestemming geven, is wel zo’n een beetje het laatste wat je van de rekenmeesters aan de Duisterweg mag verwachten. Dus is de toegezegde Groene Zoom een soort afvalputje geworden voor allerlei voorzieningen die elders in Vathorst moeilijk een plek konden vinden. Het jaarverslag somt op: ‘Verstening van een busbaan en wegen, dorpshuis en kantines, skatebaan, kunstgras voetbal-, tennis- en hockeyvelden, grafzerken, alles wordt tot – de invulling van – de Groene Zoom gerekend.’

Geld speelde natuurlijk een grote rol, zo wordt in het jaarverslag opgemerkt.. De belangenvereniging wijst daarbij op haar voorspellingen over de financiële risico’s, bijna tien jaren geleden al gedaan. Het jaarverslag geeft een nuchtere opsomming van de geforceerde wijze waarop gemeente en OBV trachten om nog iets van de toezegging gestand te doen. Bijvoorbeeld door in de geplande Groene Zoom 14 grote kavels voor vrijstaande woningen uit te geven. ‘Een soort van bebouwde Groene Zoom, alleen zichtbaar vanuit de bestaande woningen en mensen die er toevallig moeten zijn.’ zo meldt het jaarverslag.
Maar de belangenvereniging troost zich met de gedachte dat het nog veel erger had kunnen komen, bijvoorbeeld door hoogbouw te plannen waar nu lage bebouwing wordt gerealiseerd. Pro saldo sluit de toon van het verslag aan op de opstelling die de Belangenvereniging Hooglanderveen tien jaar lang heeft getoond: constructief meewerken aan de plannen voor Vathorst, in het vertrouwen dat daardoor de belangen van het dorpsleven voldoende in de aandacht blijven. Dat is dus ten dele gelukt, maar ook ten dele ook niet!

Written by raphaelsmit

11/05/2006 at 15:39

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Beleven we een stilte voor de storm?

Maandag 8 mei 2006

Deze eerste weken van mei vormen een ‘beleidsluwe’ periode. Het reces slaat toe, nieuwe wethouders zijn bezig zich in te werken en in de stad vinden geen onverwacht opwindende gebeurtenissen plaats. Net als in de voorgaande dagen, ontmoet ik ook vandaag mensen die vragen: hoe zit het nou met de raad, we horen niets? Die verbazing is begrijpelijk, want de rust is, vergeleken met de afgelopen jaren, redelijk abnormaal. Vier jaren geleden was het kort na de verkiezingen meteen opwindend. Nu kijken fracties de kat uit de boom.

Vier jaar geleden, na de verkiezingen in 2002, overheerste de politieke onrust. Nieuwe partijen hadden een behoorlijk gat geslagen in het oude machtsblok, na een heftige campagne kon je een scherpe oppositie verwachten. Vrijwel alle oude partijen formeerden samen een wagenburcht en vormden een nieuw college. Alleen de oude coalitiepartij D66 viel buiten de boot, dit als gevolg van het meer dan forse verlies. Deze partij zou nog jaren nodig hebben om zich tot een echte oppositiepartij te formeren.
De echte oppositie die in 2002 klaar stond, was daardoor niet kleiner of groter dan de huidige oppositie: elf personen, toen inclusief groep Oczan. Maar onder het motto: de eerste klap is een daalder waard, werd meteen een omstreden punt uit de verkiezingstijd met succes opgepikt. De plannen voor een recreatiepark in Birkhoven-Noord werden van tafel geveegd, om er ook nooit meer op terug te keren. Leefbaar Amersfoort was de grootste oppositiepartij en deed er in vliegende start, net als de SP, alles aan om het nationaal bekende Leefbaarimago waar te maken.

Hoe anders is dat anno 2006. Opnieuw is er een oppositie van elf leden. De Burgerpartij, de echte verkiezingswinnaar, is de grootste oppositiepartij. Een vliegende start heeft deze partij niet kunnen organiseren, de BPA is de eerste maanden grotendeels in beslag genomen door de lastercampagne die tegen haar lijsttrekker en fractievoorzitter is gevoerd. De SP lijkt minder fel dan na haar triomfantelijke intocht vier jaar geleden. En Jouw Amersfoort likt zijn wonden en is op zoek naar zijn juiste plek binnen de oppositie. Zelf ben ik geen fractieleider meer, wat in de praktijk verlammend blijkt te werken op de speelruimte die ik mij toeeigen bij het nemen van initiatieven.
Maar er is ook nog een ander punt. In 2002 wisten we bij voorbaat dat een aantal wethouders geen hoogvliegers waren: Ineke Geluk, Bert van de Werf, Piet Jonkman en Henk Brink. Vier vriendelijke mensen die je best in je kenniskring zou willen hebben, maar iedereen wist dat het voor de oppositie prijsschieten zou worden.

Anno 2006 ligt dat genuanceerder. Jelle Hekman en Ariën Kruyt zijn uit het niets naar voren geschoven. Niemand weet hoe zij als wethouder gaan functioneren. Zijn zij, evenals hun voorgangers, uiteindelijk vooruitgeschoven posten voor het ambtelijke management? Wat is hun eigen visie op het gebeuren in de stad? Gedurende de afgelopen raadsperiode hebben we van beide heren nooit iets gehoord. Het wachten is dus op hun eerste beleidsdaden.
De twee andere nieuwkomers, Ruud Luchtenveld en Hans van Daalen, kennen we wel. Luchtenvelds eerste optreden bij het initiatiefvoorstel voor de Keerkring was diep bedroevend, meer dan een spreekpop voor zijn onwillige ambtenaren was hij niet. Maar in de raad was hij een bekwaam politicus, dus moet je hem toch nog enkele weken het voordeel van de twijfel gunnen. Hans van Daalen maakte wel een overtuigende start. De Christen Unie heb ik de afgelopen vier jaren leren kennen als de meest degelijke partij, maar niet opwindend en binnen het college vertegenwoordigd door een – toen nog – nauwelijks inspirerende wethouder.
Als ‘oppositieleider in ruste’ kriebelt het mij aan alle kanten. Maar we varen in ander weer, het gaat ongetwijfeld weer stormen, maar uit welke richting de wind gaat waaien is nog niet te voorspellen. Ik vul mijn tijd in deze beleidsluwe periode vooral door dagelijkse gesprekken met tientallen mensen in de stad. Die gesprekken overtuigen mij: er wordt van de oppositie het een en ander verwacht. Maar de start is lauw, het wachten is op rumoer!

Written by raphaelsmit

09/05/2006 at 06:32

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Het stadhuis als zelfgenoegzaam familiebedrijf

Zondag 7 mei 2006

‘Kogelharde Spruiten’. Dat is de titel van een uiterst leesbaar boekje waarin reclameman Eugène Roorda een blik achter de schermen gunt bij een geslaagde reclamecampagne. Het gaat daarbij om de campagne waarbij binnen enkele jaren het imago van Dirk van de Broek, de grutter voor de consument met de smalle beurs, werd verandert in ‘Dirk’, het levensmiddelenbedrijf dat – naast de oorspronkelijke doelgroep – ook aantrekkingskracht uitoefent op de meer geld bestedende, maar scherp calculerende middenklasse. Een reclameactie die heeft geleid tot bijna een verdubbeling van het marktaandeel van dit met familiaire degelijkheid geleide gruttersbedrijf.

Eugène Roorda citeert een karakteristiek die wordt gegeven aan dit soort familiebedrijven:
‘Een eerste kenmerk is dat ze drijven op een bepaalde, door alle medewerkers oprecht ervaren en uitgedragen paranoia – het “wij” tegen de rest van de wereld. Voorts worden ze centraal en sterk hiërarchisch bestuurd en is er sprake van een bijna sektarische overtuiging van de eigen kracht en het eigen gelijk, gepaard met een puur naar binnen gerichte cultuur. De gordijnen zijn gesloten, zelfs het kleinste spleetje daglicht wordt als bedreigend ervaren. Daarom wordt de boze buitenwereld hermetisch buitengesloten en wordt elke openbaarheid geschuwd.’

Toen ik dat las, dacht ik: hé, ons Amersfoortse stadhuis! Oké, dat met die hiërarchische leiding klopt misschien niet altijd, maar voor de rest omvat de beschrijving van Eugène Roorda elementen die onze stadhuiscultuur in al zijn provincialisme treffend tekent. De paranoia ten opzichte van de rest van de wereld, het “wij” tegen de rest (vrijwel elke suggestie en alle kritiek van buiten het stadhuis wordt primair als een aanval gezien), de sektarische overtuiging van het eigen gelijk, de naar binnen gerichte cultuur, gaat u maar door!
Ik hoor vele smaakmakers binnen het stadhuis al zeggen: ‘Dat klopt voor geen hout’. En dat is natuurlijk ook het probleem, men is binnen het stadhuis zo zelfovertuigd dat elke spiegel die wordt voorgehouden al bij voorbaat is beslagen. Maar ja, een gemeentelijke overheid mag niet trekjes vertonen van een introvert familiebedrijf, het gaat er om hoe de beeldvorming buiten het stadhuis is.

Vooropgesteld: de inwoners van onze stad die naar het stadhuis komen om hun paspoort te verlengen of die aangifte komen doen, hoor je in het algemeen niet klagen. En de doorsnee ambtenaar achter het loket is burgervriendelijk en valt niets te verwijten. De problemen ontstaan pas wanneer burgers in onze stad met het beleidsapparaat krijgen te maken, met wensen en klachten komen. Negen van de tien brieven worden correct en tijdig behandeld, hoor ik op het stadhuis roepen. Ja logisch, maar het gaat om die tien procent die te laat of minder correct worden afgehandeld. Daar zitten de problemen, daar stoten de culturen op elkaar.

En natuurlijk op meer punten. Dat meer dan een kwart van de kiezers tégen de coalitie heeft gestemd en velen niet eens de moeite hebben genomen aan de gemeenteraadsverkiezingen deel te nemen, zegt meer dan de zelfgenoegzame constatering dat de coalitie zich kranig heeft geweerd. De meeste stemmers voor onze coalitiepartijen hebben niet beweerd dat zij ons college op handen dragen, maar hebben zich door andere zaken laten leiden, van het kontje van Bos tot Gods Woord. In dat licht is een stem op een protestpartij veel duidelijker.
Heel wat burgers in onze stad die iets met de gemeente hebben gehad, van bestemmingsplan tot verbouwing, van groenbehoud tot veiligheid op straat en thuis, hebben ervaren dat een bureaucratie menigmaal verschrikkelijk eigenwijs is en dat het collegeleden niet ontbreekt aan zelfgenoegzaamheid en eigenrechtvaardiging.

Tegen de tientallen communicatieadviseurs die het stadhuis bevolken, zou ik dus willen zeggen: dames en heren, lees de aangehaalde woorden van Eugène Roorda nog eens goed en doe er iets mee.

Het veranderde klimaat binnen de gemeenteraad

Zaterdag 6 mei 2006

‘Roddel in de raad’, ‘Heftig debat’, ‘Politieke weblogs’. Drie fenomenen die zich sinds 2002 in de gemeenteraad hebben ontwikkeld, samengevoegd in één artikel in de Amersfoortse Courant. Directe aanleiding zijn de acties van leden van de PvdA en de VVD, tijdens de afgelopen verkiezingscampagne, gevoerd tegen BPA-lijsttrekker Hans van Wegen.

Hebben al deze zaken met elkaar te maken? Vast staat dat vanaf 2002 het politieke klimaat binnen de gemeenteraad is veranderd. Tot dat jaar was de Amersfoortse raad een toonbeeld van gezapigheid, volgzaamheid ten opzichte van college en het bureaucratische management en provincialisme. Voor een deel van de raadsfracties is hierin misschien niet veel veranderd, maar de komst van nieuwe partijen in 2002, partijen die ook bereid waren op scherpe wijze oppositie te voeren, heeft invloed gehad op de sfeer. Het moet overigens nog blijken of deze lijn na de verkiezingen van 2006 wordt voortgezet.
Voor alle duidelijkheid: het AC-artikel gooit veel verschillend fruit in één mandje. Oppositie voeren houdt – ook – in: kritisch volgen, voorstellen uit het college en (synoniem) het ambtelijk apparaat kritisch tegen het licht houden, niet alles voor zoete koek aannemen, tegenstellingen bloot leggen (iets wat eigenlijk ook journalisten moeten doen). Voor mij persoonlijk betekent het ook nog: advocaat spelen voor stadgenoten die zich door de bureaucratie in het nauw gedreven voelen, ideeën en klachten vanuit de stad op de agenda zetten, zaken onder de aandacht brengen door het zetten van accenten en het uitvergroten van te bekritiseren punten.

Dit alles leidt tot een soms wat scherpere toon, tegenover coalitiepartijen zo goed als tegenover leden van het college. Dit alles overigens los van de persoon; misschien met uitzondering van enkelen waardeer ik de mensen in het stadhuis, maar het gaat om de zaak. Echter, de nieuwe toonzetting heeft niets te maken met de op te persoon gerichte aanvallen op politieke tegenstanders, zoals die zich tijdens de campagnetijd hebben voorgedaan en die waren gericht – als ze waren geslaagd – op eerroof en beschadiging van het privé-leven van een van de lijsttrekkers. Wat dat betreft heeft de redactie van de AC wel wat al te gemakkelijk alles op één blik geveegd.
Maar de tendens in het artikel is juist: de sfeer in de raad is veranderd. Ik heb daar geen moeite mee. Een half jaar geleden schreef een van de fractievoorzitters uit de coalitie dat hij het werk in de raad niet meer altijd ‘leuk’ vond. Dat was dan jammer, maar als je voor het leuke gaat, dan moet je lid worden van een postzegelvereniging of een modelspoorbaan gaan bouwen. Dat is pas leuk! In de politiek ga je voor een boodschap, voor een politieke inhoud. En om daarin iets te bereiken, is de toon wel eens hard. Dat hoort bij het vak, zoals een hardloper die zich tot het uiterste inspant tot hij er bij neervalt, om als eerste te finishen. Die zegt ook niet: het gaat me te hard, zo vind ik het niet meer leuk! De finish, daar gaat het om!

Van weer een geheel ander kaliber zijn de weblogs. In de NRC van deze dag omschrijft een deskundige op dat gebied de weblogs dit fenomeen als een toevoeging aan het democratische debat. Een nieuwe wijze waarop mensen hun persoonlijke mening kunnen uitdragen. Politici kunnen via weblogs hun achterban op de hoogte houden van politieke ontwikkelingen en meningen. Ze kunnen zaken aan de kaak stellen op een speciale wijze, soms heftig en ongenuanceerd, al naar gelang de positie waarin de logger zich bevindt. Een wethouder schrijft een andere weblog dan een lid van een oppositiepartij. En dat moeten we vooral zo houden.
In de AC wordt ik als voorbeeld naar voren gehaald. Niet zo verbazingwekkend wanneer je al bijna vier jaren vrijwel elke dag gebeurtenissen tegen het licht houdt en politieke actualiteiten van commentaar en meningen voorziet. En net als bij een gedrukte column moet dat soms puntig en niet belast met te veel nuances gebeuren, om de zaak waar het om gaat helder te stellen. Dat waar gehakt wordt, ook wel eens een spaander tegen het plafond schiet, is onvermijdelijk. Het enige waardoor je dit kunt voorkomen is: niets doen, risicomijdende consensus, stilte. Zoals sommige van mijn raadscollega’s vrijwel voortdurend belijden.

Written by raphaelsmit

08/05/2006 at 07:15

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Geheel terecht: geen feest bij opening fietsbrug!

Vrijdag 5 mei 2006

Deze week is de fietsbrug tussen Kattenbroek en Vathorst, bij de afrit Amersfoort-Noord, in gebruik genomen. Niet alleen de brug is opgeleverd, maar ook de verbinding tussen deze brug en Het Masker, een stuk fietspad dat veel actie heeft opgeleverd onder de bewoners in de Boerderijkamer in Kattenbroek, die een alternatief tracé wensten om aantasting van een van de weinige groengebieden in hun wijk te voorkomen. Na alle discussie en aanpassing van de plannen zou je een feestelijke opening van de nieuwe fietsbrug verwachten. Niets echter, en naar mijn mening terecht.

Het fietspad tussen Vathorst, via Kattenbroek, naar het centrum van de stad was bij de presentatie van de plannen voor Vathorst een van de paradepaardjes op het gebied van de aansluiting van de nieuwe wijk. De fietsverbinding werd toen met veel bombarie nog ‘snelfietspad’ genoemd, een benaming die je nu nog maar zelden tegenkomt. Het zou een veilige verbinding worden waardoor de nieuwe bewoners in Vathorst per fiets snel de rest van de stad kunnen bereiken en zich daardoor echt Amersfoorter kunnen voelen.
Veiligheid is bij zo’n fietspad natuurlijk van groot belang. Juist op dit punt ontbreekt er wel het een en ander. Denk daarbij maar aan het deel van het fietspad door Schothorst-Noord, waar de fietser zich via de bochtige Nederhorst door een woonbuurtje moet spoeden en de onoverzichtelijke Abraham Blankaartsingel moet oversteken. Of de situatie bij het winkelcentrum Schothorst, waar het fietspad de chaotisch aangelegde verbindingen met de parkeerplaats van dit winkelcentrum kruist.

Een berucht punt in de ‘snelfietsroute’ Vathorst-Centrum is het kruispunt Keerkring-Meridiaan-Meridiaantunnel. Auto- en fietsverkeer ontmoeten elkaar hier op een verwarrend punt, met veel afslaand verkeer en onoverzichtelijke voorrangsregelingen. Een typisch scholieren-fietspunt. In september 2004 stelde ik schriftelijke vragen over dit gevaarlijke fietskruispunt. Gevraagd werd om voor het fietspad tussen Het Masker en de Meridiaantunnel een miljoen euro beschikbaar te stellen. Het college antwoordde dat binnen het totale budget voor het snelfietspad al 1.150.000 euro beschikbaar was voor dit fietspaddeel. Dit leek het college voldoende.
Wat nog nodig was voor het veilig maken van de fietsroute tussen Kattenbroek en het centrum van de stad, was een communicatieplan om over de maatregelen te kunnen praten. Daar was het college niet te vroeg mee. De fietsroute tussen Kattenbroek en het centrum, het paradepaardje toen bijna tien jaar geleden Vathorst werd gepresenteerd, is al jaren in gebruik. Alle knelpunten zijn bekend, inclusief de gevaarlijke punten waar snel iets aan moet gebeuren. Desondanks moest in 2004 nog worden nagedacht over de maatregelen, hoewel het geld al lang beschikbaar was.

Er is nog steeds niets gedaan aan de bekende knelpunten tussen Kattenbroek en de Meridiaantunnel. De opening van de fietsbrug over de A1 had een feestelijk sluitstuk kunnen worden in het tot stand komen van de fietsroute tussen het snelgroeiende Vathorst en de rest van de stad. In plaats daarvan worden de bewoners uit Amersfoort-Noord, met de opening van het laatste stukje fietsverbinding, uitgenodigd om met tienduizenden per dag gebruik te maken van een onveilige fietsverbinding. En dat na jaren van denken, voorbereiding, de wetenschap over de knelpunten en het beschikbaar zijn van geld. Over ambtelijke stroperigheid gesproken!

Een pleidooi voor het cultureel centrum aan de Eem

Donderdag 4 mei 2006

De dodenherdenking in onze stad werd dit jaar afgesloten met een indrukwekkend concert in de Sint Joriskerk aan De Hof. Verdi’s Requiem stond op het programma, een overdonderend werk van deze Italiaanse operacomponist. Toonkunst Oratorium Vereniging Amersfoort en het Jan Pieterzn Sweelinck Orkest van de Amsterdamse Universiteit, beide op volle sterkte, verdienden alle lof. Dat geldt ook voor de solisten, al moet je je afvragen of bij Verdi’s Requiem je misschien toch beter ervaren operazangers moet inzetten, in plaats van vaderlandse oratoriumsolisten. Een prachtig concert dus, maar…..

Een requiem, geschreven door een Italiaanse operacomponist, hoort thuis in een katholieke kathedraal en niet in een door Nederlandse protestanten aangepast kerkmonument. Het overdonderende geluid van het grote koor en het forse orkest moet kunnen wegkruipen in tientallen nissen met heiligenbeelden, moet worden opgevangen door schilderijen en de honderden kilo’s verf die op plafonds en de muren zijn gestreken, moet weerkaatsen op een fraai bewerkt altaar. Het geluid moet worden opgevangen en omarmt, daarbij bezwangerd door wierooklucht.
In onze fraaie Joriskerk (het Sint laat ik maar weg) gebeuren met zo’n massaal requiem vreemde dingen. Met Calvijnse soberheid is elke tierelantijn uit de kerk verwijderd en weten de strak gekalkte muren zich geen raad met het muzikaal geweld. Ik zat deze avond ongeveer tien meter van het orkest en telde een galm van drie tot vier seconden. Vooral wanneer koor en solisten elkaar aanvulden en het orkest dat krachtig ondersteunde, werd al dat geluid een massa van botsende, galmende decibels. Ik ervaarde wat het betekent: vermoeide oren.

Thuisgekomen schoof ik opnieuw de Messa da Requiem van Verdi in de cd-speler, dit keer met de Wiener Philharmoniker onder leiding van Nikolaus Harnoncourt. Niet om de uitvoeringen te vergelijken, want de live-opvoering compenseert de cd-techniek met de beroepsmusici. Maar ik wilde de effecten op de muziek horen die ontstaan wanneer dit requiem wordt uitgevoerd in een zaal die, wat de akoestiek betreft, op dergelijke concertwerken is gebouwd. Een wereld van verschil!
Amersfoort is groot genoeg om met grote regelmaat te kunnen genieten van concertuitvoeringen binnen de eigen grenzen. Om daarin te voldoen, is vorige jaar al een plan ingediend: een theater aan de Eem, op de plek waar nu het tijdelijke strandje ligt. Een ambitieus plan waarvoor de eerste jaren nog geen geld beschikbaar is. Toch zal het er eens van moeten komen, alle argumenten die vóór het nieuwe theater pleiten, winnen aan kracht naarmate onze stad groeit en de administratieve boekwaarde van de Flint krimpt. Een suggestie die alle aandacht verdiend: richt de grote zaal van het nog te ontwerpen nieuwe culturele centrum dusdanig in dat het akoestisch ook een goed concert aankan!

P.s. Lorin Maazel orkestreerde Wagner’s Ring der Nibelungen tot een werk dat een opeenvolging vormt van alle delen uit deze operaserie die ‘senza voce’ zijn. Een uitvoering hiervan die ik de volgende avond in het Concertgebouw bijwoonde, onderstreepte mijn opvatting: massale orkestwerken komen pas echt tot hun recht in daarvoor gebouwde ruimten.

Written by raphaelsmit

06/05/2006 at 06:32

Geplaatst in Uncategorized

leave a comment »

Eind goed, al goed rondom de Wielewaalstraat?

Woensdag 3 mei 2006

De gemeente is bereid als mediator op te treden tussen de bewoners aan de Wielewaalstraat en de franchisenemer van Formido. Door een constructief gesprek tussen deze twee partijen, waarbij de gemeente als regisseur optreedt, zou het probleem kunnen worden opgelost dat de bewoners in de Wielewaalstraat ondervinden door de zonlichtweerkaatsing door de wand van de bouwmarkt.

In december van het vorige jaar stelde ik, samen met fractiegenoot Will Koet, schriftelijke vragen over de kwestie met de lichtoverlast. Aanleiding was een uitspraak van de Nationale Ombudsman, die een klacht van de bewoners tegen de gemeente op vier van de vijf punten gegrond verklaarde. De beantwoording van deze vragen heeft meer dan de normale tijd gevergd, iets waarover ik dit weekend op deze site schreef. Afgelopen dinsdag heeft het college de beantwoording op onze schriftelijke vragen vastgesteld. Mijn geïrriteerde opmerkingen (logisch na vier maanden wachten) en de afronding van de beantwoording hebben elkaar klaarblijkelijk gekruist.
Uit de beantwoording is op te maken dat er vorig jaar een behoorlijke ruis was opgetreden in de communicatie tussen de gemeente en de Nationale Ombudsman. Dat is jammer, want hierdoor nam de onzekerheid en het gevoel van onvrede onder de bewoners in de Wielewaalstraat toe. Maar gedane zaken nemen geen keer, het belangrijkste punt dat uit de beantwoording van onze vragen naar voren komt is dat de gemeente in de toekomst adequater met verzoeken en adviezen van de Nationale Ombudsman omgaat. En dat is winst.

Winst is ook dat het college positief is omgegaan met onze suggestie om te zien hoe het geschonden vertrouwen tussen de bewoners en de gemeente kan worden hersteld. De rol die het gemeentebestuur wil innemen als mediator in deze zaak, kan hierbij een belangrijke rol vervullen. Dit temeer omdat de franchisenemer van Formido formeel-juridisch niets valt voor te werpen. De echte oorzaak, en daar haakte de Nationale Ombudsman op in, ligt in de miscommunicatie tussen de bewoners en de gemeente. Hierdoor werden beroepstermijnen gemist, waardoor vergunningen onherroepelijk werden.
Belangrijk voor de verdere gang van zaken is dat de gemeente zich niet terugtrekt in het bastion van het juridische gelijk, maar uitgaat van het welzijn van een aantal bewoners in Liendert. Uiteindelijk is het openbaar bestuur er om de bewoners in onze stad te dienen. Het resultaat van de gesprekken die nu worden nagestreefd, kan dit bevestigen.

Overigens bewijst de hele gang van zaken naar mijn mening nog steeds dat het in het leven roepen van een stedelijke Ombudsman – een wens die de BPA al langere tijd naar voren brengt – een goede zaak zou zijn. Communicatieproblemen zoals die zich nu hebben voorgedaan, zouden daardoor naar alle waarschijnlijkheid zijn voorkomen.

Hans van Wegen heeft recht op onafhankelijke rehabilitatie

Dinsdag 2 mei 2006

De vreemde gang van zaken rondom VVD-fractievoorzitter René van der Borch, die persoonlijk op onderzoek uitging om te zien is zijn collega Hans van Wegen als volwaardige inwoners van onze stad is aan te merken, lijkt een einde te hebben gekregen. René van der Borch heeft schriftelijk en mondeling zijn excuses aangeboden aan Hans van Wegen. In een brief aan de buurman van Hans van Wegen heeft René van der Borch nog eens duidelijk gemaakt, dat hij de navraag over Hans Wegen heeft verricht en dat over de identiteit van de navrager niet geheimzinnig hoeft te worden gedaan.

Het beste wat er nu kan gebeuren is: het dossier sluiten en voor Hans van Wegen hopen dat op dit punt de kous is afgedaan. Uit alles blijkt dat René van der Borch zich niet heeft gerealiseerd dat zijn handelen niet overeenkomstig de geldende integriteitregels was. Dat is te betreuren, maar feitelijk kan dat iedereen overkomen. Belangrijk is, hoe je er daarna mee omgaat.
Voor Hans van Wegen was de zaak extra pijnlijk omdat hij eerder werd geconfronteerd met een smerige roddelcampagne, op initiatief van Ramon Smits Alvarez tijdens de verkiezingscampagne gestart. De officiële klacht tegen Smits wegens smaad loopt nog. Het interne rapport van de PvdA heeft in deze zaak onvoldoende licht verschaft.

Eigenlijk moet je je, achteraf gezien, afvragen of het wel zo verstandig was van de PvdA om het wangedrag van Smits af te handelen via een interne commissie. Het risico om van partijdigheid te worden beschuldigd, is bij zo’n gang van zaken groots aanwezig. Dat is in de praktijk dan ook gebleken.
Eigenlijk was een onafhankelijk onderzoek meer op zijn plaats geweest. Het initiatief hiertoe had naar mijn mening genomen moeten worden door onze burgemeester. Ik kan mij voorstellen dat zij hierop niet zit te wachten, maar de actie van Smits heeft zo basaal met het functioneren van raadsleden en van de raad te maken, dat zij als voorzitter van de raad zich moeilijk aan deze taak kan onttrekken.
Een onafhankelijk onderzoek, geïnitieerd door de voorzitter van de gemeenteraad, had Hans van Wegen van het gevoel kunnen bevrijden aangeschoten wild te zijn. Het ontevredenstellende rapport van de PvdA heeft dat gevoel bij hem alleen maar versterkt. En omdat nog steeds uit niets is gebleken dat de verhalen die Smits over de BPA-lijsttrekker in de wereld zette, ook maar op enig bewezen feit zijn gebaseerd, is een totale rehabilitatie vanuit een onpartijdig gremium het enige waardoor de ten onrechte aangebrachte schade aan Hans van Wegen zo goed als mogelijk kan worden goedgemaakt. Het kan nog altijd!

Written by raphaelsmit

04/05/2006 at 14:17

Geplaatst in Uncategorized